Niet storen
Wanneer u de functie Niet storen inschakelt, horen bellers een ingesprektoon en krijgen zij
een bericht op het display dat aangeeft dat u niet wilt worden gestoord.
U schakelt als volgt de functie Niet storen in of uit:
•
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor de functie Niet storen. Deze toets is
verlicht wanneer Niet storen is ingeschakeld en is niet verlicht wanneer Niet storen niet is
ingeschakeld. Op de lijnstatus van de telefoon wordt het pictogram Niet storen (
weergegeven.
U schakelt als volgt Niet storen in vanaf een toestel op afstand:
1. Neem de hoorn op.
2. Kies het nummer van het station waarvoor u Niet storen wilt inschakelen.
3. Haak in.
De functie Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand:
1. Neem de hoorn op.
2. Kies de desbetreffende functietoegangscode.
3. Kies het nummer van het station waarop Niet storen is ingeschakeld.
4. Haak in.
Noodoproepen
Waarschuwing voor het bellen van alarmnummers: vraag de plaatselijke overheden naar
alarmnummers en de beschikbaarheid van 112 of vergelijkbare diensten in uw regio.
Alarmnummers kunnen op twee manieren worden gebeld, afhankelijk van de programmering
van de 3300 ICP:
•
Routing van noodoproepen NIET geprogrammeerd
•
Routing van noodoproepen WEL geprogrammeerd
VOORZICHTIG: vraag de systeembeheerder hoe u alarmnummers kunt bellen.
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTING VAN NOODOPROEPEN NIET IS
GEPROGRAMMEERD
Als routing van noodoproepen NIET is geprogrammeerd, moet u een alarmnummer
kiezen door de hoorn op te nemen en de geprogrammeerde toets voor de analoge lijn
te selecteren. Het bellen van een alarmnummer via een IP-verbinding wordt mogelijk niet
ondersteund vanwege de configuratie van het ICP-systeem en het land waarin u zich bevindt.
Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie.
Gebruikershandleiding bij de 5320 IP-telefoon
- 40 -
)