Pagina 1
Installatievel Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties.
Pagina 3
CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) als de bedienings- en onderhoudsinstructies...
Pagina 6
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ..... .37 EPSON Color Laser Paper ......37 EPSON Color Laser Coated Paper.
Pagina 7
Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 ... . . 103 EPSON Status Monitor 3 openen ..... . 103 Informatie over de printerstatus weergeven .
Pagina 8
Hoofdstuk 7 Verbruiksgoederen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen161 Vervangingsberichten ........162 Ontwikkelingsrol .
Pagina 9
Het oppervlak is ruw (dubbelzijdig afdrukken, gecoat papier) Problemen met afdrukken in kleur ......213 Er kan niet in kleur worden afgedrukt....213 Kleuren op afdrukken wijken af als er met verschillende printers wordt afgedrukt .
Pagina 10
Systeemvereisten ........241 EPSON BarCode Font installeren ..... .241 Afdrukken met EPSON BarCode Fonts .
Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer. Veiligheidsvoorschriften...
Veiligheidsvoorschriften Om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken, moet u deze voorzorgsmaatregelen in acht nemen. Omdat de printer ongeveer 30 kg weegt, moet u niet proberen de printer alleen op te tillen of verplaatsen. De printer moet door twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven.
Pagina 15
Raak nooit de fixeereenheid of haar omgeving aan, tenzij dat expliciet wordt aangegeven in deze handleiding. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION Hot Surface Avoid Contact. Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Steek uw hand niet in de fixeereenheid omdat deze zeer warm kan worden, tenzij dat...
Pagina 16
Verbrand gebruikte ontwikkelingsrollen, toneropvangbakken of fotogeleidingseenheden niet. Deze onderdelen kunnen exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien van deze onderdelen de geldende milieuvoorschriften in acht. Als u een ontwikkelingsrol of een fotogeleidingseenheid van een koude in een warme ruimte brengt, moet u ten minste één uur wachten voor u de cartridge of eenheid gebruikt om schade door condensatie te voorkomen.
® NERGY ® Als internationaal NERGY -partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het internationale NERGY ® -programma inzake doeltreffend energieverbruik. Veiligheidsvoorschriften...
® Het internationale NERGY Office Equipment Program is een vrijwillige overeenkomst tussen fabrikanten van computer- en kantoorapparatuur ter bevordering van de ontwikkeling van energiebesparende computers, beeldschermen, printers, faxen, kopieerapparaten en scanners met als doel de luchtvervuiling door stroomopwekking te beperken. Voorzorgsmaatregelen bij in- en uitschakelen Schakel de printer niet uit: Binnen 180 seconden nadat de printer is ingeschakeld.
Hoofdstuk 1 Productinformatie Printeronderdelen afdruk-benedenlade klep AB voorklep Productinformatie...
Pagina 20
afdekklepje voor interfacesleuf van type B MP-lade (multi-purpose) parallelle connector netsnoeraansluiting aan/uit-schakelaar USB-connector transfereenheid fotogeleidingseenheid tonerafvalbak ontwikkelingsrol Productinformatie...
Statuslampjes Fout Klaar Zie "De lampjes Klaar en Fout" op pagina 189 voor meer informatie over de aanduidingen (knipperend, aan, uit) van de statuslampjes. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Optionele onderdelen U kunt een van de volgende optionele onderdelen installeren om de functionaliteit van de printer uit te breiden.
Met een optionele geheugenmodule breidt u het geheugen van de printer uit, zodat u complexe pagina's met veel afbeeldingen kunt afdrukken. Met de interfacekaart (C12C82391 ) beschikt de printer over Ethernet-verbindingen. Opmerking: Het sterretje ( ) staat voor het laatste cijfer van het productnummer, dat per land verschilt.
Met de speciale afdrukmaterialen van EPSON in de onderstaande lijst krijgt u het beste afdrukresultaat. EPSON Color Laser Paper (A4) S041215 EPSON Color Laser Paper (Letter) S041218 EPSON Color Laser Transparencies (A4) S041175 EPSON Color Laser Transparencies (Letter) S041174 EPSON Color Laser Coated Paper (A4)
85 voor meer informatie voor Macintosh. Dubbelzijdig afdrukken Met de duplexer van EPSON kunt u eenvoudig afdrukken op beide zijden van het papier. Hiermee kunt u dubbelzijdig afgedrukte documenten van professionele kwaliteit maken. Gebruik deze functie voor elke afdruktaak om kosten te drukken en bronnen te besparen.
De printer is zeer gevoelig voor vocht. Bewaar papier in een droge omgeving. Speciaal afdrukmateriaal van EPSON EPSON biedt speciaal afdrukmateriaal voor deze printer. EPSON Color Laser Paper Dit materiaal is speciaal ontworpen voor deze printer. U kunt dit materiaal invoeren vanuit de MP-lade en de optionele papierlade voor 500 vellen.
Pagina 26
Het is zwaarder dan EPSON Color Laser Paper, waardoor afdrukken meer glans hebben en van betere kwaliteit zijn. Als u wilt afdrukken op EPSON Color Laser Coated Paper, moet u de instelling Coated of Coated (Back) opgeven bij Paper Type.
Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
Etiketten die gemakkelijk loslaten of niet de volledige oppervlakte van het achtervel bedekken Gecoat papier of gekleurd papier met een speciaal oppervlak, behalve EPSON Color Laser Coated Paper Papier met ringbandgaten of geperforeerd papier Papier met lijm, nietjes, papierklemmen of plakstrips...
In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen kunnen worden gebruikt. MP-lade Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier, A4, A5, B5, Maximaal 200 vellen EPSON Color Letter (LT), (totale dikte: Laser Paper Half-Letter (HLT), maximaal 23 mm) Executive (EXE), Government Letter (GLT) Papier met aangepast formaat: 92 ×...
Papiereenheid voor 500 vellen Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier Maximaal 500 vellen (totale dikte: maximaal 57 mm) Papierbron selecteren U kunt een papierbron handmatig instellen of de printer zo instellen dat de papierbron automatisch wordt geselecteerd. Handmatig selecteren U kunt de printerdriver gebruiken om handmatig een papierbron te selecteren.
Standaardconfiguratie: MP-lade Opmerking: Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven. Als de optionele papiereenheid voor 500 vellen is geïnstalleerd: MP-lade Onderste papierlade Opmerking: Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven.
Papier plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de MP-lade en de optionele onderste papierlade. Zie "Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 37 als u speciaal afdrukmateriaal zoals EPSON Color Laser Transparencies of enveloppen gebruikt. Papierverwerking...
MP-lade De MP-lade is de meeste flexibele papierbron waarin u verschillende papierformaten en materiaalsoorten kunt plaatsen. Tevens moet u deze papierbron gebruiken als u papier handmatig invoert. Zie "MP-lade" op pagina 29 voor meer informatie. Volg de onderstaande instructies om papier in de MP-lade te plaatsen.
Pagina 34
3. Leg een stapel afdrukmateriaal midden op de papierlade met de afdrukzijde omhoog. Schuif de rechterpapiergeleider tegen de rechterzijde van de stapel zodat de stapel stevig vast zit. Schuif de linkergeleider eveneens naar het midden. 4. Sluit de flap en het deksel van de MP-lade. 5.
Opmerking: Als u op de achterzijde van eerder afgedrukt papier wilt afdrukken, moet u de MP-lade gebruiken. Hiervoor kunt u de optionele duplexer niet gebruiken. Plaats geen papier tijdens het afdrukken. Optionele onderste papierlade Opmerking: Als u de optionele papierlade voor 500 vellen wilt gebruiken, selecteert u deze in het menu Optional Settings van de printerdriver nadat u de papierlade hebt geïnstalleerd.
Pagina 36
2. Druk op het metalen plaatje in de lade totdat deze vastklikt. 3. Waaier een stapel papier los en klop de stapel papier op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen. Opmerking: Als de afdrukken gekruld zijn of niet goed gestapeld wanneer u gewoon papier gebruikt, moet u de stapel omdraaien en opnieuw plaatsen.
Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
EPSON Color Laser Coated Paper Als u afdrukt op EPSON Color Laser Coated Paper, hebben de afdrukken meer glans en een betere kwaliteit. U kunt EPSON Color Laser Coated Paper in de volgende papierbronnen plaatsen. Papierbronnen Instellingen voor Capaciteit papiersoort...
