U kunt Telefoon vergrendelen als volgt activeren:
•
Druk op de functietoets Telefoon vergrendelen of voer functietoegangscode voor
Telefoon vergrendelen in.
U kunt Telefoon vergrendelen als volgt deactiveren:
•
Druk op de functietoets Telefoon vergrendelen of voer functietoegangscode voor
Telefoon ontgrendelen in.
•
Voer uw gebruikers-PIN in om het toestel te ontgrendelen.
Opmerking: Als geen gebruikers-PIN is toegewezen, voert u # in als u wordt gevraagd
om de PIN voor het ontgrendelen van de telefoon.
Gebruikers-PIN
Een persoonlijk identificatienummer (PIN) stelt een gebruiker in staat zich als Hot Desk-
gebruiker of algemene SIP-gebruiker aan te melden bij een toestel. Het wordt tevens gebruikt
voor het deactiveren van de functie Telefoon vergrendelen. Een PIN moet 0 tot 8 cijfers lang
zijn. Alleen cijfers (0 t/m 9) zijn toegestaan. De standaard-PIN is leeg (lengte nul).
Gebruikers hebben één algemene PIN die kan worden gebruikt voor alle vereiste functies.
De gebruikers-PIN heeft in eerste instantie de lengte nul, waardoor een gebruiker bijvoorbeeld
een telefoon kan ontgrendelen met een blanco PIN voor Telefoon vergrendelen. De PIN moet
minimaal één cijfer lang zijn om de gebruikers-PIN te kunnen instellen.
U kunt als volgt de gebruikers-PIN wijzigen:
1. Druk op de Supertoets (moet bij een toets zijn geprogrammeerd)
2. Druk op Nee totdat "Gebruikers-PIN instellen?" wordt weergegeven.
3. Druk op de softtoets Ja of op de softtoets voor de gebruikers-PIN
4. Voer bij de aanwijzing "Voer oude PIN in" uw oude gebruikers-PIN in.
5. Druk op Enter.
6. Voer bij de aanwijzing "Voer nieuwe PIN in" uw nieuwe PIN in.
Gebruik de toets Pijl links om fouten te corrigeren. De PIN mag alleen de cijfers 0 t/m 9
bevatten en kan 0 tot 8 tekens lang zijn.
7. Druk op Enter.
8. Voer bij de aanwijzing voor het controleren van de PIN nogmaals uw nieuwe PIN in. Het
toestel geeft aan of de bewerking is geslaagd of mislukt.
9. Druk op Supertoets om de Supertoets-sessie te beëindigen.
Gebruikershandleiding bij de 5320 IP-telefoon
- 51 -