Applicatie
a
Zet de applicatie vast met textiellijm of
rijgsteken aan de stof.
*
Zo zal de stof tijdens het naaien niet gaan schuiven.
a Applicatie
b Textiellijm
b
Selecteer
of
*
Stem de steeklengte en steekbreedte af op de vorm
en de grootte van de applicatie en de kwaliteit van
de stof. (pagina 72)
Memo
• Zie "STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina 198 voor meer bijzonderheden over
elke steek.
c
Bevestig persvoet "J". Controleer of de
naald net naast de applicatie valt en begin
met naaien.
a Applicatiemateriaal
a Naaldpositie
.
■ Applicatie scherpe bochten
Stop de naaimachine met de naald in de stof buiten
de applicatie. Zet de persvoet omhoog en draai de
stof een beetje tijdens het naaien. Zo krijgt de naad
een aantrekkelijke afwerking.
■ Applicatiehoeken
Stop de machine met de naald in de rechter positie
van de buiten- (of binnen-) hoek van de applicatie.
Zet de persvoet omhoog en draai de stof om de rand
van de stof uit te lijnen. Zet de persvoet omlaag en
ga door met naaien.
Memo
• Gebruik scheurvlieseline onder de stof voor
het beste resultaat.
NAAISTEKEN NAAIEN
119
3