Het EPSON-logo wordt weergegeven op de afdrukzijde. Als u transparanten in de MP-lade plaatst, moet u de transparanten invoeren met de korte zijde naar voren en de afdrukzijde naar boven.
Pagina 40
Let op: Gebruik geen vensterenveloppen tenzij deze speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Het plastic van de meeste soorten vensterenveloppen smelt wanneer het in contact komt met de fixeereenheid. Opmerking: Afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de enveloppen gekreukeld zijn. Maak eerst een testafdruk voordat u gaat afdrukken op een groot aantal enveloppen.
Opmerking: Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar boven. Let op: Zorg dat de enveloppen minimaal de volgende afmetingen hebben: Hoogte: 92 mm Breedte: 148 mm Min. Min. 92 mm 92 mm Min. 148 mm Min. 148 mm Etiketten U kunt meerdere vellen met etiketten tegelijkertijd in de MP-lade plaatsen.
Opmerking: U moet alleen etiketten gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters en gewone kopieerapparaten. Gebruik altijd etiketten die het achterblad volledig bedekken zonder ruimte tussen de etiketten. Zo voorkomt u dat de lijm van de etiketten in contact komt met de onderdelen van de printer.
Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier met een niet-standaardformaat in de MP-lade plaatsen als dit voldoet aan de volgende vereisten voor formaat en gewicht: 92 × 210 mm tot 216 × 297 Gewoon papier mm (3,6 × 8,3 inch tot 8,5 ×...
Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het tabblad Utility. Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie "Printer controleren met EPSON Status Monitor 3" op pagina 66 voor meer informatie.
Start, gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C1900 Advanced en kiest u Eigenschappen (in Windows Me, 98 of 95), Voorkeursinstellingen voor afdrukken (in Windows XP of 2000) of Standaardwaarden document (in Windows NT 4.0).
Pagina 47
Als u het keuzerondje Automatic op het tabblad Basic Settings hebt geselecteerd, wordt de printer ingesteld op basis van de kleurinstellingen die u selecteert. U hoeft alleen de kleur en resolutie in te stellen. U kunt andere instellingen, zoals het papierformaat of de afdrukstand, wijzigen in de meeste toepassingen.
Pagina 48
Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren. Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera of digitale camera.
Pagina 49
Geschikt voor het afdrukken van foto's. PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
Pagina 50
ICM (niet voor Windows NT 4.0) Met ICM (Image Color Matching) worden de kleuren van de afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op het scherm. sRGB Als u apparatuur gebruikt die ondersteuning biedt voor sRGB, wordt de functie ICM uitgevoerd voor deze apparatuur voordat er wordt afgedrukt.
Pagina 51
1. Selecteer het keuzerondje Advanced op het tabblad Basic Settings en klik op More Settings. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Opmerking: Dit venster wordt weergegeven in Windows Me, 98 en 95. 2. Kies Color of Black als kleurinstelling. 3. Stel met de schuifbalk Resolution de afdrukresolutie 300 of 600 dpi in.
Pagina 52
Instellingen opslaan Als u de aangepaste instellingen wilt opslaan, selecteert u het keuzerondje Advanced en klikt u op Save Settings op het tabblad Basic Settings. Het dialoogvenster Custom Settings verschijnt. Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak Name en klik op Save.
Als u een instelling in het dialoogvenster More Settings wijzigt en een van de aangepaste instellingen is geselecteerd in de lijst Advanced Settings op het tabblad Basic Settings, wordt de geselecteerde instelling in de lijst gewijzigd in Custom Settings. De aangepaste instelling die eerder was geselecteerd, wordt hierdoor niet beïnvloed.
Pagina 54
3. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 4. Selecteer bij de instelling Location het keuzerondje Upper Left als u de afbeelding verkleind wilt afdrukken in de linkerbovenhoek van het papier of het keuzerondje Center als u de afbeelding verkleind in het midden van het papier wilt afdrukken.
Pagina 55
3. Schakel het selectievakje Zoom To in. 4. Geef het vergrotingspercentage op in het vak en klik op OK. U kunt een percentage opgeven tussen 50% en 200%, in stappen van 1%. Selecteer indien nodig het papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper.
Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina's worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op de tab Layout. 2.
Pagina 57
3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. Schakel het selectievakje Print the Frame in als u de pagina's wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de...
Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Watermark kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken of zelf een watermerk maken met tekst of een bitmap. In het dialoogvenster Watermark kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
Pagina 59
4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark Name. 5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Location waar op de pagina u het watermerk wilt afdrukken. 6. Pas de horizontale of verticale instelling aan bij Offset. 7. Selecteer de kleur in de vervolgkeuzelijst Color. 8.
Pagina 60
10. Selecteer bij Position het keuzerondje Front als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken of het keuzerondje Back als u het watermerk in de achtergrond van het document wilt afdrukken. 11. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken: 1.
® NERGY -partner beveelt EPSON het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de NERGY ® -normen voor meer informatie over het programma van ®...
Pagina 62
1. Klik op de tab Layout. 2. Schakel het selectievakje Duplex in. 3. Selecteer het keuzerondje Left, Top of Right als inbindpositie. 4. Klik op Duplex Settings om het dialoogvenster Duplex Settings te openen. Printersoftware gebruiken in Windows...
Pagina 63
5. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. 6. Geef bij Start Page aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Wanneer u de pagina's wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Binding Method in en geeft u de gewenste instellingen op.
Geavanceerde instellingen opgeven U kunt verschillende instellingen, zoals Avoid Page Error, opgeven in het dialoogvenster Extended Settings. Klik op Extended Settings op het tabblad Optional Settings om het dialoogvenster te openen. Offset Hiermee kunt u de afdrukpositie van gegevens op de voor- en achterzijde van een pagina wijzigen in stappen van 1 mm.
Pagina 65
Avoid Page Error: Schakel dit selectievakje in om fouten met de afdrukoverloop te voorkomen bij het afdrukken van gegevens die veel geheugen vereisen, zoals documenten met een groot aantal complexe lettertypen of afbeeldingen. Hierdoor wordt er wel langzamer afgedrukt. Auto Continue: Schakel dit selectievakje in om foutberichten automatisch te wissen en om door te gaan met...
Status Monitor 3 gaat gebruiken. Het bestand bevat de meest recente informatie over Status Monitor 3. Gebruikers van Windows XP: EPSON Status Monitor 3 is niet beschikbaar als u afdrukt via een verbinding met een externe desktop. Printersoftware gebruiken in Windows...
EPSON Status Monitor 3 openen Zo opent u EPSON Status Monitor 3: Open de printersoftware, klik op de tab Utility en vervolgens op EPSON Status Monitor 3. Printersoftware gebruiken in Windows...
Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: De afbeelding kan verschillen, afhankelijk van de printer. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer.
Pagina 69
Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. Cancel Printing: Klik op deze knop om de huidige afdruktaak te annuleren. Close: Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten.
Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences op het tabblad Utility in de printerdriver. Het dialoogvenster Monitoring Preferences verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: Select Notification: Met de selectievakjes in dit gebied kunt u de foutsoorten selecteren waarover u wilt worden geïnformeerd.
Pagina 71
Monitoring Preferences kiezen om het dialoogvenster Monitoring Preferences te openen. Klik vervolgens op EPSON AL-C1900 Advanced om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. Printersoftware gebruiken in Windows...
Pagina 72
Allow monitoring of Schakel dit selectievakje in als u shared printers: een gedeelde printer wilt controleren. U moet deze instelling opgeven op de server. Allow multiple users to Als de instellingen voor monitor printers: gecontroleerde printers niet (alleen in Windows XP) beschikbaar zijn op een computer die is ingesteld voor meerdere gebruikers, moet u het...
Venster met foutmeldingen In het venster Status Alert wordt de foutsoort vermeld en wordt een mogelijke oplossing geboden. Als de knop How to in het venster verschijnt, klikt u hierop en volgt u de instructies op het scherm. Het venster wordt automatisch gesloten als het probleem is opgelost.
EPSON Status Monitor 3 worden gecontroleerd. Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen. 1. Klik op Start, ga naar Programma's en EPSON Printers en klik op Monitored printers. 2. Schakel de selectievakjes uit voor de printers die u niet wilt controleren.
Pagina 75
1. Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C1900 Advanced en klik op Eigenschappen in het menu dat wordt weergegeven. 3. Klik op de tab Details. In Windows 2000 klikt u op de tab Port.
Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Volg de onderstaande instructies om het afdrukken te annuleren als het printerpictogram wordt weergegeven in de taakbalk. Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk en kies Purge Print Documents in het menu Printer.
