32
VOORBEREIDING VAN PATIËNT
VOORBEREIDING VACUÜMELEKTRODE
(OPTIONEEL)
Elektroden
DJO vacuümelektroden zijn speciaal ontwikkeld voor
optimaal gebruik met de Intelect
Deze elektroden kunnen meerdere malen gebruikt worden
als ze goed onderhouden en gereinigd worden. Er wordt
aangeraden de bijbehorende sponzen slechts voor één
patiënt te gebruiken. Ze moeten gereinigd worden met een
milde antibacteriële oplossing zonder chloor, voor en na
iedere behandelsessie.
Vacuümelektroden
Zie onderstaande afbeelding voor beschikbare maten
van vacuümelektroden. Voor installatie van golfvormen
en het aanpassen van instellingen, zie de paragraaf
VACUÜMGEBRUIK op pagina 56.
Bekijk de aanbevelingen voor elektrodeplaatsing in het
scherm Behandelingscontrole voor de specifieke gebruikte
modaliteit voor aanvang van de behandeling.
30 mm
60mm
Slangen aansluiten
1.
Plaats de rode slang MET DE SMALLE DIAMETER op de
positieve (+) slangaansluiting voor het kanaal dat u op
de vacuümmodule wilt gebruiken.
2.
Sluit de andere slang, weer MET DE SMALLE
DIAMETER, aan op de negatieve (-) slangaansluiting op
de vacuümmodule.
3.
Plaats alle vacuümpluggen op alle vacuümkanalen die
niet gebruikt worden, om vacuümlekkage tijdens een
behandelsessie te voorkomen.
Kanaal 1 apparaataansluiting op vacuüm
+/- Kanaal 1 polariteit
INTELECT
MOBILE 2 GEBRUIKERSHANDLEIDING
®
Mobile 2 vacuümmodule.
®
90 mm
1
4.
Selecteer de voorgeschreven afmeting van de
vacuümelektrode en installeer er een aan het andere
uiteinde van iedere vacuümslang.
De JUISTE aansluiting, waarin de draden STRAK passen, MET
DE GROTERE DIAMETER tegen de elektrode, wordt hier
weergegeven:
Vergelijk met de ONJUISTE aansluiting, die hier te zien is:
5.
Gebruik schone sponzen en maak deze ruim nat met
gedestilleerd water, voor de te gebruiken elektrode.
Knijp het overtollige water eruit.
Kanaal 2 apparaataansluiting op vacuüm
2
NL
+/- Kanaal 2 polariteit