10 Regelaar
10.2 Regelaar optimeren
Optimale
aanpassing
30
De optimale aanpassing van de regelaar aan de regelkring kan door het regis-
treren van de startprocedure worden gecontroleerd.
De navolgende diagrammen (betrokken op een PID-gedrag) geven aanwijzin-
gen omtrent de mogelijke foutieve instellingen en het oplossen daarvan.
Hierbij is te zien dat zowel bij het vergroten van de proportionele band Pb als
de integratietijd rt een stabieler en trager regelgedrag resulteert.
Een kleinere proportionele band Pb en/of een kleinere integratietijd rt leiden tot
een minder gedempt regelgedrag.
x
w
optimaal
x
w
rt, dt te klein
x
w
Pb te klein
t
x
w
t
rt , dt te groot
x
w
t
Pb te groot
t
t