SAV 07.2 – SAV 16.2/SARV 07.2 – SARV 16.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Transport, opslag en verpakking
Opslag voor langere tijd
16
Mogelijke schade door te lage temperaturen!
De besturingseenheid voor de aandrijving mag uitsluitend tot een temperatuur
van –30 °C langdurig worden opgeslagen.
Op verzoek mag de besturingseenheid voor de aandrijving in speciale gevallen
ook bij temperaturen tot –60 °C gedurende korte tijd worden getransporteerd.
In geval van een langdurige opslagperiode (langer dan 6 maanden), de hieronder
vermelde punten in acht nemen:
1.
Vóór opslag:
Ongespoten delen, in het bijzonder die van de aandrijfvormen en
montageflenzen, tegen roest beschermen met behulp van een langdurig werkend
anti-roestmiddel.
2.
Om de 6 maanden:
Materiaal op roestvorming controleren. Wederom anti-roestmiddel aanbrengen,
zodra de eerste tekenen van corrosie zichtbaar zijn.
ACV 01.2 Profibus DP