NAAISTEKEN NAAIEN
Plooien en rimpelen
Voor tailles van jurken, mouwen van blouses, enz.
a
Selecteer een rechte steek en bevestig
persvoet "J".
b
Stel de steeklengte in op 4,0 mm (ca.
5/32 inch) en de draadspanning op ca. 2,0
(zwakker).
c
Trek de onder- en bovendraad ongeveer
50 mm (ca. 2 inch) uit. (pagina 46)
a Bovendraad
b Onderdraad
c Ongeveer 5 cm (ca. 2 inch)
d
Naai twee rijen met rechte steken parallel
aan de naadlijn en knip overtollig draad af
waarbij u 50 mm (ca. 2 inch) overlaat.
a Naadlijn
b 10 tot 15 mm (ca. 3/8 inch tot 9/16 inch)
c Ongeveer 50 mm (ca. 2 inch)
102
e
Trek de onderdraden uit tot u de gewenste
plooi hebt en knoop de draden vast.
f
Strijk de plooien.
g
Naai op de naadlijn en verwijder de
rijgsteek.
Engelse naad
Om naden te verstevigen en randen netjes af te
werken.
a
Selecteer
en bevestig persvoet "J".
b
Naai de naadlijn. Knip de helft van de
naadtoeslag vanaf de kant waar de Engelse
naad moet komen.
*
Wanneer automatisch draadknippen en
automatische verstevigingssteken vooraf zijn
ingesteld, worden aan het begin van het naaiwerk
automatisch achteruitsteken genaaid. Druk op de
"Verstevigingssteektoets" om een verstevigingssteek
te naaien en de draad automatisch af te knippen aan
het eind van het naaiwerk.
a Ongeveer 12 mm (ca. 1/2 inch)
b Achterkant