Buitenspiegelverwarming
inschakelen:
Zonnescherm bewegen:
Voorruitverduistering (van
onder) bewegen:
Noodontgrendeling
voorruitverduistering
Extra voorruitverwarming
inschakelen:
I-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223852 - BUE-0051-06NL
Het kaartleeslampje voor de passagier wordt via een afzonderlijke schake-
laar aan de passagierszijde in- en uitgeschakeld.
De schakelaar (Afb. 33,2) op de schakelaarlijst indrukken. Het controlelicht
in de schakelaar geeft het gebruik aan.
Bovenste of onderste helft van de schakelaar (Afb. 33,3) op de schakelaar-
lijst indrukken. Het zonnescherm wordt naar boven of beneden geschoven,
zolang de schakelaar wordt ingedrukt.
Het zonnescherm kan tijdens de rit gebruikt worden.
Wanneer het voertuig stilstaat, kan het zonnescherm als verduistering
worden gebruikt. Samen met de voorruitverduistering (van onder) kan de
voorruit volledig verduisterd worden.
Bovenste of onderste helft van de schakelaar (Afb. 33,4) op de schakelaar-
lijst indrukken. De voorruitverduistering wordt naar boven of beneden
geschoven, zolang de schakelaar wordt ingedrukt.
Wanneer de motor draait en tijdens de rit kan de voorruitverduistering niet
worden bewogen.
De gesloten voorruitverduistering kan bij een storing met behulp van de nood-
ontgrendeling geopend worden.
Afb. 34
Afdekking noodontgrendeling
Afdekking (Afb. 34,1) van de noodontgrendeling aan het plafond van de
bestuurderscabine met behulp van een vlak voorwerp (bijv. een munt) ver-
wijderen.
Meegeleverde zeskantsleutel (Afb. 35,2) met de lange arm in de opname
(Afb. 35,1) steken.
Zeskantsleutel draaien tot de voorruitverduistering het zicht van de
bestuurder niet meer beperkt.
Bovenste helft van de schakelaar (Afb. 33,5) op de schakelaarlijst
indrukken. Een ventilator blaast verwarmingslucht van de woonruimtever-
warming op de voorruit (stand 1).
Onderste helft van de schakelaar (Afb. 33,5) op de schakelaarlijst
indrukken. Een ventilator blaast verwarmingslucht van de woonruimtever-
warming op de voorruit (stand 2).
Het controlelicht in de schakelaar geeft de schakeltoestand aan.
Tijdens de rit
Afb. 35
Noodontgrendeling voorruit-
verduistering
4
51