22.1 Programmeren van de regelaar
Configureren
Para-
Verklaring
meter
Configuratieniveau
C111
Analoge ingang
C112
Binaire ingang / sensor / net
C113
Seriële interface
C114
Overige instellingen
C211
Regelaar opties
C212
Regelaar uitgangen
C213
Overige uitgangen I
C214
Overige uitgangen II
C215
Gedrag bij HOLD / Overrange
SoL1
Schaalverdeling eenheidssignaal -
Aanvangwaarde K3
SoL2
Schaalverdeling van het eenheidssignaal -
Aanvangwaarde K5
SoH1
Schaalverdeling van het eenheidssignaal -
Eindwaarde K3
SoH2
Schaalverdeling van het eenheidssignaal -
Eindwaarde K5
SPL
Onderste setpoint-begrenzing van de regelaar
SPH
Bovenste setpoint-begrenzing van de regelaar
SLoP
Elektrode-steilheid
nuLL
Elektrode-nulpunt
OFFS
Correctie gemeten waarde temperatuur
Indien veel parameters van het instrument opnieuw moeten worden
geconfigureerd verdient het aanbeveling om alle te wijzigen parameters
inde onderstaande tabel te noteren, en de parameters in de gegeven
volgorde af te werken.
De volgende lijst toont het maximale aantal te wijzigen parameters.
Afhankelijk van het type en de configuratie zal uw instrument
bepaalde parameters niet tonen.
Toegangscodes voor het vrijgeven van de afzonderlijke niveau's,
Hoofdstuk "Vrijgeven niveau's", Blz. 27.
22 Appendix
Standaard
Nieuwe
instelling
instelling
1000
0000
0100
0000
2220
0010
8030
0011
0000
-1,00
-1,00
14,00
14,00
-1,00
14,00
100,0
7,00
0,0
Zie blz.
38
39
40
41
42
43
44
45
47
48
49
67