1. Sluit alle geopende toepassingen. 2. Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Configuratiescherm. 3. Dubbelklik op het pictogram Software. 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Toevoegen/Verwijderen. Printersoftware gebruiken in Windows...
Pagina 78
EPSON Printer Software in het menu Programma's wijzigen en verwijderen en klikt u op Wijzigen/Verwijderen. 5. Klik op de tab Printer Model, selecteer het pictogram EPSON AL-C900 Advanced en klik op OK. Opmerking: U kunt ook alleen het hulpprogramma Monitored Printers van EPSON Status Monitor 3 verwijderen.
Pagina 79
Volg de onderstaande instructies om de USB-apparaatdriver te verwijderen. Opmerking: U moet de printerdriver verwijderen voordat u de USB-apparaatdriver verwijdert. Als u de USB-apparaatdriver hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot andere EPSON-printers die zijn aangesloten via de USB-interfacekabel. Printersoftware gebruiken in Windows...
Pagina 80
1. Voer stap 1 tot en met 3 uit van "Printersoftware verwijderen" op pagina 77. 2. Selecteer EPSON USB Printer Devices en klik op Toevoegen/Verwijderen. Printersoftware gebruiken in Windows...
Pagina 81
Opmerking: EPSON USB Printer Devices wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices wellicht niet weergegeven. Volg de onderstaande instructies om het bestand "Epusbun.exe"...
Monitor 3. Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. EPSON Status Monitor 3 kunt u openen via het Apple-menu. Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie "Printer controleren met EPSON Status Monitor 3" op pagina 103 voor meer informatie.
Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings om het dialoogvenster Layout te openen. Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen opgeven door een keuze te maken uit een lijst met voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen.
Pagina 85
2. Selecteer het keuzerondje Automatic bij Print Quality. Stel met de schuifbalk de afdrukresolutie Fast (300 dpi) of Fine (600 dpi) in. Opmerking: Raadpleeg de Help voor meer informatie over de functie RITech. Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren.
Pagina 86
Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde instellingen te activeren. 1. Selecteer het keuzerondje Advanced in het dialoogvenster Basic Settings. De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van het keuzerondje Automatic. 2. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken.
Pagina 87
Geschikt voor het afdrukken van foto's. PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
Pagina 88
Afdrukinstellingen aanpassen De meeste gebruikers stellen de afdrukinstellingen niet zelf in. U kunt echter zelf de afdrukinstellingen aanpassen als u het resultaat van de afdrukken wilt aanpassen aan uw wensen, de meest geavanceerde instellingen wilt gebruiken of iets wilt uitproberen. Volg de onderstaande instructies om de afdrukinstellingen aan te passen.
Instellingen opslaan Selecteer het keuzerondje Advanced en klik op Save Settings in het dialoogvenster Basic Settings om de aangepaste instellingen op te slaan. Het dialoogvenster Custom Settings verschijnt. Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak Name en klik op Save. De instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van het keuzerondje Automatic in het dialoogvenster Basic Settings.
Pagina 90
Opmerking: Het vergrotings- of verkleiningspercentage wordt automatisch bepaald, afhankelijk van het geselecteerde papierformaat in het dialoogvenster Paper Setting. Het aanpassings- of verkleiningspercentage dat in het dialoogvenster Paper Setting is geselecteerd, is niet beschikbaar. 1. Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings.
Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. Met de afdrukindeling worden pagina's automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings.
Pagina 92
3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de geselecteerde afdrukstand.
Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Layout kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken. U kunt ook een eigen bitmapbestand (PICT) of tekstbestand selecteren als watermerk. In het dialoogvenster Layout kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
Pagina 94
4. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity. 5. U kunt een aangepast tekstwatermerk draaien door het aantal graden in het tekstvak Angle op te geven. U kunt ook het selectievakje Rotate by mouse inschakelen en het tekstwatermerk draaien met de aanwijzer in het voorbeeldvenster.
Pagina 95
3. Klik op Add Text in het dialoogvenster Custom Watermark. 4. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text. Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK in het dialoogvenster Text Watermark. Printersoftware gebruiken in Macintosh...
Pagina 96
5. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Save. Opmerking: Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, selecteert u het in het vak List en klikt u op Edit Text. Klik na het bewerken op OK om het dialoogvenster te sluiten. Selecteer het opgeslagen tekstwatermerk in het vak List en klik op Delete om het te verwijderen.
Pagina 97
2. Schakel het selectievakje Watermark Settings in en klik op New/Delete. 3. Klik op Add PICT in het dialoogvenster Custom Watermark. Printersoftware gebruiken in Macintosh...
Pagina 98
4. Selecteer het PICT-bestand en klik op Open. 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Save. Opmerking: Selecteer het opgeslagen watermerk in het vak List en klik op Delete om het te verwijderen. Klik vervolgens op Save om het dialoogvenster te sluiten.
® NERGY -partner beveelt EPSON het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de NERGY ® -normen voor meer informatie over het programma van ®...
5. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. 6. Geef bij Start Page aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Klik op OK om het dialoogvenster Duplex Settings te sluiten. 8.
Pagina 101
Offset: Hiermee kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de afdrukpositie van gegevens op de pagina. Front Top: Hiermee kunt u de verticale afdrukpositie van gegevens op de voorzijde van een pagina aanpassen. Front Left: Hiermee kunt u de horizontale afdrukpositie van gegevens op de voorzijde van een pagina aanpassen.
Pagina 102
Auto Continue: Als u dit selectievakje inschakelt, gaat de printer door met afdrukken ongeacht de paginaformaatfouten en het tekort aan geheugen. Skip Blank Page: Schakel dit selectievakje in als u lege pagina's wilt overslaan. Avoid Page Error: Schakel dit selectievakje in om fouten met de afdrukoverloop te voorkomen bij het afdrukken van gegevens die veel geheugen...
EPSON Status Monitor 3 controleert de printer en informeert u over de huidige status van de printer. EPSON Status Monitor 3 openen U kunt EPSON Status Monitor 3 openen door in het Apple-menu het alias voor EPSON Status Monitor 3 te kiezen. Opmerking:...
Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: De afbeelding kan afhankelijk van de printer verschillen. 1. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer.
Pagina 105
2. Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. 3. Cancel Printing: Klik op deze knop om de huidige afdruktaak te annuleren. 4. Close: Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten.
9. How to: Klik op deze knop om de oplossing voor het probleem weer te geven. Deze knop verschijnt wanneer er fouten optreden. Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, kiest u Monitor Setup in het menu File. Het dialoogvenster Monitor Setup verschijnt.
In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: 1. Error Notification Hier kunt u de foutsoorten selecteren Selection: waarover u wilt worden geïnformeerd. 2. Default: Klik op deze knop om de standaardwaarden opnieuw in te stellen. 3. Cancel: Klik op deze knop om wijzigingen te annuleren.
Als u informatie wilt weergeven over verbruiksgoederen, klikt u op Show Details. Hebt u op deze knop geklikt, dan verdwijnt het venster Status Alert zelfs niet nadat het probleem is opgelost. Klik op Close om het venster te sluiten. Instellen voor de USB-aansluiting Opmerking: Als u de USB-kabel via een USB-hub op de computer aansluit, moet u deze aansluiten op de eerste hub in de reeks.
Volg de instructies in het bericht. Open EPSON Status Monitor 3 vanuit de toepassing tijdens het afdrukken in de achtergrond. Vervolgens kunt u het afdrukken annuleren in EPSON Status Monitor 3 of het bestand in de slaapstandmodus verwijderen.
Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of wilt bijwerken, moet u eerst de huidige printersoftware verwijderen. 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map English en dubbelklik vervolgens op de map Disk 1 in de map Disk Package.
Hoofdstuk 5 Printer instellen in een netwerk Voor Windows Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
Zie "Windows NT 4.0" op pagina 134 voor Windows NT 4.0. Opmerking: Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 70 voor meer informatie.
Pagina 113
3. Klik op Bestanden en printers delen op het tabblad Configuratie. 4. Schakel het selectievakje Ik wil anderen toegang kunnen geven tot mijn printer(s). in en klik op OK. 5. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Opmerking: Als het bericht "Diskette plaatsen" verschijnt, plaatst u de cd-rom met Windows Me/98/95 in de computer.
Pagina 114
Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 70 voor meer informatie.
