8. Schroef de printplaat vast met de twee schroeven.
9. Sluit de interfacekabels en het netsnoer aan.
10. Sluit het netsnoer van de printer aan op het stopcontact.
11. Zet de printer aan.
Druk een statusvel af om te controleren of de geheugenmodule
correct is geïnstalleerd. Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 246
voor meer informatie. Als bij de totale geheugenhoeveelheid
de grootte van de optionele geheugenmodule niet wordt
weergegeven, installeert u de module opnieuw. Zorg dat de
module stevig is bevestigd in de geheugensleuf op de printplaat.
Opmerking:
Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet
is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de
printerdriver. Klik op Update the Printer Option Information
Manually in het menu Optional Settings en klik op Settings . Selecteer
het aantal bytes dat u van het geheugen hebt geïnstalleerd in de keuzelijst
Installed Memory in het dialoogvenster Optional Settings. Klik
vervolgens op OK .
Optionele onderdelen
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
229