14
Algemene gebruiksvoorschriften
14.1 Lintzaagbladen
Lintzaagbladen moeten voorzichtig behandeld worden zodat ze niet beschadigd raken. Ongespannen lintzaag-
bladen moeten tot een meervoudige cirkel zonder knikken worden gevouwen en vastgezet als ze niet worden
gebruikt. Ze moeten op een veilige en droge plaats bewaard worden. Bewaar lintzaagbladen altijd op een opper-
vlak dat de tanden van het blad niet kan beschadigen. Voor gebruik moet een lintzaagblad gecontroleerd worden
op beschadigde tanden en scheuren.
• Om scheuren te voorkomen moeten gespannen lintzaagbladen goed beschermd worden.
• Er zijn minstens twee mensen nodig om een breed lintzaagblad te verwisselen.
• Een geschikt transportmiddel is voordelig voor het transport van gespannen, brede lintzaagbladen.
• De zaagbladbreedte, tandvorm en tandsteek moeten worden gekozen op basis van de dikte en de aard van
het werkstuk.
• Het zaagblad moet correct gelast, geslepen en ingesteld zijn. Als dit niet het geval is, moet het zaagblad
worden vernieuwd (zie hoofdstuk 17.5).
Snijgevaar! Draag beschermende handschoenen bij het verwisselen van het zaagblad!
Als deze basisregels niet worden nageleefd, kunnen de volgende fouten optreden:
• Slecht werkresultaat / onzuivere snede
• Slechte prestaties
• Scheuren in zaagblad
Zaagbladscheuren zijn de meest voorkomende problemen met de lintzaag. Ze zijn meestal afhankelijk van het
zaagblad. Ze komen niet door de machine als deze is ingesteld volgens de bedieningsinstructies en niet is gewij-
zigd. In het hoofdstuk 16 "Problemen oplossen" staan de belangrijkste oorzaken en suggesties voor het ver-
helpen van zaagbladscheuren.
14.2 Gebruik van de machine
Controleer de bladspanning voordat u begint te werken!
Werk nooit met een ongespannen zaagblad.
Gevaar om naar binnen getrokken te worden door het draaiende zaagblad! Het dragen van
beschermende handschoenen, losse kleding, polshorloges en sieraden is verboden tijdens het
snijden! Draag alleen nauwsluitende kleding en indien nodig een haarnet of hoofddeksel.
Risico op ongevallen en verhoogd risico op letsel! De meeste ongelukken gebeuren wanneer de
werkstukken niet stevig op de machinetafel liggen. Volg de onderstaande instructies!
Plaats de verstelbare zaagbladbescherming zo dicht mogelijk bij het werkstuk. De afstand tussen de zaagbladbe-
scherming en het werkstuk mag tijdens het zagen niet groter zijn dan 5 mm.
Snijgevaar! Neem de gevarenzone van 120 mm rond het zaagblad in acht.
Gebruik voor vlakke werkstukken het vlakke deel van de tafelaanslag, zodat de zaagbladbescherming tot een
minimale afstand van het werkstuk kan worden neergelaten (zie hoofdstuk 12).
De werkstukken moeten altijd stevig op de machinetafel rusten. Rond hout moet worden vastgezet tegen ver-
draaien, zie Figuur (B) op de volgende pagina. Zaag geen ongevormde werkstukken die niet vlak op de tafel
liggen of niet kunnen worden vastgezet met een van de volgende hulpmiddelen.
BA_PH_3V_NL_35-23.docx
42