Download Print deze pagina

Advertenties

®
Kleurenlaserprinter
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, hetzij
op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. SEIKO EPSON CORPORATION wijst alle patentaansprakelijkheid af wat
betreft het gebruik van de informatie in dit document. Evenmin kan SEIKO EPSON
CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik
van de informatie in dit document.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door
derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als
gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen
en reparaties, of (buiten de Verenigde Staten) als de bedienings- en onderhoudsinstructies
van Seiko Epson Corporation niet strikt worden gevolgd.
Seiko Epson Corporation en zijn filialen kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksgoederen die
niet als Original Epson Products of Epson Approved Products zijn aangemerkt door Seiko
Epson Corporation.
NEST Office Kit Copyright © 1996, Novell, Inc. Alle rechten voorbehouden.
IBM en PS/2 zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines
Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen.
Apple en Macintosh zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken en EPSON AcuLaser en EPSON
ESC/P 2 zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Coronet is een handelsmerk van Ludlow Industries (UK) Ltd.
1

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson AcuLaser C9100

  • Pagina 1 CORPORATION aansprakelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document. Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als...
  • Pagina 2 HP en HP LaserJet zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Algemene kennisgeving: Andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op deze merken. Copyright © 2004 Seiko Epson Corporation, Nagano, Japan.
  • Pagina 3 Informatiebronnen Installatiehandleiding Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat informatie voor netwerkbeheerders over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie ........14 Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen .
  • Pagina 5 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ..... .46 EPSON Color Laser Paper......46 EPSON Color Laser Transparencies .
  • Pagina 6 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3... . . 169 EPSON Status Monitor 3 openen ..... . 169 Informatie over de printerstatus weergeven.
  • Pagina 7 Hoofdstuk 5 Printer instellen in een netwerk Voor Windows ......... . .184 Printer delen .
  • Pagina 8 Hoofdstuk 7 Onderhoud en transport Vervangingsberichten ........242 Tonercartridge .
  • Pagina 9 Het optionele onderdeel is niet beschikbaar ... . .298 Problemen bij het delen ........298 Netwerkprinters kunnen niet worden gecontroleerd in een Windows 95-omgeving .
  • Pagina 10 Afdrukken met hoge kwaliteit ......342 EPSON Quick Fuser Technology ..... . 343 Dubbelzijdig afdrukken .
  • Pagina 11 Interfaces..........355 Parallelle interface .
  • Pagina 12 Systeemvereisten ........438 EPSON Font Manager installeren ..... . 438 Appendix D Tekensets Inleiding op tekensets .
  • Pagina 13 Modus EPSON GL/2 ........449...
  • Pagina 14 Veiligheidsinformatie Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen worden aangeduid met 'Let op' en moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer.
  • Pagina 15 ❏ U moet de printer niet alleen optillen of verplaatsen, omdat de printer met de geïnstalleerde verbruiksgoederen ongeveer 55 kg weegt. De printer moet door drie of meer personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. deze zijde is zwaarder ❏...
  • Pagina 16 ❏ Steek uw hand niet te ver in de fuser unit. Sommige onderdelen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken. ❏ Raak de onderdelen in het binnenwerk van de printer nooit aan, tenzij dit wordt voorgeschreven in deze handleiding. ❏ Ga steeds rustig te werk bij het plaatsen van onderdelen. Hoewel de printer tegen een stootje kan, kunnen onderdelen door onnodig gebruik van kracht beschadigd worden.
  • Pagina 17 ❏ Stel de photoconductor unit bij het plaatsen niet langer dan vijf minuten bloot aan licht. De eenheid bevat een blauwe lichtgevoelige rol. Als u de rol blootstelt aan licht, kunnen er donkere of lichte vlekken ontstaan op de afdrukken. Ook slijt de rol dan sneller.
  • Pagina 18 ® NERGY ® Als internationaal NERGY -partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het internationale NERGY ® -programma inzake doeltreffend energieverbruik. ® Het internationale NERGY...
  • Pagina 19 Voorzorgsmaatregelen bij in- en uitschakelen In de volgende gevallen moet u de printer niet uitschakelen: ❏ Als u de printer hebt ingeschakeld, wacht u totdat Ready (Gereed) op het LCD-scherm verschijnt. ❏ Als het lampje Klaar knippert. ❏ Als het lampje Gegevens brandt of knippert. ❏...
  • Pagina 20 Hoofdstuk 1 Printeronderdelen en -functies Printeronderdelen Vooraanzicht a. afdruk-benedenlade b. stopper c. bedieningspaneel d. klep A e. onderste standaardpapierlade f. aan-uitschakelaar g. MP-lade (Multi-Purpose (universeel)) h. klep B Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 21 Achteraanzicht a. ventilatieopening b. netaansluiting c. klep aan rechterzijde d. USB-interface e. parallelle interface f. Ethernet-interface Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 22 Binnenzijde a. fuser unit b. toner cartridge c. tonerafvalbak d. photoconductor unit e. intermediate transfer unit Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 23 Bedieningspaneel b c d a. LCD-scherm Hierop worden de statusberichten van de printer en de menu-instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. Terug Met deze knoppen kunt u de menu's van Omhoog het bedieningspaneel openen. Hierin Enter kunt u printerinstellingen opgeven en Omlaag de status van verbruiksgoederen controleren.
  • Pagina 24 h. Klaar Dit lampje brandt wanneer de printer (groen) klaar is. Dit betekent dat de printer gegevens kan ontvangen en afdrukken. Het lampje brandt niet als de printer niet gereed is. i. Start/Stop Het afdrukken wordt onderbroken als u op deze knop drukt. Wanneer het foutlampje knippert, drukt u op deze knop om de fout te verwijderen en de status Gereed in te...
  • Pagina 25 Papiereenheid voor 1500 vellen A3 (C12C802152) Deze eenheid bevat drie papierladen en verhoogt de capaciteit van de papierinvoer met maximaal 1500 vellen. Duplexer (C12C802132) Hiermee kunt u automatisch afdrukken op beide zijden van het papier. Afdruk-bovenlade (C12C802162) De afdruk-bovenlade heet zo, omdat uw afdrukken daarin op elkaar worden gestapeld met de bedrukte zijde naar boven.
  • Pagina 26 Uw printer kan maximaal 1.024 MB geheugen aan. Opmerking: Zorg ervoor dat u een geheugenmodule (type DIMM) gebruikt die compatibel is met de producten van EPSON. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van deze printer of een officiële EPSON-onderhoudsmonteur.
  • Pagina 27 Verschillende afdrukopties De printer beschikt over verschillende afdrukopties. U kunt in verschillende indelingen afdrukken of verschillende papiersoorten gebruiken voor het afdrukken. Hieronder worden de procedures voor de verschillende afdruktypen beschreven. Kies het geschikte afdruktype. Dubbelzijdig afdrukken “Duplexer” op pagina 216 “Afdrukken met de duplexer”...
  • Pagina 28 Fit to page printing (Aanpassen aan pagina voor afdrukken) “Afdrukformaat aanpassen” op pagina 65 (Windows) “Afdrukformaat aanpassen” op pagina 142 (Macintosh) Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X. Hiermee wordt het formaat van een document automatisch vergroot of verkleind om op het geselecteerde papierformaat te passen.
  • Pagina 29 Pagina's per vel afdrukken “Afdrukindeling aanpassen” op pagina 68 (Windows) “Afdrukindeling aanpassen” op pagina 143 (Macintosh) Hiermee kunt u twee of vier pagina's op een enkel vel afdrukken. Watermerken afdrukken “Watermerken gebruiken” op pagina 70 (Windows) “Watermerken gebruiken” op pagina 146 (Macintosh) Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X.
  • Pagina 30 Overlays afdrukken “Overlays gebruiken” op pagina 74 (Windows) Hiermee kunt u op de afdruk standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt. Opmerking: De functie voor overlays kan niet worden gebruikt in de PostScript 3-modus.
  • Pagina 31 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken “Vaste schijf installeren” op pagina 226 “De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken” op pagina 90 (Windows) “De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken” op pagina 157 (Macintosh) Hiermee kunt u afdruktaken die al eerder op de vaste schijf zijn opgeslagen, rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken.
  • Pagina 32 Hoofdstuk 2 Papierverwerking Papierbronnen In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen kunnen worden gebruikt. MP-lade Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier/ A4, A5, B5, Letter (LT), Maximaal 150 vellen halfdik Half-Letter (HLT), (totale dikte: Government Letter (GLT), maximale stapeldikte Executive (EXE) van 18 mm) Papier met aangepast...
  • Pagina 33 Government Letter (GLT), Executive (EXE) A3, B4, Ledger (B), Maximale stapeldikte Legal (LGL), van 10 mm Government Legal (GLG), EPSON Color Maximaal 150 vellen Laser Paper (totale dikte: maximale stapeldikte van 18 mm) Maximaal 100 vellen (totale dikte: maximale stapeldikte...
  • Pagina 34 Maximaal 500 vellen halfdik Legal (LGL), Letter (LT), (totale dikte: maximale Government Legal stapeldikte van 54 mm) (GLG), Ledger (B), Executive (EXE) EPSON Color Laser A3, A4 Paper Optionele papierlade Papiersoort Papierformaat Capaciteit Gewoon papier/ A3, B4, A4, B5, Legal...
  • Pagina 35 Handmatig selecteren U kunt een papierbron handmatig selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. Meer informatie over het openen van de printerdriver vindt u (voor Windows) in “De printerdriver openen” op pagina 56 en (voor Macintosh) in “De printerdriver openen” op pagina 131. Zie “Menu's van het bedieningspaneel gebruiken”...
  • Pagina 36 Automatisch selecteren U kunt automatisch een papierbron met het juiste papierformaat laten selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. Meer informatie over het openen van de printerdriver vindt u (voor Windows) in “De printerdriver openen” op pagina 56 en (voor Macintosh) in “De printerdriver openen”...
  • Pagina 37 Met optionele papiereenheid voor 500 of 1500 vellen A3 geïnstalleerd: MP-lade Onderste papierlade 1 Onderste papierlade 2 Onderste papierlade 3 Onderste papierlade 4 Opmerking: ❏ Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven.
  • Pagina 38 MP-lade De MP-lade is geschikt voor verschillende papierformaten en afdrukmaterialen. Daarmee is deze lade het flexibelst in het gebruik. Zie “Papierbronnen” op pagina 32 voor meer informatie over de papierformaten en -soorten die door de MP-lade worden ondersteund. Volg de onderstaande instructies om papier in de printer te plaatsen.
