Download Print deze pagina
Epson AcuLaser C4000 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor AcuLaser C4000:

Advertenties

Installatiehandleiding
Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer
en het installeren van de printerdriver.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties,
optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en
technische specificaties.
Beheerdershandleiding (op de cd-rom)
Hierin vindt u informatie voor netwerkbeheerders met
betrekking tot de printerdriver en netwerkinstellingen.
1

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson AcuLaser C4000

  • Pagina 1 Installatiehandleiding Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Beheerdershandleiding (op de cd-rom) Hierin vindt u informatie voor netwerkbeheerders met betrekking tot de printerdriver en netwerkinstellingen.
  • Pagina 3 Evenmin kan SEIKO EPSON CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de V.S.) het niet strikt volgen van de bedienings- en...
  • Pagina 5 Beschikbaar papier ........17 Speciaal afdrukmateriaal van EPSON....17 Normaal papier.
  • Pagina 6 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3....84 EPSON Status Monitor 3 ......84 EPSON Status Monitor 3 installeren.
  • Pagina 7 Printersoftware verwijderen .......100 Printerdriver en EPSON Status Monitor 3 verwijderen ..100 Alleen EPSON Status Monitor 3 verwijderen ... .103 Hoofdstuk 4 Printer instellen in een netwerk Printer delen .
  • Pagina 8 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3... . . 155 EPSON Status Monitor 3 ......155 EPSON Status Monitor 3 openen .
  • Pagina 9 Hoofdstuk 7 Optionele onderdelen Papiereenheid met grote capaciteit......207 Optionele papiereenheid met grote capaciteit installeren ..... .209 Papiereenheid met grote capaciteit verwijderen .
  • Pagina 10 Hoofdstuk 9 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen ....... . 281 Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen .
  • Pagina 11 Emulatiemodus I239X........348 EPSON GL/2-modus ........348 Appendix C Werken met lettertypen Beschikbare lettertypen .
  • Pagina 12 Appendix D Contact opnemen met de klantenservice Voor gebruikers in Noord-Amerika ......376 Voor gebruikers in Latijns-Amerika ......377 Voor gebruikers in Europa .
  • Pagina 13 Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer. Veiligheidsvoorschriften Om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken, moet u deze voorzorgsmaatregelen in acht nemen:...
  • Pagina 14 Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Steek uw hand niet te ver in de fixeereenheid. Sommige onderdelen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
  • Pagina 15 Als u een tonercartridge of een fotogeleidingseenheid van een koude in een warme ruimte brengt, moet u ten minste één uur wachten voor u de cartridge of eenheid gebruikt om schade door condensatie te voorkomen. Stel de fotogeleidingseenheid bij het plaatsen niet langer dan vijf minuten bloot aan licht.
  • Pagina 16 Als u andere instellingen wijzigt, beschadigt u mogelijk de printer. NERGY ® Als internationaal NERGY -partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het internationale ® NERGY -programma inzake doeltreffend energieverbruik. ®...
  • Pagina 17 Voorzorgsmaatregelen bij in- en uitschakelen Schakel de printer in volgende gevallen niet uit: Binnen 30 seconden nadat de printer is ingeschakeld. Wacht totdat de tekst       in het LCD-scherm verschijnt. Als het lampje Klaar knippert. Als het lampje Gegevens knippert.
  • Pagina 19 Hoofdstuk 1 Printeronderdelen en -functies Printeronderdelen 1. bedieningspaneel 2. bovenste klep 3. uitvoerlade 4. aan/uit-schakelaar 5. vergrendeling van klep B 6. vergrendeling van klep A 7. onderste standaardpapierlade 8. MP-lade (multi-purpose) 9. uitbreidingslade Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 20 1. netsnoeraansluiting 2. stopper 3. afdekklepje van sleuf voor interfacekaart 4. Ethernet-connector 5. parallelle connector 6. USB-connector Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 21 1. transfereenheid 2. fixeereenheid 3. fotogeleidingseenheid 4. tonercartridge 5. klep D Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 22 Bedieningspaneel LCD-scherm Hierop worden de statusberichten van de printer en de instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. 2, 3, Omhoog/Enter/ Met deze knoppen kunt u de menu’s van 4, 5 Omlaag/Terug het bedieningspaneel openen. Hierin kunt u printerinstellingen opgeven en de status van verbruiksgoederen controleren.
  • Pagina 23 Taak annuleren Druk één keer op deze knop om de huidige afdruktaak te annuleren. Druk langer dan twee seconden op de knop om alle taken uit het printergeheugen te verwijderen, waaronder de taken die momenteel worden ontvangen, op de vaste schijf worden opgeslagen of worden afgedrukt.
  • Pagina 24 Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Optionele onderdelen U kunt een van de volgende optionele onderdelen installeren om de functionaliteit van de printer uit te breiden: De papiereenheid met grote capaciteit (C12C813861) bevat twee papierladen. Hiermee verhoogt u de capaciteit van de papierinvoer met maximaal 1000 vellen.
  • Pagina 25 S051081 Transfereenheid S053006 Fixeereenheid 120/220 S053008/S053007* * Productnummer varieert per land. Met de speciale afdrukmaterialen van EPSON in de onderstaande lijst krijgt u het beste afdrukresultaat. EPSON Color Laser Paper (A4) S041215 EPSON Color Laser Paper (Letter) S041218 EPSON Color Laser Transparencies (A4)
  • Pagina 26 Gebruik deze functie voor elke afdruktaak om kosten te drukken en bronnen te besparen. ® NERGY -partner, beveelt EPSON het gebruikt van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Neem de ® NERGY -normen door als u meer wilt weten over het ®...
  • Pagina 27 Functie voor reserveertaken Met de functie voor reserveertaken kunt u een afdruktaak opslaan op de vaste schijf van de printer en kunt u deze taak op elk moment via het bedieningspaneel afdrukken zonder dat u hiervoor de computer hoeft te gebruiken. U kunt ook één exemplaar afdrukken om de inhoud te controleren voordat u meerdere exemplaren afdrukt.
  • Pagina 28 Windows en “Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven” op pagina 130 voor Macintosh. Resolution Improvement Technology (RITech) RITech (Resolution Improvement Technology) is de originele printertechnologie van EPSON waarmee de afdrukkwaliteit van lijnen, tekst en afbeeldingen wordt verbeterd. Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 29 De printer is zeer gevoelig voor vocht. Bewaar papier in een droge omgeving. Speciaal afdrukmateriaal van EPSON EPSON biedt speciaal afdrukmateriaal voor deze printer. EPSON Color Laser Paper U kunt dit materiaal in de MP-lade, de onderste standaardpapierlade of de optionele papiereenheid met grote capaciteit plaatsen.
  • Pagina 30 Gebruik de bovenstaande afdrukmaterialen niet in andere printers, tenzij dit in de documentatie wordt aangeraden. EPSON Color Laser Coated Paper Dit papier is zwaarder en glanst meer dan EPSON Color Laser Paper. Als u vanuit de MP-lade wilt afdrukken op EPSON Color Laser Coated Paper, kiest u Coated bij Paper Type in de printerdriver.
  • Pagina 31 Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer altijd het afdrukmateriaal uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 32 Etiketten die gemakkelijk loslaten of niet de volledige oppervlakte van het achtervel bedekken Gecoat papier of gekleurd papier met een speciaal oppervlak, behalve EPSON Color Laser Coated Paper Papier met ringbandgaten of geperforeerd papier Papier met lijm, nietjes, paperclips of plakstrips...
  • Pagina 33 Extreem zwaar of licht papier Papier dat te glad of te ruw is Papier met een verschillende voor- en achterzijde Gevouwen, gekreukeld, golvend of gescheurd papier Papier met een onregelmatige vorm, of papier waarvan de hoeken niet recht zijn Papierbronnen In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen gebruikt kunnen worden.
  • Pagina 34 88,9 × 139,7 mm minimum Extra zwaar papier Een stapel met een 215,9 × 457,2 mm maximum Gewicht: 160 tot dikte van 10 mm 216 g/m² EPSON Color A4, Letter (LT) Tot 100 vellen Laser Paper (totale dikte: minder dan 10 mm) EPSON Color...
  • Pagina 35 Maximaal 500 vellen Executive (EXE), (totale dikte: Letter (LT), minder dan 58 mm) Legal (LGL), Government Legal (GLG) EPSON Color Laser A4, Letter (LT) Maximaal 500 vellen Paper EPSON Color Laser Maximaal 500 vellen Coated Paper Papiereenheid met grote capaciteit Deze eenheid bevat twee papierladen.
  • Pagina 36 Papierbron selecteren U kunt een papierbron handmatig instellen of de printer zo instellen dat de papierbron automatisch wordt geselecteerd. Handmatig selecteren U kunt een papierbron handmatig selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. Printerdriver In Windows opent u de printerdriver, klikt u op de tab Basic Settings en selecteert u de gewenste papierbron in de lijst Paper Source.
  • Pagina 37 Opmerking: Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven. Wanneer u bij Paper Size de instelling voor enveloppen opgeeft, kunnen deze alleen via de MP-lade worden ingevoerd, ongeacht de instelling bij Paper Source.
  • Pagina 38 95, 2000 of NT 4.0, dan klikt u op Start en kiest u Instellingen en Printers . Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en kiest u Eigenschappen (in Windows Me, 98 of 95), Voorkeursinstellingen voor afdrukken (in Windows XP of 2000) of Standaardwaarden document (in Windows NT 4.0).
  • Pagina 39 5. Druk een document af vanuit de toepassing. Op het LCD-scherm wordt           en het geselecteerde paginaformaat weergegeven. 6. Druk op Start/Stop o m af te drukken. Er wordt een vel papier ingevoerd en afgedrukt.
  • Pagina 40 MP-lade, de onderste standaardpapierlade en de optionele papiereenheid met grote capaciteit. Zie ook “Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal” op pagina 35 als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt, zoals EPSON Color Laser Coated Paper, EPSON Color Laser Transparencies of enveloppen. MP-lade De MP-lade is de meeste flexibele papierbron waarin u verschillende papierformaten en materiaalsoorten kunt plaatsen.
  • Pagina 41 In de onderste standaardpapierlade en de optionele papiereenheid met grote capaciteit moet u het papier op dezelfde manier plaatsen. Naast gewoon papier kunt u in de onderste papierladen ook speciaal afdrukmateriaal gebruiken, zoals EPSON Color Laser Paper. Papierverwerking...
  • Pagina 42 Opmerking: Gebruik de bijgeleverde etiketten voor papierformaten om het gebruikte papierformaat in de laden aan te geven. In Windows moet u de optionele papiereenheid met grote capaciteit kiezen in het menu Optional Settings van de printerdriver nadat u de eenheid op de printer hebt geïnstalleerd. Volg de onderstaande instructies om papier in de onderste standaardpapierlade of de papiereenheid met grote capaciteit te plaatsen.
  • Pagina 43 2. Stel de geleiders af op het formaat van het papier dat u wilt plaatsen. Trek de achterste geleider naar voren zodat u deze kunt verschuiven. 3. Waaier een stapel papier los om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken. Klop de stapel recht op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen.
  • Pagina 44 4. Plaats de stapel papier tegen de achter- en rechterzijde van de papierlade. Controleer of het papier onder de metalen draadklem zit met de afdrukzijde naar boven. Opmerking: Als u te veel papier in de papierlade plaatst, kan dit papierstoringen veroorzaken. Papierverwerking...
  • Pagina 45 Wanneer u A5-papier plaatst, moet u de aanpassingsklem bevestigen die bij de papierlade is geleverd, zoals hieronder wordt weergegeven. Papierverwerking...
  • Pagina 46 5. Stel de geleiders af op het formaat van het papier dat u wilt plaatsen. 6. Plaats de papierinvoerlade voorzichtig in de printer en duw de lade naar achteren. 7. Gebruik het bedieningspaneel van de printer om de instelling bij        te selecteren die overeenkomt met de papiersoort in de printer.
  • Pagina 47 Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer altijd het afdrukmateriaal uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 48 Extended Settings in het menu Optional Settings. In Macintosh klikt u op het pictogram Extended Settings in het dialoogvenster Basic Settings. Als u op beide zijden van EPSON Color Laser Coated Paper wilt afdrukken met de duplexer, selecteert u Plain . Papierverwerking...
  • Pagina 49 EPSON Color Laser Transparencies EPSON raadt het gebruik van EPSON Color Laser Transparencies aan. Opmerking: U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op transparanten. Transparanten kunnen alleen in de MP-lade worden geplaatst. De stapel transparanten mag maximaal 10 mm hoog zijn. Voor...
  • Pagina 50 Als u transparanten in de MP-lade plaatst, moet u de transparanten invoeren met de korte zijde naar voren en de afdrukzijde naar beneden. Hebt u de transparanten niet correct geplaatst, dan wordt het bericht                 weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 51 Enveloppen De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. Let op: Gebruik geen vensterenveloppen tenzij deze speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Het plastic van de meeste soorten vensterenveloppen smelt wanneer het in contact komt met de fixeereenheid.
  • Pagina 52 U kunt deze instellingen ook opgeven via het menu Papierbak en het menu Setup op het bedieningspaneel. Std Papierbak (in het menu   ,   ! , "  ,  # ,  $ , % & # Papierbak): Pap soort (in het menu Setup): ' (   ...
  • Pagina 53 Etiketten kunnen alleen in de MP-lade worden geplaatst. De stapel etiketten mag maximaal 10 mm hoog zijn. Voor etiketten moet u de volgende papierinstellingen gebruiken: Geef de instellingen op in het menu Basic Settings (Windows) of het dialoogvenster Basic Settings (Macintosh) in de printerdriver zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 54 Zwaar papier Zwaar papier kan alleen in de MP-lade worden geplaatst. De stapel papier mag maximaal 10 mm hoog zijn. Voor zwaar papier moet u de volgende papierinstellingen gebruiken: Geef de instellingen op in het menu Basic Settings (Windows) of het dialoogvenster Basic Settings (Macintosh) in de printerdriver zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 55 Extra zwaar papier Extra zwaar papier kan alleen in de MP-lade worden geplaatst. De stapel mag maximaal 10 mm hoog zijn. Voor extra zwaar papier moet u de volgende papierinstellingen gebruiken: Geef de instellingen op in het menu Basic Settings (Windows) of het dialoogvenster Basic Settings (Macintosh) in de printerdriver zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 56 Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier met een niet-standaardformaat in de MP-lade plaatsen als dit voldoet aan de volgende vereisten voor formaat en gewicht: 88,9 × 139,7 mm tot Gewoon papier 215,9 × 355,6 mm (Gewicht: 60 tot 105 g/m²) 88,9 ×...
