Omhoog draaien / omhoogzetten
2
Steunwiel geparkeerd (rijstand)
1.
Vergrendelingshendel
2.
Vergrendeling (groef)
3.
Steunwiel
►
Draai het steunwiel met de slinger (3) helemaal naar
boven, zodat de naaf van de borging tegen verdraaien (2)
in de groef van de cilinder schuift.
►
Draai de vergrendelingshendel (1) open en trek de cilinder
naar boven.
►
Plaats het steunwiel zodanig dat de remstangen niet wor
den geblokkeerd (bij een centraal gemonteerd steunwiel).
►
Draai de vergrendelingshendel stevig dicht.
►
Controleer of de klembeugel de cilinder vastklemt.
22/56
V 2019/01
6.7 Banden / wielen
Functieverklaring
•
Wielen / banden zijn belangrijke veiligheidsonderdelen
van de aanhanger.
•
De banden zijn onderhevig aan voortdurende slijtage
tijdens het rijden en aan een verouderingsproces en
moeten regelmatig worden gecontroleerd.
•
De wielmaat moet bij het type aanhanger passen.
1
Hij mag niet zonder meer worden veranderd.
•
De toegestane wiel- / bandenmaten zijn geregistreerd in
het EG-certificaat van overeenstemming / in het COC-
document van de aanhanger.
•
Geen wettelijke verplichting voor winterbanden,
winterbanden worden aanbevolen voor veelvuldig
gebruik van aanhangers in de winter.
4.
Velg, 5 openingen (van aluminium of staal)
3
Versleten bandprofiel / verkeerde bandenspanning!
De banden kunnen tijdens het rijden barsten – gevaar voor onge-
H - 032
vallen!
De remweg wordt langer – gevaar voor slingeren!
►
Controleer de banden regelmatig.
►
Controleer de bandenspanning, profieldiepte en toestand
van de banden – zie de onderhoudstabel.
Losse wielmoeren!
Aanhanger kan slingeren, kantelen en zich losmaken van het
trekkende voertuig.
►
Draai de wielmoeren na elke wielwissel en na de eerste
50 km vast.
►
Controleer regelmatig of de wielmoeren vastzitten
(zie onderhoudstabel).
Toestand van de banden controleren
De banden zijn afhankelijk van de weersomstandighe-
den zoals zonneschijn, koud weer, enz. – zelfs bij minder
gebruikte aanhangers – wat leidt dicht een snellere
veroudering van de banden.
WAARSCHUWING
Toestand van de banden controleren
►
Inspecteer alle banden rondom.
Let op mogelijke scheurvorming en vreemde voorwerpen.
►
Vervang de banden na ong. 6 jaar gebruik.
– Rubber wordt na verloop van tijd poreus en bros.
►
Controleer de bandenspanning in koude staat vóór ver
trek en elke 14 dagen – zie onderhoudstabel.
De max. bandenspanning geldt zowel voor de lege als
voor de volledig beladen aanhanger.
►
Controleer de profieldiepte van de banden in het midden
van de omtrek. In Duitsland is minimaal 1,6 mm vereist.
Maten en bandenspanning:
Bandenmaat
145 / 80 R13 (ongeremd)
185 / 65 R14 (geremd)
►
Controleer regelmatig en voor langere ritten de banden
spanning bij alle wielen.
►
Draai alle wielmoeren met een momentsleutel (kruislings)
vast:
Materiaal velgen
Draaimoment max. in Nm
Staal
100 - 110
Aluminium
120
►
Controleer regelmatig of alle wielmoeren vastzitten
(zie onderhoudstabel).
Origineel gebruiksaanwijzing
H - 033
p
in bar
max.
3,0
3,0