9
Onderhoud en verzorging
Spuit de machine en de directe omgeving (wanden, vloer) niet met een waterslang,
stoomreiniger of hogedrukreiniger schoon.
Let erop dat bij het reinigen van de vloer de onderbouw van de machine niet onder wa-
Waarschuwing
ter komt te staan om te voorkomen dat het water ongecontroleerd de machine binnen-
dringt.
Draag beschermende kleding en handschoenen voordat u onderdelen aanraakt waar was-
water op zit (zeef, wasvelden, enz.).
Waarschuwing
9.1 Dagelijkse reiniging
9.1.1
Tijdens het bedrijf
Verwijder de zeefcilinder, reinig deze en plaats deze weer terug.
9.1.2
Zelfreinigingsprogramma aan het einde van de werkdag
De machine is met een zelfreinigingsprogramma uitgerust dat u bij het reinigen van het interieur van de ma-
chine helpt. Na de eerste stap van het programma wordt het zelfreinigingsprogramma onderbroken zodat u
de zeefcilinder en de tankafdekking eruit kunt nemen om deze te reinigen. Wanneer u deze werkstap niet
volgt, wordt het zelfreinigingsprogramma na 30 seconden automatisch verder uitgevoerd.
Ga te werk volgens afbeeldingen B1 tot B27.
Onderhoud en verzorging
15