  • Pagina 57 U kunt EPSON Status Monitor 3 openen via het tabblad Utility in de printerdriver. Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren met EPSON Status Monitor 3” op pagina 84 voor meer informatie. Printerdriver openen U kunt de printerdriver rechtstreeks openen vanuit een toepassing of vanuit Windows.
  • Pagina 58 Start , gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers . Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en kiest u Eigenschappen (in Windows Me, 98 of 95), Voorkeursinstellingen voor afdrukken (in Windows XP of 2000) of Standaardwaarden document (in Windows NT 4.0).
  • Pagina 59 Opmerking: U kunt alleen afdrukken met 1200 dpi als de emulatiemodus ESC/Page, ESC/Page Color of PS3 is ingeschakeld. Als u wilt afdrukken met 1200 dpi, selecteert u het keuzerondje Advanced op het tabblad Basic Settings. Vervolgens stelt u de afdrukkwaliteit in op 1200 dpi in het dialoogvenster More Settings. 1.
  • Pagina 60 Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren. Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera of digitale camera.
  • Pagina 61 Geschikt voor het afdrukken van foto’s. PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance 4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
  • Pagina 62 ICM (niet voor Windows NT 4.0) Met ICM (Image Color Matching) worden de kleuren van de afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op het scherm. sRGB Als u apparatuur gebruikt die ondersteuning biedt voor sRGB, wordt de functie ICM uitgevoerd voor deze apparatuur voordat er wordt afgedrukt.
  • Pagina 63 1. Selecteer het keuzerondje Advanced op het tabblad Basic Settings en klik op More Settings . Het volgende dialoogvenster verschijnt. Opmerking: Dit venster wordt weergegeven in Windows Me, 98 en 95. 2. Kies Color of Black als kleurinstelling. 3. Stel met de schuifbalk Resolution de afdrukresolutie 300 dpi, 600 dpi of 1200 dpi in.
  • Pagina 64 4. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren naar het tabblad Basic Settings. Klik op Cancel om terug te keren naar het tabblad Basic Settings zonder de instellingen toe te passen. Instellingen opslaan Als u de aangepaste instellingen wilt opslaan, selecteert u het keuzerondje Advanced en klikt u op Save Settings op het tabblad Basic Settings.
  • Pagina 65 Pagina’s automatisch aanpassen aan het afdrukmateriaal 1. Klik op de tab Layout . 2. Schakel het selectievakje Zoom Options in. 3. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 4.
  • Pagina 66 Pagina’s aanpassen volgens een opgegeven percentage 1. Klik op de tab Layout . 2. Schakel het selectievakje Zoom Options in. 3. Schakel het selectievakje Zoom To in. 4. Geef het vergrotingspercentage op in het vak en klik op OK . U kunt een percentage opgeven tussen 50 % en 200 % , in stappen van 1 % .
  • Pagina 67 Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina’s op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. Met de afdrukindeling worden pagina’s automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op de tab Layout . 2.
  • Pagina 68 3. Selecteer het aantal pagina’s dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina’s wilt afdrukken op elk vel. Schakel het selectievakje Print the Frame in als u de pagina’s wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina’s dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de...
  • Pagina 69 Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Watermark kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken of zelf een watermerk maken met tekst of een bitmap (BMP). In het dialoogvenster Watermark kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
  • Pagina 70 4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark Name. 5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Location waar op de pagina u het watermerk wilt afdrukken. 6. Pas de horizontale of verticale instelling aan bij Offset. 7. Selecteer de kleur in de vervolgkeuzelijst Color. 8.
  • Pagina 71 Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken: 1. Klik op de tab Special . 2. Schakel het selectievakje Watermark in. 3. Klik op Watermark Settings . Het dialoogvenster Watermark verschijnt. 4. Klik op New/Delete . Het dialoogvenster User Defined Watermarks verschijnt.
  • Pagina 72 5. Selecteer het keuzerondje Text of BMP en typ een naam voor het nieuwe watermerk in het vak Name. Opmerking: Dit venster verschijnt wanneer u het keuzerondje Text selecteert. 6. Als u Text selecteert, typt u de tekst voor het watermerk in het vak Text.
  • Pagina 73 Overlays gebruiken In het dialoogvenster Overlay Settings kunt u standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt. Met deze functie kunt u gemakkelijk zakelijke briefhoofden of facturen maken. Opmerking: De functie voor overlays is alleen beschikbaar wanneer High Quality (Printer) is geselecteerd bij Printing Mode in het dialoogvenster More Settings.
  • Pagina 74 4. Schakel het selectievakje Form Overlay in en klik op Overlay Settings om het dialoogvenster Overlay Settings te openen. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 75 5. Selecteer het keuzerondje Create Overlay Data en klik op Settings . Het dialoogvenster Form Settings verschijnt. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 76 6. Schakel het selectievakje Use Form Name in. Klik op Add Form Name . Het dialoogvenster Add Form verschijnt. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 77 7. In het dialoogvenster Add Form typt u de formuliernaam in het vak Form Name en de beschrijving in het vak Description. 8. Selecteer het keuzerondje To Front of To Back om aan te geven of de overlay wordt afgedrukt in de achtergrond of in de voorgrond van het document.
  • Pagina 78 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Klik op het menu Bestand en kies Afdrukken of Printerinstelling . Klik vervolgens op Printer , Instellen , Opties of Eigenschappen of een combinatie van deze knoppen, afhankelijk van de gebruikte toepassing. 3. Klik op de tab Special . 4.
  • Pagina 79 1. Open de printerdriver nogmaals zoals beschreven in stap 2 in “Overlays maken” op pagina 61. 2. Geef de printerinstellingen op en sluit de printerdriver af. 3. Verzend dezelfde gegevens die u in de toepassing hebt gemaakt, naar de printer zoals in stap 12 in “Overlays maken” op pagina 61.
  • Pagina 80 2. Meld u in Windows XP, 2000 of NT 4.0 aan als beheerder. 3. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Printers . Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en kies Eigenschappen .
  • Pagina 81 6. Selecteer de gewenste overlay in de lijst Form Names en klik op Register . 7. Als u een lijst met formuliergegevens wilt verzenden naar clientcomputers, klikt u op Print List om de lijst af te drukken. 8. Klik op Back om het dialoogvenster Register to HDD te sluiten.
  • Pagina 82 2. Als u de printerdriver wilt openen vanuit Windows, klikt u op Start , gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers . Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en kies Eigenschappen . 3. Klik op de tab Optional Settings .
  • Pagina 83 Als u pagina’s afdrukt om deze in te binden, kunt u de vereiste inbindrand opgeven voor de gewenste paginavolgorde. ® NERGY -partner beveelt EPSON het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de ® NERGY -normen voor meer informatie over het ®...
  • Pagina 84 1. Klik op de tab Layout . 2. Schakel het selectievakje Duplex in. 3. Selecteer het keuzerondje Left , Top of Right als inbindpositie. 4. Klik op Duplex Settings om het dialoogvenster Duplex Settings te openen. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 85 5. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. 6. Geef bij Start Page aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Wanneer u de pagina’s wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Binding Method in en geeft u de gewenste instellingen op.
  • Pagina 86 Geavanceerde instellingen opgeven U kunt geavanceerde instellingen, zoals instellingen voor lettertype of marge, opgeven in het dialoogvenster Extended Settings. Klik op Extended Settings op het tabblad Optional Settings om het dialoogvenster te openen. Opmerking: Dit venster wordt weergegeven in Windows 2000. De instellingen zijn afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem.
  • Pagina 87 1. Print True Type fonts Selecteer dit keuzerondje als u de as bitmap : True Type-lettertypen die niet worden vervangen door apparaatlettertypen in het document, wilt afdrukken als bitmap. 2. Print True Type fonts Selecteer dit keuzerondje om de with substitution : True Type-lettertypen in het document af te drukken als apparaatlettertypen.
  • Pagina 88 5. Uses the settings Selecteer dit keuzerondje om de specified on the driver : printerdriverinstellingen voor marges, het overslaan van lege pagina’s en het negeren van het geselecteerde papierformaat te gebruiken. 6. Offset: Hiermee kunt u de afdrukpositie van gegevens op de voor- en achterzijde van een pagina wijzigen in stappen van 1 mm.
  • Pagina 89 12. Uses the spooling Schakel dit selectievakje in om de method provided by the spoolfunctie van Windows XP, operation system : 2000 of NT 4.0 te activeren. 13. OK : Klik op deze knop om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster of de printerdriver te sluiten.
  • Pagina 90 In de volgende tabel wordt een overzicht van de instellingen voor de functie Reserve Job gegeven. Elke instelling wordt verderop in dit gedeelte uitvoerig beschreven. Instelling voor Beschrijving Reserve Job Re-Print Job Hiermee kunt u de taak nu afdrukken en opslaan om deze later opnieuw af te drukken.
  • Pagina 91 Instelling Na afdrukken Als de printer is uitgeschakeld of als voor Reserve Reset alles wordt gebruikt Re-Print Job Gegevens Gegevens worden gewist blijven aanwezig Verify Job op de vaste schijf Stored Job Gegevens blijven aanwezig op de vaste schijf Confidential Gegevens Gegevens worden gewist worden gewist...
  • Pagina 92 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On in en selecteer het keuzerondje Re-Print Job . 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5. Klik op OK . Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Zie “Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen”...
  • Pagina 93 2. Klik op de tab Optional Settings en klik vervolgens op Reserve Job Settings . Het dialoogvenster Reserve Job Settings verschijnt. 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On in en selecteer het keuzerondje Verify Job . 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken.
  • Pagina 94 Stored Job De instelling Stored Job is handig voor het opslaan van documenten die u regelmatig afdrukt, zoals facturen. De opgeslagen gegevens blijven op de vaste schijf staan, zelfs als u de printer uitschakelt of opnieuw instelt met de functie Reset alles. Volg de onderstaande instructies om afdrukgegevens op te slaan met de instelling Stored Job.
  • Pagina 95 5. Klik op OK . De afdrukgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Zie “Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen” op pagina 169 voor meer informatie over het afdrukken of verwijderen van deze gegevens via het bedieningspaneel van de printer. Confidential Job Met de instelling Confidential Job kunt u wachtwoorden instellen voor het afdrukken van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen.
  • Pagina 96 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 is een hulpprogramma dat de printer controleert en u informeert over de huidige status van de printer. Met dit hulpprogramma kunt u bijvoorbeeld de resterende hoeveelheid toner bepalen of de resterende levensduur van de fotogeleidingseenheid.
  • Pagina 97 Windows-clients waarvoor gedeelde LPR-verbindingen en gedeelde standaard-TCP/IP-verbindingen in Windows XP worden gebruikt. Lees het README-bestand van de printerdriver voordat u EPSON Status Monitor 3 gaat gebruiken. Het bestand bevat de meest recente informatie over de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.
  • Pagina 98 Openen in het menu Bestand. Dubbelklik op Epsetup.exe . 2. Dubbelklik op Install EPSON Status Monitor 3 in het venster van het installatieprogramma. U kunt ook Install EPSON Status Monitor 3 selecteren en vervolgens op de pijl rechtsboven klikken.
  • Pagina 99 Eigenschappen of een combinatie van deze knoppen. Klik vervolgens op de tab Utility en klik op het pictogram EPSON Status Monitor 3 om EPSON Status Monitor 3 te starten. Wilt u EPSON Status Monitor 3 openen vanuit Windows, dan klikt u op Start , gaat u naar Instellingen en klikt u op Printers .
  • Pagina 100 Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer.
  • Pagina 101 Photoconductor Hier wordt de resterende Unit Life: levensduur van de fotogeleidingseenheid aangegeven. Functie voor taakbeheer gebruiken U kunt informatie over de afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 102 Als u het tabblad Job Information wilt weergeven, moet u het selectievakje Show job information in het dialoogvenster Monitoring Preferences inschakelen. Klik vervolgens op de tab Job Information in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. 1. Status: Waiting: De afdruktaak in de afdrukwachtrij.
  • Pagina 103 2. Job Name: Hier worden de bestandsnamen van de afdruktaken van de gebruiker weergegeven. Afdruktaken van andere gebruikers worden weergegeven als --------. 3. Job Type: Hier wordt de opdrachtsoort weergegeven. Als u de functie voor reserveertaken gebruikt, worden de opdrachten respectievelijk weergegeven als Stored, Verify, Re-Print en Confidential.
  • Pagina 104 Wilt u deze functie gebruiken, dan klikt u op de gewenste afdruktaak in de lijst met afdruktaken op het tabblad Job Information in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Als de doeltaak is voltooid, wordt het dialoogvenster Notify when printing completed weergegeven.
  • Pagina 105 Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences op het tabblad Utility in de printerdriver. Het dialoogvenster Monitoring Preferences verschijnt. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 106 Monitoring Preferences kiezen om het dialoogvenster Monitoring Preferences te openen. Klik vervolgens op EPSON AL-C4000 Advanced om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. Show job information:* Schakel dit selectievakje in om het tabblad Job Information weer te geven in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3.
  • Pagina 107 Notify when printing Schakel dit selectievakje in als u een completed:* bericht wilt ontvangen wanneer de afdruktaak is voltooid. Schakel dit selectievakje in als u een Allow monitoring of shared printers : gedeelde printer wilt controleren. U moet deze instelling opgeven op de server.
  • Pagina 108 Als u EPSON Status Monitor 3 installeert, wordt dit hulpprogramma ook geïnstalleerd. Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen. 1. Klik op Start , ga naar Programma’s en EPSON Printers en klik op Monitored printers . Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 109 1. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Printers . 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en kies Eigenschappen in het menu dat verschijnt. 3. Klik op de tab Details . In Windows XP of 2000 klikt u op de tab Port .
  • Pagina 110 4. Selecteer de gewenste USB-poort in de vervolgkeuzelijst Print to the following port. In Windows Me of 98 selecteert u EPUSB1(EPSON AL-C4000 Advanced) . In Windows XP of 2000 selecteert u USB001 in de lijst op het tabblad Ports. Opmerking: Dit is een venster in Windows Me en 98.
  • Pagina 111 Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Volg de onderstaande instructies als het printerpictogram wordt weergegeven in de taakbalk. Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk en kies Purge Print Documents in het menu Printer.
