Inhoudsopgave
Advertenties
20 Verklaring begrippen
Begrip
Max-grens-
waardecompera-
tor
MIN- / MAX-
contact
Minimale inscha-
kelduur
Min-temperatuur-
grenswaardecom-
perator
Integratietijd
(Reset time)
Periodeduur
60
Parameter Verklaring
C211
SP A...E legt het schakelpunt vast.
Functie: De toetstand van de uitgang is "actief" indien de
SP A
gemeten waarde groter dan de grenswaarde is.
SP b
SP C
Actief
SP d
SP E
SP A...E is alleen in het bedieningsniveau zichtbaar, indien er
tenminste 1 grenswaardecomperator geconfigureerd is.
Indeling:
SP A wordt beïnvloed door: HYS1, Ond1 en Ofd1
SP b wordt beïnvloed door: HYS2, Ond2 en Ofd2
SP C wordt beïnvloed door: HYS3, Ond3 en Ofd3
SP d wordt beïnvloed door: HYS4, Ond4 en Ofd4
SP E wordt beïnvloed door: HYS5, Ond5 en Ofd5
C212
MIN-contact: De uitgang van de regelaar is actief indien de
gemeten waarde groter is dan het setpoint.
MAX-contact: De uitgang van de regelaar is actief indien de
gemeten waarde kleiner is dan het setpoint.
Meer informatie, zie
Hoofdstuk 10 "Regelaar", Blz. 28ff.
tr
Bij grenswaarderegelaar, impulslengteregelaar resp. driepunts-
stappenregelaar.
Bij de keuze van de waarde zijn de technische eisen vanuit de
door de regelaar aangestuurde apparatuur (bijv. magneetven-
tiel, doseerpomp) maatgevend.
C211
SP A...E legt het schakelpunt vast.
Functie: De toestand van de uitgang is "actief" indien de geme-
SP A...E
ten waarde kleiner dan de grenswaarde is.
Zie ook "Max-grenswaardecomperator" hierboven.
rt
Integratieconstante - regelparameter bij een PI- en PID-rege-
laar. De waarde bepaald de snelheid waarmee de regelafwijking
wordt geïntegreerd. Indien de integratietijd op 0 wordt gezet
heeft het regelgedrag geen I-aandeel.
CY
De waarde geeft de duur/tijd aan waarbinnen de impulslengte-
modulatie volgt (alleen bij impulslengteregelaar).
De waarde wordt begrenst door de minimale inschakelduur tr,
zie hierboven:
Periodeduur [s] > minimale inschakelduur [s]
HYS1...5
x
LKA...E
Advertenties
Inhoudsopgave
