SAV 07.2 – SAV 16.2/SARV 07.2 – SARV 16.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Verhelpen van storingen
Fouten en uitval
Weergave in het display
Fasen fout
Thermische fout
Fout geen reactie
Poti buiten bereik
Wrs Ingang AIN 1
Wrs Ingang AIN 2
Draairichting verkeerd
Fout omvormer
1)
DMF fout OPEN
1)
DMF fout DICHT
1)
Voor aandrijvingen met een aangesloten draaimoment-meetflens
Tabel28:
Niet gereed AFSTAND en functiecontrole (verzamelmelding 04)
Weergave in het display
Fout stuurcommando
Keuze niet-Afstand
Service actief
Geblokkeerd
76
Omschrijving/oorzaak
Bij aansluiting op een draaistroomnet en interne
24 V DC voeding van de elektronica: De fase
2 is uitgevallen.
Bij aansluiting op een draaistroomnet: Één van
de fasen L1, L2 of L3 is uitgevallen.
De motorbeveiliging is aangesproken.
Geen reactie van de aandrijving op stuursignalen
(instelopdrachten) binnen de ingestelde reactietijd.
Potentiometersignaal bevindt zich buiten het
toegestane bereik.
Signaaluitval analoge ingang 1.
Signaaluitval analoge ingang 2.
De motor draait tegen de geconfigureerde
draairichting en actieve instelopdracht in d.w.z. in
de verkeerde richting.
Motorbeveiliging: Fout in de omvormer
Het via de draaimoment-meetflens op de uitgaande
as gemeten draaimoment in de bewegingsrichting
OPEN is te groot.
Het via de draaimoment-meetflens op de uitgaande
as gemeten draaimoment in de bewegingsrichting
DICHT is te groot.
Omschrijving/oorzaak
Verzamelmelding 13:
Mogelijke oorzaken:
meerdere stuursignalen (bijv. tegelijkertijd
instelopdrachten OPEN en DICHT, of
tegelijkertijd OPEN en bewegen SETPOINT)
een actuele nominale waarde en de positioner
is niet actief
Keuzeschakelaar staat niet in de stand AFSTAND.
Bedrijf via de service-interface (Bluetooth) en
service-software AUMA CDT.
Aandrijving bevindt zich in de bedrijfsmodus
GEBLOKKEERD.
ACV 01.2 Profibus DP
Oplossing
Fasen controleren/aansluiten.
Afkoelen, afwachten
Als de foutmelding na het afkoelen nog steeds
wordt weergegeven:
-
Keuzeschakelaar in de stand Local control
(LOKAAL) zetten en de foutmelding via de
drukknop RESET resetten.
-
Reset-commando via de veldbus uitvoeren.
Zekeringen controleren
Beweging aan de uitgaande as controleren.
Configuratie van het toestel controleren:
parameter Low limit Uspan M0832 moet kleiner zijn
dan parameter Span.niv.verschil. poti. M0833.
Bedrading controleren.
Bedrading controleren.
Stuursignalen van de instelopdrachten controleren.
Bij een draaistroomnet de fasebewaking (parameter
Wijzig fasenvolgorde M0171) inschakelen.
Instelling van de configuratie van het toestel
(parameter Sluitrichting M0176) controleren.
Teneinde de foutmelding te wissen:
besturingseenheid voor de aandrijving van het net
scheiden en opnieuw starten.
Parameters DMF uitschmo. OPEN controleren.
Parameters DMF foutniveau controleren.
Parameters DMF uitschmo. DICHT controleren.
Parameters DMF foutniveau controleren.
Oplossing
Instelopdrachten controleren (alle
instelopdrachten resetten/wissen en slechts één
instelopdracht verzenden).
Parameter Adaptieve regelaar op Functie actief
instellen.
Nominale waarde controleren.
Drukknop
Details indrukken om de afzonderlijke
meldingen te zien.
Voor de beschrijving van de afzonderlijke meldingen:
zie de instructies (Bedrijf en instelling).
Keuzeschakelaar in de stand AFSTAND zetten.
Service-software beëindigen.
Instelling en status van de functie <Vrijgave van de
lokale bedieningseenheid> controleren.