  • Pagina 112 Printersoftware verwijderen Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of wilt bijwerken, verwijdert u de printerdriver die al is geïnstalleerd. Printerdriver en EPSON Status Monitor 3 verwijderen 1. Sluit alle geopende toepassingen. 2. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Configuratiescherm .
  • Pagina 113 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Toevoegen/Verwijderen . Opmerking: Als u Windows XP of 2000 gebruikt, klikt u op Programma’s wijzigen of verwijderen , selecteert u EPSON Printer Software en klikt u op Wijzigen/Verwijderen . Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 114 EPSON AL-C4000 Advanced is geselecteerd. 6. Klik op de tab Utility en controleer of het selectievakje EPSON Status Monitor 3 is ingeschakeld. Opmerking: Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 alleen in wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen. Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 115 EPSON Status Monitor 3 verwijderen. Als het hulpprogramma is verwijderd, kunt u de instelling bij Monitored Printers niet wijzigen vanuit EPSON Status Monitor 3 op andere printers. 8. Volg de instructies op het scherm. Alleen EPSON Status Monitor 3 verwijderen 1.
  • Pagina 116 4. Selecteer EPSON Printer Software en klik op Toevoegen/Verwijderen . Opmerking: Als u Windows XP of 2000 gebruikt, klikt u op Programma’s wijzigen of verwijderen , selecteert u EPSON Printer Software en klikt u op Wijzigen/Verwijderen . Printersoftware gebruiken in Windows...
  • Pagina 117 5. Als u de printerdriver niet wilt verwijderen, klikt u in het witte gebied om geen pictogram op het tabblad Printer Model te selecteren. 6. Klik op de tab Utility, schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op OK . Opmerking: Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 alleen in wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen.
  • Pagina 118 U kunt ook alleen het hulpprogramma Monitored Printers van EPSON Status Monitor 3 verwijderen. Als het hulpprogramma is verwijderd, kunt u de instelling bij Monitored Printers niet wijzigen vanuit EPSON Status Monitor 3 op andere printers. 8. Volg de instructies op het scherm. USB-apparaatdriver verwijderen Als u de printer op de computer hebt aangesloten via een USB-interfacekabel, is de USB-apparaatdriver ook geïnstalleerd.
  • Pagina 119 U moet de printerdriver verwijderen voordat u de USB-apparaatdriver verwijdert. Als u de USB-apparaatdriver hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot andere EPSON-printers die zijn aangesloten via een USB-interfacekabel. 1. Voer stap 1 tot en met 3 uit van “Printersoftware verwijderen”...
  • Pagina 120 Opmerking: EPSON USB Printer Devices wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices wellicht niet weergegeven. Volg de onderstaande instructies om het bestand “Epusbun.exe”...
  • Pagina 121 Hoofdstuk 4 Printer instellen in een netwerk Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen de printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
  • Pagina 122 Opmerking: Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 93 voor meer informatie. De afdrukserver en de clientcomputers moeten op hetzelfde netwerk zijn ingesteld en onder hetzelfde netwerkbeheer.
  • Pagina 123 1. Open het Configuratiescherm en dubbelklik op het pictogram Printers . 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C4000 Advanced en klik op Delen in het menu dat verschijnt. 3. Selecteer Gedeeld als , typ de naam in het vak Sharenaam en klik op OK .
  • Pagina 124 Configuratiescherm en klikt u op Printers en faxapparaten . 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AcuLaser C4000 Advanced en klik op Delen in het menu dat verschijnt. Als het volgende menu verschijnt in Windows XP, klikt u op Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder gebruik te maken van de wizard wilt delen.
  • Pagina 125 3. Selecteer Gedeeld in Windows 2000 of Gedeeld als in Windows NT 4.0. Typ vervolgens de naam in het vak Sharenaam. In Windows XP selecteert u Deze printer delen en typt u de naam in het vak Sharenaam. Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden.
  • Pagina 126 Afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Selecteer bijvoorbeeld Windows 95 om de extra driver voor clients met Windows Me/98/95 te installeren. Klik vervolgens op OK . Opmerking: U hoeft Windows NT 4.0x86 niet te selecteren omdat deze driver al is geïnstalleerd.
  • Pagina 127 Afdrukserver met Windows XP/2000 Klik op Extra stuurprogramma’s . Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Klik op OK. Clients met Windows Selecteer Intel Windows 95 Me/98/95 of 98 (en Me) Clients met Windows NT 4.0 Selecteer Intel Windows NT 4.0 of 2000 Clients met Windows...
  • Pagina 128 Opmerking: U hoeft de extra driver voor Intel Windows 2000 (of XP) niet te installeren, omdat deze vooraf is geïnstalleerd. Selecteer geen andere extra drivers dan Intel Windows 95 of 98 (en Me) en Intel Windows NT 4.0 of 2000. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar.
  • Pagina 129 NT 4.0 installeert. Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld. U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 93 voor meer informatie.
  • Pagina 130 Netwerkomgeving of Mijn netwerk op het bureaublad van Windows. Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken voor clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 vanaf de cd-rom installeren op elke client. Windows Me/98/95 Volg de onderstaande instructies om clients met Windows Me/98/95 in te stellen: 1.
  • Pagina 131 3. Selecteer Netwerkprinter en klik op Volgende . 4. Klik op Bladeren . Het dialoogvenster Zoeken naar printer verschijnt. Opmerking: U kunt ook “ \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) ”...
  • Pagina 132 Opmerking: Wanneer de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de betreffende printerdriver. Ga verder met de volgende stap als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me/98/95 is of de extra driver voor Windows Me/98/95 is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP/2000/NT 4.0.
  • Pagina 133 Wanneer het besturingssysteem van de afdrukserver Windows NT 4.0 is, controleert u de volgende items: Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is “Windows NT 4.0x86” de extra driver voor clients met Windows XP/2000. Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor Windows NT 4.0.
  • Pagina 134 4. In Windows 2000 typt u de naam van de gedeelde printer en klikt u op Volgende . Opmerking: U kunt ook “ \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) ” typen in het netwerkpad of de naam van de wachtrij.
  • Pagina 135 5. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK . Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 136 6. In Windows 2000 geeft u aan of de printer als standaardprinter wordt gebruikt. Klik vervolgens op OK . 7. Controleer de instellingen en klik op Voltooien . Windows NT 4.0 Volg de onderstaande instructies om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen: U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als...
  • Pagina 137 4. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK . Opmerking: U kunt ook “ \\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer) ”...
  • Pagina 138 Ga naar “Printerdriver installeren vanaf de cd-rom” op pagina 126 als de extra driver voor Windows NT 4.0 niet is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP/2000 of het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me/98/95 is. 5. Geef aan of de printer als standaardprinter wordt gebruikt en klik op OK .
  • Pagina 139 2. Plaats de cd-rom en geef de naam op van het station en de map waar de printerdriver voor clients zich bevindt en klik op OK . Wanneer de drivers in Windows XP/2000 worden geïnstalleerd, kan het bericht “Kan digitale handtekening niet vinden”...
  • Pagina 140 Printer instellen in een netwerk...
  • Pagina 141 Monitor 3. Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. EPSON Status Monitor 3 kunt u openen via het Apple-menu. Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren met EPSON Status Monitor 3” op pagina 155 voor meer informatie.
  • Pagina 142 Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. U kunt in de printerdriver de instellingen automatisch opgeven, instellingen selecteren in een lijst met voorgedefinieerde instellingen of eigen instellingen opgeven. Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of gedetailleerder kunt afdrukken.
  • Pagina 143 1. Open het dialoogvenster Basic Settings. 2. Selecteer het keuzerondje Automatic bij Print Quality. Stel met de schuifbalk de afdrukresolutie Fast (300 dpi) of Fine (600 dpi) in. Opmerking: Raadpleeg de Help voor meer informatie over de functie RITech. Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren.
  • Pagina 144 1. Selecteer het keuzerondje Advanced in het dialoogvenster Basic Settings. De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van het keuzerondje Automatic . 2. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken. Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere instellingen, zoals Printing Mode, Resolution, Screen en Color Management, automatisch ingesteld.
  • Pagina 145 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance 4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren. Deze instelling heeft geen invloed op het origineel.
  • Pagina 146 1. Selecteer het keuzerondje Advanced in het dialoogvenster Basic Settings en klik op More Setting . Het volgende dialoogvenster verschijnt. 2. Kies Color of Black als kleurinstelling. 3. Stel met de schuifbalk Resolution de afdrukresolutie in op 300 dpi, 600 dpi of 1200 dpi. Geef vervolgens de overige instellingen op.
  • Pagina 147 Opmerking: Voor de aangepaste instellingen kunt u niet de naam van een voorgedefinieerde instelling gebruiken. Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, selecteert u het keuzerondje Advanced en klikt u op Save Settings in het dialoogvenster Basic Settings. Vervolgens selecteert u de gewenste instelling in het dialoogvenster User Settings en klikt u op Delete .
  • Pagina 148 2. Schakel het selectievakje Fit to Page in. 3. Selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper. De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 4. Klik op OK om de instellingen te accepteren. Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina’s op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen.
  • Pagina 149 2. Schakel het selectievakje Print Layout in en klik op Print Layout Settings . Het dialoogvenster Print Layout Setting verschijnt. 3. Selecteer het aantal pagina’s dat u wilt afdrukken op één vel papier. Printersoftware gebruiken in Macintosh...
  • Pagina 150 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina’s wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina’s dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de geselecteerde afdrukstand. 5. Klik op OK om het dialoogvenster Print Layout Setting te sluiten. 6.
  • Pagina 151 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings in en selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark. 3. Selecteer de locatie op de pagina waar u het watermerk wilt afdrukken door het watermerk naar het voorbeeldvenster te slepen. Als u het formaat van het watermerk wilt aanpassen, sleept u de greep tot het gewenste formaat.
  • Pagina 152 Tekstwatermerken maken 1. Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings. Het dialoogvenster Layout verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings in en klik op New/Delete . Het dialoogvenster Custom Watermark verschijnt. 3. Klik op Add Text in het dialoogvenster Custom Watermark. Printersoftware gebruiken in Macintosh...
  • Pagina 153 4. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text. Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK . 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Save . Opmerking: Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, selecteert u het in het vak List en klikt u op Edit Text .
  • Pagina 154 Bitmapwatermerken maken Voordat u een aangepast watermerk maakt, moet u een bitmapbestand (PICT) maken. 1. Klik op het pictogram Layout in het dialoogvenster Basic Settings. Het dialoogvenster Layout verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings in en klik op New/Delete . Het dialoogvenster Custom Watermark verschijnt.
  • Pagina 155 4. Selecteer het PICT-bestand en klik op Open . 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name en klik op Save . Opmerking: Selecteer het opgeslagen watermerk in het vak List en klik op Delete om het te verwijderen. Klik vervolgens op Save om het dialoogvenster te sluiten.
  • Pagina 156 ® NERGY -partner beveelt EPSON het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de ® NERGY -normen voor meer informatie over het ®...
  • Pagina 157 5. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. 6. Geef bij Start Page aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Klik op OK om het dialoogvenster Duplex Settings te sluiten. 8.
  • Pagina 158 Geavanceerde instellingen opgeven U kunt verschillende instellingen, zoals Page Protect, opgeven in het dialoogvenster Extended Setting. Klik op het pictogram Extended Setting in het dialoogvenster Basic Settings om het dialoogvenster te openen. 1. Uses the settings Schakel dit selectievakje in om de specified on the printer : instellingen voor marges, het overslaan van lege pagina’s en...
  • Pagina 159 4. Front Left: Hiermee kunt u de horizontale afdrukpositie van gegevens op de voorzijde van een pagina aanpassen. 5. Back Top: Hiermee kunt u de verticale afdrukpositie van gegevens op de achterzijde van een pagina aanpassen als u afdrukt met de duplexer. 6.
  • Pagina 160 12. Default : Klik op deze knop om de beginwaarden te herstellen. 13. Select : Klik op deze knop om de map te selecteren waarin spoolbestanden worden opgeslagen. 14. Cancel : Klik op deze knop om het dialoogvenster of de printerdriver te sluiten zonder de instellingen op te slaan.
  • Pagina 161 In de volgende tabel wordt een overzicht van de instellingen voor de functie Reserve Job gegeven. Elke instelling wordt verderop in dit gedeelte uitvoerig beschreven. Instelling voor Beschrijving Reserve Job Re-Print Job Hiermee kunt u de taak nu afdrukken en opslaan om deze later opnieuw af te drukken.
  • Pagina 162 Instelling Na afdrukken Als de printer is uitgeschakeld of als voor Reserve Reset alles wordt gebruikt Re-Print Job Gegevens Gegevens worden gewist blijven aanwezig Verify Job op de vaste schijf Stored Job Gegevens blijven aanwezig op de vaste schijf Confidential Gegevens Gegevens worden gewist worden gewist...
  • Pagina 163 2. Schakel het selectievakje Reserve Job On in en selecteer het keuzerondje Re-Print Job . 3. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 4. Klik op OK . Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Zie “Menu Snelafdruk gebruiken”...
  • Pagina 164 2. Open het dialoogvenster Basic Settings en klik op het pictogram Reserve Job . Het dialoogvenster Reserve Job Settings verschijnt. 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On in en selecteer het keuzerondje Verify Job . 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken.
  • Pagina 165 Stored Job De instelling Stored Job is handig voor het opslaan van documenten die u regelmatig afdrukt, zoals facturen. De opgeslagen gegevens blijven op de vaste schijf staan, zelfs als u de printer uitschakelt of opnieuw instelt met de functie Reset alles. Volg de onderstaande instructies om afdrukgegevens op te slaan met de instelling Stored Job.
  • Pagina 166 Confidential Job Met de instelling Confidential Job kunt u wachtwoorden instellen voor het afdrukken van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen. Volg de onderstaande instructies om afdrukgegevens op te slaan met de instelling Confidential Job. 1. Geef de gewenste printerdriverinstellingen voor het document op.
  • Pagina 167 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 is een hulpprogramma dat de printer controleert en u informeert over de huidige status van de printer. Met dit hulpprogramma kunt u bijvoorbeeld de resterende hoeveelheid toner bepalen of de resterende levensduur van de fotogeleidingseenheid.