U moet de clientcomputers instellen zodat ze de printer in een netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer informatie. "Windows Me/98/95" op pagina 127 "Windows XP/2000" op pagina 129 "Windows NT 4.0" op pagina 134 Extra driver gebruiken Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows 2000, XP of Windows NT 4.0 is, kunt u extra drivers installeren op de server.
Pagina 116
Als het volgende menu verschijnt in Windows XP, klikt u op Wizard Netwerk instellen of Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder gebruik te maken van de wizard wilt delen. Volg in beide gevallen de instructies op het scherm. Printer instellen in een netwerk...
Pagina 117
3. Voor afdrukservers met Windows 2000 of NT 4.0 selecteert u Gedeeld (Windows 2000) of Gedeeld als (Windows NT 4.0) en typt u de naam in het vak Sharenaam. Printer instellen in een netwerk...
Pagina 118
In Windows XP selecteert u Deze printer delen en typt u de naam in het vak Sharenaam. Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. 4. Selecteer de extra drivers. Opmerking: Als de server- en clientcomputers hetzelfde besturingssysteem gebruiken, hoeft u geen extra drivers te installeren.
Pagina 119
Afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Selecteer bijvoorbeeld Windows 95 om de extra driver voor clients met Windows Me/98/95 te installeren. Klik vervolgens op OK. Opmerking: U hoeft Windows NT 4.0x86 niet te selecteren omdat deze driver al is geïnstalleerd.
Pagina 120
Afdrukserver met Windows XP/2000 Klik op Extra stuurprogramma's. Printer instellen in een netwerk...
Pagina 121
Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Klik op OK. Clients met Windows Selecteer Intel Windows 95 Me/98/95 of 98 (en Me) Clients met Windows Selecteer Intel Windows NT 4.0 NT 4.0 of 2000 Clients met Windows Intel Windows 2000 (of XP) 2000/XP is mogelijk al geselecteerd.
Pagina 122
6. Geef de naam van het station en de map op waar de printerdriver voor clients zich bevindt en klik op OK. Het weergegeven bericht hangt af van het besturingssysteem van de client. De naam van de map verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem.
Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld. U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 70 voor meer informatie. Stel de beveiliging in voor de gedeelde printer (toegangsrecht voor clients).
Pagina 124
Gebruikers van Windows XP Professional 1. Klik op Start en Configuratiescherm. Klik vervolgens op Printers en andere hardware en Printers en faxapparaten. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen. 3. Klik op de tab Optional Settings en klik vervolgens op Driver Settings.
Pagina 125
Gebruikers van Windows XP Home Edition 1. Klik op Start en Configuratiescherm. Klik vervolgens op Printers en andere hardware en Printers en faxapparaten. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen. 3. Klik op de tab Optional Settings en klik vervolgens op Driver Settings.
5. Klik op OK. Als de instellingen voor gecontroleerde printers niet beschikbaar zijn op een computer voor meerdere gebruikers, zorg dat het selectievakje Allow multiple users to monitor printers is ingeschakeld in het dialoogvenster Monitoring Preferences. Instellen voor clients In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printerdriver kunt installeren door toegang te krijgen tot de gedeelde printer in het netwerk.
Pagina 127
Opmerking: U moet de afdrukserver instellen als u de printer in een Windows-netwerk wilt delen. Zie "De printer als een gedeelde printer configureren" op pagina 112 (Windows Me/98/95) of "Extra driver gebruiken" op pagina 115 (Windows XP/2000/NT 4.0) voor meer informatie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u toegang tot de gedeelde printer in een standaardnetwerk kunt krijgen met de server (Microsoft-werkgroep).
Pagina 128
Opmerking: U kunt ook "\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)" typen in het netwerkpad of de naam van de wachtrij. 5. Klik op de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer.
Pagina 129
6. Klik op Volgende. Opmerking: Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de betreffende printerdriver. Ga verder met de volgende stap als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me/98/95 is of de extra driver voor Windows Me/98/95 is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP/2000/NT 4.0.
Pagina 130
Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows NT 4.0 is, controleert u de volgende items: Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is "Windows NT 4.0x86" de extra driver voor clients met Windows XP/2000. Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor Windows NT 4.0.
Pagina 131
In Windows XP klikt u op Een printer toevoegen in het menu Printertaken. 3. Selecteer Netwerkprinter (Windows 2000) of Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden (Windows XP) en klik op Volgende. 4. In Windows 2000 typt u de naam van de gedeelde printer en klikt u op Volgende.
Pagina 132
Opmerking: U kunt ook "\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)" typen in het netwerkpad of de naam van de wachtrij. Anders klikt u op Volgende om naar een printer te zoeken. In Windows XP selecteert u Een printer zoeken.
Pagina 133
Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer. Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren.
Pagina 134
Windows NT 4.0 Volg de onderstaande instructies om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen: U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als u geen beheerder bent. 1. Klik op Start, ga naar Instellingen en klik op Printers. 2.
Pagina 135
Opmerking: U kunt ook "\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)" typen in het netwerkpad of de naam van de wachtrij. De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
Printerdriver installeren vanaf de cd-rom In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printerdriver op de clients kunt installeren als u het netwerk als volgt instelt: De extra drivers zijn niet geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP/2000/NT 4.0. Het besturingssysteem van de afdrukserver is Windows Me/98/95 en van de client Windows XP/2000/NT 4.0.
Wanneer de drivers in Windows XP/2000 worden geïnstalleerd, kan het bericht "Kan digitale handtekening niet vinden" worden weergegeven. Klik op Ja in Windows 2000 of op Toch doorgaan in Windows XP en ga verder met de installatie. De naam van de map verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem.
Opmerking: De functie voor het delen van printers werkt in Mac OS 8.1 tot 9.X. De printer als een gedeelde printer configureren Volg de onderstaande procedure om de printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, te delen met andere computers in een AppleTalk-netwerk.
4. Klik bij Printer Sharing Set Up op Printer Sharing Setup. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 5. Schakel het selectievakje Share this Printer in en typ vervolgens zo nodig de naam van de printer en het wachtwoordgegevens. 6. Klik op OK. 7.
Pagina 140
3. Klik op Setup, typ het wachtwoord voor de printer en klik op OK. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 4. Klik bij Printer Sharing Set Up op Shared Printer Information. 5. Als op de client lettertypen zijn geïnstalleerd die niet beschikbaar zijn op de afdrukserver, verschijnt het volgende bericht.
Capaciteit Gewoon papier Maximaal 500 vellen in de lade (totale dikte: maximaal 57 mm voor de cassette) EPSON Color Laser Maximaal 500 vellen in Paper de lade Opmerking: Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar boven. Voorzorgsmaatregelen Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u het optionele onderdeel installeert.
Pagina 142
De printer weegt ongeveer 30 kg. De printer moet niet worden opgetild door één persoon. De printer moet door twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. Waarschuwing: Als u de printer niet op de juiste wijze optilt, laat u die wellicht vallen met letsel als gevolg.
Pagina 143
2. Verwijder de MP-lade. Als er zich papier in bevindt, verwijdert u dat. 3. Neem de optionele papierlade voor 500 vellen uit de doos en verwijder het beschermmateriaal uit de lade. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 144
4. Open klep C van de papierlade voor 500 vellen. 5. Plaats de printer op de papierlade voor 500 vellen. Houd de hoeken van de printer boven die van de eenheid en plaats de printer vervolgens nauwkeurig op de eenheid. Opmerking: De printer moet ten minste door twee personen worden opgetild.
Pagina 145
6. Trek de papierlade uit de eenheid. 7. Open de voorklep. 8. Verwijder de tonerafvalbak. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 146
9. Plaats de twee bijbehorende F-platen (deze zijn gemerkt met "F") op de papierlade en draai de schroeven vast. 10. Zet de tonerafvalbak weer op zijn plaats. 11. Sluit de voorklep en de papierlade van de eenheid. 12. Verwijder de schroeven op de achterzijde van de printer. Installeer plaat B (deze is gemerkt met "B") en draai de schroeven die u hebt verwijderd weer vast.
Opmerking: Nadat u de papierlade voor 500 vellen hebt geïnstalleerd, wordt klep C automatisch geopend als u klep AB opent. Zorg er daarom voor dat u klep C steeds sluit als u klep AB van de printer opent. 13. Sluit klep C en installeer dan zonodig opnieuw de papierlade en papier.
