Inhoudsopgave
Advertenties
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor ie-
dere ingebruikname en steeds na 8 be-
drijfsuren gecontroleerd worden (olie-
controleschroef A/23).
Oliecontroleschroef (23) verwijderen.
Het oliepeil moet tot de controleopening
reiken, waarbij de machine in zijn ge-
heel horizontaal dient te staan. Evt.
transmissieolie bijvullen.
Controleschroef met afdichtring (23a)
weer vastschroeven.
Transmissieolie verversen na de eer-
ste 50 bedrijfsuren en vervolgens na ie-
dere 300 bedrijfsuren, met warme mo-
tor.
Olievuldop (A/20), aftapplug (A/21)
en hun omgeving goed schoon houden
zodat geen vuil in de transmissie komt.
Aftapplug losdraaien, afgewerkte olie
opvangen en volgens de voorschriften
verwerken.
Afdichtring controleren, eventueel
vervangen.
Aftapplug met afdichtring indraaien
en vastzetten.
Schone transmissieolie tot de mar-
kering 'max.' bijvullen. Hoeveelheid olie
en kwaliteit zie 'technische gegevens'.
Olievulhals met olievuldopje afsluiten.
Uitgave 03.00
Aandrijfwielen
Bij de eerste ingebruikname en bij
iedere wisseling van de wielen moe-
ten de wielschroeven en -moeren na de
eerste 2 bedrijfsuren met 100 Nm wor-
den nagetrokken of gecontroleerd wor-
den. Verder bij alle servicewerkzaamhe-
den.
De bandenspanning van de banden
moet regelmatig gecontroleerd worden.
Let erop dat de spanning in beide ban-
den gelijk is zodat probleemloos rijden
gewaarborgd is.
Stuurstang
De smeernippel van de stuurstang moet
eens per jaar en na iedere reinigings-
beurt met een hogedrukreiniger met bio-
logisch afbreekbaar vet gesmeerd wor-
den.
Op de betreffende plaatsen moet een vet-
kraag aanwezig zijn, deze beschermt de
onderdelen tegen het binnendringen van
water en vuil.
Eenassige tractor 3700
5
47
Advertenties
Inhoudsopgave