  • Pagina 168 U kunt EPSON Status Monitor 3 openen door in het Apple-menu het alias voor EPSON Status Monitor 3 te selecteren. Opmerking: De juiste printerpoort moet zijn geselecteerd in de Kiezer om de benodigde gegevens te ontvangen vanuit de geselecteerde printerdriver wanneer u EPSON Status Monitor 3 opent. Als de verkeerde printerpoort is geselecteerd, treedt er een fout op.
  • Pagina 169 1. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer. 2. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer. 3. Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven.
  • Pagina 170 Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, kiest u Monitor Setup in het menu File van EPSON Status Monitor 3. Het dialoogvenster Monitor Setup verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: 1. Error Notification Hier kunt u de foutsoorten selecteren...
  • Pagina 171 Venster met foutmeldingen Het venster Status Alert wordt automatisch weergegeven wanneer er een fout optreedt. In dit venster wordt de foutsoort vermeld en wordt een mogelijke oplossing geboden. Het venster wordt automatisch gesloten als het probleem is opgelost. Als u informatie wilt weergeven over verbruiksgoederen, klikt u op Show Details .
  • Pagina 172 Volg de instructies in het bericht. Open EPSON Status Monitor 3 vanuit de toepassing tijdens het afdrukken in de achtergrond. Vervolgens kunt u het afdrukken annuleren in EPSON Status Monitor 3 of het bestand in de standby-modus verwijderen.
  • Pagina 173 Als u de printerdriver opnieuw wilt installeren of wilt bijwerken, moet u eerst de huidige printersoftware verwijderen. 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Install Software .
  • Pagina 174 Printersoftware gebruiken in Macintosh...
  • Pagina 175 Hoofdstuk 6 Functies van het bedieningspaneel Gebruik van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een LCD-scherm, statuslampjes en knoppen. Het LCD-scherm en de statuslampjes geven de huidige status van de printer aan. Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u printerinstellingen opgeven, verbruiksgoederen controleren en statusvellen afdrukken.
  • Pagina 176 LCD-scherm: Hierop worden de statusberichten van de printer en de menu-instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. 2, 3, Omhoog/Enter/ Met deze knoppen kunt u de menu’s van 4, 5 Omlaag/Terug: het bedieningspaneel openen. Hierin kunt u printerinstellingen opgeven en de status van verbruiksgoederen controleren.
  • Pagina 177 Gegevens: Dit lampje brandt wanneer in de afdrukbuffer (het gedeelte van het printergeheugen voor het ontvangen van gegevens) afdrukgegevens zijn opgeslagen die nog niet zijn afgedrukt. Het lampje knippert wanneer de printer gegevens verwerkt. Het lampje brandt niet wanneer er geen gegevens in de afdrukbuffer zijn.
  • Pagina 178 Menu’s van het bedieningspaneel openen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de menu’s van het bedieningspaneel kunt openen, gebruiken en afsluiten. In de onderstaande afbeeldingen wordt een overzicht gegeven van de knopfuncties van het bedieningspaneel. Verderop in dit gedeelte vindt u gedetailleerde instructies. Zie “Menu’s van het bedieningspaneel”...
  • Pagina 179 Knoppen van het bedieningspaneel gebruiken Zodra u de menu’s hebt geopend, kunt u de knoppen van het bedieningspaneel gebruiken voor de volgende functies. 1. Omhoog/Omlaag: Met deze knoppen kunt u bladeren door menu’s, items en instellingen op het huidige niveau. 2.
  • Pagina 180 Menu’s gebruiken 1. Controleer of het lampje Klaar brandt. Druk vervolgens op een van de eerder aangegeven knoppen om de menu’s te openen. 2. Gebruik Omhoog en Omlaag o m door de menu’s te bladeren. 3. Druk op Enter om de items in een menu weer te geven. Afhankelijk van het menu worden op het LCD-scherm, gescheiden door een sterretje, een item en de huidige instelling (    ...
  • Pagina 181 Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen Afdruktaken die met de opties Re-Print Job, Verify Job en Stored Job van de functie Reserve Job zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer, kunnen worden afgedrukt en verwijderd met het menu Snelafdruk van het bedieningspaneel. Taken die met de optie Confidential Job zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt met het menu Vertrouwelijk.
  • Pagina 182 Menu Vertrouwelijk gebruiken Volg de onderstaande instructies om gegevens die met de optie Confidential Job zijn opgeslagen, af te drukken of te verwijderen. 1. Controleer of       of 2     wordt weergegeven op de printer en druk op Enter om de menu’s op het bedieningspaneel te openen.
  • Pagina 183 Voor wachtwoorden kunt u de cijfers 1 tot en met 4 gebruiken. Als er geen afdruktaken zijn opgeslagen met het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, wordt     (           * kort weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 184 Druk op Omhoog en Omlaag om door de menu’s te bladeren. De menu’s en menu-items verschijnen in de onderstaande volgorde. Menu Item Menu Informatie Statusvel, Lijst reserveertaak* , Lijst Docum. Overdr.* , Statusvel Netwerk* , Kleurenregistrvel, Statusvel AUX* , Statusvel PS3* , PS3 Fontvoorbeeld* , LJ4 Fontvoorbeeld, ESCP2...
  • Pagina 185 Menu Item Menu AUX* AUX I/F, AUX-config, Get IPAddress, IP Byte 1, IP Byte 2, IP Byte 3, IP Byte 4, SM Byte 1, SM Byte 2, SM Byte 3, SM Byte 4, GW Byte 1, GW Byte 2, GW Byte 3, GW Byte 4, NetWare, AppleTalk, NetBEUI, Aux init, Databuffer Menu LJ4 Bron fonts, Font Nr, Pitch*...
  • Pagina 186 Menu Informatie In dit menu kunt u het tonerniveau en de resterende levensduur van verbruiksgoederen controleren. U kunt ook status- en voorbeeldvellen afdrukken met de huidige instellingen van de printer, beschikbare lettertypen en een kort overzicht van de beschikbare functies. Functies van het bedieningspaneel...
  • Pagina 187 Druk op Omlaag of Omhoog om een item te selecteren. Druk op Enter om een vel of lettertypevoorbeeld af te drukken. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Statusvel Lijst reserveertaak* Lijst Docum. Overdr.* Statusvel Netwerk* Kleurenregistrvel Statusvel AUX* Statusvel PS3* PS3 Fontvoorbeeld* ESC/Page Fontvoorbeeld LJ4 Fontvoorbeeld ESCP2 Fontvoorbeeld...
  • Pagina 188 Statusvel, Statusvel AUX, Statusvel PS3 Hiermee drukt u een vel af met de huidige printerinstellingen en geïnstalleerde opties. U kunt deze vellen gebruiken om te controleren of opties correct zijn geïnstalleerd. Lijst reserveertaak Hiermee drukt u een lijst af met gereserveerde afdruktaken die zijn opgeslagen op de optionele vaste schijf.
  • Pagina 189 C-Toner/M-Toner/Y-Toner/K-Toner/Fotocondctr Hiermee wordt de hoeveelheid toner in de tonercartridges aangegeven en de resterende levensduur van de fotogeleidingseenheid, zoals hieronder wordt weergegeven. (100 tot 76%)  " " " " # (75 tot 51%)  " " " # (50 tot 26%)  "...
  • Pagina 190 De instellingen voor papiersoort in dit menu kunnen ook worden opgegeven in de printerdriver. Instellingen die u opgeeft in de printerdriver, krijgen de voorkeur boven deze instellingen. Gebruik dus de printerdriver als dit mogelijk is. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Std Papierbak A4*, A5, B5, LT*, HLT, LGL, GLT, GLG, EXE, F4, MON, C10, DL, C5, C6, IB5...
  • Pagina 191 Menu Emulatie Met dit menu kunt u de emulatiemodus van de printer selecteren. U kunt verschillende emulaties opgeven voor elke interface, dus voor elke computer waarop u de printer aansluit. Aangezien elke emulatiemodus specifieke opties heeft, moet u de gewenste instellingen opgeven in het menu LJ4, ESC P2, FX, GL2 of I239X.
  • Pagina 192 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Paginaformaat A4*, A5, B5, LT*, HLT, LGL, GLT, GLG, EXE, F4, MON, C10, DL, C5, C6, IB5, CTM Breed A4 Uit, Aan Oriëntatie Portret, Landsch Resolutie 600, 1200**, 300 RITech Aan, Uit Toner-spaarmode Uit, Aan Optimale afb.
  • Pagina 193 Resolutie Hier wordt de afdrukresolutie aangegeven. Afdrukken met 1200 dpi is alleen beschikbaar wanneer de emulatiemodus ESC/Page, ESC/Page Color of PS3 is ingeschakeld. RITech Als u RITech inschakelt, krijgt u vloeiendere en scherpere regels, tekst en afbeeldingen. Toner-spaarmode Wanneer deze instelling is geselecteerd, bespaart de printer toner door een grijstint in plaats van zwart te gebruiken als vulkleur voor tekens.
  • Pagina 194 B Marge A Hiermee kunt u de verticale afdrukpositie aanpassen op de achterzijde van het papier wanneer u dubbelzijdig afdrukt. Gebruik deze optie wanneer de afdruk op de achterzijde niet op de verwachte plaats wordt afgedrukt. L Marge A Hiermee kunt u de horizontale afdrukpositie op de achterzijde van het papier aanpassen wanneer u dubbelzijdig afdrukt.
  • Pagina 195 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Lang English, Français, Deutsch, ITALIANO, ESPAÑOL, SVENSKA, Dansk, Nederl., SUOMI, Português Timeout 0,5... 60 ... 300 in stappen van 1 minuut Papierbak Auto, STD, Opt1, Opt2*, Opt3* MP Mode Normaal, Laatste Handinvoer Uit, Aan Kopieën 1 tot 999 Duplex Uit, Aan...
  • Pagina 196 Lang Hier wordt aangegeven welke taal op het LCD-scherm wordt weergegeven en op het statusvel wordt afgedrukt. Timeout Hier wordt aangegeven hoe lang de printer wacht wanneer deze gereed is voor afdrukken en geen nieuwe gegevens ontvangt. Als deze periode is verstreken, zoekt de printer naar nieuwe afdrukgegevens in andere interfaces.
  • Pagina 197 Kopieën Hier kunt u het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken, van  tot en met 7 7 7 . Duplex Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdrukken in of uit. Bindzijde Hier geeft u de inbindrichting van de afdruk op. Startpagina Hier geeft u op of eerst op de voor- of op de achterzijde van de pagina moet worden afgedrukt.
  • Pagina 198 Auto uitvoer pg Hier wordt aangegeven of papier moet worden uitgevoerd wanneer de limiet wordt bereikt die bij Timeout is ingesteld. De standaardinstelling is 8  . Dit betekent dat papier niet automatisch wordt uitgevoerd wanneer de limiet voor de timeout is bereikt. Negeer fmt Als u een fout met een papierformaat wilt negeren, selecteert u   .
  • Pagina 199 LCD-contrast Hiermee past u het contrast van het LCD-scherm aan. Gebruik Omhoog en Omlaag o m het contrast in te stellen op een waarde tussen ! (het laagste contrast) en  # (het hoogste contrast). Cyaanregistr Hiermee past u de registratiepositie van de kleur cyaan aan in verhouding tot zwart.
  • Pagina 200 Menu Snelafdruk In dit menu kunt u afdruktaken afdrukken of verwijderen die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer met de optie Quick Print Job (Re-Print Job, Verify Job, Stored Job) van de functie Reserve Job in de printerdriver. Zie “Menu Snelafdruk gebruiken” op pagina 169 voor meer informatie over het gebruik van dit menu.
  • Pagina 201 Reset alles Hiermee wordt het afdrukken onderbroken en het printergeheugen gewist. De printerinstellingen worden opnieuw ingesteld op de standaardwaarden. De afdruktaken die uit interfaces zijn ontvangen, worden verwijderd. Opmerking: Als u deze optie uitvoert, worden de afdruktaken verwijderd die uit interfaces zijn ontvangen.
  • Pagina 202 Snelheid Hiermee wordt de pulsbreedte van het ACKNLG-signaal aangegeven wanneer gegevens worden ontvangen in de modus Compatibility of Nibble. Wanneer    * is geselecteerd, is de pulsbreedte ongeveer 1 µ s. Is   6    geselecteerd, dan is de pulsbreedte ongeveer 10 µ...
  • Pagina 203 USB-poort Hiermee schakelt u de USB-interface in of uit. Databuffer Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens. Als   0  6    is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het ontvangen van gegevens.
  • Pagina 204 Menu LJ4 Met deze instellingen beheert u de lettertypen en tekensets die beschikbaar zijn in de modus LJ4. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Bron fonts Resident, Download, ROM A* Font Nr 0 tot 65535 (afhankelijk van de instellingen) Pitch** 0,44 ... 10,00 ... 99,99 cpi in stappen van 0,01 cpi Puntgrootte** 4,00 ...
  • Pagina 205 Opmerking: Als u meestal de HP LaserJet 4-printerdriver gebruikt om af te drukken, moet u waar mogelijk de instellingen wijzigen met deze driver. Instellingen in de printerdriver krijgen altijd de voorkeur boven de opties van het menu LJ4. Bron fonts Hiermee stelt u de standaardlettertypebron in.
  • Pagina 206 Pagina Hier geeft u het aantal regels voor het papierformaat en de afdrukstand op. Dit heeft ook een wijziging van de regelafstand (VMI) tot gevolg. De nieuwe VMI-waarde wordt opgeslagen op de printer. Dit betekent dat latere wijzigingen in de instellingen bij Paginaformaat of Oriëntatie wijzigingen in de waarde bij   *    tot gevolg kunnen hebben, op basis van de opgeslagen VMI-waarde.
  • Pagina 207 Menu GL2 Met dit menu kunt u de printer instellen om een plotter te emuleren. Zo kunt u software gebruiken waarvoor u voor de uitvoer een plotter nodig hebt. De modus LJ4GL2 is vergelijkbaar met de modus GL/2 die wordt ondersteund in de modus HP LaserJet 4.
  • Pagina 208 Afdrukopties Instellingen Oriëntatie Bij          is alleen een liggende afdrukstand mogelijk Bij      kunt u de liggende en staande afdrukstand gebruiken Als u de printerinstellingen moet configureren, gaat u naar de emulatiemodus GL/2 en wijzigt u de instellingen met de printerdriver of de menu’s van het bedieningspaneel.
