PROBLEEMOPLOSSING
17. TIPS VOOR GEBRUIKERS
Probleem
1. Geheel buiten
werking
2. Films te licht
3. Films te donker
4. Geelgroene
sluiers op de
film
5. Donkere sluiers
op de film
6. Te zware
grondsluiers op
de film
7. Bruinachtige
sluiers op de
film
Mogelijke oorzaak
• Netkabel niet goed
aangesloten
• Deksel niet aangebracht
• Opwarmfase niet voltooid
(alleen het gele signaallampje
brandt)
• Ontwikkelaar op
• Opnameapparaat heeft de film
te kort belicht
• Opnameapparaat heeft de film
te lang belicht
• Film niet goed gefixeerd
• Lichtinval in de donkere kamer,
bijv. door het sleutelgat
• Dokalamp onjuist gemonteerd
• Gebruik van hooggevoelige
RP-films, bijv. T-MAT G
• Kapje van de daglichtadapter
open
• Film te oud
• Film onjuist bewaard
• Film niet gespoeld
Oplossing
• Steek de netkabel aan de achterkant in
het apparaat en in de geaarde
contactdoos
• Zet het deksel goed op het apparaat
• Na de opwarmfase van ca. 20 min.
gaan het gele en het groene
signaallampje branden; het apparaat
is „gereed voor gebruik"
• Ververs de chemicaliën (zie punt 16.1)
• Stel het opnameapparaat in op een
langere belichtingstijd (indien
mogelijk)
• Stel het opnameapparaat in op een
kortere belichtingstijd (indien mogelijk)
• Controleer of het fixeermiddel nog in
orde is: beweeg een intra-orale film
gedurende ca. 40 sec. in het
fixeermiddel heen en weer. Als de film
transparant wordt, is het fixeermiddel
in orde. Als de sluiers niet verdwijnen,
moeten de chemicaliën ververst
worden (zie punt 16.1 e.v.)
• Controleer de donkere kamer op licht-
dichtheid en dicht hem zo nodig af
• Lamp mag alleen indirect op de film
schijnen
• Controleer alle signaallampjes en dek
ze zo nodig af
• Sluit bij gebruik van dunnelaag-(extra-
orale)-RP-films het deksel altijd, omdat
de films anders worden voorbelicht
• Controleer de vervaldatum
• Bewaar films op een koele plaats.
Bewaar ze niet in de buurt van het
opnameapparaat (verstrooide straling)
• Open de waterkraan
29