Pagina 148
1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de twee schroeven en de beschermplaat van klep AB met een kruiskopschroevendraaier. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 149
3. Plaats de duplexer aan de rechterzijde van de printer zoals hieronder is aangegeven. Zorg ervoor dat de eenheid in de onderste steunen haakt en dat de connector op de juiste manier verbinding maakt in de sleuf. 4. Zorg ervoor dat de eenheid bij het plaatsen in de bovenste steunen haakt.
Pagina 150
5. Druk op klep DM zoals hieronder is aangegeven. 6. Ondersteun de duplexer en open klep AB. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 151
7. Controleer of de beide steunen van de eenheid op de juiste wijze in klep AB haken. 8. Ondersteun de duplexer en open klep DM. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 152
9. Bevestig de duplexer aan klep AB met de beide bijgeleverde schroeven. Draai de schroeven stevig vast met een schroevendraaier of een munt. 10. Sluit klep DM. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 153
11. Open klep AB waaraan de duplexer is bevestigd. 12. Bevestig de veer op de duplexer aan de printer. 13. Sluit klep AB. Duplexer verwijderen Voer de installatieprocedure in omgekeerde volgorde uit. Optionele onderdelen installeren...
Zie het volgende gedeelte of het Installatievel als u de DIMM wilt installeren. Voordat u de DIMM aanschaft, moet u controleren of deze compatibel is met EPSON-producten. Neem contact op met de leverancier of met EPSON voor meer informatie. Geheugengrootte...
Pagina 155
1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Zorg dat u bij de DIMM-sleuf kunt, zoals hieronder wordt weergegeven. Optionele onderdelen installeren...
Pagina 156
3. Bepaal de locatie van de DIMM-sleuf (S0). DIMM-sleuf 4. Plaats de DIMM in de DIMM-sleuf (S0). Let op: Forceer de DIMM niet. Plaats de DIMM op de juiste manier in de sleuf. Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet.
5. Plaats de printeronderdelen weer terug zoals hieronder wordt weergegeven. 6. Sluit het netsnoer van de printer aan op het stopcontact. 7. Zet de printer aan. 8. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd. Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 191 voor meer informatie.
Pagina 158
Volg de onderstaande instructies om een optionele interfacekaart te installeren. Let op: Voordat u een interfacekaart installeert, moet u statische elektriciteit ontladen door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. 1.
Pagina 159
Waarschuwing: Als u andere schroeven of panelen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. Opmerking: Bewaar de klep van de sleuf goed. Als u de interfacekaart later weer wilt verwijderen, moet u deze klep opnieuw plaatsen. 4. Schuif de interfacekaart in de sleuf en druk de kaart stevig vast.
Pagina 160
6. Zet de printer aan. 7. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd. Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 191 voor meer informatie. Interfacekaart verwijderen Voer de installatieprocedure in omgekeerde volgorde uit. Optionele onderdelen installeren...
Verbruiksgoederen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksgoederen U moet de volgende verbruiksgoederen vervangen wanneer een bericht wordt weergegeven in het venster van EPSON Status Monitor 3. Neem de volgende regels in acht wanneer u verbruiksgoederen vervangt. Zorg dat er rond de printer genoeg ruimte is voor het vervangen van de verbruiksgoederen.
Als u de printer blijft gebruiken zonder de verbruiksgoederen te vervangen, kunt u niet meer afdrukken als een bepaald product op of versleten is. In het venster van EPSON Status Monitor 3 worden berichten weergegeven. Wanneer dit gebeurt, kunt u pas weer afdrukken nadat het verbruikte product is vervangen.
Opmerking: Zie "Wanneer de toner bijna op is" op pagina 163 als u ontwikkelingsrollen voor het einde van de levensduur wilt vervangen. Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van ontwikkelingsrollen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Installeer geen gebruikte ontwikkelingsrollen in de printer. Als u een ontwikkelingsrol van een koude naar een warme ruimte hebt verplaatst, dient u minstens een uur te wachten alvorens de rol te installeren om schade als gevolg van...
Pagina 164
Voor Windows 1. Zorg dat de printer niet is ingeschakeld. 2. Klik op Printer Setting in het menu Optional Settings van de printerdriver. Het dialoogvenster Printer Settings verschijnt. 3. Selecteer de kleur van de toner die moet worden gewijzigd in de lijst Change Toner.
Wanneer de toner op is Volg de onderstaande instructies om een ontwikkelingsrol te vervangen. 1. Open de voorklep. 2. Controleer de kleur van de ontwikkelingsrol in het cartridgecompartiment. De kleur geeft aan of de ontwikkelingsrol moet worden vervangen. 3. Steek twee vingers in de gaten aan de voorzijde van de geïnstalleerde ontwikkelingsrol.
Pagina 166
4. Trek de ontwikkelingsrol uit de houder. 5. Verwijder de verpakking van de nieuwe ontwikkelingsrol. 6. Schud de ontwikkelingsrol voorzichtig zoals hieronder wordt weergegeven. Verbruiksgoederen vervangen...
Pagina 167
7. Verwijder het deksel van de bovenkant van de nieuwe ontwikkelingsrol. Plaats vervolgens dit deksel op de ontwikkelingsrol die u bij stap 4 uit de printer hebt genomen. 8. Duw de ontwikkelingsrol zo ver mogelijk in de printer. 9. Sluit de voorklep. Als er een andere rol moet worden vervangen, wacht u 30 seconden en gaat u terug naar stap 1.
Fotogeleidingseenheid Bereid een nieuwe fotogeleidingseenheid voor ter vervanging, wanneer er een bericht met deze instructie verschijnt. Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van de fotogeleidingseenheid altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Stel de fotogeleidingseenheid bij het vervangen niet langer dan nodig aan licht bloot. Maak nooit krassen op het oppervlak van de drum.
Pagina 169
Fotogeleidingseenheid vervangen Volg de onderstaande instructies om de fotogeleidingseenheid te vervangen. 1. Open de voorklep. 2. Neem de tonerafvalbak schuin uit de printer. Verbruiksgoederen vervangen...
Pagina 170
3. Draai de hendel omhoog in de ontgrendelingspositie. Trek daarna aan de groene knop op de fotogeleidingseenheid om de eenheid te verwijderen. 4. Verwijder de verpakking van de nieuwe fotogeleidingseenheid. 5. Plaats de nieuwe fotogeleidingseenheid in de geleiders. Verbruiksgoederen vervangen...
Pagina 171
6. Trek de gele strip eruit. Zet de hendel weer in de vergrendelingspositie. 7. Plaats de verwijderde tonerafvalbak terug in de printer zoals hieronder is aangegeven. 8. Sluit de voorklep. Verbruiksgoederen vervangen...
Tonerafvalbak Bereid een nieuwe tonerafvalbak voor ter vervanging wanneer u een bericht met deze instructie ontvangt. Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van de tonerafvalbak altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Gebruik toner uit de tonerafvalbak niet opnieuw. Waarschuwing: Houd de tonerafvalbak buiten het bereik van kinderen. Verbrand de gebruikte tonerafvalbak niet.
Pagina 173
2. Neem de tonerafvalbak schuin uit de printer. 3. Verwijder de beide deksels van de verwijderde tonerafvalbak om er de twee open gaten mee af te sluiten zoals hieronder is aangegeven. Opmerking: U dient de gaten af te sluiten om te voorkomen dat u toner uit de tonerafvalbak morst.
4. Bereid de nieuwe tonerafvalbak voor. 5. Houd de nieuwe tonerafvalbak schuin en plaats deze in de printer. 6. Sluit de voorklep. Transfereenheid Bereid een nieuwe transfereenheid voor ter vervanging wanneer u een bericht met deze instructie ontvangt. Voorzorgsmaatregelen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de transfereenheid vervangt.
Pagina 175
Transfereenheid vervangen Volg de onderstaande instructies om de transfereenheid te vervangen. 1. Open de voorklep en klep AB. Opmerking: U moet klep AB openen om te voorkomen dat de transfereenheid ertegenaan schuurt. 2. Verwijder de tonerafvalbak en de fotogeleidingseenheid. Verbruiksgoederen vervangen...
Pagina 176
3. Verwijder de twee schroeven op de transfereenheid. Opmerking: U kunt de schroeven losdraaien met een schroevendraaier of een munt. 4. Verwijder de transfereenheid door aan de knop te trekken, de hendel vast te pakken en de eenheid omhoog te trekken. 5.
Pagina 177
6. Plaats de nieuwe transfereenheid door de pijlmarkeringen op de eenheid en in de printer op elkaar uit te lijnen. Opmerking: Kantel de transfereenheid voorover om hem op de juiste wijze te installeren. 7. Draai de twee schroeven die u bij stap 3 hebt verwijderd, op de transfereenheid vast.
