Inhoudsopgave
Advertenties
11.3
Indirecte warmwaterfunctie
De volgende paragrafen beschrijven de verschillende functies van de ketel en de gerelateerde "regelgedraginstel-
lingen" van een CV-ketel met een indirecte warmwaterfunctie.
Bij het toepassen van de Ambassador
aan Werkblad Drinkwaterinstallaties, Vewin nr 4.4B.
LET OP! Als voor het verwarmen van een boiler, behalve het CV-toestel, ook een andere warmtebron wordt
toegepast, moet de systeemontwerper een aanvullende beveiliging toepassen of andere maatregelen nemen om
oververhitting van het systeem te voorkomen.
11.3.1
P
-
OMP
EN DRIEWEGKLEPAANSTURING
Zie hoofdstuk 19 voor de diverse installatievoorbeelden van de ketel en de gewenste functies. Als de ketel wordt
gebruikt als een indirecte ketel voor verwarming en warmwaterfunctie, kan deze warmwaterfunctie worden uitge-
voerd door middel van een warmwaterpomp (boilerpomp (pomp 2)) of een driewegklep.
P4 AB
Tapwaterconfiguratie (0=Pomp 1=driewegklep) (display B1)
Deze parameter geeft aan of de aanvoer naar de indirecte warmwatertank wordt geregeld via een pomp (0=pomp)
of een driewegklep (1=driewegklep).
11.3.2
T
ANKTHERMOSTAAT
Een externe thermostaat kan worden aangesloten op de ketel (aansluiting 5-6). Als er een warmwatervraag is en de
thermostaat sluit, komt de ketel in bedrijf voor de warmwatervraag. De warmwaterpomp wordt ingeschakeld of in
geval van een driewegklep, wordt deze klep in de warmwaterstand gezet om warmte naar de tank (wisselaar) te
transporteren. In geval van zowel een warmtevraag als een warmwatervraag, blijft de CV-pomp uitgeschakeld, totdat
de warmwatervraag is beëindigd.
P4 AB
Tapwaterconfiguratie (0=Pomp 1=driewegklep) (display B1)
Deze parameter geeft aan of de aanvoer naar de indirecte warmwatertank wordt geregeld via een pomp (0=pomp)
of een driewegklep (1=driewegklep).
11.3.3
T
ANKSENSOR
Een tanksensor kan worden aangesloten op de ketel. De tank- (warmwater)instelling en de bijbehorende parameters
kunnen worden geprogrammeerd via de ketelbesturing. Een warmwatervraag ontstaat op het moment dat de tank-
sensor een watertemperatuur meet lager dan de ingestelde temperatuur. De warmwaterpomp wordt ingeschakeld
of in het geval van een driewegklep wordt deze klep in de warmwaterstand gezet om warmte naar de tank (wisselaar)
te transporteren. In geval van zowel een warmtevraag als een warmwatervraag, blijft de CV-pomp uitgeschakeld,
totdat de warmwatervraag is beëindigd.
P5 CA
Heet water indirect hysterese (display BF)
Het aantal graden dat de warmwatertemperatuur in de tank dient te zakken ten opzichte van de warmwaterinstelling,
alvorens de warmtevraag naar de ketel wordt getransporteerd.
voor warm-/sanitairwatervoorziening moet de installatie voldoen
+
E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador
+
81
Advertenties
Inhoudsopgave