  • Pagina 39 3. Plaats een stapel van het gewenste afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden en druk het papier voorzichtig zo ver mogelijk in de printer. Let op: ❏ Verschillende formaten of soorten papier kunnen niet allemaal tegelijk in de MP-lade worden geplaatst. Dit zou namelijk tot papierstoringen kunnen leiden.
  • Pagina 40 5. Selecteer de papierlade en de instellingen van het papierformaat die met het geplaatste afdrukmateriaal overeenkomen met behulp van de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. ❏ Voor gebruikers van Windows: zie “Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven” op pagina 58. ❏...
  • Pagina 41 2. Schuif de papiergeleiders naar buiten, zodat het papier ertussen past. 3. Plaats een stapel lang papier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. Houd het papier met beide handen vast, zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: Zorg ervoor dat u het uiteinde van het papier niet omkrult tijdens het laden.
  • Pagina 42 4. Stel de papiergeleiders af op het formaat van het papier. Wanneer u de ene papiergeleider verschuift, schuift de andere automatisch mee. 5. Selecteer de papierlade en de instellingen van het papierformaat die met het geplaatste afdrukmateriaal overeenkomen met behulp van de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 43 1. Trek de onderste standaardpapierlade naar buiten. 2. Knijp de hendel in en schuif de papiergeleiders naar buiten. Knijp vervolgens de hendel van de papiergeleider aan het uiteinde in en stel de papiergeleider af op het formaat van het papier dat u plaatst. 3.
  • Pagina 44 Opmerking: U kunt maximaal 500 vellen papier laden. 4. Plaats de papierlade terug in de printer. 5. Breng een label met het juiste papierformaat aan op de voorzijde van de lade. Papierverwerking...
  • Pagina 45 Uitvoerlade De uitvoerlade bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Aangezien de afdrukken met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade terechtkomen, wordt deze lade ook wel de afdruk-benedenlade genoemd. De maximale capaciteit van deze lade is 500 vellen. Opmerking: Wanneer u afdrukt op groot papier (A3 bijvoorbeeld), moet u de stopper omhoog klappen om te verhinderen dat afdrukken van de printer...
  • Pagina 46 Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 47 Opmerking: Selecteer Halfdik (achter) wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder bedrukt papier. EPSON Color Laser Transparencies Epson beveelt het gebruik van EPSON Color Laser Transparencies aan. Opmerking: U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op transparanten. Transparanten kunnen alleen in de MP-lade worden geplaatst.
  • Pagina 48 ❏ Als u transparanten in de MP-lade plaatst, moet u de transparanten met de korte zijde naar voren plaatsen, zoals hieronder wordt weergegeven. ❏ Als transparanten onjuist worden geplaatst, wordt het bericht Check Transparency (Controleer de transparant) op het LCD-scherm weergegeven. Verwijder de vastgelopen transparanten uit de MP-lade.
  • Pagina 49 EPSON Color Laser Coated Paper Met EPSON Color Laser Coated Paper krijgt u een afdruk die meer glanst, voor extra kwaliteit. Bij gebruik van EPSON Color Laser Coated Paper moet u de volgende papierinstellingen opgeven: ❏ Geef de juiste instellingen op bij Basic Settings (Basisinstellingen) in de printerdriver.
  • Pagina 50 Enveloppen De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. Opmerking: ❏ Afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de enveloppen gekreukeld zijn. Maak eerst een testafdruk voordat u gaat afdrukken op een groot aantal enveloppen.
  • Pagina 51 ❏ Plaats enveloppen met de lange zijde naar voren, zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: Zorg dat de enveloppen minimaal de volgende afmetingen hebben: Hoogte: 98,4 mm Breedte: 190,5 mm 1. Min. 98,4 mm 2. Min. 190,5 mm Papierverwerking...
  • Pagina 52 Labels (Etiketten) U kunt etiketten met een dikte van maximaal 18 mm in de MP-lade plaatsen. Bepaalde etiketten moet u echter vel voor vel invoeren of handmatig plaatsen. Opmerking: ❏ U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op etiketten. ❏ Afhankelijk van de kwaliteit van de etiketten, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de etiketten gekreukeld zijn.
  • Pagina 53 ❏ U moet wellicht de instelling Thick* (Zwaar*) opgeven bij Paper Type (Papiersoort) in het menu Setup (Instellen). *Als u extra zware etiketten gebruikt, dient u de papiersoort op ExtraThk(Extra zwaar) in te stellen. Zwaar en extra zwaar papier U kunt zwaar papier (106 tot 169 g/m²) of extra zwaar papier (170 tot 216 g/m²) in de MP-lade plaatsen.
  • Pagina 54 ❏ Selecteer Thick (Back) (Zwaar (achter)) of Extra Thick (Back) (Extra zwaar (achter)) wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder bedrukt papier. ❏ Selecteer Thick Narrow (Zwaar smal) wanneer u afdrukt op smal zwaar papier. Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier met een niet-standaardformaat (90 ×...
  • Pagina 55 ❏ In Macintosh moet u de printerdriver openen. Klik op Custom Size (Aangepast formaat) in het dialoogvenster Paper Setting (Papierinstelling). Klik vervolgens op New (Nieuw) en selecteer de instellingen voor papierbreedte en -lengte en marges die overeenkomen met het aangepaste papierformaat. Geef de naam voor de instelling op en klik op OK om het aangepaste papierformaat op te slaan.
  • Pagina 56 Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het menu Utility (Hulpprogramma). Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren. Zie “Printer controleren met EPSON Status Monitor 3”...
  • Pagina 57 Gebruikers van Windows XP of Server 2003 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start gevolgd door Printers and Faxes (Printers en faxapparaten) en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
  • Pagina 58 Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen opgeven door een keuze te maken uit een lijst met voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen. Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic (Automatisch) U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of...
  • Pagina 59 2. Klik op Automatic (Automatisch) en stel met de schuifbalk de afdrukresolutie Fast (Snel) (300 dpi) of Fine (Fijn) (600 dpi) 3. Klik op OK om de instellingen toe te passen. Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren.
  • Pagina 60 Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera of digitale camera. Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde instellingen te activeren. 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2.
  • Pagina 61 Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. 3. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken. Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere instellingen, zoals Printing Mode (Modus), Resolution (Resolutie), Screen (Scherm) en Color Management (Kleurenmanagement), automatisch ingesteld.
  • Pagina 62 PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren. Deze instelling heeft geen invloed op het origineel.
  • Pagina 63 Afdrukinstellingen aanpassen Als u de instellingen wilt wijzigen, moet u dit handmatig doen. Volg de onderstaande instructies om de afdrukinstellingen aan te passen. 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Klik op Advanced (Geavanceerd) en klik op More Settings (Meer instellingen).
  • Pagina 64 Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. 4. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren naar het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). Instellingen opslaan Als u de aangepaste instellingen wilt opslaan, klikt u op Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar instellingen) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen).
  • Pagina 65 ❏ Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, klikt u op Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar instellingen) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). Vervolgens selecteert u de gewenste instelling in het dialoogvenster Custom Settings (Aangepaste instellingen) en klikt u op Delete (Verwijder).
  • Pagina 66 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in en selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier). De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 3. Selecteer bij de instelling Location (Locatie) het keuzerondje Upper Left (Boven links) als u de afbeelding verkleind wilt afdrukken in de linkerbovenhoek van het papier of het keuzerondje Center (Midden) als u de afbeelding verkleind...
  • Pagina 67 Pagina's aanpassen volgens een opgegeven percentage 1. Klik op het tabblad Layout (Lay-out). 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in. 3. Schakel het selectievakje Zoom To (Zoomen naar) in en geef vervolgens het vergrotingspercentage op in het daarvoor bestemde vak. Opmerking: U kunt een percentage opgeven tussen 50% en 200%, in stappen van 1%.
  • Pagina 68 Afdrukindeling aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina's worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op de tab Layout (Lay-out). 2.
  • Pagina 69 3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. 4. Schakel het selectievakje Print the Frame (Print kader) in als u de pagina's wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de...
  • Pagina 70 Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Watermark (Watermerk) kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken of zelf een watermerk maken met tekst of een bitmap. In het dialoogvenster Watermark (Watermerk) kunt u ook verscheidene watermerkinstellingen opgeven.
  • Pagina 71 3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark Name (Watermerknaam). Selecteer de kleur in de vervolgkeuzelijst Color (Kleur). 4. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity (Intensiteit). 5. Selecteer bij Position (Positie) het keuzerondje Front (Voor) als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken of het keuzerondje Back (Achter) als u het watermerk in de achtergrond van het document wilt...
  • Pagina 72 8. Pas het formaat van het watermerk aan met de schuifbalk Size (Formaat). 9. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren naar het tabblad Special (Speciaal). Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken. 1.
  • Pagina 73 5. Selecteer Text (Tekst) of BMP en typ een naam voor het nieuwe watermerk in het vak Name (Naam). Opmerking: Dit venster verschijnt wanneer u Text (Tekst) selecteert. 6. Als u Text (Tekst) selecteert, typt u de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst).
  • Pagina 74 Overlays gebruiken In het dialoogvenster Overlay Settings (Overdrukinstellingen) kunt u standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt. Met deze functie kunt u gemakkelijk zakelijke briefhoofden of facturen maken. Opmerking: De functie voor overlays is alleen beschikbaar wanneer High Quality (Printer) (Hoge kwaliteit (printer)) is geselecteerd bij Printing Mode (Afdrukmodus) in het dialoogvenster Extended Settings (Geavanceerde instellingen).
  • Pagina 75 4. Schakel het selectievakje Form Overlay (Formulieroverdruk) in en klik op Overlay Settings (Overdrukinstellingen). Het dialoogvenster Overlay Settings (Overdrukinstellingen) verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 76 5. Selecteer Create Overlay Data (Overdrukgegevens aanmaken) en klik op Settings (Instellingen). Het dialoogvenster Form Settings (Formulierinstellingen) verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 77 6. Schakel het selectievakje Use Form Name (Gebruiker formuliernaam) in en klik op Add Form Name (Formuliernaam toevoegen). Het dialoogvenster Add Form (Formulier toevoegen) verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 78 7. Typ de formuliernaam in het vak Form Name (Bestandsnaam) en de beschrijving in het vak Description (Beschrijving). 8. Selecteer To Front (Naar voren) of To Back (Naar achteren) om aan te geven of de overlay wordt afgedrukt in de achtergrond of in de voorgrond van het document.