Pagina 178
8. Zet de fotogeleidingseenheid weer op zijn plaats. 9. Verwijder het beschermmateriaal zoals hieronder is aangegeven. 10. Zet de tonerafvalbak weer op zijn plaats. 11. Sluit de voorklep en klep AB. Verbruiksgoederen vervangen...
Hoofdstuk 8 Printer reinigen en vervoeren Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel.
De invoerrol reinigen Reinig de papierrol met een schone, vochtige doek als er regelmatig een papierstoring optreedt. Volg de onderstaande stappen. 1. Open klep AB van de printer. 2. Open de klep onder de papierrol zoals hieronder is weergegeven. 3. Reinig de invoerrol met een schone, vochtige doek. 4.
Het filter van de printkop reinigen Als er zich toner op het glas van het filter van de printkop bevindt, veegt u het schoon met een schone doek. Op de afdruk kan een verticale witte lijn verschijnen. Volg de onderstaande stappen. 1.
Opmerking: Wees voorzichtig en mors geen toner die zich heeft opgehoopt op het filter van de printkop. 4. Veeg het glasoppervlak van het filter van de printkop met een schone doek schoon. 5. Pak het filter van de printkop vast bij het handvat en schuif het voorzichtig helemaal in de sleuf.
Pagina 183
Volg de onderstaande instructies om de printer in te pakken. 1. Schakel de printer uit. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Verwijder de klep van de MP-lade en sla de flap van de MP-lade terug. Verwijder vervolgens de MP-lade zoals hieronder wordt weergegeven.
Pagina 184
Printer verplaatsen Volg de onderstaande instructies om de printer over een korte afstand te vervoeren. 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: Netsnoer Interfacekabel 2. De printer moet worden opgetild op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: Til de printer niet op aan de MP-lade.
2. Verplaats de printer tegelijk met de optionele eenheid. Let op: Rijd de printer niet over een helling of een oneffen oppervlak. Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden.
Pagina 186
U hebt de vermelde hoeveelheid ruimte nodig om de optionele onderdelen te installeren en te gebruiken. Bij de papiereenheid voor 500 vellen hebt u 120 mm extra ruimte nodig aan de onderzijde van de printer en 40 mm aan de rechterzijde. Bij de duplexer hebt u 44 mm extra ruimte nodig aan de rechterzijde van de printer.
Pagina 187
Let op: Laat rond de printer voldoende ruimte vrij voor een goede ventilatie. Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte, vocht of stof. Gebruik geen stopcontacten waarop andere apparaten zijn aangesloten. Gebruik een geaard stopcontact dat geschikt is voor de stekker van de printer.
De status van de lampjes (aan, uit of knipperend) geeft de printerstatus weer, zoals hieronder beschreven. Het venster Status Alert in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 geeft aan welk type fout zich heeft voorgedaan en biedt een mogelijke oplossing. Gebruik de informatie in dit hoofdstuk om de oorzaak van het probleem te achterhalen en gebruik vervolgens de oplossingen om het probleem te verhelpen.
Pagina 190
Een van de verbruiksgoederen is bijna op. Controleer het foutbericht in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 en vervang het verbruiksproduct. Er is een fout die eenvoudig kan worden hersteld. Controleer het foutbericht in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 voor een oplossing.
Opmerking: Hebt u alle suggesties uitgeprobeerd en blijven de verwachte resultaten uit, neem dan contact op met uw EPSON-leverancier. Statusvel afdrukken Druk een statusvel af vanuit de printerdriver om de huidige status van de printer weer te geven. Het statusvel bevat informatie over de printer en de huidige instellingen.
Windows 1. Klik op Start en kies Instellingen en Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C900 Advanced en kies Eigenschappen in het menu dat verschijnt. 3. Klik op de tab Optional Settings en klik vervolgens op Status Sheet.
Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen. Verwijder vastgelopen papier voorzichtig. Het is vaak lastig om gescheurd papier te verwijderen. Het kan andere papierstoringen veroorzaken. Trek het papier voorzichtig los zodat het niet scheurt.
Papierstoring in klep AB Volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier bij klep AB te verwijderen. 1. Open klep AB. 2. Open de klep onder de papierrol zoals hieronder is weergegeven. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. Probleemoplossing...
Pagina 195
Opmerking: Verwijder het vastgelopen papier altijd met beide handen om scheuren te voorkomen. Verwijder alle afgescheurde stukken papier. 3. Sluit klep AB. Als de statuslampjes aangeven dat er nog steeds een papierstoring is, volgt u de instructies hieronder. 1. Open klep AB. Probleemoplossing...
Pagina 196
2. Open de klep boven de papierrol zover als mogelijk is, zoals hieronder is weergegeven. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. 3. Sluit de klep die u bij stap 2 hebt geopend. 4.
Pagina 197
5. Als u de knop naar u toe draait, komt het vastzittende papier vrij uit de afdruk-benedenlade. Als u de knop naar de printer toe draait, komt het vastzittende papier vrij bij klep AB. 6. Trek de hendels omlaag om het papierpad weer te sluiten zoals hieronder is weergegeven.
Pagina 198
7. Sluit klep AB. Opmerking: Als u de papierlade voor 500 vellen hebt geïnstalleerd, sluit u klep C. Als de statuslampjes aangeven dat er nog steeds een papierstoring is, volg de instructies hieronder. 1. Open klep AB. Probleemoplossing...
Pagina 199
2. Trek de hendels omhoog zodat het papierpad vrijkomt, zoals hieronder is weergegeven. 3. Open de klep van de fixeereenheid zoals hieronder is weergegeven. U hoeft de klep maar een klein beetje te openen. Opmerking: Zorg ervoor dat u rode rollen in de fixeereenheid niet aanraakt omdat deze zeer heet kunnen worden.
Pagina 200
4. Verwijder het vastgelopen papier. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. 5. Sluit de klep van de fixeereenheid. Probleemoplossing...
Pagina 201
6. Trek de hendels omlaag om het papierpad weer te sluiten zoals hieronder is weergegeven. 7. Sluit klep AB. Opmerking: Als u de papierlade voor 500 vellen hebt geïnstalleerd, sluit u klep C. Als het vastgelopen papier is verwijderd en klep C is gesloten, worden de gegevens van de vastgelopen pagina's automatisch opnieuw afgedrukt.
Papierstoring in MP-lade of papierlade Volg de onderstaande instructies om vastgelopen papier uit de MP-lade te verwijderen. 1. Open klep AB. 2. Open de klep onder de papierrol zoals hieronder is weergegeven. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. Probleemoplossing...
Pagina 203
Opmerking: Verwijder het vastgelopen papier altijd met beide handen om scheuren te voorkomen. Verwijder alle afgescheurde stukken papier. 3. Verwijder de klep van de MP-lade en sla de flap van de MP-lade terug. 4. Verwijder voorzichtig de vellen die gedeeltelijk zijn ingevoerd.
Pagina 204
5. Verwijder het papier uit de MP-lade. Controleer of er papier vastzit in de MP-lade. 6. Waaier een stapel papier los en leg het in de MP-lade. 7. Sluit de flap en het deksel van de MP-lade. Probleemoplossing...
Pagina 205
8. Sluit klep AB. Volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier bij de optionele papierlade voor 500 vellen te verwijderen. 1. Open klep C van de papierlade voor 500 vellen. Probleemoplossing...
Pagina 206
2. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. 3. Neem de papierlade uit en verwijder verkreukelde vellen. Probleemoplossing...
Pagina 207
4. Sluit de klep van de papierlade. 5. Sluit klep C. Als het vastgelopen papier is verwijderd en klep C van de papierlade voor 500 vellen is gesloten, worden de gegevens van de vastgelopen pagina's automatisch opnieuw afgedrukt. Probleemoplossing...
Papierstoring in klep DM Volg de onderstaande instructies om vastgelopen papier bij de klep van de duplexer te verwijderen. 1. Open klep DM van de duplexer. 2. Verwijder voorzichtig het papier bij klep DM. Zorg dat u het papier niet scheurt. Opmerking: Verwijder alle afgescheurde stukken papier.
3. Sluit klep DM. Als het vastgelopen papier is verwijderd en klep DM is gesloten, worden de gegevens van de vastgelopen pagina's automatisch opnieuw afgedrukt. Printer functioneert niet optimaal Het lampje Klaar gaat niet branden Oorzaak Oplossing De stekker van het netsnoer zit Schakel de printer uit en controleer of wellicht niet goed in het het netsnoer goed is aangesloten op de...
