■ Naald en persvoetgedeelte
a
c
a Persvoethouderschroef
Gebruik de persvoethouderschroef om de persvoet op zijn
plaats te houden. (pagina 58)
b Persvoethouder
De persvoet wordt bevestigd aan de persvoethouder.
(pagina 57)
c Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien.
Bevestig de geschikte persvoet voor de steek die u hebt
geselecteerd. (pagina 57)
d Transporteur
De transporteur voert de stof door in de naairichting.
e Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen. (pagina 44,
pagina 105)
f Steekplaat
Op de steekplaat staan markeringen om u te helpen rechte
naden te naaien. (pagina 99)
Verwijder de steekplaat om de grijper te reinigen. (pagina 178)
g Draadgeleider op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang.
(pagina 47)
h Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op zijn plaats. (pagina 54)
■ Borduureenheid
c
a Borduurarm
De borduurarm verplaatst het borduurraam automatisch tijdens
het borduren.
b Ontgrendelingshendel (onder op de borduureenheid)
Duw tegen de ontgrendelingshendel om de borduureenheid te
verwijderen.
c Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam
op zijn plaats te houden.
d Borduurraam bevestiginghendel
Druk op de borduurraam bevestiginghendel om het
borduurraam vast te zetten.
e Aansluiting van de borduureenheid
Steek de aansluiting van de borduureenheid in de
aansluitingspoort op de (uitgeschakelde) machine, wanneer u
de borduureenheid bevestigt.
h
g
f
e
e
a
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
■ Bedieningstoetsen
a
c
e f
a "Start/Stop"-toets
Als u op deze toets drukt, naait de machine een paar steken op
lage snelheid en begint vervolgens te naaien op de snelheid die
is ingesteld met de schuifknop voor snelheidsregeling. Druk
nogmaals op de toets om de naaimachine stil te zetten. Houd
de toets ingedrukt om op de laagste snelheid te naaien. De
toets verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand van
de naaimachine.
Groen:
De machine is klaar om te naaien of is bezig
met naaien.
Rood:
De machine kan niet naaien.
b "Achteruitsteektoets"
Voor rechte, zigzag- en elastische zigzagsteekpatronen met
achteruitsteken naait de machine alleen langzaam
achteruitsteken wanneer u de "Achteruitsteektoets" ingedrukt
houdt. De steken worden in tegengestelde richting genaaid.
Voor andere steken gebruikt u deze toets om
verstevigingssteken te naaien aan het begin en het eind van het
naaiwerk. Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, naait de
machine 3 steken op dezelfde plek en stopt daarna
automatisch. (pagina 66)
c "Verstevigingssteektoets"
Met deze toets naait u één enkele steek meerdere malen om
vervolgens af te hechten.
Voor lettersteken en decoratieve steken drukt u op deze toets
om te eindigen met een volledige steek in plaats van middenin.
Het LED-lampje naast deze toets licht op terwijl de machine
een volledig motief naait, en gaat automatisch uit wanneer het
naaien stopt. (pagina 66)
Wanneer u in de borduurstand de onderdraad wilt verwisselen,
gebruikt u deze toets om verstevigingssteken te naaien,
voordat u de draad afknipt. Dit voorkomt dat de steken gaan
loslaten.
d "Naaldstandtoets"
Gebruik deze toets wanneer u van naairichting verandert of op
kleine stukken stof naait. Druk op deze toets om de naald
omhoog of omlaag te zetten. Met deze toets kunt u de naald
omlaag en omhoog zetten om één steek te naaien.
e "Draadkniptoets"
Druk na het naaien op deze toets om de overtollige draad
automatisch af te knippen.
f "Persvoettoets"
Druk op deze toets om de persvoet omlaag te zetten en druk
uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om de
persvoet omhoog te zetten.
g Schuifknop voor snelheidsregeling
Met deze schuifknop stelt u de naaisnelheid in. Schuif de
schuifknop naar links om op lagere snelheid te naaien. Schuif
de schuifknop naar rechts om op hogere snelheid te naaien.
h Toets "Automatisch draadinrijgen"
Met deze toets rijgt u de naald automatisch in.
g
h
13
1