  • Pagina 209 Pen 0 tot en met Pen6 Hier kunt u de dikte instellen van de pennen waarmee u de afdruk wilt maken.    ! en     zijn beschikbaar in de modus LJ4GL2 en    ! tot en met    $ zijn beschikbaar in de modus GL-achtig. Menu PS3 Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de optionele ROM-module met Adobe PostScript 3 is...
  • Pagina 210 Menu ESC/P2 In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus ESC/P2 is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Roman, Sans Serif, Roman T, Orator S, Sans H, Script, OCR A, OCR B Pitch 10, 12, 15 cpi, Prop.
  • Pagina 211 Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Versmald Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven.
  • Pagina 212 Autom. CR Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt. Als deze instelling is uitgeschakeld, drukt de printer tekens die de rechtermarge overschrijden niet af en wordt er geen regelterugloop uitgevoerd tot een teken voor een regelterugloop wordt ontvangen.
  • Pagina 213 Menu FX In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus FX is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Roman, Sans Serif, Script, Orator S, OCR A, OCR B Pitch 10, 12, 15 cpi, Prop.
  • Pagina 214 Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Versmald Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven.
  • Pagina 215 Autom. CR Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt. Als deze instelling is uitgeschakeld, drukt de printer tekens die de rechtermarge overschrijden niet af en wordt er geen regelterugloop uitgevoerd tot een teken voor een regelterugloop wordt ontvangen.
  • Pagina 216 Menu I239X ® De modus I239X emuleert IBM 2390/2391 Plus-opdrachten. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de modus I239X is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Gothic, Orator, Script, Presentor, Sans Serif Pitch 10, 12, 15, 17, 20, 24 cpi, Prop. Code Page 437, 850, 858, 860, 863, 865 Bovenmarge...
  • Pagina 217 Code Page Hier selecteert u de karaktertabellen. Karaktertabellen bevatten de karakters en tekens die in verschillende talen worden gebruikt. De printer drukt tekst af op basis van de geselecteerde karaktertabel. Bovenmarge Hiermee kunt u de afstand van de bovenzijde van de pagina naar de basislijn van de eerste afdrukbare regel opgeven.
  • Pagina 218 Alt grafisch Hiermee schakelt u deze optie in of uit. Bit Image De printer kan de grafische dichtheden emuleren die zijn ingesteld met de printeropdrachten. Als u "     selecteert, is de dichtheid van de bitafbeelding hoog. Selecteert u   - . , dan is de dichtheid van de bitafbeelding laag.
  • Pagina 219 Legal (LG), (totale dikte: Government Legal (GLG), minder dan 58 mm Executive (EXE) per lade) (Gewicht: 60 tot 105 g/m²) EPSON Color A4, Letter (LT) Maximaal 500 vellen in Laser Paper elke lade EPSON Color Maximaal 500 vellen in Laser Coated...
  • Pagina 220 Voorzorgsmaatregelen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u de optionele lade installeert: De papiereenheid met grote capaciteit weegt ongeveer 18,5 kg. Til de eenheid altijd op met twee of meer personen. Als u deze optionele eenheid wilt installeren, moet u eerst de twee zwenkwielen aan de voorzijde van de eenheid vergrendelen.
  • Pagina 221 Optionele papiereenheid met grote capaciteit installeren Volg de instructies om de papiereenheid met grote capaciteit te installeren. 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Trek de interfacekabels uit de connectoren. 3. Haal de papiereenheid met grote capaciteit uit de doos en plaats deze op de vloer.
  • Pagina 222 4. Verwijder het beschermmateriaal uit de laden. 5. Vergrendel de twee zwenkwielen aan de voorzijde van de eenheid. Waarschuwing: Controleer of de twee zwenkwielen zijn vergrendeld voordat u de eenheid op de printer installeert. Anders kan de eenheid gaan rollen en een ongeluk veroorzaken. 6.
  • Pagina 223 Waarschuwing: De printer moet door minimaal twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. Optionele onderdelen...
  • Pagina 224 7. Houd de hoeken van de printer boven die van de eenheid en plaats de printer voorzichtig op de eenheid zodat de vijf pinnen op de eenheid in de openingen aan de onderzijde van de printer passen. 8. Verwijder de onderste standaardlade uit de printer. Optionele onderdelen...
  • Pagina 225 9. Bevestig de voorzijde van de papiereenheid met grote capaciteit met twee van de meegeleverde schroeven. 10. Verwijder de klep aan de achterzijde van de onderste standaardlade en gebruik de andere twee schroeven om de achterzijde van de eenheid aan de printer te bevestigen. Plaats de klep.
  • Pagina 226 Als de eenheid niet wordt weergegeven op het statusvel, controleert u of de kabelconnectoren goed zijn bevestigd. Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings .
  • Pagina 227 Waarschuwing: Controleer of de twee zwenkwielen zijn vergrendeld voordat u de eenheid van de printer verwijdert. Anders kan de eenheid gaan rollen en een ongeluk veroorzaken. 4. Verwijder de onderste standaardlade uit de printer. 5. Verwijder de twee schroeven aan de voorzijde waarmee de eenheid aan de printer is bevestigd.
  • Pagina 228 6. Verwijder de klep aan de achterzijde van de onderste standaardlade en verwijder de twee schroeven aan de achterzijde van de eenheid. Plaats de klep. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 7. Plaats de onderste standaardlade in de printer. Optionele onderdelen...
  • Pagina 229 8. Til de printer voorzichtig met twee of meer personen op totdat de openingen aan de onderzijde van de printer vrij zijn van de vijf pinnen op de eenheid. Plaats de printer vervolgens op een vlakke, stabiele ondergrond. 9. Verpak de papiereenheid met grote capaciteit in de oorspronkelijke doos.
  • Pagina 230 Vaste schijf Met de optionele vaste schijf (C12C823921) kunt u de invoerbuffer van de printer uitbreiden wanneer u een Ethernet-interface gebruikt. Hierdoor beschikt u over extra geheugen bij het verwerken van afbeeldingen en formuliergegevens, en kunt u sneller meerdere pagina’s of documenten sorteren. Vaste schijf installeren Volg de onderstaande instructies om de vaste schijf te installeren.
  • Pagina 231 3. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. Optionele onderdelen...
  • Pagina 232 4. Verwijder de printplaat. 5. Sluit de kabel van de vaste schijf aan op de printplaat. Optionele onderdelen...
  • Pagina 233 6. Plaats de vaste schijf met de schroefopeningen over de schroefopeningen op de printplaat. Bevestig de vaste schijf met de drie meegeleverde schroeven. Opmerking: Zorg dat u de kabel niet beschadigt bij het vastdraaien van de schroeven. Let op: Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet.
  • Pagina 234 7. Schuif de printplaat in de printer. 8. Schroef de printplaat vast met de twee schroeven. 9. Sluit de interfacekabels en het netsnoer aan. Optionele onderdelen...
  • Pagina 235 Zorg dat de connector van de vaste schijf stevig is aangesloten op de socket van de printplaat. Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings .
  • Pagina 236 3. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 4. Verwijder de printplaat. 5. Verwijder de drie schroeven van de vaste schijf en verwijder de connector van de printplaat.
  • Pagina 237 Geheugenmodules De printer wordt standaard geleverd met 64 MB geheugen. Met de optionele DIMM’s (Dual In-line Memory Modules) kunt u het printergeheugen uitbreiden tot 1024 MB. U wordt aangeraden het geheugen van de printer uit te breiden als u regelmatig veel lettertypen downloadt of als u veel afbeeldingen afdrukt.
  • Pagina 238 3. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 4. Verwijder de printplaat. Optionele onderdelen...
  • Pagina 239 5. Bepaal de locatie van de geheugensleuf. De locatie wordt hieronder weergegeven. 6. Plaats de geheugenmodule in de geheugensleuf totdat de klem omhoogkomt en de geheugenmodule vastzit. Forceer de module niet. Optionele onderdelen...
  • Pagina 240 Let op: Forceer de geheugenmodule niet. De module moet op de juiste manier in de sleuf worden geplaatst. Verwijder geen modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet. Controleer of een module (meer dan 64 MB) in de sleuf S0 is geplaatst.
  • Pagina 241 Zorg dat de module stevig is bevestigd in de geheugensleuf op de printplaat. Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings .
  • Pagina 242 Geheugenmodule verwijderen Volg de onderstaande instructies om een geheugenmodule te verwijderen. Let op: Voordat u een geheugenmodule verwijdert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Waarschuwing: Wees voorzichtig wanneer u onderdelen in de printer plaatst of vervangt.
  • Pagina 243 3. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. Optionele onderdelen...
  • Pagina 244 4. Verwijder de printplaat. 5. Bepaal de locatie van de geheugensleuf. De locatie wordt hieronder weergegeven. 6. Houd beide zijden van de geheugenmodule vast en trek de module uit de sleuf. Optionele onderdelen...
  • Pagina 245 Let op: Verwijder geen andere modules van de printplaat. Anders werkt de printer niet. Controleer of een module (meer dan 64 MB) in de sleuf S0 is geplaatst. Anders werkt de printer niet. 7. Bewaar de geheugenmodule in de antistatische verpakking waarin deze is geleverd.
  • Pagina 246 ROM-module voor Adobe PostScript 3 In een aantal landen is de ROM-module voor de Adobe PostScript 3 Kit (C12C832501) verkrijgbaar als optioneel onderdeel. Met deze module kunt u documenten afdrukken in de printertaal PostScript. Opmerking: De functies van de ROM-module voor Adobe PostScript 3 kunnen niet worden gebruikt als de printer via een optionele IEEE 1394-interfacekaart van type B is aangesloten op een Macintosh.
  • Pagina 247 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Trek de interfacekabels uit de connectoren. 3. Draai de schroeven aan de achterzijde van de printer los. Optionele onderdelen...
  • Pagina 248 Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 4. Verwijder de printplaat. 5. Bepaal de locatie van ROM-sleuf A . De locatie wordt hieronder weergegeven. 6. Verwijder de verpakking van de ROM-module. Optionele onderdelen...
  • Pagina 249 7. Plaats de ROM-module in sleuf A zoals hieronder wordt weergegeven, totdat de klem omhoogkomt en de ROM-module vastzit. Forceer de module niet. Let op: Forceer de ROM-module niet. Controleer of u de ROM-module op de juiste manier in de sleuf plaatst. Verwijder geen modules van de printplaat.
  • Pagina 250 Zorg dat de module stevig is bevestigd in de ROM-sleuf op de printplaat. Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings .
  • Pagina 251 ROM-module voor Adobe PostScript 3 verwijderen Volg de onderstaande instructies om een optionele ROM-module voor Adobe PostScript 3 te verwijderen: Let op: Voordat u de ROM-module verwijdert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.
  • Pagina 252 Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot. 4. Verwijder de printplaat. 5. Bepaal de locatie van ROM-sleuf A . De locatie wordt hieronder weergegeven. 6. Druk op de knop rechts van de ROM-sleuf zodat de module omhoog komt en kan worden verwijderd uit sleuf A .
  • Pagina 253 Let op: Verwijder de ROM-module uit sleuf P niet. Anders werkt de printer niet. 7. Verwijder de ROM-module uit sleuf A . Bewaar de ROM-module in de antistatische verpakking waarin deze is geleverd. 8. Schuif de printplaat in de printer. 9.
  • Pagina 254 Interfacekaart U kunt diverse optionele interfacekaarten gebruiken in combinatie met de ingebouwde parallelle interfaces en USB- en Ethernet-interfaces van de printer. Zo breidt u de netwerkcompatibiliteit van de printer uit. Als u niet zeker weet of u deze optionele interfacekaart nodig hebt of meer informatie over interfaces wilt, neemt u contact op met de leverancier.
  • Pagina 255 3. Verwijder de schroeven en de klep van de interfacesleuf aan de achterzijde van de printer. Opmerking: Bewaar de klep van de sleuf goed. Als u de interfacekaart later weer wilt verwijderen, moet u deze klep opnieuw plaatsen. Waarschuwing: Als u andere schroeven of kleppen verwijdert, legt u onderdelen met hoogspanning bloot.
  • Pagina 256 4. Schuif de interfacekaart in de sleuf totdat deze goed vastzit en controleer of de connector aan het uiteinde van de interfacekaart helemaal in de socket is geschoven. 5. Bevestig de interfacekaart door de schroeven vast te draaien. 6. Sluit het netsnoer van de printer aan op het stopcontact. 7.
  • Pagina 257 Zorg dat de kaart goed is bevestigd in de socket. Opmerking: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings .
  • Pagina 258 2. Verwijder de twee schroeven waarmee de interfacekaart aan de achterzijde van de printer is bevestigd. 3. Trek de interfacekaart voorzichtig uit de socket. 4. Plaats de klep van de interfacesleuf over de lege sleuf. Deze klep hebt u verwijderd en opgeborgen bij de installatie van de interfacekaart.
  • Pagina 259 2. Druk drie keer op Enter. Er wordt een statusvel afgedrukt. 3. Bevestig dat de informatie over de geïnstalleerde opties correct is. Als de optionele onderdelen juist zijn geïnstalleerd, worden deze weergegeven bij Hardwareconfiguratie. Als de opties niet worden weergegeven, installeert u deze opnieuw. Opmerking: Als de geïnstalleerde opties niet correct worden weergegeven op het statusvel, controleert u of de printer correct is aangesloten.
  • Pagina 260 Optionele onderdelen...
  • Pagina 261 Hoofdstuk 8 Onderhoud en vervoer Verbruiksgoederen vervangen Berichten op het LCD-scherm en in EPSON Status Monitor 3 geven aan wanneer u verbruiksgoederen moet vervangen. Voorzorgsmaatregelen bij vervanging Neem de volgende regels in acht wanneer u verbruiksgoederen vervangt. Zorg dat u genoeg ruimte hebt voor de vervangingsprocedure.
  • Pagina 262 Wanneer de volgende berichten op het LCD-scherm worden weergegeven of wanneer u een waarschuwing ontvangt van EPSON Status Monitor 3, moet het aangegeven product worden vervangen. U kunt nog enige tijd blijven afdrukken nadat een bericht is weergegeven, maar EPSON raadt aan het product vroegtijdig te vervangen om de kwaliteit te handhaven en de levensduur van de printer te verlengen.
  • Pagina 263 Als u de printer blijft gebruiken zonder de verbruiksgoederen te vervangen, kunt u niet meer afdrukken wanneer een bepaald product op of versleten is. In EPSON Status Monitor 3 wordt dan aangegeven dat de printerstatus is gewijzigd en de volgende berichten verschijnen op het LCD-scherm.
