6 WATERZIJDIG AANSLUITEN
VOORAANZICHT
1
2
3
Als het onderste deel van de sifon wordt geplaatst, voordat de ketel in bedrijf wordt gesteld en na onder-
houdswerkzaamheden, moet ALTIJD de sifon compleet met water worden gevuld.
Dit betreft een veiligheidsvoorziening: het sifonwater fungeert als afsluiter voor de rookgassen
uit de warmtewisselaar. Deze kunnen anders via de condensafvoer in de stookruimte komen.
4
5
Open aansluiting op
het riool.
De sifon moet altijd tot de rand toe met
water worden gevuld, alvorens deze weer
op de ketel wordt gemonteerd.
E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador
6.1
Ketelaansluitingen
1 – Aanvoer
2 – Condensafvoer
3 – Sifon
4 – Retour
5 – Gas
6.2
Aansluiting condensafvoer
De condensafvoer is gesitueerd in het midden aan de onderzijde
van de ketel en heeft een ¾" afvoerslang. Sluit deze slang m.b.v.
een open verbinding op het bestaande rioleringssysteem aan.
Gebruik alleen plastic onderdelen t.b.v. de condensaatafvoer.
Metalen onderdelen en/of leidingen zijn verboden. Blokkering
van deze afvoer kan de ketel beschadigen. De condensaataf-
voer is correct aangesloten, wanneer het condensaat zichtbaar
wegstroomt. Gebruik hiervoor eventueel een trechter. Eventuele
schade, ontstaan door een onjuiste afvoer van het condensaat,
valt niet onder de garantie.
Er dient een open aansluiting tussen de condensafvoer van de
ketel en het rioleringssysteem te zijn aangebracht. Een onder-
druk in het rioleringssysteem mag er nooit toe leiden dat het con-
denswater uit de afvoer wordt gezogen.
+
17