Het lampje Klaar brandt, maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet Voer de procedure uit die wordt goed aangesloten op de beschreven in het gedeelte "Printer printer. aansluiten op een computer" op het Installatievel. De interfacekabel is mogelijk Controleer of de interfacekabel goed is niet goed aangesloten.
Problemen met afgedrukte documenten Tekens zijn verkeerd afgedrukt Oorzaak Oplossing De interfacekabel is mogelijk Zorg ervoor dat beide uiteinden van de niet goed aangesloten. interfacekabel stevig zijn aangesloten. U gebruikt wellicht een De parallelle kabel moet een verkeerde interfacekabel. S/STP-kabel met een maximale lengte van 1,8 meter zijn.
Afbeeldingen worden niet goed afgedrukt Oorzaak Oplossing De printer heeft wellicht te Afbeeldingen gebruiken veel weinig geheugen. geheugen. Installeer een geheugenmodule. Zie "Geheugenmodule" op pagina 154 voor meer informatie. Het oppervlak is ruw (dubbelzijdig afdrukken, gecoat papier) Oorzaak Oplossing Als u dubbelzijdig afdrukt op Gebruik gecoat papier dat net uit de vochtig gecoat papier, wordt verpakking komt.
Problemen met afdrukken in kleur Er kan niet in kleur worden afgedrukt Oorzaak Oplossing In de printerdriver is Black Wijzig deze instelling in Color. geselecteerd als kleurinstelling. De kleurinstelling in de Geef in de toepassing een instelling gebruikte toepassing is niet voor afdrukken in kleur op.
Kleuren op de afdrukken wijken af van de kleuren op het beeldscherm Oorzaak Oplossing Kleuren op afdrukken komen Hoewel het doorgaans moeilijk is niet exact overeen met de kleuren exact op elkaar af te stemmen, kleuren op het beeldscherm. kunt u de kleurovereenkomst tussen Dit komt doordat voor verschillende apparaten verbeteren.
Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie "Beschikbaar papier" op pagina 25 voor informatie over geschikte papiersoorten.
Afdrukken bevatten witte plekken Oorzaak Oplossing Als u dubbelzijdig afdrukt op Geef in de printerdriver voor de zwaar of gecoat papier dat papiersoort niet de instelling Thick vochtig is, verschijnen aan de (Back) of Coated (Back) op. Gebruik in achterkant van het papier plaats daarvan de instelling Thick of mogelijk witte plekken bij Coated.
Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. U gebruikt mogelijk een Gebruik speciaal papier van EPSON of papiersoort die niet geschikt is effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor de printer. voor optimale resultaten. Zie "Beschikbaar papier"...
Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie "Beschikbaar papier" op pagina 25 voor informatie over geschikte papiersoorten.
Plaats het papier weer in de printer. De toner is mogelijk op. Zie "Ontwikkelingsrol" op pagina 162 als in het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is. Er is mogelijk een probleem Vervang de fotogeleidingseenheid.
De afdruk is licht of vaag Oorzaak Oplossing Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. Mogelijk is de Schakel de tonerbesparingsmodus uit tonerbesparingsmodus in de printerdriver. geactiveerd. Er is mogelijk een probleem Vervang de fotogeleidingseenheid. Zie met de fotogeleidingseenheid.
Problemen met de papierverwerking Het papier wordt niet op de juiste wijze ingevoerd Oorzaak Oplossing De instelling voor de Controleer of u in de toepassing de papierbron is mogelijk juiste papierbron hebt geselecteerd. verkeerd. Er zit mogelijk geen papier in Plaats papier in de lade.
Beschikbaar papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
Gewicht: 91 tot 163 g/m Laserprinterpapier EPSON Color Laser Paper Transparanten EPSON Color Laser Transparencies Gecoat papier EPSON Color Laser Coated Paper Gekleurd papier Niet-gecoat Papier met briefhoofd Het papier en de inkt van briefhoofden moeten geschikt zijn voor laserprinters.
EPSON Color Laser Transparencies A4 (210 × 297 mm) Formaat: Letter (8,5 × 11 inch) Papierbron: Alleen MP-lade EPSON Color Laser Coated Paper A4 (210 × 297 mm) Formaat: Papierbron: Alleen MP-lade (als Coated of Coated (Back) is geselecteerd bij Paper Type in de...
Printer Algemeen Afdrukmethode: Laserscannen en droog elektrofotografisch proces 600 × 600 dpi, 300 × 300 dpi Resolutie: Afdruksnelheid bij Afdruksnelheid is afhankelijk van de papierbron en andere omstandigheden. continu afdrukken (bij A4/Letter) Afdrukken in kleur: 4 pagina's per minuut of meer Afdrukken in 16 pagina's per minuut of meer zwart-wit:...
MP-lade: Maximaal 200 vellen gewoon papier en EPSON Color Laser Paper Maximaal 10 enveloppen Maximaal 50 vellen met etiketten, zwaar papier, transparanten en EPSON Color Laser Coated Paper Optionele Maximaal 500 vellen gewoon papier en papiereenheid voor EPSON Color Laser Paper...
Technische specificaties Afmetingen en Hoogte: 406 mm gewicht: Breedte: 429 mm Diepte: 521 mm Gewicht: Ongeveer 29 kg zonder optionele onderdelen Levensduur: 5 jaar of 200.000 vellen (voor gewoon papier A4 of Letter) Elektrische specificaties Model 110 Model 220 V V/120 V tot 240 V (Model L431B)
Normen en keurmerken Model V.S.: Veiligheid UL 60950 CSA C22.2 Nr. 60950 FCC deel 15 onderdeel B klasse B CSA C108.8 klasse B Europees model: Laagspanningsrichtlijn EN 60950 73/23/EEC: EN 55022 klasse B EMC-richtlijn EN 55024 89/336/EEC EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Australisch model: AS/NZS 3548 klasse B Laserbeveiliging...
CDRH-voorschriften De afdeling CDRH (Center for Devices and Radiological Health) van de U.S. Food and Drug Administration heeft op 2 augustus 1976 de regelgeving met betrekking tot laserproducten vastgesteld. Producten die in de Verenigde Staten worden verkocht, dienen hieraan te voldoen. Met het onderstaande etiket wordt aangegeven dat de printer voldoet aan CDRH-regels.
Papierinvoer: Automatische papierinvoer Maximumcapaciteit van 500 vellen Papiersoorten: Gewoon papier, EPSON Color Laser Paper en EPSON Color Laser Coated Paper* * Dit afdrukmateriaal kan alleen met deze papierbron worden ingevoerd als Normal is geselecteerd bij Paper Type in de printerdriver.
Diepte: 340 mm Gewicht: 2,0 kg Geheugenmodule DRAM-type: Synchronous Dynamic RAM Dual In-line Memory Module (SDRAM DIMM) Geheugengrootte: 16 MB, 32 MB, 64 MB of 128 MB * Alleen DIMM's die speciaal zijn gemaakt voor EPSON-producten, zijn compatibel. Technische specificaties...
Ontwikkelingsrollen Temperatuur opslag: 0 tot 35°C (32 tot 95°F) Vochtigheid opslag: 30 tot 85% RV Levensduur van de Elk tot 1.500 pagina's van het formaat A4 cartridges die met een dekkingsgraad van 5% standaard zijn geïnstalleerd: Levensduur van Elk tot 4.500 pagina's van het formaat A4 vervangings- met een dekkingsgraad van 5% cartridges:...
Transfereenheid Temperatuur opslag: 0 tot 35°C (32 tot 95°F) Vochtigheid opslag: 30 tot 85% RV Levensduur*: 210.000 pagina's in zwart-wit bij continu afdrukken 52.500 pagina's in kleur bij continu afdrukken *Opmerking: De resultaten kunnen variëren naargelang het gebruik van de printer. De levensduur van de printer wordt mogelijk verkort wanneer u de printer herhaaldelijk laat opwarmen of wanneer u vaak enveloppen, etiketten, zwaar papier, transparanten of papier dat...
Pagina 237
Het aantal pagina's dat u kunt afdrukken voor u de tonerafvalbak moet vervangen, is afhankelijk van het type afdruk. Technische specificaties...
Start bar, Stop bar en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
Pagina 240
EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved EPSON ITF U kunt afdrukken 2 of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF controlecijfers opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF CD Num EPSON ITF Codabar...
Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturings- Microsoft Windows, Me, 98, 95, Windows XP, systeem: 2000, NT 4.0 Vaste schijf: 15 tot 30 KB vrije ruimte, afhankelijk van het...
Pagina 242
3. Dubbelklik in het dialoogvenster dat verschijnt op Install Software. 4. Klik op de knop Advanced. 5. Selecteer EPSON BarCode Font en klik op Install. 6. Volg de instructies op het scherm. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK.
Afdrukken met EPSON BarCode Fonts Volg de onderstaande instructies om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts. In deze instructies wordt uitgegaan van de toepassing Microsoft WordPad. Bij andere programma's is mogelijk een andere procedure van toepassing.
Pagina 244
3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK. Opmerking: In Windows XP, 2000 en NT 4.0 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
Pagina 245
5. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Eigenschappen. Geef de volgende instellingen op voor de driver. AL-C1900 is een op host geïmplementeerde kleurenprinter. Zie op host geïmplementeerde driver voor kleurenprinters in de onderstaande tabel.
Opmerking: Als er een fout voorkomt in de tekenreeks van de streepjescode, bijvoorbeeld onjuiste gegevens, wordt de streepjescode afgedrukt zoals weergegeven op het scherm. De streepjescode kan dan niet door een streepjescodelezer worden gelezen. Streepjescodes invoeren en opmaken Houd bij het invoeren en opmaken van de tekens voor een streepjescode rekening met het volgende: Voeg geen schaduwen of andere opmaak toe aan de tekens, zoals vet, cursief en onderstrepingen.
Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals Start bar en Stop bar worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in "Specificaties...
Pagina 248
De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-8 EPSON EAN-13 EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9)
Pagina 249
De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-13 EPSON UPC-A UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens...
Pagina 250
De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Middenbalk Controlecijfer OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-A EPSON UPC-E UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 6 tekens...
Pagina 251
Linker-/rechtermarge Linker-/rechterafsluitbalk Controlecijfer OCR-B Het getal "0" Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-E EPSON Code39 Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
Pagina 252
Typ spaties in Code39-streepjescodes als "_" onderstrepingstekens. Als u twee of meer streepjescodes op één regel wilt afdrukken, scheidt u ze met een tab of selecteert u een ander lettertype en typt u een spatie. Als u een spatie invoert voor een Code39-lettertype, wordt de streepjescode niet correct opgebouwd.
Pagina 253
Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
Pagina 254
In sommige toepassingen worden spaties aan het einde van een regel automatisch verwijderd of worden meerdere, opeenvolgende spaties omgezet in tabs. In dit soort toepassingen worden streepjescodes met spaties mogelijk niet goed afgedrukt. Als u twee of meer streepjescodes op één regel wilt afdrukken, scheidt u ze met een tab of selecteert u een ander lettertype en typt u een spatie.
Pagina 255
Bij Interleaved 2-of-5 worden elke twee opeenvolgende tekens als een set beschouwd. Als het aantal tekens oneven is, wordt met EPSON ITF-lettertypen automatisch een nul aan het begin van de tekenreeks toegevoegd. Werken met lettertypen...
Pagina 256
Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Onbeperkt Tekengrootte Als OCR-B niet wordt gebruikt: 26 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/NT). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52 pt, 78 pt en 104 pt. Als OCR-B wordt gebruikt: 36 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/NT).
Pagina 257
Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num EPSON Codabar Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
Pagina 258
Aanbevolen grootten zijn 36 pt, 72 pt, 108 pt en 144 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: Onbedrukte linker-/rechterzone Start-/stopteken (indien niet ingevoerd) Controlecijfer Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Werken met lettertypen...
Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. De namen van alle lettertypen worden weergegeven in de lettertypenlijst van de toepassing als u de driver gebruikt die bij de printer wordt geleverd. Gebruikt u een andere driver, dan zijn deze lettertypen mogelijk niet beschikbaar.
EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
3. Druk op Omlaag d om het lettertype voor de juiste modus te selecteren. 4. Druk op Enter om het vel met het geselecteerde lettertype af te drukken. Nieuwe lettertypen toevoegen U kunt talloze lettertypen installeren op de computer. De meeste pakketten met lettertypen bevatten een installatieprogramma.
EPSON Font Manager (alleen Windows) EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. EPSON Font Manager installeren Volg de onderstaande instructies om EPSON Font Manager te installeren. 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer.
Pagina 265
3. Dubbelklik in het dialoogvenster dat verschijnt op Install EPSON Font Manager. U kunt ook Install EPSON Font Manager selecteren en op de pijl rechtsboven klikken. 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK.
Als de printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de probleemoplossingsinformatie in deze handleiding, kunt u contact opnemen met de EPSON-klantenservice. We kunnen u sneller helpen als u ons de volgende informatie geeft: Serienummer van de printer U vindt dit nummer op de achterzijde van de printer.
Voor gebruikers in Noord-Amerika Als u de printer hebt aangeschaft in de Verenigde Staten of Canada, biedt Epson 24 uur per dag technische ondersteuning via de elektronische ondersteuningsservices en geautomatiseerde telefoonservices die zijn opgenomen in de volgende tabel: Service Toegang...
Op de volgende websites is elektronische ondersteuning 24 uur per dag beschikbaar: Service Toegang Internet De website van EPSON voor Latijns-Amerika: http://www.latin.epson.com. De website van Epson voor Brazilië: http://www.epson.br. Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken, belt u naar een van de onderstaande nummers:...
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland Als u het product in het Verenigd Koninkrijk of Ierland hebt aangeschaft, biedt EPSON (UK) Limited u een groot aantal services en technische ondersteuning. Ondersteuning via Internet Informatie over de nieuwste EPSON-producten, drivers,...
Pagina 271
1 800 409132. De helpdesk is ook bereikbaar via fax (01442 227271 in het Verenigd Koninkrijk en 0044 1442 227271 in Ierland) en e-mail (info@epson.co.uk). U kunt hier terecht voor: Productinformatie en brochures van nieuwe EPSON-producten (ook beschikbaar via onze website op http://www.epson.co.uk)
Voor gebruikers in Duitsland EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Straße 2 46569 Hünxe http://www.epson.de/support Frankrijk Support Technique EPSON France 0 821 017 017 (2,21 F la minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour...
Woordenlijst afdrukstand Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. Met de afdrukstand staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt, met liggend in de lengte. buffer Zie geheugen. ColorSync Macintosh-software waarmee u kleuren kunt afdrukken volgens het WYSIWYG-concept (what you see is what you get).
Pagina 276
halftoon Een afbeelding met grijswaarden die uit kleine punten bestaat. Grijze, witte en zwarte gebieden worden gemaakt door de punten met meer of minder tussenruimte af te drukken. Krantenfoto's zijn een voorbeeld van halftoonafbeeldingen. initialiseren Standaardinstellingen (vaste reeks waarden) van de printer opgeven. interface De verbinding tussen de printer en de computer.
Pagina 277
puntgrootte De hoogte van een bepaald lettertype gemeten vanaf de bovenkant van het grootste teken tot aan de onderkant van het laagste teken. Een punt is een typografische eenheid en komt overeen met 1/72 van een inch. Random Access Memory. Het gedeelte van het printergeheugen dat wordt gebruikt als buffer en als opslagplaats van tekens die door de gebruiker zijn ingesteld.
Pagina 278
tekenreeks Een verzameling letters, cijfers en symbolen die in een bepaalde taal worden gebruikt. toner Ontwikkelingsrollen bevatten gekleurd poeder dat wordt gebruikt om afbeeldingen op het papier af te drukken. Woordenlijst...
Pagina 280
154 selecteren, 30 interfacekaarten, 157 voor EPSON Color Laser Coated interfacekaarten Paper, 38 installeren, 157 voor EPSON Color Laser Paper, 37 verwijderen, 160 voor EPSON Color Laser Transparencies, 38 Papiereenheid voor 500 vellen specificaties, 233 Klaar, 189 papiereenheid voor 500 vellen...
Pagina 281
(Windows), 53 speciaal afdrukmateriaal van EPSON afdrukindeling (Macintosh), 91 EPSON Color Laser Coated afdrukindeling (Windows), 56 Paper, 26 afdrukkwaliteit (Macintosh), 84 EPSON Color Laser Paper, 25 afdrukkwaliteit (Windows), 46 EPSON Color Laser automatische instelling Transparencies, 25 (Macintosh), 84 statuslampjes, 189...