3.5 Gasaansluitingen (vervolg)
C. Handbediende afsluitklep: Deze door de gasleverancier geïnstalleerde klep moet op de huisaansluitingslijn zijn
geïnstalleerd vóór de friteuses, gezien vanuit de richting van waaruit het gas naar de friteuses stroomt, en op
een plaats waar men er vlug bij kan in geval van nood.
D. De gasdruk regelen: De friteuse en de afsluitklep moeten van de gastoevoer worden losgekoppeld bij elke test
van het systeem.
1. Externe gasreguleerkranen zijn doorgaans niet nodig voor de friteuse. Een veiligheidsregelklep
beschermt de friteuse tegen drukschommelingen. Als de binnenkomende druk hoger is dan 3,45
kPa/35,0 mbar (½" PSI), is een reductiereguleerkraan vereist.
Wanneer u de binnenkomende gastoevoerleidingen test, moet u de friteuse loskoppelen van de
gasleiding als de testdruk 3,45 kPa [½" PSI (14 inch waterkolom] of meer bedraagt om
beschadiging van de gaspijpen en de gasklep(pen) van de friteuse te voorkomen.
E. Druk in de verdeelleiding: Uw plaatselijke onderhoudstechnicus moet de druk in de verdeelleiding controleren
met een nanometer.
1. Controleer de typeplaat voor de druk in de verdeelleiding. G20-G25 toestellen hebben normaal een
gasdruk van 10,0 mbar nodig en G31 toestellen 27,5 mbar.
2. Bevestig dat de pijl die in de onderkant van de reguleerkraanconstructie is aangebracht en die de
richting van de gasstroom aangeeft, in de richting wijst waarlangs het gas naar de friteuses stroomt.
De dop van het luchtafvoerkanaal maakt deel uit van de reguleerkraan en mag niet worden
verwijderd.
3. Als er gebruik wordt gemaakt van een ontluchtingsleiding vanaf de gasdrukregelkraan, moet die
worden geïnstalleerd overeenkomstig de plaatselijke voorschriften, of, indien er geen plaatselijke
voorschriften zijn, aan de van toepassing zijnde nationale normen of de normen van de Europese
Gemeenschap (CE).
F. De reguleerkranen kunnen ter plaatse worden bijgesteld, maar het verdient de aanbeveling om niet aan de
kranen te komen tenzij men weet dat de kraan niet goed afgesteld is of ernstige drukschommelingen werden
vastgesteld en die niet op een andere manier kunnen worden opgelost.
G. Alleen bevoegd personeel mag de reguleerkranen bijstellen.
DECATHLON GASFRITEUSES (CE)
CHAPTER 3: INSTALLATIE
GEVAAR
3-5