Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Waakvlambrander Werkt Niet Naar Behoren (Vervolg); De Hoofdbrander Werkt Niet Naar Behoren - Dean D20 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.2 De waakvlambrander werkt niet naar behoren (vervolg)

4. Controleer bij alle aansluitingen of ze schoon zijn en goed vast zitten.
C.
De waakvlam heeft de juiste grootte maar is niet stabiel. De vlam flakkert en omgeeft het thermokoppel
niet steeds volledig.
1. Controleer of er geen tocht is die wordt veroorzaakt door airconditioningtoestellen of
suppletieluchttoestellen. Zet toestellen die luchtcirculatie veroorzaken uit en controleer de waakvlam
opnieuw.
7.3

De hoofdbrander werkt niet naar behoren

A.
De hoofdbrander wil niet beginnen te branden; geen tekenen van gas aan de hoofdbrander.
1.
Controleer of de gasklep openstaat .
2.
Controleer of de waakvlam ontstoken is en naar behoren werkt.
3.
Uitsluitend bevoegd serviceagent: Controleer de continuïteit van de maximaal.
4.
Uitsluitend bevoegd serviceagent: Controleer de combinatiegasklep en vervang indien defect.
B.
De vlammen van de hoofdbrander zijn klein en lijken lui; het bakvet wordt te traag warm.
1.
Uitsluitend bevoegd serviceagent: Controleer de gasdruk aan de drukkraan van de gasklep. Gebruik
een meetkloknanometer of standaard U-vormige nanometer met wateraanduiding. Wanneer de
brander brandt, moet de druk 10 mbar (4" waterkolom) bedragen voor aardgas en 27,5 mbar (11"
waterkolom) voor propaangas. Als dat niet het geval is, verwijdert u de bescherming van de
drukreguleerkraan. Gebruik een schroevendraaier om de stelschroef bij te regelen voor de correcte
druk. Breng de bescherming weer aan, controleer de druk nogmaals en breng de dop van de
drukkraan weer aan.
C.
Tekenen van een te hoge temperatuur; het bakvet verbrandt en verkleurt snel.
1.
Controleer de bedieningsthermostaat. De afstelling of ijking is mogelijk niet langer correct.
Kalibreer opnieuw indien nodig.
2.
Controleer de gasdruk op de boven beschreven manier.
3.
Het gebruikte bakvet is van mindere kwaliteit en/of het bakvet wordt al te lang gebruikt. Vervang
het bakvet.
4.
Zorg ervoor dat de vetpan schoon is wanneer u hem vult met nieuw bakvet.
DECATHLON GASFRITEUSES (CE)
CHAPTER 7: TROUBLESHOOTING
7-2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D50D60D80

Inhoudsopgave