8.7
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een erkend elektricien!
De elektrische schakelschema's bevinden zich in de schakelkast.
Let op de aangegeven nominale spanning 400 VAC / 50 Hz (3 fasen / N / PE)!
• Zorg ervoor dat de motorspanning (zoals aangegeven op het motorplaatje)
overeenkomt met de netspanning.
• De voedingskabel wordt door de kabelwartel aan de onderkant van de scha-
kelkast geleid.
• De aansluiting op het stroomnet (3 fasen) gebeurt op de klemmenstrook in
de klemmenkast of optioneel in de schakelkast. De 3 fasen moeten worden
aangesloten op de klemmen "L1", "L2" en "L3".
• De aarddraad (geel/groen) moet worden aangesloten op de klem met de
aanduiding "PE".
• Sluit vervolgens de kabelwartel weer zodat deze stofdicht is.
Belangrijk:
Controleer ook de juiste looprichting van het lintzaagblad. Als de looprichting onjuist is, moeten twee aansluit-
fasen in de schakelkast worden omgekeerd.
Opmerking:
De motor is alleen gegarandeerd als de aansluiting wordt uitgevoerd door een erkende elektricien. In geval van
een klacht is een schriftelijke bevestiging van deze specialist nodig dat hij de machine volgens de voorschriften
heeft aangesloten.
8.8
Voorzekeringen
Motor
3 kW
400 V
16 A traag
8.9
Voedingskabel
Cu, 5-aderig. De kabeldoorsnede moet ter plaatse worden bepaald door een gekwalificeerde elektricien.
De elektrische bedrading en aansluiting moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien in
overeenstemming met de geldende voorschriften van het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
BA_PH_3V_NL_35-23.docx
4 kW (optie)
20 A traag
De impedantie van de foutlus en de geschikt-
heid van de overstroombeveiliging moeten
worden gecontroleerd op de plaats waar de
machine wordt geïnstalleerd.
Figuur 11: Schakelkast
31