4
Rijden
4.1
Vóór het rijden
Besturen van het voertuig
Vracht en bagage
4.2
Rijden
Aan/ uit schakelaar (contact)
Schakelen
Rijmodus
Air Suspension (AirS)*
Bedieningshendel van de richtingaanwijzer
Electric parking brake (EPB)
Handrem: AUTO HOLD
4.3
Bediening verlichting en ruitenwissers
Koplampen
Adaptive Driving beam (ADB)*
Schakelaar mistlampen
Voorruitwisser en –sproeier
Achterruitwisser en –sproeier
4.4
Klep van de oplaadpoort
Openen en sluiten van de klep van de oplaadpoort
4.5
Bediening rijsystemen
Adaptive Cruise Control (ACC) *
Super Adaptive Cruise Control (SACC)*
Front and rear Parking Sensor System (PSS) *
Around View Monitor (AVM) system
Tire Pressure Management System (TPMS)
Lane Departure Warning (LDW)/ Lane Keeping Assist (LKA)
Forward Collision Warning (FCW) system
Autonomous Emergency Braking (AEB)
Blind Spot Detection (BSD) system
Traffic Sign Recognition (TSR) system*
Auto Parking Assist (APA)
Driver Assist System (DAS)
Electric Power Steering (EPS)
4.6
Rijden in de winter
Rijden in de winter
Zie de bijlage voor aanhangers
116
121
122
124
127
131
135
136
138
139
141
143
144
147
148
150
157
165
170
175
177
180
183
186
191
193
199
201
203