Opmerking:
Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout
verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere
resolutie te selecteren.
Voorgedefinieerde instellingen gebruiken
De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de
afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten,
zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera
of digitale camera.
Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde
instellingen te activeren.
1. Selecteer het keuzerondje Advanced op het tabblad Basic
Settings. De voorgedefinieerde instellingen worden
weergegeven in de lijst rechts van het keuzerondje Automatic .
48
Printersoftware gebruiken in Windows