  • Pagina 79 Afdrukken met overlays Volg de onderstaande instructies om een document met een overlay af te drukken. 1. Open het bestand dat u met een overlay wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Open het menu File (Bestand) en kies Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling).
  • Pagina 80 6. Klik op OK om de gegevens af te drukken. Overlays met verschillende printerinstellingen De overlay wordt gemaakt met de huidige printerinstellingen (bijvoorbeeld met een resolutie van 600 dpi). Als u dezelfde overlay met andere printerinstellingen wilt maken, bijvoorbeeld 300 dpi, moet u de onderstaande instructies volgen. 1.
  • Pagina 81 ❏ U kunt de functie gebruiken door de geregistreerde formuliernaam in te voeren nadat u de lijst hebt afgedrukt. ❏ Als de instellingen voor resolutie, papierformaat of afdrukstand van het document verschillen van de formulieroverlay die u gebruikt, kunt u het document niet afdrukken met de formulieroverlay. ❏...
  • Pagina 82 4. Klik op Printer's HDD (Printers HDD) en voer de geregistreerde formuliernaam in. Opmerking: Als u de lijst met geregistreerde formulieren nodig hebt, klikt u op Print List (Afdruklijst) om deze af te drukken en de formuliernaam te controleren. Als u bovendien een voorbeeldafdruk van het formulier wilt, typt u de naam van het formulier en klikt u op Print Sample (Afdrukvoorbeeld).
  • Pagina 83 Als u pagina's afdrukt om deze in te binden, kunt u de vereiste inbindrand opgeven voor de gewenste paginavolgorde. ® NERGY -partner beveelt Epson het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de NERGY ® -normen voor meer informatie over het programma van ®...
  • Pagina 84 2. Schakel het selectievakje Duplex in en selecteer het keuzerondje Left (Links), Top (Boven) of Right (Rechts) voor de inbindpositie. 3. Klik op Duplex Settings (Duplexinstellingen) om het dialoogvenster Duplex Settings (Duplexinstellingen) te openen. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 85 4. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. Geef vervolgens bij Start Page (Startpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 5. Wanneer u de pagina's wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Binding Method (Bindingmethode) in en geeft u de gewenste instellingen op.
  • Pagina 86 Printing mode High Quality (PC) (Hoge kwaliteit (Afdrukmodus): (PC)) Selecteer deze modus als u een computer gebruikt met hogere specificaties om de belasting van de computer te verlagen. In deze modus kunnen functies als Form Overlay (Formulieroverdruk) en Print true type with fonts with substitution (TrueType-lettertypen met vervanging afdrukken) niet...
  • Pagina 87 Print True Type fonts as Selecteer dit keuzerondje als u de bitmap TrueType-lettertypen die niet (TrueType-lettertypen als worden vervangen door bitmap afdrukken): apparaatlettertypen in het document, wilt afdrukken als bitmap. Print True Type fonts with Selecteer dit keuzerondje om de substitution TrueType-lettertypen in het (TrueType-lettertypen...
  • Pagina 88 Offset (Marge): Hiermee kunt u de afdrukpositie van gegevens op de voor- en achterzijde van een pagina wijzigen in stappen van 0,5 mm. Skip Blank Page Als u dit selectievakje inschakelt, (Geen lege pag.): worden lege pagina's overgeslagen. Ignore the selected Als u dit selectievakje inschakelt, paper size (Geselecteerde wordt er op het geplaatste papier...
  • Pagina 89 Uses the spooling Schakel dit selectievakje in om de method provided by spoolfunctie van Windows XP, the operation system 2000, Server 2003 of NT 4.0 te (Gebruikt de activeren. wachtrijmethode van het besturingssysteem): Default (Standaard): Klik op deze knop om de beginwaarden voor de driverinstellingen te herstellen.
  • Pagina 90 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u afdruktaken opslaan op de vaste schijf van de printer en deze later rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Volg de instructies in dit gedeelte om de functie Reserve Job (Reserveertaak) te activeren.
  • Pagina 91 De verwerking van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen, is afhankelijk van de optie voor Reserve Job (Reserveertaak). Zie de onderstaande tabellen voor meer informatie. Optie voor Maximu- Maximumaantal Vaste schijf is Reserve Job maantal taken taken (Reserveer- overschreden taak) Re-Print Job...
  • Pagina 92 Optie voor Na afdrukken Na uitschakelen van printer of Reserve Job gebruik van Reset All (Reset alles) (Reserveer- taak) Confidential Gegevens Gegevens worden gewist worden gewist (Vertrouwelijke afdruktaak) Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) Met de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) kunt u de taak die u momenteel afdrukt, opslaan zodat u deze later opnieuw kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 93 4. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken). 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in.
  • Pagina 94 Verify Job (Afdruktaak verifiëren) Met de optie Verify Job (Afdruktaak verifiëren) kunt u één exemplaar afdrukken om de inhoud te controleren voordat u meerdere exemplaren afdrukt. Volg de onderstaande instructies om de optie Verify Job (Afdruktaak verifiëren) te gebruiken. 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2.
  • Pagina 95 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 96 3. Klik op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) en klik vervolgens op Reserve Job Settings (Instellingen Reserveer afdruktaak). Het dialoogvenster Reserve Job Settings (Instellingen Reserveer afdruktaak) verschijnt. 4. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Stored Job (Opgeslagen afdruktaak).
  • Pagina 97 Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) Met de optie Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) kunt u wachtwoorden instellen voor het afdrukken van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen. Volg de onderstaande instructies om afdrukgegevens op te slaan met de optie Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak). 1.
  • Pagina 98 ❏ De functie Job Management (Taakbeheer) wordt niet ondersteund voor Windows-clients waarvoor gedeelde LPR-verbindingen en gedeelde standaard-TCP/IP-verbindingen in Windows XP worden gebruikt. ❏ EPSON Status Monitor 3 is niet beschikbaar als u afdrukt via een verbinding met een externe desktop. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 99 NDS. Controle van NDPS-printers (Novell Distributed Print Services) is niet mogelijk. EPSON Status Monitor 3 installeren Volg de onderstaande instructies om EPSON Status Monitor 3 te installeren. 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer.
  • Pagina 100 Agree (Akkoord). 4. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). Opmerking: Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over de installatie van EPSON Status Monitor 3 in een netwerk. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 101 5. Klik op Custom (Aangepast). 6. Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op Install (Installeer). De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 102 OK. 8. Selecteer uw land of regio in het dialoogvenster dat verschijnt. Selecteer ook de URL van de website van EPSON voor dat land of die regio. Klik vervolgens op OK. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 103 ❏ Wanneer u op de knop Cancel (Annuleren) klikt, wordt de URL van de website niet weergegeven, maar gaat de installatie van EPSON Status Monitor 3 gewoon door. 9. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 104 EPSON Status Monitor 3 openen Volg de onderstaande instructies om EPSON Status Monitor 3 te openen. 1. Open de printerdriver en klik op het tabblad Utility (Hulpprogramma). 2. Klik op het pictogram EPSON Status Monitor 3. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 105 Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer.
  • Pagina 106 Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer. Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. Close (Sluiten): Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten.
  • Pagina 107 Paper (Papier): Toont het papierformaat, de papiersoort en een schatting van de hoeveelheid papier die in de papierbron overblijft. Informatie over de optionele papierlade wordt alleen weergegeven als deze is geïnstalleerd. Toner: Hier wordt de resterende hoeveelheid toner weergegeven. Het tonerpictogram knippert wanneer de toner bijna op is.
  • Pagina 108 On line bestellen U kunt via Internet verbruiksgoederen bestellen door te klikken op de knop Order Online (Bestel on line) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Het dialoogvenster Order Online (Bestel on line) verschijnt. Status Monitor: Hiermee opent u het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3.
  • Pagina 109 Order Now/ Hiermee gaat u naar de URL waar Find Dealer u een order kunt plaatsen en de (Bestel nu/ dichtstbijzijnde leverancier kunt Vind een verdeler): zoeken. Wanneer u op deze knop klikt, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de desbetreffende website.
  • Pagina 110 Do not display this Wanneer u dit selectievakje window automatically inschakelt, wordt het (Dit venster niet dialoogvenster Order Online automatisch tonen): (Bestel on line) niet automatisch weergegeven. Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) op het tabblad Utility (Hulpprogramma) in de printerdriver.
  • Pagina 111 In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: Select Notification Met de selectievakjes in dit (Waarschuwing selecteren): gebied kunt u de foutsoorten selecteren waarover u wilt worden geïnformeerd. Schakel onder Event (Gebeurtenis) het selectievakje in van de items die moeten worden weergegeven.
  • Pagina 112 Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) kiezen om het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) te openen. Klik vervolgens op uw printer om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 113 Schakel het selectievakje Show job information (Toon (Taakbeheer): taakinformatie) in om het tabblad Job Information (Taakinformatie) weer te geven in het venster van EPSON Status Monitor 3. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt tijdens het afdrukken het pictogram Job management (Taakbeheer) weergegeven op de taakbalk.
  • Pagina 114 Cancel (Annuleren): Klik op deze knop om wijzigingen te annuleren. Klik op deze knop om wijzigingen op te slaan. Venster Status Alert (Foutmeldingen) Het venster voor foutmeldingen geeft aan welk type fout zich heeft voorgedaan en biedt een mogelijke oplossing. Het venster wordt automatisch gesloten als het probleem is opgelost.
  • Pagina 115 Met Job Management (Taakbeheer) kunt informatie over de afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. U kunt er ook voor kiezen om een bericht op het scherm te laten weergeven wanneer het afdrukken is afgelopen.
  • Pagina 116 Opmerking over het verwijderen van afdruktaken: U kunt geen afdrukwachtrijen verwijderen op clientcomputers met Windows Me, 98 of 95 en EPSON Status Monitor 3, wanneer de volgende verbindingen worden gebruikt: ❏ Gedeelde LPR-verbinding van Windows 2000, Server 2003 of NT 4.0.
  • Pagina 117 Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) het selectievakje Show job information (Taakinformatie weergeven) in (zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 110 voor meer informatie). Klik vervolgens op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 118 a. Status: Waiting De afdruktaak staat in de (Wachten): afdrukwachtrij. Spooling (Bezig De afdruktaak die in de met spoolen): wachtrij wordt geplaatst op uw computer. Deleting (Bezig De afdruktaak die wordt met verwijderen): verwijderd. Printing (Bezig De afdruktaak die wordt met afdrukken): afgedrukt.
