5.
Bediening
5.5.1 een kleurcyclus starten
De gebruiker dient vóór het plaatsen van de objectglaasjes op de startpositie en vóór het indruk-
ken van de toets RUN door een specifieke controle veilig te stellen dat de parameters (verwer-
kingstijd van ieder station, aantal stappen, aantal dompelprocessen, enz.) correct zijn ingesteld.
Tijdens de controle van de bedrijfsparameters dienen er geen objectglaasjes te worden ge-
plaatst, daar bij een wijziging van het aantal stappen ("Kalibratie van het overbrengingsmecha-
nisme") het overbrengingsmechanisme naar de volgende positie gaat!
Alle parameters dienen VOOR het plaatsen van het eerste objectglaasje gecontroleerd te worden.
Een kleuring kan alleen worden gestart als de kleurautomaat in de stationaire modus (IDLE)
staat.
In deze modus worden op het apparaat de verwerkingstijd, alsmede aanwijzingen weergege-
ven voor het starten van een cyclus met de RUN-toets:
32
Als er op de toets RUN wordt gedrukt, wordt het spoelventiel ge-
activeerd, verandert de weergave en wordt de resterende aftel-
lende verwerkingstijd weergegeven:
Als er een kleurcyclus wordt gestart door op de toets RUN te
drukken, krijgt het systeem informatie dat er op de startpositie ob-
jectglaasjes aanwezig zijn die gekleurd moeten worden.
Hierbij dient in acht genomen te worden dat de ver-
werkingstijd voor het eerste station begint zodra de
RUN-toets wordt ingedrukt. Dit betekent dat de glaas-
jeshouders in de startpositie moeten worden geladen
onmiddellijk voordat de RUN-toets wordt ingedrukt.
• De kleurautomaat blijft werken tot deze glaasjeshouders van
station 14 naar het uitvoerbakje zijn overgebracht.
• Op het display wordt telkens het huidige proces weergegeven.
• Wanneer de laatste glaasjeshouder naar het uitvoerbakje is
getransporteerd, stopt het systeem het proces en keert het te-
rug naar de slaapstand, tenzij er correct extra glaasjes werden
geplaatst.
Gebruiksaanwijzing V1.2 RevE – 08/2016