6
Wonen
6.2
6.2.1
Openen:
Vergrendelen:
68
Ingangsdeur en bestuurdersdeur
Alleen met vergrendelde deuren rijden.
Het vergrendelen van de deuren kan verhinderen, dat de deuren vanzelf
open gaan, bijv. bij een ongeval.
Vergrendelde deuren verhinderen tevens het ongewenste binnendringen
van buitenaf, bijv. als u voor een verkeerslicht stopt. Door vergrendelde
deuren kunnen echter hulpverleners in noodgeval het interieur van het
voertuig moeilijk bereiken.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de deuren vergrendelen.
Bestuurdersdeur, buiten (gedeeltelijk speciale uitvoering)
Afb. 54
Deurslot bestuurdersdeur,
buiten
Sleutel in cilinderslot (Afb. 54,1) steken en in de richting "Openen"
(Afb. 54,4) draaien, tot het deurslot ontgrendeld is.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
Aan de deurgreep (Afb. 54,3) trekken. De deur is geopend.
Sleutel in cilinderslot (Afb. 54,1) steken en in de richting "Vergrendelen"
(Afb. 54,2) draaien, tot het deurslot vergrendeld is.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
I-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223852 - BUE-0051-06NL