Inhoudsopgave
Advertenties
GM-logo te plaatsen schakelt de eenheid weer naar de normale modus en worden de
bestaande kalibratiewaarden niet gewijzigd.
4.7.3 Resterende sensorlevensduur
De S4000TH toont de geschatte resterende sensorlevensduur in procent. Hierdoor wordt de
gebruiker vroegtijdig gewaarschuwd dat de sensor moet worden vervangen. De resterende
sensorlevensduur wordt bij iedere kalibratie bijgewerkt. De huidige geschatte resterende
sensorlevensduur wordt weergegeven tijdens de nulstelling van een kalibratieproces. Deze kan
ook worden afgelezen van de Modbus- of HART-interface (hoofdstuk 8.0).
OPMERKING: De
resterende sensorlevensduur is een schatting van sensordegradatie
afgeleid van sensorgevoeligheid. Omdat de sensorgevoeligheid ook door
andere factoren dan natuurlijker sensordegratie wordt beïnvloed, moeten
gebruikers zelf bijhouden wat deze factoren zijn en de sensor resetten als deze
factoren
sensorinstallatie, sensorvervanging, ander doelgas en wijzigingen in hoe gas
op de sensor terecht komt (veroorzaakt door TGA, RGC of spatscherm). Als de
sensorlevensduur niet wordt gereset, zal de indicator van de resterende
sensorlevensduur niet de juiste waarde aangeven.
4.7.4 Initialiseren van de resterende sensorlevensduur
De inschatting van de resterende sensorlevensduur moet iedere keer als er een nieuwe
zwavelwaterstofsensor
plaatsvinden tijdens de eerste kalibratie van een nieuw geïnstalleerde sensor. Nadat de sensor
voor minimaal 1 uur is opgestart moet u naar de kalibratiemodus gaan zoals beschreven in
hoofdstuk 4.7. Als op het scherm de resterende sensorlevensduur knippert tijdens de
nulstelling, plaatst u de magneet op het GM-logo op de afdekking. Het knipperende getal wijzigt
naar "100", waarmee wordt aangegeven dat de resterende sensorlevensduur 100% bedraagt.
Voer de kalibratie uit zoals beschreven in hoofdstuk 4.7.1.
4.8 Kalibratieapparatuur
4.8.1 Kalibratie met een breekfles en ampullen
General Monitors heeft in haar assortiment ampullen met breekflessen als een methode om
betrouwbaar kalibratiegas toe te voeren naar de S4000TH. De ampul wordt in breekopening
van de breekfles geplaatst en de breekfles wordt vlak voor de sensor geplaatst. De ampul moet
50% VS van de H
S van het sensorbereik bevatten. Volg de kalibratieprocedure in hoofdstuk
2
4.7. Als op het scherm "AC" verschijnt breekt u de ampul door de vleugelbout aan de zijkant
van de breekfles met de klok mee te draaien. De weergave op het scherm verandert naar "CP",
waarmee wordt aangegeven dat de sensor gas detecteert. Als op het scherm "CC" wordt
aangegeven is de kalibratie afgerond. Verwijder de breekfles en voer schone lucht toe naar de
sensor. De sensor keert terug naar de normale modus als het gas bij de sensor is gedaald tot
onder 5% van de volledige concentratie. Zie hoofdstuk 9.5 voor beschikbare apparatuur.
optreden.
Voorbeelden
wordt
geïnstalleerd
worden
29
29
Model S4000TH
van
deze
factoren
geïnitialiseerd.
De
zijn
o.a.
nieuwe
initialisatie
moet
Advertenties
Inhoudsopgave
