3. Machine- en bedieningselementen
Aanhangen en afkoppelen
van aanbouwwerktuigen
Aanbouwwerktuigen
achter
Aanhangen en afkoppelen al-
W
leen met stilstaande motor! Let
er bij de aanbouw op dat u niet be-
kneld raakt. Draag altijd veiligheids-
handschoenen.
Aanhangen:
De aansluitpunten van de eenassige
tractor en het aanbouwwerktuig moeten
3
schoon zijn; eventueel reinigen.
Bij aftakasaangedreven machine uit de
serie 3400, 5500 en 5900: schakelhen-
del (N/4) aan het aanbouwwerktuig op
'0' zetten, koppelmof moet enigszins met
bio-smeervet zijn ingesmeerd.
Bij de aanbouw
van de hakinrich-
ting de aftakas-
schakelhendel
(A/15) naar bin-
nen (naar trans-
missiebehuizing)
verschuiven, tot
deze merkbaar
vastklikt.
N
1 oogbout met dopmoer
2 geleidingstapeind
3 vanghaak
4 schakelhendel
(alleen serie 3400, 5500
en 5900)
5 centreerkrans
28
Machine met de vangtapeinden (N/2)
van onder af in de vanghaken (N/3) van
het aanbouwwerktuig leiden.
Beide oogschroeven (N/1) over de aan-
sluitflens klappen en erop letten dat de
centrering van de flens juist gepositio-
neerd is en de flensdelen vlak tegen el-
kaar liggen. Dopmoeren gelijkmatig
vastdraaien.
Bij aftakasaangedreven machine uit de
serie 3400, 5500 en 5900: schakelhen-
del (N/4) aan het werktuig op 'I' zetten.
De aftakas wordt dan geschakeld via de
aftakasschakelstang aan de basisma-
chine.
Het afkoppelen gebeurd in omgekeer-
de volgorde. Vervolgens de aftakas-
beschermkap terugplaatsen.
Bij aanbouwwerktuigen die getrok-
ken worden en die gekoppeld zijn aan
een trekhaak, moet de aftakas-
beschermkap worden gemonteerd –
Ongevalsrisico!
15
Eenassige tractor 3700
Uitgave 03.00