  • Pagina 264 Tonercartridge vervangen Volg de onderstaande instructies om een tonercartridge te vervangen: 1. Controleer de kleur van de tonercartridge die moet worden vervangen op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 265 2. Verwijder de bovenste klep. 3. Draai de uiteinden van de tonercartridge om deze te ontgrendelen. Opmerking: Houd de uiteinden met beide handen vast. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 266 4. Til de tonercartridge uit de houder. Opmerking: Pas op dat u de resterende toner in de cartridge niet morst. Plaats de cartridge op een vlak oppervlak met de tonerspuit naar boven om te voorkomen dat u toner morst. Plaats de gebruikte tonercartridge in de bijbehorende afvalzak. 5.
  • Pagina 267 Opmerking: Verwijder de beschermstrook nog niet. 6. Houd de tonercartridge vast zoals hieronder wordt weergegeven en plaats de cartridge in de juiste sleuf. 7. Draai de uiteinden van de tonercartridge totdat deze vastklikken. Opmerking: Pak de uiteinden met beide handen vast en draai totdat ze vastklikken.
  • Pagina 268 Let op: Zorg dat de uiteinden geheel zijn vergrendeld. Anders kan de tonercartridge gaan lekken of andere problemen veroorzaken. 8. Verwijder de beschermstrook van de tonercartridge. 9. Plaats de bovenste klep. Fotogeleidingseenheid Bereid een nieuwe fotogeleidingseenheid voor ter vervanging, wanneer er een bericht met deze instructie verschijnt. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 269 Voorzorgsmaatregelen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de fotogeleidingseenheid vervangt: De fotogeleidingseenheid weegt 4,5 kg. Houd de eenheid goed vast aan het handvat als u deze draagt. Stel de fotogeleidingseenheid bij het vervangen niet langer dan nodig aan licht bloot. Maak nooit krassen op het oppervlak van de rol.
  • Pagina 270 2. Druk op de vergrendeling op klep A en open de klep. 3. Open klep D. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 271 4. Houd de fotogeleidingseenheid vast bij het handvat en til deze langzaam en recht uit de printer. 5. Neem de nieuwe fotogeleidingseenheid en scheur het bovenste gedeelte van de zak langs de stippellijn af, zodat het handvat vrijkomt. Pak dan het handvat vast en verwijder het piepschuim.
  • Pagina 272 Opmerking: Houd de cartridge vast zoals hieronder wordt weergegeven. 6. Verwijder het beschermvel en -materiaal. Houd daarbij het handvat vast zoals hieronder wordt weergegeven. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 273 Let op: Raak het oppervlak van de rol niet aan en maak er geen krassen op. Raak de rol niet aan; huidvetten kunnen het oppervlak definitief beschadigen en de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. 7. Verwijder de beschermstroken. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 274 8. Houd het handvat goed vast en plaats de fotogeleidingseenheid in de printer, waarbij de zijden van de eenheid in de sleuven glijden. 9. Sluit de kleppen D en A. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 275 Fixeereenheid Bereid een nieuwe fixeereenheid voor ter vervanging, wanneer u een bericht met deze instructie ontvangt. Voorzorgsmaatregelen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de fixeereenheid vervangt: Raak het oppervlak van de fixeereenheid niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden. Waarschuwing: Wanneer de printer is gebruikt, kan de fixeereenheid erg heet zijn.
  • Pagina 276 2. Druk op de vergrendeling op klep A en open de klep. 3. Open klep D. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 277 4. Sluit klep A. 5. Druk op de vergrendeling op klep B en open de klep. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 278 6. Ontgrendel de fixeereenheid aan beide zijden. 7. Til de fixeereenheid voorzichtig uit de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. 8. Verwijder de verpakking van de nieuwe fixeereenheid. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 279 9. Houd de nieuwe fixeereenheid vast bij de handvatten, laat de eenheid in de printer zakken en zorg dat de geleiders in de gaten aan de onderkant van de fixeereenheid schuiven. 10. Vergrendel de fixeereenheid. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 280 Opmerking: Zorg dat de eenheid volledig is vergrendeld. 11. Sluit de kleppen D en B. Transfereenheid Bereid een nieuwe transfereenheid voor ter vervanging wanneer u een bericht met deze instructie ontvangt. Voorzorgsmaatregelen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de transfereenheid vervangt: Raak het oppervlak van de transfereenheid niet aan.
  • Pagina 281 Waarschuwing: Verbrand de gebruikte transfereenheid niet. Deze kan exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien de geldende milieuvoorschriften in acht. Houd de tranfereenheid buiten het bereik van kinderen. Transfereenheid vervangen Volg de onderstaande instructies om de transfereenheid te vervangen. 1.
  • Pagina 282 2. Pak de twee oranje lipjes vast en trek de eenheid naar voren en naar beneden. Til de eenheid vervolgens uit de printer. 3. Trek de transfereenheid uit de printer. 4. Verwijder de verpakking van de nieuwe transfereenheid. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 283 5. Houd de nieuwe transfereenheid vast bij de oranje lipjes, laat de eenheid in de printer zakken en zorg dat de eenheid in de geleiders past. Duw de transfereenheid in de printer en vervolgens omhoog totdat deze vastklikt. 6. Sluit klep A. Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 284 Onderhoud en vervoer...
  • Pagina 285 Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel. Let op: Gebruik nooit alcohol of thinner om de printerbehuizing te reinigen;...
  • Pagina 286 2. Verwijder het netsnoer. 3. Verwijder de fotogeleidingseenheid. Zie “Fotogeleidingseenheid” op pagina 256 voor meer informatie over het verwijderen van de fotogeleidingseenheid. Verpak het netsnoer en de fotogeleidingseenheid in het beschermmateriaal en de oorspronkelijke dozen. 4. Verwijder de optionele papiereenheid met grote capaciteit. Zie “Papiereenheid met grote capaciteit verwijderen”...
  • Pagina 287 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: Netsnoer Interfacekabel Papier Fotogeleidingseenheid 2. Draag de printer altijd met twee of meer personen. Let op: Til de printer niet op aan de MP-lade. 3. Houd de printer altijd horizontaal wanneer u deze verplaatst. Printer met de optionele papiereenheid met grote capaciteit verplaatsen Volg de onderstaande instructies om de printer met de optionele...
  • Pagina 288 Interfacekabel Papier Fotogeleidingseenheid 2. Ontgrendel de twee zwenkwielen onderaan de optionele papiereenheid met grote capaciteit. 3. Rijd de printer naar de nieuwe locatie. 4. Vergrendel de zwenkwielen wanneer u de printer hebt geplaatst. Let op: Rijd de printer niet over een helling of een oneffen oppervlak.
  • Pagina 289 Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden. Bepaal de benodigde ruimte voor een goede bediening van de printer aan de hand van de volgende afbeelding. 10 cm 20 cm 60 cm...
  • Pagina 290 Houd ook rekening met het volgende als u een geschikte plaats zoekt voor de printer: Plaats de printer zo dat u de stekker makkelijk uit het stopcontact kunt trekken. Plaats computer en printer niet in de buurt van mogelijke bronnen van elektromagnetische storingen, zoals luidsprekers en basisstations van draadloze telefoons.
  • Pagina 291 1. Zet de printer aan. 2. Plaats het papier in de MP-lade. 3. Controleer of       of 2     wordt weergegeven op het LCD-scherm en druk twee keer op Enter op het bedieningspaneel.
  • Pagina 292 Uitlijning van de kleurenregistratie aanpassen 1. Controleer of       of 2     wordt weergegeven op het LCD-scherm en druk op Enter om de menu’s op het bedieningspaneel te openen. 2. Druk een aantal keren op Omlaag totdat     2   wordt weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 293 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden op het LCD-scherm van de printer en in EPSON Status Monitor 3 waarschuwingsberichten weergegeven met de locatie waar de storing zich heeft voorgedaan. Lees eerst de onderstaande voorzorgsmaatregelen. Zoek...
  • Pagina 294 Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Steek uw hand niet te ver in de fixeereenheid. Sommige onderdelen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
  • Pagina 295 2. Draai de binnenste groene hendels van de fixeereenheid naar buiten en verwijder voorzichtig met beide handen het vastgelopen papier. Opmerking: Verwijder alle afgescheurde stukken papier. 3. Sluit klep A. 4. Druk op de vergrendeling op klep B en open de klep. Probleemoplossing...
  • Pagina 296 5. Til de buitenste groene hendels omhoog om het papierpad te openen en verwijder het vastgelopen papier. 6. Sluit klep B. Nadat de papierstoring is verholpen en de kleppen zijn gesloten, wordt het afdrukken hervat vanaf de pagina waar de storing is opgetreden.
  • Pagina 297 1. Druk op de vergrendeling op klep A en open de klep. 2. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Probleemoplossing...
  • Pagina 298 3. Open klep D. 4. Pak de hendel van de fotogeleidingseenheid stevig beet en verwijder de eenheid uit de printer. Probleemoplossing...
  • Pagina 299 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Plaats de fotogeleidingseenheid terug en zorg dat zijkanten van de eenheid in de sleuf glijden. Probleemoplossing...
  • Pagina 300 7. Sluit de kleppen D en A. Nadat de papierstoring is verholpen en de kleppen zijn gesloten, wordt het afdrukken hervat vanaf de pagina waar de storing is opgetreden. Vast AC (klep A en papierladen) Wanneer er papier is vastgelopen bij de papierinvoer of in de papierladen, verschijnt er op het LCD-scherm het foutbericht /     .
  • Pagina 301 1. Neem de papierlade uit de printer en verwijder gekreukeld papier. Opmerking: Dit is de standaardpapierlade. Als de optionele papiereenheid met grote capaciteit is geïnstalleerd, controleert u de laden van de eenheid op dezelfde manier. Probleemoplossing...
  • Pagina 302 2. Verwijder voorzichtig het gedeeltelijk ingevoerde papier. Opmerking: Controleer of er geen vastgelopen papier meer in de printer zit. Probleemoplossing...
  • Pagina 303 3. Haal de stapel papier uit de papierlade, klop de stapel recht op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen en plaats de stapel terug in de papierlade. Zorg dat de vellen netjes zijn gestapeld en dat het bovenste vel onder de metalen draadklem zit en niet boven de papiermarkering uitsteekt.
  • Pagina 304 5. Druk op de vergrendeling op klep A en open de klep. 6. Verwijder het papier voorzichtig met beide handen. Zorg dat u het vastgelopen papier niet scheurt. Opmerking: Verwijder het vastgelopen papier altijd met beide handen om scheuren te voorkomen. Verwijder alle afgescheurde stukken papier.
  • Pagina 305 Als het papier vaker vastloopt bij de papierladen (Vast AC of ABC), zit er wellicht nog vastgelopen of gekreukt papier in de papierladen. Verwijder de papierladen en de zwarte eenheid boven in de sleuf van de lade. Controleer of het papier is vastgelopen.
  • Pagina 306 1. Druk op de vergrendeling op klep B en open de klep. 2. Verwijder het vastgelopen of gekreukte papier. Opmerking: Trek het vastgelopen papier omhoog om het te verwijderen. Verwijder alle afgescheurde stukken papier. Probleemoplossing...
  • Pagina 307 Waarschuwing: Raak de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid niet aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE . Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. 3. Sluit klep B. Wanneer de papierstoring is verholpen en klep B is gesloten, wordt het afdrukken hervat vanaf de pagina waar de storing is opgetreden.
  • Pagina 308 Opmerking: Als het papier vaker vastloopt bij de papierladen (Vast AC of ABC), zit er wellicht nog vastgelopen of gekreukt papier in de papierladen. Verwijder de papierladen en de zwarte eenheid boven in de sleuf van de lade. Controleer of het papier is vastgelopen. Storing in de MP-lade Wanneer het papier is vastgelopen bij de MP-lade, verschijnt op het LCD-scherm het foutbericht                 .
  • Pagina 309 Problemen en oplossingen U kunt de meeste problemen met behulp van deze handleiding oplossen. Gebruik de informatie in dit hoofdstuk om de oorzaak van het probleem te achterhalen en gebruik vervolgens de oplossingen om het probleem te verhelpen. Opmerking: Neem contact met de leverancier als het probleem zich blijft voordoen nadat u alle suggesties hebt uitgeprobeerd.
  • Pagina 310 Het lampje Klaar brandt, maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet Voer de procedure uit die wordt goed aangesloten op de beschreven in het gedeelte “Printer printer. aansluiten op de computer” van de Installatiehandleiding. De interfacekabel is mogelijk Controleer of de interfacekabel goed is niet goed aangesloten.
  • Pagina 311 Het geselecteerde lettertype wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing Mogelijk gebruikt u Windows: Klik op de knop Print printerlettertypen die bepaalde TrueType fonts as bitmap in het TrueType-lettertypen dialoogvenster Extended Settings. vervangen. Macintosh: Schakel het selectievakje PrinterFonts in het dialoogvenster Basic Settings in.
  • Pagina 312 Er wordt niet op de juiste positie op pagina begonnen met afdrukken Oorzaak Oplossing De paginalengte en de marges Controleer in de toepassing de zijn niet correct opgegeven in instellingen voor paginalengte en de toepassing. marge. Afbeeldingen worden niet goed afgedrukt Oorzaak Oplossing De instelling voor de...
  • Pagina 313 Problemen met afdrukken in kleur Er kan niet in kleur worden afgedrukt Oorzaak Oplossing In de printerdriver is Black Wijzig deze instelling in Color. geselecteerd als kleurinstelling. De kleurinstelling in de Geef in de toepassing een instelling gebruikte toepassing is niet voor afdrukken in kleur op.
  • Pagina 314 Kleuren op de afdrukken wijken af van de kleuren op het beeldscherm Oorzaak Oplossing Kleuren op afdrukken komen Hoewel het doorgaans moeilijk is niet exact overeen met de kleuren exact op elkaar af te stemmen, kleuren op het beeldscherm. Dit kunt u de kleurovereenkomst tussen komt doordat voor printers en verschillende apparaten verbeteren.
  • Pagina 315 Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbaar papier” op pagina 17 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 316 De toner is mogelijk op. Als de toner bijna op is, wordt dit aangegeven op het LCD-scherm of in het venster EPSON Status Monitor 3. Zie “Tonercartridges” op pagina 251 voor meer informatie over het vervangen van de tonercartridges.
  • Pagina 317 De toner is mogelijk op. Als de toner bijna op is, wordt dit aangegeven op het LCD-scherm of in het venster EPSON Status Monitor 3. Zie “Tonercartridges” op pagina 251 voor meer informatie over het vervangen van de tonercartridges.
  • Pagina 318 Mogelijk ligt het probleem bij de Druk drie keer op Enter op het toepassing of de interfacekabel. bedieningspaneel om een statusvel af te drukken. Als een lege pagina wordt uitgevoerd, is er mogelijk iets mis met de printer. Schakel de printer uit en neem contact op met uw leverancier.
  • Pagina 319 Er zit mogelijk geen papier Plaats papier in de lade. in de papierlade of MP-lade. Er zit mogelijk te veel papier Controleer of de lade niet te veel papier in de papierlade of MP-lade. bevat. Zie “Printer” op pagina 330 voor meer informatie over de maximale hoeveelheid papier voor elke papierbron.
  • Pagina 320 Afdruktaak annuleren De huidige afdruktaak wordt geannuleerd. Dit bericht verschijnt als u Taak annuleren i ndrukt en binnen twee seconden weer loslaat. Duplex niet mogelijk Er hebben zich problemen voorgedaan tijdens het dubbelzijdig afdrukken. Controleer of de papiersoort en het papierformaat geschikt zijn voor de duplexer.
  • Pagina 321 Contr. papiersoort Het materiaal in de printer komt niet overeen met de ingestelde papiersoort in de printerdriver. Alleen materiaal dat overeenkomt met de ingestelde papiersoort wordt voor afdrukken gebruikt. Om dit foutbericht te wissen, selecteert u <     - . (   *  (      in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 322 C Toner op Zie “XXXX Toner op” op pagina 322 voor meer informatie. Duplexgeheugen vol Er is onvoldoende geheugen beschikbaar voor dubbelzijdig afdrukken. Er wordt op één zijde van de pagina afgedrukt. Volg de onderstaande instructies om dit probleem op te lossen. Als de instelling 8  is geselecteerd bij      in het menu Setup op het bedieningspaneel, drukt u op Start/Stop om op...
  • Pagina 323 Doorvoer Houd Start/Stop langer dan twee seconden ingedrukt als de printer offline is om de overige gegevens af te drukken. Format Error ROM A Er is een niet-geformatteerde ROM-module geplaatst. Als een geformatteerde module onleesbaar is, formatteert u de module opnieuw.
  • Pagina 324 Om dit foutbericht te wissen, selecteert u <     - . (   *  (      in het menu Reset op het bedieningspaneel. Zie “Menu’s van het bedieningspaneel openen” op pagina 166 voor meer informatie over de menu’s op het bedieningspaneel.
  • Pagina 325 Plaats fotoconductor Er is geen fotogeleidingseenheid geïnstalleerd of deze is niet correct geïnstalleerd. Schakel de printer uit en installeer zo nodig de fotogeleidingseenheid. Als er al een fotogeleidingseenheid is geïnstalleerd, schakelt u de printer uit en opent u klep A en klep D. Verwijder de fotogeleidingseenheid en installeer deze opnieuw op correcte wijze.
  • Pagina 326 Verkeerde PS3 Er is een optionele PostScript 3 ROM-module geplaatst die niet kan worden gebruikt voor deze printer. Schakel de printer uit en verwijder de module. Verkeerde ROM A De printer kan de geïnstalleerde optionele ROM-module niet lezen. Schakel de printer uit en verwijder de ROM-module. Om dit foutbericht te wissen, selecteert u <...
  • Pagina 327 “Geheugenmodules” op pagina 225. Menu’s geblokkeerd Dit bericht verschijnt als u printerinstellingen wilt wijzigen via het bedieningspaneel terwijl de knoppen zijn vergrendeld. U kunt de knoppen ontgrendelen met de hulpprogramma’s EPSON WinAssist of EPSON WebAssist. Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor meer informatie. Probleemoplossing...
  • Pagina 328 M-tonercrtg leeg Zie “XXXX-tonercrtg leeg” op pagina 321 voor meer informatie. M Weinig toner Zie “XXXX Weinig toner” op pagina 322 voor meer informatie. M Toner op Zie “XXXX Toner op” op pagina 322 voor meer informatie. Te weinig geheugen De printer beschikt over onvoldoende geheugen om de huidige taak te voltooien.
  • Pagina 329 Papier op XXX YYY De opgegeven papierbron (XXX) bevat geen papier. Plaats papier met het aangegeven formaat (YYY) in de papierbron. Papierfmt XXX YYY Het formaat van het papier in de opgegeven papierbron (XXX) komt niet overeen met het vereiste papierformaat (YYY). Vervang het papier door papier van het juiste formaat en druk op Start/Stop om verder te gaan met afdrukken.
  • Pagina 330 PS3 Vaste schijf vol Het geheugen voor het schrijven van PostScript 3-opdrachten op de optionele vaste schijf is vol. Om dit foutbericht te wissen, selecteert u <     - . (   *  (      in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 331 Reserveren geannul. De gegevens van de afdruktaak kunnen niet worden opgeslagen met de functie voor reserveertaken. Het maximumaantal opgeslagen afdruktaken voor de vaste schijf is bereikt of er is geen geheugen meer beschikbaar om een nieuwe taak op te slaan. Verwijder een opgeslagen taak om een nieuwe afdruktaak op te slaan.
  • Pagina 332 Service Req xyyy Er is een controllerfout of een printerfout gevonden. Schakel de printer uit. Wacht ten minste vijf seconden en schakel de printer weer in. Als het bericht blijft verschijnen, noteert u het foutnummer dat wordt weergegeven op het LCD-scherm (xyyy) en schakelt u de printer uit.
  • Pagina 333 Transfereenh. Versl. Dit bericht geeft aan dat de transfereenheid is versleten. U kunt doorgaan met afdrukken tot het foutbericht /      *       3      .  verschijnt, maar voor optimale afdrukkwaliteit kunt u de eenheid het beste vervangen.
  • Pagina 334 XXXX Weinig toner Er is minder dan 10% toner aanwezig in de aangegeven tonercartridges. XXXX staat voor de letters C, M, Y of K. Deze letters geven respectievelijk de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart aan. U kunt doorgaan met afdrukken tot het foutbericht > > > >          verschijnt.
  • Pagina 335 Y Weinig toner Zie “XXXX Weinig toner” op pagina 322 voor meer informatie. Y Toner op Zie “XXXX Toner op” op pagina 322 voor meer informatie. Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken annuleren vanuit de printerdriver, met de knop Taak annuleren of met het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 336 Afdrukken annuleren met het menu Reset Als u ?    selecteert in het menu Reset op het bedieningspaneel, wordt het afdrukken geannuleerd. De afdruktaak die wordt ontvangen van het actieve programma, wordt verwijderd. Fouten die in het programma zijn opgetreden, worden verholpen. Volg de onderstaande instructies om de printer opnieuw in te stellen.
  • Pagina 337 Beschikbaar papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan EPSON de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 338 Gewicht: 160** tot 216 g/m² Laserprinterpapier EPSON Color Laser Paper Transparanten EPSON Color Laser Transparencies Gecoat papier EPSON Color Laser Coated Paper Gekleurd papier Niet-gecoat Papier met briefhoofd Het papier en de inkt van briefhoofden moeten geschikt zijn voor laserprinters * Gebruik kringlooppapier uitsluitend bij een normale temperatuur en vochtigheidsgraad.
  • Pagina 339 Specificaties Gewoon papier Gewicht: 60 tot 105 g/m² A4 (210 × 297 mm) Formaat: A5 (148 × 210 mm) B5 (182 × 257 mm) Letter (216 × 279 mm, 8,5 × 11 inch) Legal (216 × 356 mm, 8,5 × 14 inch) Half-Letter (140 mm ×...
  • Pagina 340 Enveloppen Monarch (3 7/8 × 7 1/2 inch) Formaat: Commercial 10 (4 1/8 × 9 1/2 inch) DL (110 × 220 mm) C5 (162 × 229 mm) C6 (114 × 163 mm) International B5 (176 × 250 mm, 7 × 9,8 inch) Papierbron: Alleen MP-lade Etiketten...
  • Pagina 341 88,9 × 139,7 mm tot 215,9 × 355,6 mm Formaat: (35 × 55 inch tot 85 × 140 inch) Papierbron: Alleen MP-lade EPSON Color Laser Paper A4 (210 × 297 mm) Formaat: Letter (216 mm × 279 mm, 8,5 × 11 inch) Papierbronnen:...
  • Pagina 342 EPSON Color Laser Coated Paper A4 (210 × 297 mm) Formaat: Papierbronnen: Alleen MP-lade (als Coated is geselecteerd bij Paper Type in de printerdriver) MP-lade, onderste standaardpapierlade en optionele papiereenheid met grote capaciteit (als Plain is geselecteerd bij Paper Type in...
  • Pagina 343 Centreren voor alle papierformaten papierinvoer: Laadvermogen papierladen: MP-lade: Maximaal 100 vellen gewoon papier, EPSON Color Laser Paper en EPSON Color Laser Coated Paper Stapel van 10 mm met enveloppen, etiketten, zwaar papier en transparanten Onderste Maximaal 500 vellen gewoon papier,...
  • Pagina 344 Optionele Maximaal 1000 vellen gewoon papier, papiereenheid met EPSON Color Laser Paper en EPSON grote capaciteit: Color Laser Coated Paper* voor twee laden met elk maximaal 500 vellen * Dit afdrukmateriaal kan alleen met deze papierbron worden ingevoerd als Plain is geselecteerd bij Paper Type in de printerdriver.
  • Pagina 345 Omgevingsspecificaties Temperatuur: Bij afdrukken: 10 tot 32 °C (0% vochtigheid) (50 tot 89,6 °F) Opslag: 0 tot 35 °C (32 tot 95 °F) Vochtigheid: Bij afdrukken: 15 tot 85% RV Opslag: 15 tot 85% RV Hoogte: Maximaal 3.100 meter Technische specificaties Afmetingen Hoogte: 44,45 cm (17,5 inch) en gewicht:...
  • Pagina 346 Model 110 V tot Model 220 V tot 120 V 240 V (model KAA-1) (model KAB-1) Stroomsterkte Minder dan 8 A Minder dan 4 A Stroom- Tijdens Maximaal 850 W 850 W verbruik afdrukken* Gemiddeld 450 Wh 450 Wh In de standby-modus 850 Wh 850 Wh Gemiddeld...
  • Pagina 347 Laserbeveiliging Deze printer is een laserproduct van klasse 1 dat voldoet aan de normen die zijn opgelegd door het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services), overeenkomstig de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Dit betekent dat de laser geen straling voortbrengt die schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid.
  • Pagina 348 Interfaces Parallelle interface Gebruik alleen een parallelle connector die voldoet aan de IEEE 1284-I-norm. ECP-modus gebruiken in Windows Me, 98 en 95 Als u de ECP-modus wilt gebruiken met een parallelle interfaceconnector (conform de IEEE 1284-I-norm), moet de computer ECP ondersteunen. Opmerking: De ECP-modus is niet beschikbaar voor Windows NT 4.0.
  • Pagina 349 USB-interface Voldoet aan USB 1.1. Opmerking: Alleen computers met een USB-connector en Mac OS 8.1 (of hoger) of Windows XP, Me, 98 of 2000, ondersteunen de USB-interface. Ethernet-interface U kunt een STP-interfacekabel gebruiken die geschikt is voor IEEE 802.3 100BASE-TX/10 BASE-T in combinatie met een RJ45-connector.
  • Pagina 350 Papiersoorten: Gewoon papier, EPSON Color Laser Paper en EPSON Color Laser Coated Paper* * Dit afdrukmateriaal kan alleen met deze papierbron worden ingevoerd als Plain is geselecteerd bij Paper Type in de printerdriver. Voeding: 5 V en 24 V gelijkstroom worden door de...
  • Pagina 351 Tonercartridges Productnummer: Geel: S050088 Magenta: S050089 Cyaan: S050090 Zwart: S050091 Temperatuur opslag: 0 tot 35 °C (32 tot 95 °F) Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Levensduur: Zwart: Maximaal 8.500 afbeeldingen (voor A4-papier bij ononderbroken Geel, magenta, cyaan: Maximaal 6.000 afdrukken en een afbeeldingen dekkingsgraad van 5%)
  • Pagina 352 Transfereenheid Productnummer: S053006 Temperatuur opslag: 0 tot 35 °C (32 tot 95 °F) Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Levensduur: 25.000 pagina’s bij continu afdrukken (A4- of Letter-papier) De levensduur van de printer wordt mogelijk verkort wanneer u de printer herhaaldelijk laat opwarmen of wanneer u vaak enveloppen, etiketten, zwaar papier, transparanten of papier dat kleiner is dan...
  • Pagina 353 Appendix B Tekensets Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Omdat lettertypen en tekens door de meeste programma’s automatisch worden verwerkt, hoeft u de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen.
  • Pagina 354 Emulatiemodus LJ4 De volgende tekensets zijn beschikbaar in de emulatiemodus LJ4. Naam tekenset: Voor de volgende tekensets zijn 76 lettertypen + Line Printer beschikbaar: IBM-US (10U), Roman-8 (8U)* (bevat nog eens 19 sets), Roman-9 (4U), ECM94-1 (0N), 8859-2 ISO (2N), 8859-9 ISO (5N), 8859-10 ISO (6N), 8859-15 ISO (9N), IBM-DN (11U), PcMultilingual (12U), PcEur858 (13U), Legal (1U)
  • Pagina 355 OCR A is beschikbaar voor: OCR A (0O) OCR B is beschikbaar voor: OCR B (1O) Twee typen van Code 39 zijn beschikbaar voor: Code 39 (0Y) Twee typen van EAN/UPC zijn beschikbaar voor: EAN/UPC (8Y) * De andere 19 sets zijn: ANSI ASCII, Norweg1, French, HP German, Italian, JIS ASCII, Swedis 2, Norweg 2, UK, French 2, German, HP Spanish, Chinese, Spanish, IRV, Swedish, Portuguese, IBM Portuguese en IBM Spanish.
  • Pagina 356 De 76 lettertypen verwijzen naar de lettertypen in de onderstaande lijst: Courier SWC Swiss 721 SWA Courier SWC Bold Swiss 721 SWA Bold Courier SWC Italic Swiss 721 SWA Italic Courier SWC Bold Italic Swiss 721 SWA Bold Italic Dutch 801 SWC Swiss 721 Narrow SWA Dutch 801 SWC Bold Swiss 721 Narrow SWA Bold...
