8.4
Installatie van de machine
• Een fundering is niet nodig. De vloer moet een draagvermogen
hebben dat overeenkomt met het gewicht van de machine.
• Voordat u de machine volledig op de grond plaatst, moeten de
vier meegeleverde voetjes (S) in de daarvoor bestemde gaten in
de bodemplaat worden geplaatst.
• Aan elke voet is een M20 schroefdraadbout met stelmoer beves-
tigd. De machine moet goed worden genivelleerd met een wa-
terpas 0,1 mm / 1 m met behulp van een geschikte steeksleutel.
• Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine. Daarom raden we aan om bij het opstellen een vrije ruimte
van minstens 1,5 m aan alle vier de zijden in acht te nemen
• Voor een veilige werking van de machine moet de vloer van de installatielocatie een draagvermogen van
minstens 1500 kg/m2 hebben.
• De kale onderdelen van de machine zijn ingevet om ze tegen roest te beschermen. Ontvet de onderdelen die
tegen roest beschermd zijn zorgvuldig met petroleum of wasbenzine.
Let op mogelijke knelgevaren bij het plaatsen van de machine (van de pallet op de vloer
met een vorkheftruck of iets dergelijks). Let vooral op uw handen en voeten en draag uit
voorzorg veiligheidsschoenen en beschermende handschoenen.
Levensgevaar bij gebruik van een heftruck! Houd voldoende afstand tot de vorkheftruck
en let op zijn snelheid. Voertuigen met verbrandingsmotoren produceren ook giftige uit-
laatgassen. Draag zo nodig een ademhalingstoestel.
De machine moet absoluut horizontaal staan! Controleer dit met een waterpas!
Voer het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk af!
Gebruik geen nitro verdunningsmiddel voor het schoonmaken.
Gelakte oppervlakken van de machine kunnen worden beschadigd.
Brandgevaar! Rook niet en steek geen open vuur aan.
8.5
Tussentijdse opslag
Als de machine niet onmiddellijk na levering in gebruik wordt genomen, moet zij zorgvuldig op een beschermde
plaats worden opgeborgen. Dek de machine af zodat stof en vocht niet kunnen binnendringen. De kale, niet-
oppervlakte behandelde delen (bijvoorbeeld het tafelblad) worden voorzien van een conserveringsmiddel. Deze
moet van tijd tot tijd op doeltreffendheid worden gecontroleerd en zo nodig worden vernieuwd.
BA_PH_3V_NL_35-23.docx
S
Figuur 9: Voeten
29