17. Isolatieweerstand
Maximaal 7,5 kW
Voer geen isolatietest uit aan motorwikkelingen of
Voorzichtig
een installatie waarin E-pompen zijn opgenomen met
hoogspanningsapparatuur, aangezien hierdoor de
ingebouwde elektronica kan worden beschadigd.
11-22 kW
Gebruik bij het meten van de isolatieweerstand van een
installatie met E-pompen geen hoogspannings appara-
tuur, aangezien hierdoor de ingebouwde elektronica
Voorzichtig
kan worden beschadigd.
De geleiders van de motor kunnen apart losgekop-
peld worden en dan kan de isolatieweerstand van de
motorwikkelingen worden getest.
18. Noodbediening (alleen 11-22 kW)
Waarschuwing
Maak geen aansluitingen in de klemmenkast van de
pomp tenzij alle voedingsspanning al tenminste 5
minuten is uitgeschakeld.
Houd er bijvoorbeeld rekening mee dat het signaalre-
lais op een externe voeding aangesloten kan zijn en
dat deze nog steeds onder spanning kan staan
ondanks dat de netspanning is uitgeschakeld.
Als de pomp gestopt is en niet herstart nadat u de standaard
oplossingen hebt doorlopen, zou de reden een kapotte frequen-
tie-omvormer kunnen zijn. Als dit het geval is, is het mogelijk om
de noodbediening van de pomp in te schakelen.
Maar voordat u op de noodbediening overschakelt, raden wij u
aan de volgende punten te controleren:
•
Zorg dat de voedingsspanning correct is
•
Zorg dat de regelingsignalen werken (start/stop signalen)
•
controleer of alle storingen gereset zijn
•
doe een weerstandstest op de motorwikkelingen (koppel de
motorgeleiders los van de klemmenkast).
Als de pomp nog steeds niet start, is de frequentie-omvormer defect.
Ga als volgt te werk om noodbedrijf in te stellen:
1. Koppel de drie geleiders van de netvoeding, L1, L2, L3,
los van de klemmenkast, maar laat de geleider(s) van de
beschermingsaarde aan de PE klem(men) bevestigd zitten.
Afb. 43 Loskoppelen van de netgeleiders
26
2. Koppel de motorvoedingsgeleiders, U/W1, V/U1, W/V1,
los van de klemmenkast.
Afb. 44 Loskoppelen van de motorvoedingsgeleiders
3. Sluit de geleiders aan zoals is weergegeven in afb. 45.
Afb. 45 Omschakelen van een E-pomp van normale bediening
naar noodbediening
Gebruik de bouten van de klemmen van de netvoeding en de
moeren van de klemmen van de motorkabel.
Afb. 46 Aansluiten van de geleiders