  • Pagina 119 (Vernieuw): tabblad te vernieuwen. De afdruktaak opnieuw afdrukken Als u op Print (Afdrukken) klikt in het scherm van EPSON Status Monitor 3, kunt u een taak in de wachtrij afdrukken. Voer de onderstaande instructies uit om een afdruktaak opnieuw af te drukken.
  • Pagina 120 2. Klik op het tabblad Job Information (Taakinformatie). 3. Selecteer de taak die u opnieuw wilt afdrukken. 4. Klik op Print. Het volgende venster verschijnt. 5. Bevestig in dit venster de naam van de afdruktaak en geef een aantal exemplaren op tussen 1 en 999. 6.
  • Pagina 121 (Hulpprogramma) in de printerdriver te klikken. Instellingen voor gecontroleerde printers Met het hulpprogramma Monitored Printers (Gecontroleerde printers) kunt u de soort printers wijzigen die door EPSON Status Monitor 3 worden gecontroleerd. Als u EPSON Status Monitor 3 installeert, wordt dit hulpprogramma ook geïnstalleerd. Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen.
  • Pagina 122 2. Schakel de selectievakjes uit voor de soorten printers die u niet wilt controleren. 3. Klik op OK om de instellingen toe te passen. USB-aansluiting instellen De USB-interface die bij de printer wordt geleverd, voldoet aan de USB-specificaties van Microsoft Plug and Play (PnP). Opmerking: ❏...
  • Pagina 123 2. In Windows Me of 98 klikt u op het tabblad Details. In Windows XP, 2000 of Server 2003 klikt u op het tabblad Ports (Poorten). 3. Selecteer in Windows Me of 98 EPUSB1: (uw printer) als USB-poort in de vervolgkeuzelijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort).
  • Pagina 124 Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Volg de onderstaande instructies om het afdrukken te annuleren als het printerpictogram wordt weergegeven in de taakbalk. Dubbelklik op pictogram van uw printer in de taakbalk.
  • Pagina 125 Opmerking: Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen uit een Windows XP-, 2000-, NT 4.0- en Server 2003-omgeving voor meerdere gebruikers, moet u eerst het snelkoppelingspictogram uit alle clients verwijderen voordat u de software verwijdert.
  • Pagina 126 4. Selecteer EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klik op Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen). In Windows XP, 2000 en Server 2003 selecteert u EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klikt u op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen). 5. Klik op het tabblad Printer Model (Printermodel) en selecteer het pictogram van uw printer.
  • Pagina 127 Opmerking: Als u alleen EPSON Status Monitor 3 verwijdert, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in. 7. Klik op OK om de software te verwijderen.
  • Pagina 128 (Gecontroleerde printers) van EPSON Status Monitor 3 verwijderen. Als het hulpprogramma is verwijderd, kunt u de instelling bij Monitored Printers (Gecontroleerde printers) niet wijzigen vanuit EPSON Status Monitor 3 op andere printers. 8. Volg de instructies op het scherm. USB-apparaatdriver verwijderen Als u de printer op de computer hebt aangesloten via een USB-interfacekabel, is de USB-apparaatdriver ook geïnstalleerd.
  • Pagina 129 2. Selecteer EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printerapparaten) en klik op Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen). De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 130 Opmerking: ❏ EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printerapparaten) wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. ❏ Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printerapparaten) wellicht niet weergegeven.
  • Pagina 131 Printer Settings (Printerinstellingen) selecteren in de vervolgkeuzelijst. Klik vervolgens op het pictogram van uw printer op het tabblad Utility (Hulpprogramma). Gebruikers van Mac OS 9 moeten het alias voor EPSON Status Monitor 3 selecteren in het Apple-menu. Klik vervolgens op het pictogram van uw printer.
  • Pagina 132 Mac OS X Als u de printerdriver wilt openen, registreert u de printer in Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) (Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer) (Mac OS X 10.2 en lager) en klikt u op Print in het menu File (Archief) van uw toepassing. Vervolgens selecteert u de printer.
  • Pagina 133 Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen opgeven door een keuze te maken uit een lijst met voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen. Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic (Automatisch) U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of...
  • Pagina 134 3. Klik op Automatic (Automatisch) en kies de resolutie in de vervolgkeuzelijst Resolution (Resolutie). De printersoftware gebruiken met Macintosh...
  • Pagina 135 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Klik op Automatic (Automatisch) bij Print Quality (Afdrukkwaliteit) en stel met de schuifbalk de afdrukresolutie Fast (Snel) (300 dpi) of Fine (Fijn) (600 dpi) in. Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere resolutie te selecteren.
  • Pagina 136 Voor gebruikers van Mac OS X 1. Open het dialoogvenster Print. 2. Selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de vervolgkeuzelijst en klik op het tabblad Basic settings (Basisinstellingen). 3. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van Automatic (Automatisch).
  • Pagina 137 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van Automatic (Automatisch). Opmerking: Raadpleeg de Help voor meer informatie over de functie RITech. 3.
  • Pagina 138 Geschikt voor het afdrukken van foto's. PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
  • Pagina 139 ColorSync Hiermee worden de kleuren van de afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op het scherm. Automatic (High Quality) (Automatisch (Hoge kwaliteit)) Geschikt voor normaal afdrukken, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan afdrukken met hoge kwaliteit. Advanced Text/Graph (Geavanceerd Tekst/Grafisch) Geschikt voor het afdrukken van documenten van hoge kwaliteit met tekst en afbeeldingen voor presentaties.
  • Pagina 140 Voor gebruikers van Mac OS X en 9 1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Klik op Advanced (Geavanceerd) en klik op More Settings (Meer instellingen). Het volgende dialoogvenster verschijnt. 3. Kies Color (Kleur) of Black (Zwart) als kleurinstelling. 4.
  • Pagina 141 Instellingen opslaan Voor gebruikers van Mac OS X Volg de onderstaande instructies om de aangepaste instellingen op te slaan. Gebruikers van Mac OS X 10.1.x moeten de aangepaste instellingen opslaan in Save Custom Setting (Bewaar speciale instellingen). De instellingen worden opgeslagen als Custom (Aangepast) in de vervolgkeuzelijst Preset (Voorgedefinieerde instellingen).
  • Pagina 142 Opmerking: ❏ Voor de aangepaste instellingen kunt u niet de naam van een voorgedefinieerde instelling gebruiken. ❏ Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, selecteert u Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar instellingen) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen).
  • Pagina 143 ❏ Het aanpassings- of verkleiningspercentage dat in het dialoogvenster Paper Setting (Papierinstelling) is geselecteerd, is niet beschikbaar. 1. Klik op het pictogram Layout (Lay-out) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Het dialoogvenster Layout (Lay-out) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Fit to Page (Pas aan pagina aan) in en selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier).
  • Pagina 144 Voor gebruikers van Mac OS X 1. Open het dialoogvenster Print. 2. Selecteer Layout (Indeling) in de vervolgkeuzelijst. 3. Selecteer het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken in de vervolgkeuzelijst. 4. Klik op Print om af te drukken. Opmerking: De optie Layout (Indeling) is een standaardfunctie van Mac OS X.
  • Pagina 145 2. Schakel het selectievakje Print Layout (Afdruklay-out) in en klik op Print Layout Settings (Afdruklay-out instellingen). Het dialoogvenster Print Layout Setting (Afdruklay-out instellingen) verschijnt. 3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. De printersoftware gebruiken met Macintosh...
  • Pagina 146 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de geselecteerde afdrukstand. 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren naar het dialoogvenster Layout (Lay-out).
  • Pagina 147 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings (Watermerkinstellingen) in en selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermark (Watermerk). 3. Selecteer de locatie op de pagina waar u het watermerk wilt afdrukken door het watermerk naar het voorbeeldvenster te slepen. Als u het formaat van het watermerk wilt aanpassen, sleept u de greep tot het gewenste formaat.
  • Pagina 148 Nieuwe watermerken maken Volg de onderstaande instructies om nieuwe watermerken met tekst of een bitmap te maken. Tekstwatermerken maken 1. Klik op het pictogram Layout (Lay-out) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Het dialoogvenster Layout (Lay-out) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings (Watermerkinstellingen) in en klik op New/Delete (Nieuw/Verwijder).
  • Pagina 149 3. Klik op Add Text (Voeg tekst toe) in het dialoogvenster Custom Watermark (Aangepast watermerk). 4. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst). Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK in het dialoogvenster Text Watermark (Tekstwatermerk). De printersoftware gebruiken met Macintosh...
  • Pagina 150 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name (Naam) en klik op Save (Bewaar). Opmerking: ❏ Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, selecteert u het in het vak List (Lijst) en klikt u op Edit Text (Bewerk tekst). Klik na het bewerken op OK om het dialoogvenster te sluiten.
  • Pagina 151 2. Schakel het selectievakje Watermark Settings (Watermerkinstellingen) in en klik op New/Delete (Nieuw/Verwijder). Het dialoogvenster Custom Watermark (Aangepast watermerk) verschijnt. 3. Klik op Add PICT (Voeg PICT toe) in het dialoogvenster Custom Watermark (Aangepast watermerk). De printersoftware gebruiken met Macintosh...
  • Pagina 152 4. Selecteer het PICT-bestand en klik op Open. 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name (Naam) en klik op Save (Bewaar). Opmerking: Selecteer het opgeslagen watermerk in het vak List (Lijst) en klik op Delete (Verwijder) om het te verwijderen. Klik vervolgens op Save (Bewaar) om het dialoogvenster te sluiten.
  • Pagina 153 Als u pagina's afdrukt om deze in te binden, kunt u de vereiste inbindrand opgeven voor de gewenste paginavolgorde. ® NERGY -partner beveelt Epson het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de NERGY ® -normen voor meer informatie over het programma van ®...
  • Pagina 154 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Klik op het pictogram Layout (Lay-out) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Het dialoogvenster Layout (Lay-out) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Duplex in. 3. Selecteer het keuzerondje Left (Links), Top (Boven) of Right (Rechts) voor de inbindpositie.
  • Pagina 155 Geavanceerde instellingen opgeven U kunt verschillende instellingen, zoals Page Protect (Paginabesch), opgeven in het dialoogvenster Extended Settings (Geavanceerde instellingen). Gebruikers van Mac OS X moeten het afdrukvenster openen en Printer Settings (Printerinstellingen) selecteren in de vervolgkeuzelijst, gevolgd door Extended Settings (Geavanceerde instellingen).
