Pagina 1
Informatiebronnen Installatiehandleiding (deze handleiding) Bevat informatie over waar u de printer moet plaatsen, hoe u de printer monteert en hoe u de printerdriver installeert. Gebruikershandleidingen Op de cd-rom die bij de printer is geleverd, vindt u naast de printerdriver tevens de volgende handleidingen.
Evenmin kan SEIKO EPSON CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) het niet strikt volgen van de bedienings- en...
Veiligheidsvoorschriften Voorzorgsmaatregelen voor laserprinters Deze printer maakt gebruik van lasertechnologie. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken. Raak nooit de fixeereenheid of de CAUTION HIGH omgeving van de eenheid TEMPERATURE aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees de volgende voorschriften voordat u de printer gaat gebruiken. Zonder geïnstalleerde verbruiksgoederen weegt de printer 29,2 kg. De printer moet door twee personen worden getild en verplaatst, op de hieronder aangegeven manier. Rechts Links Neem de waarschuwingen en voorschriften op de printer in acht.
Pagina 7
Gebruik geen stopcontacten waarop andere apparaten zijn aangesloten. De gleuven en openingen aan de zijkanten van de printer zijn bedoeld voor ventilatie. Blokkeer deze gleuven en openingen niet zodat de ventilatie ongehinderd verloopt. Plaats de printer niet op een zachte ondergrond, zoals een bed of zitbank, of in een kleine ruimte waar weinig of geen ventilatie mogelijk is.
Pagina 8
De printer functioneert niet naar behoren of de prestaties nemen aanzienlijk af. D. De printer is gevallen of de behuizing is beschadigd. Het netsnoer is beschadigd of gerafeld. Houd rekening met het volgende als u de printer wilt gebruiken in Duitsland: De installatiebehuizing moet zijn beschermd met een stroomonderbreker van 10 of 16 ampère om afdoende bescherming tegen kortsluiting te bieden en om te voorkomen...
De aanbevolen grenswaarde bedraagt 0,1 deeltjes per miljoen (ppm), uitgedrukt als een gemiddelde concentratie over een periode van 8 uur. De EPSON AcuLaser C4000 genereert minder dan 0,1 ppm bij acht uur ononderbroken afdrukken. Risicobeperking Om het risico op blootstelling aan ozon tot een minimum te...
Niet recht in het gezicht van de gebruiker worden geblazen. Rechtstreeks uit het gebouw worden geleid (indien mogelijk). Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk De EPSON AcuLaser C4000 maakt gebruik van een halfgeleiderlaser. De laser vormt geen gevaar wanneer de instructies in deze handleiding nauwkeurig worden gevolgd.
Het gebruik van onderdelen Epson (UK) Limited kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksgoederen die niet zijn aangemerkt als Original EPSON Products of EPSON Approved Products door Epson (UK) Limited.
Plaats voor de printer bepalen Plaats de printer zo dat deze goed bediend en onderhouden kan worden. In de onderstaande illustratie wordt aangegeven hoeveel ruimte u minstens vrij moet laten. 10 cm 20 cm 60 cm 15 cm 143,8 cm 35,0 cm 79,5 cm Als u de optionele papiereenheid met grote capaciteit onder de...
Pagina 14
Plaats computer en printer niet in de buurt van mogelijke bronnen van elektromagnetische storingen, zoals luidsprekers en basisstations van draadloze telefoons. Let op: Laat rond de printer voldoende ruimte vrij voor een goede ventilatie. Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte, vocht of stof.
Printer monteren Tonercartridges installeren Voorzorgsmaatregelen bij het plaatsen van cartridges: Plaats de tonercartridges altijd op een schoon en effen oppervlak. Wanneer er toner op uw huid of kleding valt, wast u dit direct af met water en zeep. Als u een tonercartridge van een koude in een warme ruimte brengt, moet u ten minste een uur wachten voor u de cartridge gebruikt om schade door condensatie te voorkomen.
Pagina 16
2. U ziet nu de sleuf met dezelfde kleur als de cartridge. Zwart Cyaan Magenta Geel 3. Schud de tonercartridge goed. Opmerking: Verwijder de beschermstrook nog niet. 4. Houd de tonercartridge vast zoals hieronder wordt weergegeven en plaats de cartridge in de juiste sleuf. Printer monteren...
Pagina 17
5. Draai de uiteinden van de tonercartridge totdat deze vastklikken. Opmerking: Pak de uiteinden met beiden handen vast en draai totdat ze vastklikken. Let op: Zorg dat het uiteinde geheel vergrendeld is. Anders kan de tonercartridge gaan lekken of andere problemen veroorzaken. 6.
