Inhoudsopgave
Advertenties
§ Informatiedisplay van de radarsensor van de gevarenzone bij het parkeren
Verste afstand gedetecteerd door sensor
§ Informatie over sensordetectie
• Bepaalde omstandigheden en omgevingen kunnen correcte werking van de
sensor beïnvloeden. Bijvoorbeeld:
•
Vuil, sneeuw of ijs op de sensor.
•
De sensor is afgedekt.
•
Het voertuig is aanzienlijk zijwaarts gekanteld.
•
Op bijzonder hobbelige wegen, hellingen, grindoppervlakken of gras.
•
De omgeving van de auto is zeer rumoerig door claxons van autos,
motoren van motorfietsen, luchtremmen van grote voertuigen of andere
sterke ultrasone geluiden.
•
Er is een ander voertuig met parkeersensoren in de buurt en de sensoren
in dat voertuig werken ook.
•
Het voertuig is uitgerust met een vleugelantenne of draadloze antenne.
Radarsensor midden/ hoek
Afstand tot obstakel: 1 - 40 cm.
Radarsensor zijkant
Afstand tot obstakel: 1 - 30 cm.
Als er binnen dit bereik een obstakel
wordt gedetecteerd, licht het rode blok op
het multimediascherm op en piept de
luidspreker om de bestuurder te
waarschuwen.
1. Ca. 60 cm.
2. Ca. 150 cm.
3. Ca. 120 cm.
De afbeelding toont de verste
afstand gedetecteerd door de
radarsensor. (Opmerking: Deze
radarsensor detecteert geen
obstakels die zich zeer dicht bij
het voertuig bevinden.)
Afhankelijk van de vorm van het
obstakel, kan het detectiebereik
van de radarsensor variëren.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