  • Pagina 156 Skip Blank Page Als u dit selectievakje inschakelt, (Geen lege pag.): worden lege pagina's overgeslagen. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X. Automatically change Schakel dit selectievakje in om de to monochrome mode afdrukgegevens te controleren en (Automatisch automatisch over te schakelen naar de overschakelen naar...
  • Pagina 157 Select (Selecteren): Klik op deze knop om de map te selecteren waarin spoolbestanden worden opgeslagen. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X. Cancel (Annuleren): Klik op deze knop om het dialoogvenster of de printerdriver te sluiten zonder de instellingen op te slaan.
  • Pagina 158 Opmerking: U moet een optionele vaste schijf in de printer installeren als u de functie Reserve Job (Reserveertaak) wilt gebruiken. De schijf moet worden herkend door de printerdriver voordat u de functie Reserve Job (Reserveertaak) gaat gebruiken. In de volgende tabel wordt een overzicht van de opties voor de functie Reserve Job (Reserveertaak) gegeven.
  • Pagina 159 Optie voor Maximu- Maximumaantal Vaste schijf is Reserve Job maantal taken taken (Reserveer- overschreden taak) Stored Job Oude taken Oude taken (Opgeslagen moeten moeten afdruktaak) handmatig handmatig worden worden Confidential verwijderd verwijderd (Vertrouwelijke afdruktaak) Optie voor Na afdrukken Na uitschakelen van printer of Reserve Job gebruik van Reset All (Reset alles) (Reserveer-...
  • Pagina 160 Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) Met de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) kunt u de taak die u momenteel afdrukt, opslaan zodat u deze later opnieuw kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel. Volg de onderstaande instructies om de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) te gebruiken. Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 161 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Geef de gewenste printerdriverinstellingen voor het document op. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen) en klik op het pictogram Reserve Jobs (Reserveer taken). Het dialoogvenster Reserve Job Settings (Instellingen Reserveer afdruktaak) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken).
  • Pagina 162 3. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 163 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Verify Job (Afdruktaak verifiëren). 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5. Klik op OK. Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Voor gebruikers van Mac OS 9 1.
  • Pagina 164 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 165 2. Klik op Reserve Job (Reserveertaak). Het dialoogvenster Reserve Job (Reserveertaak) verschijnt. 3. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Stored Job (Opgeslagen afdruktaak). 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5.
  • Pagina 166 3. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 167 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5. Stel het wachtwoord voor de taak in door een getal van vier cijfers in te voeren in het invoervak voor het wachtwoord. Opmerking: ❏ Wachtwoorden moeten uit vier cijfers bestaan. ❏...
  • Pagina 168 2. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak). 3. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 4. Stel het wachtwoord voor de taak in door een getal van vier cijfers in te voeren in het invoervak voor het wachtwoord.
  • Pagina 169 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 controleert de printer en informeert u over de huidige status van de printer. EPSON Status Monitor 3 openen Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 170 3. Klik op het pictogram van de printer. Voor gebruikers van Mac OS 9 U kunt EPSON Status Monitor 3 openen door in het Apple-menu het alias voor EPSON Status Monitor 3 te kiezen. Opmerking: ❏ De juiste printerpoort moet zijn geselecteerd in de Chooser (Kiezer) om de benodigde gegevens te ontvangen vanuit de geselecteerde printerdriver wanneer u EPSON Status Monitor 3 opent.
  • Pagina 171 Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. a. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer.
  • Pagina 172 c. Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. d. Close (Sluiten): Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten. e. Consumables Toont informatie over de (Verbruiksgoederen): papierladen en...
  • Pagina 173 i. Waste toner collector Dit pictogram knippert wanneer (Tonerafvalreservoir): de resterende levensduur van de tonerafvalbak bijna is verstreken of wanneer er een fout is opgetreden. Paper (Papier): Toont het papierformaat, de papiersoort en een schatting van de hoeveelheid papier die in de papierbron overblijft.
  • Pagina 174 In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: a. Select Notification Met de selectievakjes in dit gebied (Waarschuwing kunt u de foutsoorten selecteren selecteren): waarover u wilt worden geïnformeerd. Schakel onder Event (Gebeurtenis) het selectievakje in van de items die moeten worden weergegeven.
  • Pagina 175 Schakel het selectievakje Show job information (Toon taakinformatie) (Taakbeheer) in om het tabblad Job Information (Taakinformatie) weer te geven in het venster van EPSON Status Monitor 3. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt tijdens het afdrukken het pictogram Job management (Taakbeheer) weergegeven op de taakbalk.
  • Pagina 176 De functie Job Management (Taakbeheer) gebruiken U kunt informatie over de afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Als u het tabblad Job Information (Taakinformatie) wilt weergeven, schakelt u in het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) het selectievakje Show job information (Taakinformatie weergeven) in.
  • Pagina 177 a. Status: Waiting De afdruktaak in de (Wachten): afdrukwachtrij. Spooling (Bezig De afdruktaak die in de met spoolen): wachtrij wordt geplaatst op uw computer. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X. Deleting (Bezig De afdruktaak die wordt met verwijderen): verwijderd.
  • Pagina 178 e. Job Type Hier wordt de taaksoort weergegeven. Als u de (Taaktype): functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruikt, worden de opdrachten respectievelijk weergegeven als Re-Print (Opnieuw afdrukken), Verify (Verifiëren), Stored (Opgeslagen) en Confidential (Vertrouwelijk). Zie “De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken” op pagina 157 voor informatie over de functie Reserve Job (Reserveertaak).
  • Pagina 179 2. Klik op Add Printer (Voeg printer toe) in het dialoogvenster Printer List (Printers). 3. Selecteer EPSON USB in het venstermenu. Selecteer AL-C9100 in de lijst met producten en klik op Add (Voeg toe). 4. Sluit Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) (Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer) (Mac OS X 10.2 en lager).
  • Pagina 180 Opmerking: ❏ Afdrukken in de achtergrond moet zijn ingeschakeld om afdruktaken te beheren met EPSON Status Monitor 3. ❏ Als u afdrukken in de achtergrond inschakelt, kunt u de Macintosh blijven gebruiken terwijl een document wordt voorbereid voor afdrukken.
  • Pagina 181 Volg de instructies in het bericht. ❏ Open EPSON Status Monitor 3 vanuit de toepassing tijdens het afdrukken in de achtergrond. Vervolgens kunt u het afdrukken annuleren in EPSON Status Monitor 3 of het bestand in de rustmodus verwijderen.
  • Pagina 182 Voor Mac OS X 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Mac OS X. 4. Dubbelklik op de map Printer Driver (Printerdriver) 5.
  • Pagina 183 Mac OS 9 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Language (Taal) en dubbelklik op de map Disk 1 (Schijf 1) in de map Printer Driver (Printerdriver).
  • Pagina 184 Hoofdstuk 5 Printer instellen in een netwerk Voor Windows Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
  • Pagina 185 ❏ Zie “Windows NT 4.0” op pagina 202 voor Windows NT 4.0. Opmerking: ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 110 voor meer informatie.
  • Pagina 186 4. Schakel het selectievakjeI want to be able to allow others to print to my printer(s) (Ik wil anderen toegang kunnen geven to mijn printer(s)) in en klik op OK. 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen. Opmerking: ❏...
  • Pagina 187 ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 110 voor meer informatie. U moet de clientcomputers instellen zodat ze de printer in een netwerk kunnen gebruiken.
  • Pagina 188 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Sharing (Delen) in het menu dat verschijnt. Als het volgende menu verschijnt in Windows XP of Server 2003, klikt u op Network Setup Wizard of If you understand the security risks but want to share printers without running the wizard click here (Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder gebruik te...
  • Pagina 189 In Windows XP of Server 2003 selecteert u Share this printer (Deze printer delen) en typt u de naam in het vak Share name (Share-naam). Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. 4.
  • Pagina 190 Afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Selecteer bijvoorbeeld Windows 95 om de extra driver voor clients met Windows Me, 98 of 95 te installeren. Klik vervolgens op OK. Opmerking: ❏ U hoeft Windows NT 4.0 x86 niet te selecteren, omdat deze driver al is geïnstalleerd.
  • Pagina 191 Afdrukserver met Windows XP, 2000 of Server 2003 Klik op Additional Drivers (Extra stuurprogramma's). Printer instellen in een netwerk...
  • Pagina 192 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt en klik op OK. Clients met Windows Selecteer Intel Windows 95 or Me, 98 of 95 98 (Intel Windows 95 of 98) (Windows 2000), Selecteer Intel Windows 95, 98 and Me (Intel Windows 95, 98 en Me) (Windows XP), Selecteer x86 Windows 95,...
  • Pagina 193 Opmerking: ❏ U hoeft de hierna genoemde extra drivers niet te installeren, omdat deze drivers vooraf zijn geïnstalleerd. Intel Windows 2000 (voor Windows 2000) Intel Windows 2000 of XP (voor Windows XP) x86 Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 (voor Windows Server 2003) ❏...
  • Pagina 194 6. Geef de naam van het station en de map op waar de printerdriver voor clients zich bevindt en klik op OK. Het weergegeven bericht hangt af van het besturingssysteem van de client. De naam van de map verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem.
  • Pagina 195 Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld: ❏ U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “Controlevoorkeuren instellen” op pagina 110 voor meer informatie. ❏ Stel de beveiliging in voor de gedeelde printer (toegangsrecht voor clients).
  • Pagina 196 ❏ U kunt de extra driver niet gebruiken voor het besturingssysteem van het serversysteem. ❏ Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken voor clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 vanaf de cd-rom installeren op elke client.
  • Pagina 197 5. Klik op de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer.
  • Pagina 198 7. Controleer de naam van de gedeelde printer en geef aan of de printer als standaardprinter wordt gebruikt. Klik op Next (Volgende) en volg de instructies op het scherm. Opmerking: U kunt de naam van de gedeelde printer wijzigen zodat deze alleen op de clientcomputer wordt weergegeven.
  • Pagina 199 2. In Windows 2000 dubbelklikt u op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen) en klikt u op Next (Volgende). In Windows XP klikt u op Add a printer (Een printer toevoegen) in het menu Printer Tasks (Printertaken). 3. In Windows 2000 selecteert u Network printer (Netwerkprinter) en klikt u op Next (Volgende).
