Inhoudsopgave
Advertenties
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen
3.6 Machine in bedrijf nemen
3.6.1 Vóór de inbedrijfstelling
3.6.2 Bescherming tegen vonken
3.6.3 Motor starten
28
Alleen machines inzetten waarbij de onderhoudswerkzaamheden
regelmatig werden uitgevoerd.
Maak u vertrouwd met de uitrusting, de indicatie- en bedieningsele-
menten en met de werkwijze van de machine en het werkterrein.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, werkschoenen,
evt. ook veiligheidsbril en gehoorbescherming) gebruiken.
Geen losse voorwerpen meenemen resp. deze aan de machine
bevestigen.
Vóór de inbedrijfstelling controleren of:
n
er zich personen of hindernissen naast of voor de machine
bevinden,
n
de machine vrij is van olie en ontvlambaar materiaal,
n
alle bescherminrichtingen zijn aangebracht,
alle handgrepen vrij zijn van vet, olie, brandstof, vuil, sneeuw
n
en ijs.
Vóór de inbedrijfstelling alle voorgeschreven zicht- en functiecon-
troles uitvoeren.
Als bij de controles beschadigingen of andere gebreken worden
vastgesteld, dan mag de machine niet meer worden ingezet
voordat hij zoals voorgeschreven gerepareerd is.
Machine niet in bedrijf nemen met defecte indicatie- en bedienings-
elementen.
De bescherming tegen vonken is speciale uitrusting.
In sommige inzetgebieden mag een motor zonder bescherming
tegen vonken niet worden gebruikt.
Controleer de lokaal geldende wetten en voorschriften.
Geen hulpontstekingsmiddelen zoals startpiloot of ether gebruiken.
Bij beschadigde, ontbrekende of niet-werkende veiligheidsinrich-
tingen mag de machine niet in bedrijf worden genomen.
Vóór het starten en voordat de machine wordt bewogen, erop
letten dat niemand zich in de gevarenzone bevindt.
Machine alleen in bedrijf nemen met gemonteerde een neergelaten
geleidebeugel.
Altijd toezicht houden op machine met lopende motor en deze
vasthouden.
DFP8
Advertenties
Inhoudsopgave
