5.5 Signaalkabels
•
Gebruik afgeschermde kabels met een aderdoorsnede van
2
min. 0,5 mm
en max. 1,5 mm
digitale ingang, gewenste waarde en opnemersignalen.
•
De kabelafscherming dient aan beide uiteinden van de kabel
met de behuizing verbonden te worden. De afscherming moet
zo dicht mogelijk bij de klemmen zitten, afb. 16.
Afb. 16 Gestripte kabel met afscherming en draadaansluiting
•
De schroeven voor het bevestigen van de afscherming op de
behuizing dienen altijd te worden vastgedraaid ongeacht of er
wel of geen kabel aangesloten is.
•
Maak de draden in de klemmenkast van de pomp zo kort mogelijk.
5.6 Bus verbindingskabel
5.6.1 Nieuwe installaties
Als buskabel dient een afgeschermde 3-aderige kabel met een
aderdoorsnede van min. 0,2 mm
toegepast.
•
Als de pomp is aangesloten op een eenheid met eenzelfde
kabelklem als degene die op de pomp is gebruikt, dan dient de
afscherming met deze klem verbinding te maken.
•
Als de eenheid geen kabelklem heeft zoals getoond in afb. 17,
sluit dan het uiteinde van de afscherming niet aan.
A
1
2
Y
3
B
Afb. 17 Aansluiting met een 3-aderige afgeschermde kabel
5.6.2 Een bestaande pomp vervangen
•
Als er een 2-aderige afgeschermde kabel is gebruikt in de
bestaande installatie, sluit deze dan aan zoals getoond in afb. 18.
A
1
Y
2
B
Afb. 18 Aansluiting met een 2-aderige afgeschermde kabel
•
Als er een 3-aderige afgeschermde kabel is gebruikt in de
bestaande installatie, volg dan de instructies uit paragraaf
5.6.1 Nieuwe
installaties.
2
voor externe aan/uit-schakelaar,
2
2
en max. 1,5 mm
te worden
Pomp
A
1
2
Y
3
B
Pomp
A
1
Y
2
B
5.7 Communicatiekabel voor TPED pompen
De communicatiekabel is aangesloten tussen de twee klemmen-
kasten. De kabelafscherming is aan beide uiteinden van de kabel
verbonden met de behuizing.
Afb. 19 Communicatiekabel
De communicatiekabel heeft een master einde en een slave
einde zoals getoond in afb. 20.
Master einde
Wit label
Afb. 20 Master einde en slave einde
Bij pompen die af-fabriek zijn uitgevoerd met een sensor,
moet het master einde en de sensor worden aangesloten op
dezelfde klemmenkast.
Wanneer de voedingsspanning naar de twee pompen 40 seconden
lang is uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld, zal de pomp die
is aangesloten op het master einde het eerst opstarten.
5.7.1 Aansluiten van twee sensoren
Het sensorsignaal wordt gekopieerd naar de andere pomp via de
rode draad van de communicatie kabel.
Als er, optioneel, twee sensoren zijn aangesloten (één sensor op
elke klemmenkast), knip dan de rode draad door. Zie afb. 21.
Master einde
Wit label
Afb. 21 Verwijderen van gekopieerd sensorsignaal
Slaaf einde
Jumper
Slaaf einde
Jumper
11