  • Pagina 200 Opmerking: ❏ U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of de wachtrijnaam. ❏ U hoeft de naam van de gedeelde printer niet in te voeren. In Windows XP selecteert u Browse for a printer (Een printer zoeken).
  • Pagina 201 Opmerking: ❏ De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer. ❏ Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren.
  • Pagina 202 Windows NT 4.0 Volg de onderstaande instructies om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen. U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als u geen beheerder bent. 1. Klik op Start en kies Settings (Instellingen) en Printers. 2.
  • Pagina 203 Opmerking: ❏ U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of de wachtrijnaam. ❏ De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 204 ❏ Het besturingssysteem van de afdrukserver is Windows Me, 98 of 95 en van de client Windows XP, 2000 of NT 4.0. De vensters op de volgende pagina's kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte versie van Windows. Opmerking: ❏ Wanneer u wilt installeren op clients met Windows XP, 2000 of NT 4.0, moet u zich als beheerder aanmelden bij Windows XP, 2000 of NT 4.0.
  • Pagina 205 De naam van de map verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem. Besturingssysteem van Mapnaam client Windows Me, 98 of 95 \<Taal>\WIN9X Windows XP of 2000 \<Taal>\WINXP_2K Windows NT 4.0 \<Taal>\WINNT40 3. Selecteer de printernaam en klik op OK. Volg verder de instructies op het scherm.
  • Pagina 206 Voor gebruikers van Mac OS 9 De printer als een gedeelde printer configureren Volg de onderstaande procedure om de printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, te delen met andere computers in een AppleTalk-netwerk. 1. Zet de printer aan. 2.
  • Pagina 207 4. Het dialoogvenster Printer Sharing (Printer delen) verschijnt. Schakel het selectievakje Share this Printer (Deze printer delen) in en typ vervolgens zo nodig de naam van de printer en de wachtwoordgegevens. 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen. 6.
  • Pagina 208 3. Klik op Setup (Instellen), typ het wachtwoord voor de printer en klik op OK. Het dialoogvenster Printer Setup (Printerinstelling)verschijnt. Klik bij Printer Sharing Set Up (Instelling voor printer delen) op Shared Printer Information (Gedeelde printergegevens). 4. Als op de client lettertypen zijn geïnstalleerd die niet beschikbaar zijn op de afdrukserver, verschijnt het volgende bericht.
  • Pagina 209 Hoofdstuk 6 Optionele onderdelen installeren Optionele papierlade Zie “Optionele papierlade” op pagina 34 voor de papiersoorten en -formaten die u in de optionele papierlade kunt gebruiken. Voorzorgsmaatregelen Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u het optionele onderdeel installeert: ❏...
  • Pagina 210 * deze zijde is zwaarder Waarschuwing: Als u de printer niet op de juiste wijze optilt, laat u deze wellicht vallen. Dit kan letsel tot gevolg hebben. De optionele papierlade installeren Volg de onderstaande instructies om de papiereenheid voor 1500 vellen A3 te installeren.
  • Pagina 211 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Zorg ervoor dat de aansluitkabel van de optionele papierlade buiten de eenheid ligt. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 212 3. Plaats papier in de optionele papierlade. Til de printer op (in de figuur is aangegeven waar u dat kunt doen) en breng de hoeken van de printer boven die van de eenheid. Laat de printer vervolgens zakken. De printer moet stevig op de eenheid staan.
  • Pagina 213 4. Zet de twee zwenkwieltjes aan de voorkant van de eenheid vast. Bij de 500-sheet Paper Cassette Unit A3 moet u de printer aan de eenheid vastzetten met het bijgeleverde bevestigingsmateriaal. papiereenheid voor 1500 vellen A3 500-sheet Paper Cassette Unit A3 Waarschuwing: Zet de twee zwenkwieltjes aan de voorzijde van de eenheid vast, voordat u deze bij de printer installeert.
  • Pagina 214 7. Sluit de eenheid aan op de printer. 8. Breng het kapje aan over de connector. Ga voor de 500-sheet Paper Cassette Unit A3 verder met stap 9. Breng de snoerhaak op de eenheid aan met de twee bijgeleverde schroeven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 215 Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 294 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie “Optionele instellingen opgeven” op pagina 89 voor meer informatie.
  • Pagina 216 Duplexer Zie “Papierbronnen” op pagina 32 of “Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal” op pagina 46 voor de papiersoorten en -formaten die u in de duplexer kunt gebruiken. Zie “Duplexer” op pagina 359 voor specificaties. Duplexer installeren Volg de onderstaande instructies om de optionele duplexer te installeren.
  • Pagina 217 2. Open de MP-lade en verwijder de beschermstrook (grijze tape) aan de linkerzijde van de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. 3. Plaats de haken aan de linker- en rechterzijde van de duplexer in de daarvoor bestemde openingen in de printer. Duw de duplexer vervolgens iets naar beneden.
  • Pagina 218 4. Open klep D van de duplexer. Trek de groene hendel omhoog en zet de duplexer vast met de twee bijgeleverde schroeven. 5. Breng de hendel weer omlaag en sluit klep D van de duplexer. 6. Verwijder het kleine plastic klepje aan de linkerzijde van de printer door op de vergrendeling te drukken en eraan te trekken.
  • Pagina 219 7. Druk op de vergrendeling van klep B (ingedrukt houden) om de haken los te maken en open klep B. 8. Steek de connector van de duplexer in de daarvoor bestemde aansluiting op de printer. 9. Sluit klep B. Wanneer u de linkerklep sluit, moet u erop letten dat u de aansluitkabel niet vastklemt.
  • Pagina 220 Zie “Statusvel afdrukken” op pagina 294 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie “Optionele instellingen opgeven” op pagina 89 voor meer informatie.
  • Pagina 221 Afdruk-bovenlade De afdruk-bovenlade heet zo, omdat uw afdrukken daarin op elkaar worden gestapeld met de bedrukte zijde naar boven. Alle door de printer ondersteunde papiersoorten kunnen worden gebruikt. Afdruk-bovenlade installeren Volg de onderstaande instructies om de afdruk-bovenlade te installeren. Waarschuwing: Wees voorzichtig wanneer u onderdelen in de printer plaatst of vervangt.
  • Pagina 222 2. Duw beide zijden van de klep omhoog om het linkerbovendeel van de printerklep los te maken. 3. Breng de uitvoereenheid voor de afdruk-bovenlade aan door de twee haken in de daarvoor bestemde openingen in de printer te plaatsen. 4. Controleer of de twee haken goed in de printer zitten en duw de uitvoereenheid vervolgens naar beneden (moet vastklikken).
  • Pagina 223 5. Zet de uitvoereenheid vast met de twee bijgeleverde schroeven. 6. Druk op de vergrendeling van klep B (ingedrukt houden) om de haken los te maken en open klep B. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 224 7. Steek de aansluitkabel van de afdruk-bovenlade in de daarvoor bestemde aansluiting op de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. 8. Breng het connectorblok aan door de twee haken vast te klikken in de daarvoor bestemde openingen van de printer. 9. Sluit klep B. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 225 294 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie “Optionele instellingen opgeven” op pagina 89 voor meer informatie.
  • Pagina 226 Vaste schijf Met de optionele vaste schijf breidt u de invoerbuffer van de printer uit voor gebruik met de Ethernet-interface. Hierdoor hebt u extra geheugen vrij voor het afdrukken van afbeeldingen en formulieren en het versneld afdrukken en sorteren van afdruktaken die uit meerdere pagina's bestaan.
  • Pagina 227 2. Verwijder de drie schroeven van de klep aan de rechterzijde van de printer. 3. Schuif de klep naar achteren. Kantel de klep vervolgens naar u toe en verwijder hem. Waarschuwing: Bij het openen van de klep aan de rechterzijde moet u erop letten dat u de delen rond het waarschuwingslabel op de printplaat niet aanraakt.
  • Pagina 228 4. Bepaal de locatie van de aansluiting voor de vaste schijf. * Aansluiting vaste schijf 5. Zet de vaste schijf vast met de drie bijgeleverde schroeven. 6. Steek de aansluitkabel in de aansluiting op de vaste schijf en die op de printplaat, zoals hieronder wordt weergegeven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 229 7. Breng de klep weer aan op de rechterzijde van de printer: steek de drie haken aan de onderzijde van de klep in de drie uitsparingen in de printer en schuif de klep naar voren. De klep moet weer stevig in de printer vastzitten. Zorg ervoor dat de haak aan de bovenzijde van de klep goed in de opening in de printer past.
  • Pagina 230 Gebruikers van Windows: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie “Optionele instellingen opgeven” op pagina 89 voor meer informatie. Gebruikers van Macintosh: Wanneer u optionele printeronderdelen hebt gemonteerd of verwijderd, moet u de printer verwijderen met Print Setup Utility (Printerconfiguratie) (Mac OS X 10.3), Print Center (Afdrukbeheer)
  • Pagina 231 Geheugenmodule U kunt het printergeheugen vergroten tot maximaal 1.024 MB door de installatie van een DIMM-module (Dual In-line Memory Module). U wilt wellicht extra geheugen toevoegen als er problemen optreden bij het afdrukken van complexe afbeeldingen. De printer beschikt over twee geheugensleuven, maar er is al een DIMM-module van 128 MB in een van de sleuven geïnstalleerd tijden de productie.
  • Pagina 232 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de drie schroeven van de klep aan de rechterzijde van de printer. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 233 3. Schuif de klep naar achteren. Kantel de klep vervolgens naar u toe en verwijder hem. Waarschuwing: Bij het openen van de klep aan de rechterzijde moet u erop letten dat u de delen rond het waarschuwingslabel op de printplaat niet aanraakt. Deze delen kunnen zeer warm zijn. 4.
  • Pagina 234 5. Controleer of de inkeping op de RAM-module overeenstemt met die in de sleuf. 6. Steek de bovenkant van de RAM-module stevig en zo ver mogelijk in de sleuf. 7. Druk op de geplaatste RAM-module, zodat de module vastklikt. Daarmee is de hele module volledig geïnstalleerd. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 235 Let op: ❏ Forceer de geheugenmodule niet. ❏ De module moet in de juiste richting in de sleuf worden geplaatst. 8. Breng de klep weer aan op de rechterzijde van de printer: steek de drie haken aan de onderzijde van de klep in de drie uitsparingen in de printer en schuif de klep naar voren.
  • Pagina 236 Controleer of de module goed in de geheugensleuf van de printplaat vastzit. Gebruikers van Windows: Wanneer u Windows gebruikt en EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie “Optionele instellingen opgeven” op pagina 89 voor meer informatie.
