7.1 REINIGING VERBRANDINGSK AMER / BEKLEDING
• De houtkachel, de verbrandingskamer, de rookkamer met de stookgas-
omkering, de verbrandingsluchttoevoer en de verbindingsstukken naar
de schoorsteen toe moeten regelmatig jaarlijks, eventueel ook tijdens en
na iedere verwarmingsperiode en na reiniging van de schoorsteen wor-
den onderzocht op afzettingen en indien nodig gereinigd worden (vraag
uw handelaar of de plaatselijke schoorsteenveger naar meer informatie
hierover). Afzettingen moeten met een handveger en/of aszuiger (vak-
handel) worden verwijderd. De schoorsteen moet regelmatig door een
schoorsteenveger worden geveegd. Verder moet de kachel ieder jaar
door een vakman worden gecontroleerd.
• As verwijderen: uw houtkachel is geschikt voor het verbranden van
droog hout, dat het beste in zijn eigen as verbrandt. Als u de as uit de
verbrandingskamer wilt verwijderen, opent u de kacheldeur en veegt
u de as bijvoorbeeld met een speciale stoffer en blik op of zuigt u de
verbrandingskamer met de aszuiger schoon. Verwijder de as daarna
volgens de richtlijnen.
• Bedenk dat het vuur wel 24 uur en langer kan nasmeulen.
• Reinigen van de haardruit: de ruit kan probleemloos worden gereinigd
met een gebruikelijke haardruitreiniger, die u eveneens bij uw handelaar
kunt krijgen. De glasvezelafdichtingen mogen niet doordrenkt worden
met schoonmaakmiddel. Maak de ruit vervolgens droog met een droge
doek (niet schuren op de ruit).
• Gelakte oppervlakken en de bekleding kunnen met een vochtige
doek zonder reinigingsmiddelen worden gereinigd (gebruik geen
microvezeldoekjes!).
• Roestvrijstalen oppervlakken kunnen met gebruikelijke roestvrijstaal-rei-
nigers worden gereinigd. Gebruik deze alleen in de slijprichting!
Verwijder tijdens het stookseizoen regelmatig stof op en onder de kachel,
want stofdeeltjes kunnen inbranden of tot kool worden. Dat zou tot veront-
reinigingen in de woonkamer en het interieur en tot geuroverlast kunnen
leiden.
7.2 SCHOORSTEENBRAND
Bij het verbranden van hout (met name naaldhout) springen regelmatig
vonken vanuit de haard in de schoorsteen. Hierdoor zou de roetlaag in
de schoorsteen in brand kunnen vliegen. (Bij regelmatige reiniging door
de schoorsteenveger komt dit zelden voor.) De schoorsteen raakt dan in
brand. Brand in de schoorsteen is te herkennen aan de vlammen die uit
de schoorsteen komen, aan een grote hoeveelheid vonken, aan rook- en
geuroverlast en aan de steeds warmer wordende schoorsteenmuren. Het is
in een dergelijk geval belangrijk om adequaat te handelen. Bel de brandweer
via 112. Verder moet de schoorsteenveger geïnformeerd worden. Brandbare
voorwerpen moeten uit de buurt van de schoorsteen worden gehaald.
Let op: in de tussentijd nooit met water gaan blussen. De temperaturen
bij een schoorsteenbrand kunnen tot wel 1300 °C oplopen. Het bluswater
zou onmiddellijk in stoom veranderen. Een emmer met 10 liter water zou
veranderen in 17 m³ stoom. De enorme druk die hierbij ontstaat, kan de
schoorsteen laten exploderen. Nadat de brand in de schoorsteen is geblust,
moet deze door een vakman op scheuren en lekkage onderzocht en eventu-
eel gerepareerd worden.
7.3 ONDERHOUD
Controleer de afdichting van de deur regelmatig. Deze afdichting moet
indien nodig (bij slijtage, breuken, enz.) worden vervangen. Controleer de
bekleding van de verbrandingskamer regelmatig. Deze bestaat uit natuur-
lijke producten die iedere keer dat de kachel wordt aangemaakt kunnen uit-
zetten en krimpen. Daarbij kunnen scheuren ontstaan. Zolang de bekleding
van de verbrandingskamer op zijn plaats blijft en niet kapot gaat, is die in
orde. Voor een goede werking moet de kachel ieder jaar (als het kan voor de
stookperiode) door een expert worden onderhouden. De stookinrichting mag
niet worden aangepast. Er mogen uitsluitend originele onderdelen, die door
de producent zijn goedgekeurd, worden gebruikt. Neem indien nodig contact
op met uw speciaalzaak!
NL 18
8. PROBLEEMOPLOSSING
De volgende problemen met uw houtkachel kunt u zelf oplossen; voor andere
problemen raden we u aan om contact op te nemen met de leverancier of
installateur van uw kachel.
8.1 STERKE, SNELLE EN ONGELIJKMATIGE ROET-
VORMING OP DE RUIT
Indien hiervan niet meteen vanaf het begin sprake van was, controleert u
de volgende punten:
• Wordt het juiste brandmateriaal gebruikt en wordt de stooktechniek
correct toegepast?
• Is er geen overgangstijd?
• Geen thermische inversie?
• Treedt er al snel, binnen 30 minuten, roetvorming op? (Een geleidelijke
vervuiling door gebruik van de installatie is normaal. Een autoruit wordt
tenslotte ook vuil tijdens het rijden!)
• Is de afdichting correct gemonteerd?
• Is het hout droog genoeg?
• Is er voldoende hout aangebracht? (Bij gebruik van te weinig hout wordt
de kachel niet warm genoeg).
8.2 HET VUUR ONTSTEEKT NIET OF NAUWELIJKS
Indien hiervan niet meteen vanaf het begin sprake van was, controleert u
de volgende punten:
• Wordt het juiste brandmateriaal gebruikt en wordt de stooktechniek
correct toegepast?
• Is het hout droog genoeg?
• Is het hout te dik?
• Wordt er voldoende lucht toegevoerd?
• Is er geen overgangstijd?
• Geen thermische inversie?
8.3 ER KOMT ROOK IN DE K AMER TIJDENS HET
BIJVULLEN
• Zie alle vragen bij punt 8.1.
• Is de schoorsteen vrij?
• Is de kachel al op bedrijfstemperatuur?
• Hebt u de deur in het begin langzaam geopend?
8.4 TE SNELLE VERBRANDING / HOUTVERBRUIK TE
HOOG
Indien hiervan niet meteen vanaf het begin sprake van was, controleert u
de volgende punten:
• Is het hout groot genoeg gekloofd?
• Trekt de schoorsteen niet te sterk?
• Gebruikt u hardhout met een vochtgehalte van 15-20%?
• Is de deur volledig gesloten?
• Hebt u de aanbevolen hoeveelheid hout in de kachel geplaatst?
9. ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN
9.1 TOEPASSINGSBEREIK
Deze Algemene garantievoorwaarden gelden in relatie met de producent,
Spartherm Feuerungstechnik GmbH, t.o.v. de dealer/speciaalzaak. Deze
voorwaarden zijn niet identiek met de contract- en garantie voorwaarden
die de dealer/speciaalzaak aan zijn klanten doorgeeft, resp. kan doorgeven.
NL 19
NL