7. Plaats de andere tonercartridges op dezelfde manier. 8. Plaats de bovenste klep. Fotogeleidingseenheid installeren Voorzorgsmaatregelen bij het plaatsen van fotogeleidingseenheden: De fotogeleidingseenheid weegt 4,5 kg. Houd de eenheid goed vast aan het handvat als u deze draagt. Printer monteren...
Pagina 19
Stel de fotogeleidingseenheid bij het plaatsen niet langer dan vijf minuten bloot aan licht. De eenheid bevat een lichtgevoelige rol. Als u de rol blootstelt aan licht, kunnen er donkere of lichte vlekken ontstaan op de afdrukken. Ook slijt de rol dan sneller. Wanneer u de eenheid voor langere tijd uit de printer verwijdert, kunt u deze het beste afdekken met een ondoorzichtige doek.
Pagina 20
2. Open klep D. 3. Pak de nieuwe fotogeleidingseenheid en scheur het bovenste gedeelte van de zak langs de stippellijn af, zodat het handvat vrijkomt. Pak dan het handvat vast en verwijder het piepschuim. Scheur de zak verder open langs de stippellijn. Opmerking: Houd de cartridge vast zoals hieronder wordt weergegeven.
Pagina 21
4. Verwijder het beschermvel en -materiaal. Houd het handvat daarbij vast zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: Raak het oppervlak van de rol niet aan en maak er geen krassen op. Raak de rol niet aan; huidvetten kunnen het oppervlak definitief beschadigen en de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
Pagina 22
6. Houd het handvat goed vast en plaats de fotogeleidingseenheid in de printer, waarbij de zijden van de eenheid in de sleuf glijden. 7. Sluit de kleppen D en A. Printer monteren...
Optionele onderdelen installeren Wanneer u optionele onderdelen voor de printer hebt aangeschaft, moet u deze installeren voordat u de printer aansluit op het elektriciteitsnet. Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd-rom met de printersoftware voor informatie over het installeren van de optionele papiereenheid met grote capaciteit. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de vaste schijf, geheugenmodules, de ROM-module en optionele interfacekaarten kunt installeren.
Pagina 24
2. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 3. Verwijder de printplaat. Houd deze vast aan de hendels aan de linker- en rechterzijde. Optionele onderdelen installeren...
4. U ziet nu de sleuven waarin de vaste schijf, geheugenmodules en de ROM-module kunnen worden geïnstalleerd. Socket voor vaste schijf Geheugensleuf Geheugensleuf ROM-sleuf A Zie het volgende gedeelte voor informatie over het installeren van de vaste schijf. Zie “Geheugenmodule installeren” op pagina 23 voor informatie over het installeren van geheugenmodules.
Pagina 26
Let op: Voordat u de vaste schijf installeert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Waarschuwing: Wees voorzichtig wanneer u onderdelen in de printer plaatst of vervangt.
3. Bevestig de vaste schijf met de meegeleverde schroeven. Opmerking: Zorg dat u de kabel niet beschadigt bij het vastdraaien van de schroeven. Let op: Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet. Ga naar “Printplaat plaatsen” op pagina 27 als u geen andere optionele onderdelen wilt installeren.
Pagina 28
DIMM-modules zijn bij verschillende leveranciers verkrijgbaar. Controleer of de modules aan de volgende eisen voldoen: DRAM-type Synchronous Dynamic RAM Dual In-line Memory Module (SDRAM DIMM) Geheugengrootte 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB CAS-latentie CL = 2 Type 168-pins, 64 bit, 3,3 V met SPD* Compatibel met PC 100...
2. Duw de DIMM-module recht in de sleuf, totdat de klemmen omhoog komen en de geheugenmodule vast zit. Let op: Forceer de DIMM niet. Controleer of u de module op de juiste manier in de sleuf plaatst. Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet.
Pagina 30
1. Plaats de ROM-module in sleuf A zoals hieronder wordt weergegeven, totdat de klem omhoog komt en de ROM-module vast zit. Let op: Forceer de ROM-module niet. Controleer of u de ROM-module op de juiste manier in de sleuf plaatst. Verwijder geen modules van de printplaat.
Pagina 31
Printplaat plaatsen 1. Schuif de printplaat in de printer. 2. Schroef de printplaat vast met de twee schroeven. Druk een statusvel af om te controleren of de optionele onderdelen correct zijn geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 32 voor informatie over het afdrukken van een statusvel.
Interfacekaart installeren De printer is geleverd met een interfacesleuf van type B. Er zijn diverse optionele interfacekaarten beschikbaar waarmee u de interfacemogelijkheden van de printer kunt uitbreiden. Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd-rom met de printersoftware voor meer informatie over optionele interfacekaarten.
Pagina 33
3. Verwijder de schroeven en de klep van de interfacesleuf aan de achterzijde van de printer. Opmerking: Bewaar de klep van de sleuf goed. Wilt u de interfacekaart later verwijderen, dan moet u deze klep opnieuw plaatsen. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot.