  • Pagina 237 Adobe PostScript 3-kit/P5C-emulatiekit De Adobe PostScript 3-kit (een ROM-module) en de P5C-emulatiekit zijn apart verkrijgbaar voor deze printer. Met deze module kunt u documenten afdrukken in de printertaal PostScript en PCL5c. Opmerking: De functies van de ROM-module met Adobe PostScript 3 kunnen niet worden gebruikt in combinatie met Macintosh-computers met een optionele IEEE 1394-interfacekaart van het type B.
  • Pagina 238 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de drie schroeven van de klep aan de rechterzijde van de printer. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 239 3. Schuif de klep naar achteren. Kantel de klep vervolgens naar u toe en verwijder hem. Waarschuwing: Bij het openen van de klep aan de rechterzijde moet u erop letten dat u de delen rond het waarschuwingslabel op de printplaat niet aanraakt. Deze delen kunnen zeer warm zijn. 4.
  • Pagina 240 5. Zorg ervoor dat de inkeping in de rand van de ROM-module samenvalt met het grendeltje van de sleuf. Steek de ROM-module nu horizontaal en zo ver mogelijk in de sleuf, zoals hieronder wordt weergegeven. Als de module goed is geplaatst, past het grendeltje van de sleuf in de uitsparing van de ROM-module en steekt het uiteinde van de sleuf naar buiten, zoals weergegeven.
  • Pagina 241 7. Zet de klep vast met de drie schroeven. 8. Sluit het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in. Druk een statusvel af om te controleren of de ROM-module met Adobe PostScript 3 of de P5C-emulatie goed is geïnstalleerd. Zie “Statusvel afdrukken”...
  • Pagina 242 Onderhoud en transport Vervangingsberichten Wanneer de volgende berichten op het LCD-scherm of in het venster van de EPSON Status Monitor 3 worden weergegeven, moet het aangegeven product worden vervangen. U kunt nog even doorgaan met afdrukken nadat er een bericht is weergegeven.
  • Pagina 243 Als een verbruiksgoed het einde van de levensduur heeft bereikt, stopt de printer met afdrukken en worden de volgende berichten op het LCD-scherm of in het venster van de EPSON Status Monitor 3 weergegeven. Als dit gebeurt, kan de printer niet doorgaan met afdrukken, voordat het aangegeven product is vervangen.
  • Pagina 244 ❏ Het wordt aanbevolen alleen originele toner cartridges te installeren. Het gebruik van een niet originele toner cartridge kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Epson is niet verantwoordelijk voor enige schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van verbruiksgoederen die niet gemaakt of goedgekeurd zijn door Epson.
  • Pagina 245 Waarschuwing: ❏ Raak de toner niet aan. Zorg dat u geen toner in uw ogen krijgt. Wanneer er toner op uw huid of kleding valt, wast u dit direct af met water en zeep. ❏ Houd verbruiksgoederen buiten het bereik van kinderen. ❏...
  • Pagina 246 2. Open klep A. 3. Draai de knop aan de voorzijde van de gebruikte cartridge stevig naar 4. Trek de gebruikte cartridge naar buiten. Let op: Verbrand gebruikte toner cartridges niet. Deze kunnen exploderen en letsel veroorzaken. Onderhoud en transport...
  • Pagina 247 5. Haal de nieuwe toner cartridge uit de verpakking en schud de toner cartridge enkele malen. Opmerking: De doos en zak waar de toner cartridge in verpakt was, hebt u weer nodig wanneer u uw gebruikte cartridges laat ophalen. Bewaar de doos en zak voor later.
  • Pagina 248 7. Draai de knop aan de voorzijde van de gebruikte cartridge stevig naar Let op: ❏ U moet goed aan de knop op de cartridge draaien. Een verkeerde installatie kan ervoor zorgen dat er onvoldoende toner wordt aangevoerd of dat er toner uit de cartridge lekt.
  • Pagina 249 Waarschuwing: Pas op dat uw vingers niet vast komen te zitten in het metalen deel aan de binnenzijde van klep A bij het sluiten ervan. Fotogeleidingseenheid Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van verbruiksgoederen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen: ❏ De photoconductor unit weegt ongeveer 2,2 kg. Houd het handvat van de eenheid stevig vast wanneer u deze verplaatst.
  • Pagina 250 ❏ Voor een optimale afdrukkwaliteit kunt u de photoconductor unit beter niet bewaren in ruimten met direct zonlicht, stof, zilte lucht of bijtende gassen (bijvoorbeeld ammoniakgas). Vermijd ruimtes die onderhevig zijn aan plotselinge schommelingen in temperatuur en vochtigheid. ❏ Raak de photoconductor unit niet aan. Waarschuwing: ❏...
  • Pagina 251 2. Open klep A. 3. Houd de tonerafvalbak vast en trek hem naar buiten. Bij het naar buiten trekken van de tonerafvalbak ondervindt u enige weerstand. U moet dus hard genoeg trekken. Trek echter niet te hard. U zou kunnen vallen. Opmerking: Zet de volle tonerafvalbak altijd rechtop op een vlakke ondergrond, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 252 4. Trek aan de hendel binnen in de greep en draai de greep naar de lijn die naar het pictogram loopt. Opmerking: Als de hendel moeilijk beweegt, moet u de hele greep eerst iets naar links tillen en vervolgens opnieuw aan de hendel trekken. 5.
  • Pagina 253 6. Trek de photoconductor unit aan de greep naar buiten en omhoog. Opmerking: Plaats de gebruikte intermediate transfer unit zoals hieronder wordt weergegeven om verontreiniging te voorkomen. Onderhoud en transport...
  • Pagina 254 7. Haal de nieuwe photoconductor unit uit de verpakking. * Beschermmateriaal niet verwijderen 8. Breng de photoconductor unit op zijn plaats aan door de twee pennen aan uw zijde in de printer te plaatsen, gevolgd door de pennen aan de andere zijde. Onderhoud en transport...
  • Pagina 255 9. Zorg ervoor dat de twee pijlen (u) op de printer gelijkvallen met die op de photoconductor unit. Haal vervolgens de tape van de photoconductor unit. 10. Trek het beschermmateriaal horizontaal. 11. Schuif de intermediate transfer unit voorzichtig in de printer (zo ver mogelijk).
  • Pagina 256 Let op: Raak de transferrollen (drie zwarte cilinders) van de intermediate transfer unit niet aan. Dit kan ten koste gaan van de afdrukkwaliteit. 12. Draai de greep van de intermediate transfer unit naar de lijn van het pictogram Opmerking: ❏ Als de greep moeilijk draait, moet u de intermediate transfer unit opnieuw naar buiten trekken en vervolgens weer zo ver mogelijk in de printer duwen.
  • Pagina 257 Opmerking: Als de tonerafvalbak niet goed wordt geïnstalleerd, kan klep A misschien niet goed dicht of wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven. Zorg ervoor dat u de tonerafvalbak goed in het frame van de printer plaatst. 15. Sluit klep B. Sluit eventueel ook de MP-lade. 16.
  • Pagina 258 Waarschuwing: Pas op dat uw vingers niet vast komen te zitten in het metalen deel aan de binnenzijde van klep A bij het sluiten ervan. Tonerafvalbak Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van verbruiksgoederen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. U mag de toner uit de tonerafvalbak niet opnieuw gebruiken. Waarschuwing: ❏...
  • Pagina 259 Tonerafvalbak vervangen Volg de onderstaande instructies om de tonerafvalbak te vervangen. 1. Open klep A. 2. Houd de tonerafvalbak vast en trek hem naar buiten, zoals hieronder wordt weergegeven. Bij het naar buiten trekken van de tonerafvalbak ondervindt u enige weerstand. U moet dus hard genoeg trekken.
  • Pagina 260 Opmerking: Zet de verwijderde tonerafvalbak altijd rechtop op een vlakke ondergrond, zoals hieronder wordt weergegeven. Zo voorkomt u dat u toner morst. 3. Plaats een nieuwe tonerafvalbak in de printer, zoals hieronder weergegeven. Onderhoud en transport...
  • Pagina 261 Opmerking: Als de tonerafvalbak niet goed wordt geïnstalleerd, kan klep A misschien niet goed dicht of wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven. Zorg ervoor dat de tonerafvalbak goed in het frame van de printer is geplaatst. 4. Sluit klep A. Onderhoud en transport...
  • Pagina 262 Waarschuwing: Pas op dat uw vingers niet vast komen te zitten in het metalen deel aan de binnenzijde van klep A bij het sluiten ervan. Onderhoud en transport...
  • Pagina 263 Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel. Let op: Gebruik nooit alcohol of verdunner om de printerbehuizing te reinigen.
  • Pagina 264 1. Trek de onderste standaardpapierlade zo ver mogelijk naar buiten. 2. Veeg de rubberen delen van de papierinvoerrol in de onderste standaardpapierlade grondig schoon met een droge doek. * papierinvoerrol Printer vervoeren Grote afstanden Als u de printer over een grotere afstand moet vervoeren, verpakt u deze in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal.
  • Pagina 265 Volg de onderstaande instructies om de printer in te pakken. 1. Schakel de printer uit. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. 3. Verwijder de geïnstalleerde optionele onderdelen. Zie het gedeelte onder Optionele onderdelen installeren voor meer informatie over het verwijderen van optionele onderdelen. 4.
  • Pagina 266 2. De printer moet worden opgetild op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: De printer weegt circa 55 kg (121 lb). De printer moet niet worden opgetild door één persoon. De printer moet door drie of meer personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 267 Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden. Bepaal de benodigde ruimte voor een goede bediening van de printer aan de hand van de volgende afbeelding. De afmetingen in onderstaande afbeelding worden in centimeters weergegeven.
  • Pagina 268 U hebt de vermelde hoeveelheid ruimte nodig om de optionele onderdelen te installeren en te gebruiken. Bij de optionele 500-sheet Paper Cassette Unit A3 hebt u 121 mm extra ruimte nodig aan de onderzijde van de printer. Bij de optionele papiereenheid voor 1500 A3 vellen hebt u 363 mm extra ruimte nodig aan de onderzijde van de printer.
  • Pagina 269 Let op: ❏ Laat rond de printer voldoende ruimte vrij voor een goede ventilatie. ❏ Stel de printer niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte, vocht of stof. ❏ Gebruik geen stopcontacten waarop andere apparaten zijn aangesloten. ❏ Gebruik een geaard stopcontact dat geschikt is voor de stekker van de printer.
