22
Zaaimachine - Inbedrijfstelling – voorbereiding
3.3.2
Stappenmotor kalibreren (alleen voor
zaaimachines met regeling van de
zaadafgifte)
Tijdens het kalibreren moet de AMADOS-II
op de machinestekker zijn aangesloten.
Het kalibreren uitvoeren indien de machine
stilstaat.
Tijdens de afdraaiproef nooit met de
vingers aan de zaai- of doseeras komen.
Beknellinggevaar!
Bedieningsvolgorde tijdens het kalibreren:
-
indrukken, vasthouden en gelijktijdig
indrukken en daarmee de kalibratie opstarten.
-
zo lang indrukken, tot op het display de
impulswaarde "0" verschijnt. Als de impulswaarde
"0" wordt weergegeven, moet de instelhendel van
de aandrijfbak in de positie "0" op de schaalverdeling
gebracht hebben.
In de "0"-stand van de instelhendel moet
de lichtdiode (LED) van de nulstandsensor
gaan branden, zo niet, zie dan hfdst.3.6.
-
zo lang indrukken, tot de stelmotor de
instelhendel van de aandrijfbak in de positie "98" op
de schaalverdeling gebracht heeft.
-
indrukken en de calibratie is hiermee
afgesloten.
-
De weergave op het display en de werkelijke stand
van de instelhendel van de aandrijfkast op de
wijzerplaat aflezen en met elkaar vergelijken (zie
hiervoor hfdst. 3.3.2.1).
AMADOS-II DB 697 02.01
3.3.2.1
De opgegeven en de werkelijke stand van
de hendel van de aandrijfkast met elkaar
vergelijken (alleen bij machines met regeling
van de zaadafgifte)
-
indrukken en op het display verschijnt de
momentane positie van de instelhendel.
-
Met de toetsen
positie "50" voor de hendel van de aandrijfkast
instellen.
-
indrukken en daarmee de gekozen waarde
"50" in het geheugen opslaan. De stappenmotor zet
gelijktijdig de instelhendel op de gekozen positie.
-
De weergegeven positie "50" van de instelhendel
op het display vergelijken de werkelijke positie van
de instelhendel op de schaalverdeling van de
aandrijfbak.
Indien de weergegeven stand op het display en
de afgelezen stand op de wijzerplaat niet met
elkaar overeenkomt, dan moet de stappenmotor
opnieuw worden gekalibreerd. Zie hiervoor hfdst.
3.3.2.2.
of
op het display de