Printer testen en aansluiten Printer op het elektriciteitsnet aansluiten 1. Controleer of u het juiste netsnoer hebt voor de voedingsbron. Let op: Het voltage van de printer kan niet worden gewijzigd. Als het vereiste voltage en de netspanning niet overeenkomen, neemt u contact op met de leverancier.
Printer testen Papier plaatsen 1. Open de MP-lade en schuif de uitbreidingslade uit. MP-lade Uitbreidingslade 2. Waaier een stapel A4-papier los en klop het papier op een vlakke ondergrond. Plaats het papier in MP-lade. Schuif de geleiders tegen het papier Afdrukbare zijde naar beneden Printer testen en aansluiten...
Statusvel afdrukken 1. Zet de printer aan. Na ongeveer 30 seconden wordt Gereed weergegeven op de printer. Opmerking: Deze tijd kan enigszins afwijken, afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen. 2. Druk drie keer op Enter . De printer drukt een statusvel af. Enter 3.
Kleurenregistratie controleren Nadat de printer is gemonteerd, moet u de kleurenregistratie controleren op eventuele afwijkingen bij de uitlijning. Volg de onderstaande instructies om de kleurenregistratie te controleren. 1. Zet de printer aan. 2. Plaats het papier in MP-lade. 3. Controleer of Gereed of Standby wordt weergegeven op de printer en druk twee keer op Enter op het bedieningspaneel.
Pagina 38
Uitlijning van de kleurenregistratie aanpassen 1. Controleer of Gereed of Standby wordt weergegeven op de printer en druk op Enter om de menu’s op het bedieningspaneel te openen. 2. Druk een paar keer op Omlaag , totdat Menu Setup wordt weergegeven.
Printer aansluiten op de computer Gebruik een parallelle STP-kabel die geschikt is voor IEEE-1284 om de computer aan te sluiten op de ingebouwde interface van de printer. Opmerking: Als u de printer via een geïnstalleerde optionele interfacekaart wilt aansluiten op de computer, hebt u een ander type kabel nodig. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de interfacekaart.
Macintosh-besturingssystemen. Met deze software kunt u diverse instellingen opgeven, zoals de afdrukkwaliteit en het papierformaat. EPSON Status Monitor 3 Met EPSON Status Monitor 3 kunt u informatie weergeven over de status van de printer, zoals de hoeveelheid resterende toner en eventuele foutmeldingen. Opmerking: Raadpleeg de Gebruikershandleiding op de cd-rom met de printersoftware voor informatie over het installeren van de software.
Pagina 41
2. Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-romstation. Het volgende venster verschijnt. Opmerking: Als het installatieprogramma van EPSON niet automatisch wordt gestart, dubbelklikt u op het pictogram Deze computer en klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram CD-rom. Kies vervolgens op Openen in het menu dat verschijnt.
Gebruikers van Windows XP: Mogelijk verschijnt het volgende dialoogvenster als u de printerdriver installeert. Als dit gebeurt, klikt u op Toch doorgaan om verder te gaan met de installatie. Extra drivers Als de printer wordt gedeeld met andere computers (clients) via een netwerk en voor de afdrukserver Windows 2000 of Windows 4.0 wordt gebruikt, kunt u de printerdriver voor het besturingssysteem van de client installeren als extra...
Pagina 43
Macintosh De Macintosh-computer moet aan het volgende voldoen: Mac OS 8.1 of hoger* (behalve voor Mac OS X) * Controleer of Caps Lock is uitgeschakeld voordat u QuickDraw uitschakelt. Start vervolgens de computer opnieuw op, terwijl u de spatiebalk ingedrukt houdt. Extensiebeheer wordt geopend.
5. Klik op Install en volg de instructies op het scherm. Printer selecteren in de Kiezer Als u de printerdriver hebt geïnstalleerd, opent u de Kiezer om de printer te selecteren. Voer deze procedure uit wanneer u de printer voor de eerste keer gebruikt of op een andere printer wilt afdrukken.
Online handleidingen afdrukken Als u de printerdriver hebt geïnstalleerd, kunt u de online handleiding op de cd-rom met printersoftware afdrukken. Windows 1. Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-romstation. Opmerking: Als u de online handleiding wilt weergeven en lezen, moet Acrobat Reader 4.0 of hoger zijn geïnstalleerd op de computer.
Pagina 46
Macintosh 1. Plaats de cd-rom met software die bij de printer is geleverd in het cd-romstation. Opmerking: Als u de online handleiding wilt weergeven en lezen, moet Acrobat Reader 4.0 of hoger zijn geïnstalleerd op de computer. 2. Dubbelklik op de map User Guides. 3.