Inhoudsopgave
Advertenties
b
Stel [Inschakeling draadloos LAN] in op [ON].
De machine begint met uitzenden van het draadloze
netwerksignaal.
De wizard gebruiken om de draadloze
netwerkverbinding in te stellen
Er zijn meerdere manieren om de draadloze
netwerkverbinding tot stand te brengen. We raden
de methode aan die gebruikmaakt van de wizard
op deze machine.
a
Als u de machine met een draadloos
netwerk wilt verbinden, hebt u de
beveiligingsgegevens (SSID en
netwerksleutel) voor uw thuisnetwerk
nodig. De netwerksleutel kan ook
wachtwoord, beveiligingssleutel of
coderingssleutel worden genoemd. Zorg
eerst dat u de beveiligingsinformatie
lokaliseert en noteert.
Netwerksleutel
SSID
(Wachtwoord)
Memo
• De draadloze netwerkverbinding kan niet tot
stand worden gebracht als u niet beschikt
over de beveiligingsinformatie.
• De beveiligingsgegevens vinden
a Kijk in de handleiding voor uw thuisnetwerk.
b De standaard-SSID kan naam van de fabrikant
of de naam van het model zijn.
c Als u de beveiligingsgegevens niet kunt vinden,
neem dan contact op met de routerfabrikant,
uw netwerkbeheerder of uw internetprovider.
d Sommige SSID's en netwerksleutels
(wachtwoorden) zijn hoofdlettergevoelig
(gebruik van hoofd- en kleine letters). Leg de
informatie goed vast.
FUNCTIES VOOR DRAADLOZE NETWERKVERBINDING
b
Druk op
naast [Installatiewizard voor
draadloos LAN].
Er wordt een lijst met beschikbare SSID's weergegeven.
c
Selecteer
naast de SSID die u hebt
genoteerd in stap
Het scherm wordt weergegeven waarop u de
netwerksleutel (wachtwoord) kunt opgeven.
Memo
• Als de gewenste netwerk-SSID niet in de lijst
wordt weergegeven, druk op
• Als de gewenste netwerk-SSID niet wordt
weergegeven, geeft u deze op zoals hierna
wordt beschreven.
a Selecteer
b Voer de gewenste netwerk-SSID in en druk
vervolgens op
c Selecteer de verificatiemethode en de codes.
• Als de machine al verbonden is geweest met
het thuisnetwerk, druk op
u vervolgens de opgeslagen SSID.
a
.
.
.
.
en selecteert
1
35
Advertenties
Inhoudsopgave
