Ventilator
Als de schoepen van de ventilator vervuild zijn, dient iedere schoep nauwkeurig gereinigd te worden met een zachte
kwast. Als deze werkzaamheden niet consequent of met te veel kracht worden uitgevoerd, kan de ventilator in on-
balans raken en niet meer gelijkmatig draaien. Dit veroorzaakt lawaai en mogelijk ventilatoruitval. Controleer de
ventilator ook op eventuele waterschade. In geval van twijfel altijd de ventilator vervangen.
Isolatie
De isolatie, die op de achterwand (aan de binnenzijde van de wisselaar) gemonteerd is, dient geïnspecteerd te
worden. Als er beschadigingen (door water) of degradatie zichtbaar zijn, moet deze isolatie preventief worden ver-
vangen. Controleer ook op mogelijke signalen van een te hoog condenswaterniveau (t.g.v. een verstopte sifon),
waardoor de isolatie nat is geweest. Wanneer deze sporen zichtbaar zijn, moet de achterwandisolatie ook vervangen
worden. Gebruik ter vervanging alleen de originele isolatie van de fabrikant/leverancier. Dezelfde inspectie dient ook
voor de isolatie en de pakkingen van de branderdeur te worden uitgevoerd.
Sifon
Demonteer de sifon en maak de sifon schoon. Controleer of de aansluiting van de sifon naar de wisselaar open is
en maak deze zo nodig schoon. Controleer hierna de werking van de sifon door schoon leidingwater in de vuurhaard
van de wisselaar te gieten (als de branderdeur verwijderd is). Dit water loopt dan weg via de sifon. Let er wel op dat
de isolatie niet nat wordt.
Als het onderste deel van de sifon wordt geplaatst, voordat de ketel in bedrijf wordt gesteld
en na onderhoudswerkzaamheden, moet ALTIJD de sifon volledig met water worden ge-
vuld.
Dit betreft een veiligheidsvoorziening: het sifonwater fungeert als afsluiter voor de
rookgassen uit de warmtewisselaar. Deze kunnen anders via de condensafvoer in de
stookruimte komen.
Warmtewisselaar/verbrandingskamer
Controleer of er vuil in de wisselaar aanwezig is. De elementen van de wisselaar kunnen worden gereinigd met
behulp van een niet metalen borstel, waarna de wisselaar met behulp van een stofzuiger schoongemaakt kan wor-
den of met water schoongespoeld kan worden. Vergeet bij het schoonspoelen niet om de sifon nogmaals te reinigen.
Het schoonmaken van de wisselaar met zure of alkalische producten is niet toegestaan.
Gas/lucht-verhouding
Controleer bij elke service en onderhoud van de ketel altijd de gas/lucht-verhouding door het O
rookgassen te meten bij maximale en minimale belasting. Stel deze zo nodig bij met behulp van de gasregel-
klep(pen), zie voor aanvullende informatie hoofdstuk 14 "Afstellen van de brander".
Pomp
Controleer de elektrische onderdelen en de motor van de pomp op een correcte werking. De pomp moet voldoende
water over (de warmtewisselaar van) de ketel genereren. Als de pomp ruis vertoont, de pomp meer dan vijf jaar in
bedrijf is of sporen van waterlekkage heeft, is het aan te bevelen om de pomp preventief te vervangen.
114
De sifon moet altijd tot de rand toe met
water gevuld worden, alvorens deze weer
op de ketel te monteren.
E93.0802.NL.D Handleiding Ambassador
+
-gehalte van de
2