Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

JUMO 202530 Gebruiksaanwijzing pagina 64

Microprocessor- meetomvormer / regelaar voor ph-waarde
Inhoudsopgave

Advertenties

20 Verklaring begrippen
Begrip
Setpoint-
begrenzing
Setpoint-
omschakeling
Regelbegrenzing
Looptijd
corrigerend
orgaan
Continuregelaar
Differentiatietijd
Pulscontact /
houdcontact
62
Parameter Verklaring
SPH
Setpointbegrenzing van het setpoint van de regelaar.
Met deze parameter wordt de onderste instelgrens van het set-
point van de regelaar SPr1/2/3/4 gedefiniëerd.
C112
Indien de setpoint-omschakeling voor een van de binaire
ingangen is geconfigureerd, dan is bij een gedeactiveerde
binaire ingang het setpoint-paar 1 actief, d.w.z. de regelaar ver-
werkt setpoint 1 en 2. (SPr1 en SPr2).
Bij een geactiveerde binaire ingang is setpoint-paar 2 actief,
d.w.z. de regelaar verwerkt setpoint 3 en 4 (SPr3 en SPr4).
Actieve setpoints zijn door een "r" in de parameterbenaming
gekenmerkt (SPr1 en SPr2 en SPr3 en SPr4 bij actief setpoint-
paar 1).
Y1
Legt de maximale regelbegrenzing vast van de impulslengte- en
Y2
impulsfrequentieregelaar, die via het betreffende relais kan wor-
den uitgestuurd.
tt
De waarde voor deze parameter moet worden overgenomen
van de specificaties van het corrigerend orgaan (bijv. elektrische
klep).
C211
Bij een continuregelaar is bij de uitgang een continusigaal,
C213
spanning en stroom vastgelegd. Dit signaal kan tussen een
C214
begin- en eindwaarde alle tussenwaarden aannemen. Afhanke-
lijk van de configuratie van het instrument is dit 0...10 V, 0...20
mA of 4...20 mA.
Met continuregelaars worden bijv. regelkleppen aangestuurd.
dt
Beïnvloed het D-aandeel van het uitgangsignaal van de rege-
laar. Wordt de differentiatietijd op "0" gezet, dan heeft het regel-
gedrag geen D-aandeel.
C213
Het gedrag van een alarmcontact.
Pulscontact:
De alarmuitgang wordt gedurende ca. 1 sec. actief, ook wan-
neer de schakelvoorwaarde (oorzaak) voor het alarm langere
tijd blijft bestaan.
De LED van de uitgang welke als alarmuitgang is gedefiniëerd
knippert tot de schakelvoorwaarde (oorzaak) voor het alarm is
opgeheven.
Houdcontact:
De alarmuitgang blijft zolang actief tot de schakelvoorwaarde
(oorzaak) voor het alarm niet meer aanwezig is.
De LED van de uitgang die als alarmuitgang is gedefiniëerd,
knippert.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave