In Noord-Amerik a goedgek eurde toepassingen - De waarden voor de alarmrelaiscontacten
bedragen 8 A bij 250 VAC en 8 A bij 30 VDC max. weerstand.
In
de
Europese
Unie
alarmrelaiscontacten bedragen 8 A, 30 V RMS/42,4 V piek van 8 A bij 30 VDC max. weerstand.
3.5.6 In de Europese Unie (EU) goedgekeurde toepassingen
Verbindingskabels moeten een totale afscherming of een afscherming en bemanteling hebben.
Kabels moeten voldoen aan BS5308 deel 2, type 2 of daaraan gelijkwaardig zijn. Let op: de
termen
'afscherming' en
kabelmantel moet worden aangesloten in een geschikte kabelpakking op de detector voor een
positieve elektrische aansluiting.
3.5.7 Kabelaansluiting in niet-gevaarlijke zones
De kabelmantel moet worden aangesloten op veiligheidsaarde in de veilige zone.
Het
kabelscherm
apparaataarding in de veilige zone.
De terugvoeding moet worden aangesloten op een apparaataarding in de veilige
zone.
De onderling verbonden kabels moeten gescheiden worden van voeding en andere
kabels die ruis kunnen veroorzaken. Blijf uit de buurt van kabels naar radiozenders,
lasapparaten, schakelende voeding, omvormers, batterijladers, ontstekingssystemen,
generators, schakelapparatuur, lichtbogen en andere schakelende procesapparatuur
met hoge frequentie of met hoge spanning. In het algemeen moet een minimale
afstand worden aangehouden van 1 meter tussen de apparaatkabels en andere
kabels. Meer scheiding is nodig wanneer kabels parallel aan elkaar moeten lopen. Leg
de kabelgoten niet in de buurt van aardingspunten van een bliksemafleider.
Test de isolatie van alle kabels voordat u de kabel op het andere eind aansluit.
WAARSCHUWING: Apparatuur mag NOOIT worden aan- of afgesloten wanneer er nog stroom
op staat. Dit is in strijd met de regelgeving voor gevaarlijke zones en kan
de apparatuur ernstig beschadigen. Apparatuur die op deze wijze werd
beschadigd, valt niet meer onder de garantie.
3.6 Behoud van de explosieveilige integriteit
Enkele factoren die de explosieveilige integriteit van de S4000TH beïnvloeden zijn:
Sterkte van het materiaal van de behuizing
Dikte van de behuizingswanden
Vlampad tussen behuizing en afdekking
Vlampad van schroefdraadverbindingen
De toelaatbare grenzen voor explosieveilige behuizingen die worden gebruikt in gevaarlijke zone
van klasse I zijn gedefinieerd in de CSA-standaard C22.2 nr. 30, FM 3615 en EN/IEC 60079-1.
(EU)
goedgek eurde
'bescherming' betekenen
(aardingsdraden)
18
18
Model S4000TH
toepassingen
-
De
in
deze handleiding hetzelfde. De
moet
worden
aangesloten
waarden
voor
de
op
een