SAV 07.2 – SAV 16.2/SARV 07.2 – SARV 16.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Technische gegevens
Toepassingsvoorwaarden
Coating
Kleur
Technische levensduur
Geluidsdrukniveau
14.2.
Technische gegevens besturingseenheid voor de aandrijving
Algemene informatie
Besturingseenheid voor de aandrijving ACV 01.2 voor de besturing van aandrijvingen met een variabel toerental resp. een variabele insteltijd
uit de series SAV/ SARV .2 en SQV/ SQRV .2 met Profibus DP-interface.
Uitvoering en functies
Spanningsvoorziening
Externe voeding van de elektronica
(optie)
Nominaal vermogen
Aansturing en terugmeldingen
Extra ingangssignalen voor de
Veldbusinterface
(optie)
Stuurspanning/stroomverbruik voor
stuursignaalingangen
Statusmeldingen
82
Tweelaags poedercoating
Tweecomponentenverf met ijzeroxidebestanddeel
Standaard:
AUMA zilvergrijs (gelijkwaardig aan RAL 7037)
Optie:
andere verfkleuren op aanvraag
AUMA multi-turn aandrijvingen voldoen aan resp. overtreffen de eisen inzake de technische levensduur
van de EN 15714-2. Gedetailleerde informatie is op aanvraag verkrijgbaar.
< 72 dB (A)
Standaardspanningen AC:
Draaistroom
Spanningen/frequenties
Volt
220 – 240
Hz
50
60
Toelaatbare fluctuatie van de netfrequentie: ±5 %
Toegestane fluctuatie van de netspanning: ±10 %
–30 % voor maximaal 10 seconden in het bereik 380 V – 480 V met de volgende beperkingen:
Het motortoerental wordt indien nodig, afhankelijk van de belasting van de gebruikte aandrijvingen,
gereduceerd tot het nominale toerental.
Een lagere netspanning verhoogt de netstroomopname, een hogere netspanning verlaagt de
netstroomopname
De draaimomentgrenswaarden van de gebruikte aandrijvingen worden eventueel kortstondig lager.
24 V DC: +20 % / –15 %
Stroomverbruik: standaarduitvoering ca. 250 mA, met opties tot 500 mA
Bij externe voeding van de elektronica moet de spanningsvoorziening van de geïntegreerde besturing
een versterkte isolatie tegen netspanning conform IEC 61010-1 hebben en tot 150 VA uitgangsvermogen
begrensd zijn.
De besturingseenheid voor de aandrijving is op het nominaal vermogen van de motor berekend, zie
typeplaatje motor
Via Profibus DP interface
2 vrije analoge ingangen (0/4 – 20 mA), 4 vrije digitale ingangen
-
Signaaloverdracht vindt plaats via de Veldbusinterface
Ingangen OPEN, STOP, DICHT, NOOD, I/O-interface, MODE (via opto-coupler, daarvan OPEN,
STOP, DICHT, MODE met een gemeenschappelijk referentiepotentiaal en NOOD, I/O-interface elk
met een separaat referentiepotentiaal)
-
Stuursignaalingangen: OPEN, STOP, DICHT, NOOD
-
I/O-interface: selectie van de wijze van aansturen (veldbus of extra ingangssignalen)
-
MODE: Keuze uit open-dicht bedrijf (OPEN, STOP, DICHT) of regelbedrijf (0/4 – 20 mA setpoint-
waarde stand)
-
Extra 1 analoge ingang (0/4 - 20 mA) voor instelwaarde stand of extra 1 analoge ingang (0/4 –
20 mA) voor instelwaarde stand en 1 analoge ingang (0/4 – 20 mA) voor actuele waarde van
proces
Standaard
24 V DC, stroomverbruik: ca. 10 mA per ingang
Opties:
48 V DC, stroomverbruik: ca. 7 mA per ingang
60 V DC, stroomverbruik: ca. 9 mA per ingang
100 – 125 V DC, stroomverbruik: ca. 15 mA per ingang
100 – 120 V AC, stroomverbruik: ca. 15 mA per ingang
Alle ingangssignalen (statusmeldingen) moeten van dezelfde voedingsspanning (potentiaal) worden
voorzien.
Via Profibus DP interface
Wisselstroom
Spanningen/frequenties
380 – 480
Volt
50
60
Hz
ACV 01.2 Profibus DP
110 – 120
220 – 240
50
60
50
60