§ Voorwaarden voor het automatisch parkeren:
• Tijdens het zoeken naar een parkeerplaats moet de rijsnelheid lager zijn dan
20 km/u; anders zal het systeem het voertuig vertragen.
• Niemand bedient het stuurwiel tijdens het parkeren.
• De schakelaar ESC OFF is niet geactiveerd.
• De ESC/ ABS/ TCS functies werken niet.
• De APA/ ESC/ ABS/ TCS/ EPS functies werken naar behoren.
§ Voorwaarden voor het stoppen van het automatisch parkeren:
• De snelheid is hoger dan 30 km/u tijdens het zoeken naar een parkeerplaats.
• De bestuurder stuurt het wiel.
• Eén van de portieren wordt geopend.
• De knop voor het annuleren van de parkeerstand wordt aangeraakt.
• Het maximum aantal bewegingen van automatisch parkeren wordt
overschreden.
• De SACC functie is geactiveerd
• De schakelaar ESC OFF is geactiveerd.
• Er vindt een functionele interventie van ESP/ ABS/ TCS plaats.
• Er doet zich een storing in de APA/ ESC/ ABS/ TCS/ EPS functie voor.
§ Tijdens het automatische parkeerproces is het noodzakelijk om de
omstandigheden rondom het voertuig gedurende de gehele procedure goed
in acht te nemen. Wanneer zich een noodsituatie voordoet en er moet
worden geremd, moet de bestuurder de knop voor het annuleren van de
parkeerstand aanraken of het rempedaal intrappen of aan de EPBschakelaar
trekken om het voertuig te stoppen.
Kennisgeving
§
De bestuurder is de primaire verantwoordelijk voor het voertuig, en de APA
is slechts een DAS. Hoewel het systeem de bestuurder kan helpen, kan het
de bestuurder niet vervangen en blijft de bestuurder verantwoordelijk voor
het parkeren. Tijdens het parkeren moet de bestuurder letten op de
omgeving van het voertuig en zo nodig de auto ingrijpen om gevaar te
voorkomen.
§
De voorwaarden voor het succesvol automatisch parkeren en voor de
veiligheid zijn:
Het wegoppervlak is vlak, eventuele obstakels zijn minder dan 5 cm hoog en
§
de helling van de weg is niet meer dan 4 graden.
§
De parkeerlijnen zijn goed zichtbaar en de parkeerruimte is groot genoeg.
§
Het weer is goed en de bestuurder heeft goed zicht op de gehele omgeving.
§
De weg is droog en slipvrij.
§
Bij het automatisch zoeken naar parkeerplaatsen moet de bestuurder
opletten dat:
•
Het voertuig moet tot dicht bij de parkeerplaats rijden. Als u dit niet doet,
wordt de parkeerplaats mogelijk niet herkend.
•
De stuurhoek van het voertuig mag niet te groot zijn, anders kan de
herkenning van de parkeerplaats mislukken.