  • Pagina 357 Internationale tekensets voor ISO De volgende internationale tekensets zijn beschikbaar voor ISO. Tekensets: ANSI ASCII (0U), Norweg 1 (0D), French (0F), HP German (0G), Italian (0l), JIS ASCII (0K), Swedis 2 (0S), Norweg 2 (1D), UK (1E), French 2 (1F), German (1G), HP Spanish (1S), Chinese (2K), Spanish (2S), IRV (2U), Swedish (3S), Portuguese (4S),...
  • Pagina 358 (13U) Europa) Pc863(Frans-Canadees), Pc852 Pc865(Noors), (Oost-Europa), Roman-8, 8859-15 ISO BpBRASCIl, Abicomp, ISOLatin1 Courier beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar EPSON beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar beschikbaar niet Prestige beschikbaar EPSON beschikbaar beschikbaar niet beschikbaar beschikbaar niet Roman beschikbaar EPSON beschikbaar beschikbaar...
  • Pagina 359 Internationale tekensets U kunt een van de internationale tekensets selecteren via het hulpprogramma Remote Control Panel of de opdracht ESC R: Tekensets: VS, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Japan, Denemarken, Denemarken-2, Zweden, Italië, Spanje-1, Spanje-2, Noorwegen, Latijns Am., Korea*, Legal* * Uitsluitend beschikbaar in de modus ESC/P 2. Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^ Als u de tekens in de onderstaande tabel wilt afdrukken, gebruikt u de opdracht ESC (^.
  • Pagina 360 De beschikbare tekensets in de I239X-modus zijn Pc437, Pc850, Pc858, Pc860, Pc863 and Pc865. Zie “ESC/P2- of FX-modus” op pagina 346 voor meer informatie. Beschikbare lettertypen zijn EPSON Sans Serif, Courier SWC, EPSON Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script.
  • Pagina 361 Appendix C Werken met lettertypen Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. Wanneer u de driver gebruikt die bij de printer is geleverd, worden de namen van de lettertypen in de toepassing weergegeven in de lijst met lettertypen.
  • Pagina 362 Lettertype Familie HP-equivalent Original Garamond Medium, Bold, Italic, Bold Italic Garamond Audrey Two SWC Marigold Flareserif 821 SWC Medium, Extra Bold Albertus Swiss 721 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Arial Dutch 801 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times New Swiss 721 SWA Medium, Bold, Italic, Helvetica...
  • Pagina 363 Lettertype Familie HP-equivalent Line Printer Line Printer OCR A OCR B Code39 9.37 pitch, 4.68 pitch EAN/UPC Bold, Medium Wanneer u in een toepassing lettertypen wilt selecteren, gebruikt u de lettertypenaam in de kolom HP-equivalent. Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur zijn de lettertypen OCR A, OCR B, Code39 en EAN/UPC mogelijk niet leesbaar.
  • Pagina 364 ESC/P 2- en FX-modi Lettertype Familie Courier SWC Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Swiss 721 SWM* Medium, Bold Letter Gothic SWC Medium, Bold Dutch 801 SWM* Medium, Bold EPSON Script OCR A OCR B * Uitsluitend beschikbaar in de modus ESC/P 2.
  • Pagina 365 Lettertype Familie EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 366 In het installatieprogramma kunt u opgeven dat lettertypen automatisch moeten worden gedownload wanneer u de computer start of wanneer u met een bepaald lettertype afdrukt. EPSON Font Manager (alleen Windows) EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. Werken met lettertypen...
  • Pagina 367 2. Plaats de cd-rom met software die bij printer is geleverd in het cd-romstation. 3. Dubbelklik in het dialoogvenster dat verschijnt op Install EPSON Font Manager . U kunt ook Install EPSON Font Manager selecteren en vervolgens op de pijl rechtsboven klikken.
  • Pagina 368 EPSON BarCode Fonts (alleen Windows) Met EPSON BarCode Fonts kunt u eenvoudig een groot aantal soorten streepjescodes maken en afdrukken. Gewoonlijk is het maken van streepjescodes een bewerkelijk proces waarbij u naast de tekens voor de streepjescode verschillende opdrachtcodes moet opgeven, zoals Start bar, Stop bar en OCR-B.
  • Pagina 369 EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num Systeemvereisten voor EPSON BarCode Fonts Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows XP, Me, 98, 95, 2000 of NT 4.0...
  • Pagina 370 Voor andere Windows-versies geldt ongeveer dezelfde procedure. 1. Zet de computer aan en start Windows. 2. Plaats de cd-rom of de diskette met EPSON BarCode Fonts in het cd-romstation. 3. Klik op Start , ga naar Instellingen en klik op Configuratiescherm .
  • Pagina 371 7. Selecteer het gewenste lettertype in de lijst met lettertypen of klik op Alles selecteren om alle lettertypen van EPSON BarCode Fonts te installeren. Opmerking: Controleer of het selectievakje Lettertypen naar de map Fonts kopiëren is ingeschakeld. 8. Klik op OK . De geselecteerde lettertypen van EPSON BarCode Fonts worden geïnstalleerd in de Windows-map...
  • Pagina 372 2. Selecteer de getypte tekens en klik op Lettertype in het menu Opmaak. 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK . Opmerking: In Windows XP, 2000 en NT 4.0 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 373 4. De geselecteerde tekens worden op de onderstaande manier weergegeven als streepjescodes. 5. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Eigenschappen . Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. Item Waarde...
  • Pagina 374 Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals Start bar en Stop bar worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in “Specificaties van EPSON BarCode...
  • Pagina 375 Druk een voorbeeld af en controleer of de streepjescode leesbaar is, voordat u grote hoeveelheden afdrukt. Specificaties van EPSON BarCode Fonts In dit gedeelte vindt u de specificaties voor het invoeren van elk lettertype van EPSON BarCode Fonts.
  • Pagina 376 Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-8 EPSON EAN-13 EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 12 tekens Tekengrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 of NT).
  • Pagina 377 Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-13 EPSON UPC-A UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens...
  • Pagina 378 Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-A EPSON UPC-E UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens Maximaal 6 tekens Tekengrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 of NT).
  • Pagina 379 Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-E EPSON Code39 Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
  • Pagina 380 Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 381 De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code128-standaard. Daarom is het belangrijk ten minste één spatie tussen de streepjescode en de omringende tekst in te voegen om overlapping te voorkomen. In sommige toepassingen worden spaties aan het einde van een regel automatisch verwijderd of worden meerdere, opeenvolgende spaties omgezet in tabs.
  • Pagina 382 Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 EPSON ITF De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-of-5-standaard. Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Interleaved 2-of-5-standaard.
  • Pagina 383 Tekengrootte Als OCR-B niet wordt gebruikt: 26 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 of NT). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52 pt, 78 pt en 104 pt. Als OCR-B wordt gebruikt: 36 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 of NT). Aanbevolen grootten zijn 36 pt, 72 pt, 108 pt en 144 pt.
  • Pagina 384 Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num EPSON Codabar Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 385 Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Symbolen (- $ : / . +) Aantal tekens Onbeperkt Tekengrootte Als OCR-B niet wordt gebruikt: 26 pt of meer (maximaal 96 pt in Windows XP, 2000 of NT). Aanbevolen grootten zijn 26 pt, 52 pt, 78 pt en 104 pt.
  • Pagina 386 Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Werken met lettertypen...
  • Pagina 387 Als de printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de probleemoplossingsinformatie in deze handleiding, kunt u contact opnemen met de EPSON-klantenservice. We kunnen u sneller helpen als u ons de volgende informatie geeft: Serienummer van de printer U vindt dit nummer op de achterzijde van de printer.
  • Pagina 388 Voor gebruikers in Noord-Amerika Als u de printer hebt aangeschaft in de Verenigde Staten of Canada, biedt Epson 24 uur per dag technische ondersteuning via de elektronische ondersteuningsservices en geautomatiseerde telefoonservices die zijn opgenomen in de volgende tabel: Service Toegang...
  • Pagina 389 Op de volgende websites is elektronische ondersteuning 24 uur per dag beschikbaar: Service Toegang Internet De website van EPSON voor Latijns-Amerika: http://www.latin.epson.com. De website van Epson voor Brazilië: http://www.epson.br. Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken, belt u naar een van de onderstaande nummers:...
  • Pagina 390 Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland Als u het product in het Verenigd Koninkrijk of Ierland hebt aangeschaft, biedt EPSON (UK) Limited u een groot aantal services en technische ondersteuning. Ondersteuning via Internet Informatie over de nieuwste EPSON-producten, drivers,...
  • Pagina 391 Verenigd Koninkrijk en 0044 1442 227271 in Ierland) en e-mail (info@epson.co.uk). U kunt hier terecht voor: Productinformatie en brochures van nieuwe EPSON-producten (ook beschikbaar via onze website op http://www.epson.co.uk) Informatie over waar u originele verbruiksgoederen, accessoires en optionele onderdelen van Epson kunt...
  • Pagina 392 Voor gebruikers in Duitsland EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Straße 2 46569 Hünxe http://www.epson.de/support Frankrijk Support Technique EPSON France 0 821 017 017 (2,21 F la minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour...
  • Pagina 393 Italië EPSON Italia s.p.a. Viale F.IIi Casiraghi, 427 20099 Sesto San Giovanni (MI) Tel.: 02.26.233.1 Fax: 02.2440750 Assistenza e Servizio Clienti 02.29400341 http://www.epson.it Portugal EPSON Portugal, S.A. Rua do Progresso, 471 - 1° - Perafita - Apartado 5132 4458 - 901 Perafita Codex Tel.: 22.999.17.00;...
  • Pagina 394 Nederland CARD IS B.V. Ambachsweg 3606 AP Maarssen http://www.epson.nl/support/ België & Luxemburg MDR (ARC) H. Dom. Saviolaan 8 1700 Dilbeek http://www.epson.be Zwitserland EXCOM Service A.G. Moosacherstrasse 6, Au, 8820 Wadenswil Tel.: 01/7822111 http://www.excom.ch Contact opnemen met de klantenservice...
  • Pagina 395 Woordenlijst afdrukstand Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. Met de afdrukstand staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt, met liggend in de lengte. ASCII American Standard Code for Information Interchange. Een verzameling standaardcodes die worden toegekend aan tekens en besturingscodes.
  • Pagina 396 driver Zie printerdriver voor meer informatie. emulatie Zie printeremulatie voor meer informatie. FF (form feed) Een besturingscode voor een nieuwe pagina. fotogeleidingseenheid Een onderdeel van de printer met een lichtgevoelige afdrukrol, transfereenheid en ontwikkelingsrol. Met de fotogeleidingseenheid wordt de toner verhit en op het papier gedrukt.
  • Pagina 397 lettertype met vaste breedte Een lettertype waarbij elk teken evenveel ruimte in beslag neemt, ongeacht de breedte van het teken. De kleine letter l neemt evenveel ruimte in beslag als de hoofdletter M. liggend Er wordt in de lengte op de pagina afgedrukt. Bij deze afdrukstand kan er meer worden afgedrukt in de breedte dan in de lengte.
  • Pagina 398 reset Het geheugen van de printer vrijmaken en de bestaande afdruktaken wissen. resolutie Een aanduiding voor de scherpte en helderheid van de afbeeldingen die de printer produceert of die op het scherm worden weergegeven. De printerresolutie wordt weergegeven in dots per inch. De monitorresolutie wordt weergegeven in pixels. RITech Resolution Improvement Technology.
  • Pagina 399 statusvel Een afgedrukt rapport met een overzicht van de printerinstellingen en andere printergegevens. tekenbreedte Hiermee wordt het aantal tekens per inch (cpi) weergegeven voor lettertypen met een vaste breedte. tekenreeks Een verzameling letters, cijfers en symbolen die in een bepaalde taal worden gebruikt.
  • Pagina 400 Woordenlijst...
  • Pagina 401 EPSON BarCode Fonts Specificaties, 339 Afdrukken, 359 Vervangen, 257 Info, 356 Voorzorgsmaatregelen, 257 Installeren, 358 Invoeren, 362 Opmaken, 362 Specificaties, 363 Geheugenmodules Systeemvereisten, 357 Info, 225 EPSON Color Laser Coated Paper Installeren, 225 Specificaties, 330 Specificaties, 338 Verwijderen, 230 Register...
  • Pagina 402 Lettertypen Selecteren, 24 Beschikbare, 349 Voor EPSON Color Laser Downloaden, 354 Coated Paper, 36 EPSON BarCode Fonts, 356 Voor EPSON Color Laser Paper, 35 Selecteren, 354 Voor EPSON Color Laser Toevoegen, 353 Transparencies, 37 Papiereenheid met grote capaciteit Info, 207 Installeren, 209 Menu’s van bedieningspaneel...
  • Pagina 403 Papierstoringen Automatische instelling Klep A (Vast A), 284 (Macintosh), 130 Klep A, Papierladen en klep B Automatische instelling (Vast ABC), 295 (Windows), 46 Klep A en papierladen Dubbelzijdig afdrukken (Vast AC), 288 (Macintosh), 143 Klep B (Vast B), 293 Dubbelzijdig afdrukken Kleppen A en B (Vast AB), 282 (Windows), 71 MP-lade, 296...
  • Pagina 404 Snelafdruk (menu), 169, 188 Info, 218 Speciaal afdrukmateriaal van EPSON Installeren, 218 EPSON Color Laser Verwijderen, 223 Coated Paper, 18 Veiligheid EPSON Color Laser Paper, 17 Voorzorgsmaatregelen, 1 EPSON Color Waarschuwingen, Laser Transparencies, 17 Voorzorgsmaatregelen Stored Job (Macintosh), 153 en opmerkingen, 1...
  • Pagina 405 Geheugenmodules, 230 Interfacekaarten, 245 Printersoftware (Macintosh), 161 Printersoftware (Windows), 100 USB-apparaatdriver, 106 Vaste schijf, 223 Voorzorgsmaatregelen Bij in- en uitschakelen, 5 Tijdens werking, 1 Wachtwoord Opgeven voor vertrouwelijke taak, 170 Voor Confidential Job (Macintosh), 154 Voor Confidential Job (Windows), 84 Zwaar papier Driverinstellingen, 42, 43 Specificaties, 328...
  • Pagina 406 Register...