MOTOROLIE
Het motoroliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil dagelijks voordat
u de motorfiets gebruikt.
De olievuldop/peilstok (1) zit achteraan op het
rechter carterdeksel, met deze peilstok kan het
oliepeil worden gemeten. Het oliepeil moet altijd
tussen het bovenste (2) en onderste (3) peilstreepje
op de olievuldop/peilstok staan.
1. Zet de motorfiets recht overeind op een stevige,
horizontale ondergrond.
2. Start de motor en laat deze 3 – 5 minuten
stationair draaien.
3. Zet de motor uit. Wacht 2 – 3 minuten, draai de
olievuldop/peilstok los, veeg de peilstok schoon
en plaats deze terug zonder de vuldop vast te
draaien. Verwijder de olievuldop/peilstok. Het
oliepeil moet tussen de bovenste en onderste
markering op de olievuldop/peilstok staan.
4. Vul indien nodig de voorgeschreven olie (zie
bladzijde 58) bij tot aan de bovenste markering.
Vul niet overmatig bij.
30
5. Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
Controleer op olielekkage.
MERK OP
Het laten lopen van de motor met onvoldoende olie
kan zware motorbeschadiging veroorzaken.
(1)
(1) Olievuldop/peilstok
(2) Bovenste markering
(3) Onderste markering
(2)
(3)