  • Pagina 270 3. Druk nogmaals op Enter en druk vervolgens meermaals Omlaag totdat Color Regist Sheet (Kleurenoverzicht) wordt weergegeven. 4. Druk op Enter. Er wordt een kleurenoverzichtsvel afgedrukt. 5. Bekijk de kleurwaarden (geel, magenta en cyaan) in de vakken voor links, midden en rechts in tabel A van het afgedrukte overzichtsvel.
  • Pagina 271 6. Bepaal waar de lijnen van elke kleur de verticale witte lijnen snijden en noteer de nummers van de overeenkomstige horizontale rij in de tabel. Als de waarde voor iedere kleur gelijk is aan nul, gaat u verder met stap 15. Ga anders naar stap 7 om aanpassingen door te voeren.
  • Pagina 272 11. Herhaal stap 9 en 10 om de waarden (links, midden en rechts) in te voeren voor M (magenta). 12. Herhaal stap 9 en 10 om de waarden (links, midden en rechts) in te voeren voor Y (geel). 13. Wanneer u klaar bent met instellen drukt u op Start om de menu's van het bedieningspaneel af te sluiten.
  • Pagina 273 16. Kijk waar de kleuren het donkerst zijn en noteer de desbetreffende waarden in de tabel. Als alle waarden gelijk zijn aan nul, is de afstelling voltooid. Voer anders stap 7 tot en met 14 uit om de kleuren bij te stellen voor tabel B.
  • Pagina 274 Hoofdstuk 8 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden op het LCD-scherm van de printer en in EPSON Status Monitor 3 waarschuwingsberichten weergegeven. Wanneer de optionele papierlade is geïnstalleerd a. Jam B (Vast B) b. Jam B, C1 (Vast B, C1) c.
  • Pagina 275 Wanneer de optionele duplexer is geïnstalleerd a. Jam B, D (Vast B, D) Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen. ❏ Verwijder vastgelopen papier voorzichtig. Het is vaak lastig om gescheurd papier te verwijderen.
  • Pagina 276 Waarschuwing: ❏ Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. ❏ Steek uw hand niet te ver in de fuser unit. Sommige onderdelen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
  • Pagina 277 2. Haal de groene hendels naar u toe, zoals hieronder wordt weergegeven. Let op: ❏ Verplaats de zwarte hendel niet. ❏ Raad de transferrol (zwart rubber) van de transfereenheid en de transferrol van de intermediate transfer unit niet aan. Als u deze rollen aanraakt, kan de afdrukkwaliteit afnemen of kunt u de transferrol dermate beschadigen dat vervanging noodzakelijk is.
  • Pagina 278 Als het uiteinde van het vastgelopen papier uit de uitvoeropening steekt, trekt u het papier voorzichtig door de opening naar buiten. Ga vervolgens verder met stap 4. Als het vastgelopen papier niet door de uitvoeropening naar buiten steekt, moet u het papier verwijderen achter klep B. Waarschuwing: Raak nooit het gebied rond het waarschuwingslabel (CAUTION) in de printer aan.
  • Pagina 279 4. Zet de groene hendels terug in de oorspronkelijke stand. 5. Sluit klep B en de MP-lade. Lang papier Wanneer er lang papier is vastgelopen achter klep B, volg dan de onderstaande instructies om het papier te verwijderen. 1. Druk op de vergrendeling van klep B om de haken los te maken en open klep B.
  • Pagina 280 ❏ Ga verder met stap 2 wanneer het vastgelopen papier niet zichtbaar is achter klep B. ❏ Ga verder met stap 3 wanneer u het vastgelopen papier wel kunt zien. ❏ Ga verder met stap 4 wanneer het vastgelopen papier in de fuser unit is gevoerd.
  • Pagina 281 Waarschuwing: Raak nooit het gebied rond het waarschuwingslabel (CAUTION) in de printer aan. Dit deel kan zeer warm zijn. U kunt brandwonden oplopen. Opmerking: ❏ Als het vastgelopen papier rond de fuser unit of de rol is gewikkeld, mag u het papier niet zomaar verwijderen. Schakel de printer onmiddellijk uit en neem contact op met de leverancier.
  • Pagina 282 5. Pak het vastgelopen papier met beide handen vast en trek het papier in de richting van de pijl. * Uitsteeksels Let op: Laat het papier niet tegen de uitsteeksels komen, zoals weergegeven in de figuur. 6. Verwijder het vastgelopen papier met beide handen in de richting van de pijl.
  • Pagina 283 Let op: ❏ Als het vastgelopen papier rond de fuser unit of de rol is gewikkeld, mag u het papier niet zomaar verwijderen. Schakel de printer onmiddellijk uit en neem contact op met de leverancier. ❏ Trek het vastgelopen papier niet uit de MP-lade. Doet u dit wel, dan kan er zuivere toner aan de rol blijven hangen.
  • Pagina 284 9. Trek het vastgelopen papier nu helemaal uit de printer in de richting van de pijl. 10. Zet de groene hendels terug in de oorspronkelijke stand. 11. Sluit klep B. Jam E (Vast E) (klep E) Wanneer het papier is vastgelopen achter klep E links van een optionele papierlade, verschijnt op het LCD-scherm het foutbericht Jam XXX (Vast XXX).
  • Pagina 285 Voor de optionele 500-sheet Paper Cassette Unit A3 1. Maak de eenheid open door aan de hendel van klep E aan de linkerzijde van de eenheid te trekken. 2. Pak het uiteinde van het vastgelopen papier met beide handen vast en trek het papier voorzichtig naar buiten. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt.
  • Pagina 286 Voor de optionele papiereenheid voor 1500 vellen A3 1. Maak de eenheid open door aan de hendel van klep E aan de linkerzijde van de eenheid te trekken. 2. Pak het uiteinde van het vastgelopen papier met beide handen vast en trek het papier voorzichtig naar buiten. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt.
  • Pagina 287 Jam B, C1 (Vast B, C1) (klep B en onderste standaardpapierlade) Wanneer het papier is vastgelopen doordat er iets verkeerd is gegaan bij het invoeren vanuit de onderste papierlade, verschijnt op het LCD-scherm het foutbericht Jam B, C1 (Vast B, C1). Volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 288 3. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. 4. Duw de onderste standaardpapierlade zo ver mogelijk naar binnen. 5. Sluit klep B. Probleemoplossing...
  • Pagina 289 Jam E, C2/E, C3/E, C4 (Vast E, C2/E, C3/E, C4) (klep E en optionele papierladen) Wanneer het papier is vastgelopen doordat er iets verkeerd is gegaan bij het invoeren vanuit een optionele papierlade, verschijnt op het LCD-scherm het foutbericht Jam XXX (Vast XXX). Voor de optionele 500-sheet Paper Cassette Unit A3 Volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 290 3. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. 4. Duw de 500-sheet Paper Cassette Unit A3 zo ver mogelijk naar binnen. 5. Sluit klep E. Probleemoplossing...
  • Pagina 291 Voor de optionele papiereenheid voor 1500 vellen A3 1. Maak de eenheid open door aan de hendel van klep E aan de linkerzijde van de eenheid te trekken. Als u vastgelopen papier ziet, voer dan stap 2 van “Jam E (Vast E) (klep E)”...
  • Pagina 292 3. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. 4. Duw de optionele papiereenheid voor 1500 vellen A3 zo ver mogelijk naar binnen. 5. Sluit klep E. Probleemoplossing...
  • Pagina 293 Jam B, D (Vast B, D) (klep B en optionele duplexer) Wanneer het papier is vastgelopen binnen in de duplexer, verschijnt op het LCD-scherm het foutbericht Jam B, D (Vast B, D). Volg de onderstaande instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 294 3. Open klep D van de optionele duplexer, breng de hendel omhoog en verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 4. Breng de hendel omlaag en sluit klep D. Sluit eventueel ook de MP-lade. Statusvel afdrukken Druk via het bedieningspaneel van de printer een statusvel af om de huidige status van de printer te controleren en om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 295 2. Druk drie keer op Enter. Er wordt een statusvel afgedrukt. 3. Controleer of de informatie over de geïnstalleerde opties correct is. Als de optionele onderdelen juist zijn geïnstalleerd, worden deze weergegeven bij Hardware Configurations (Hardwareconfiguratie). Als de opties niet worden weergegeven, installeert u deze opnieuw.
  • Pagina 296 Printer functioneert niet optimaal Het lampje Ready (Gereed) gaat niet branden Oorzaak Oplossing De stekker van het netsnoer zit Schakel de printer uit en controleer of wellicht niet goed in het het netsnoer goed is aangesloten op de stopcontact. printer en het stopcontact. Schakel de printer vervolgens weer in.
  • Pagina 297 Het lampje Klaar brandt, maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet Voer de procedure uit die wordt goed aangesloten op de beschreven in het gedeelte "Printer printer. aansluiten op een computer" van de Installatiehandleiding. De interfacekabel is mogelijk Controleer of de interfacekabel goed is niet goed aangesloten.
  • Pagina 298 Settings (Instellingen). Problemen bij het delen Netwerkprinters kunnen niet worden gecontroleerd in een Windows 95-omgeving Oorzaak Oplossing De printer is in de rustmodus. Sluit de printerdriver en EPSON Status Monitor 3, en start Status Monitor 3 opnieuw. Probleemoplossing...
  • Pagina 299 Problemen met afgedrukte documenten Het lettertype kan niet worden afgedrukt Oorzaak Oplossing Mogelijk gebruikt u Selecteer in de printerdriver het printerlettertypen die keuzerondje Print True Type fonts as bepaalde bitmap (TrueType-lettertypen als TrueType-lettertypen bitmap afdrukken) in het vervangen. dialoogvenster Extended Settings (Geavanceerde instellingen).
  • Pagina 300 Oorzaak Oplossing Opmerking: Als een statusvel niet correct wordt afgedrukt, is de printer wellicht beschadigd. Neem contact op met de leverancier of een ervaren onderhoudsmonteur. Afbeeldingen worden niet goed afgedrukt Oorzaak Oplossing De instelling voor de Controleer of de toepassing is ingesteld printeremulatie in de voor de gebruikte printeremulatie.
  • Pagina 301 Problemen met afdrukken in kleur Er kan niet in kleur worden afgedrukt Oorzaak Oplossing In de printerdriver is Black Wijzig deze instelling in Color (Kleur). (Zwart) geselecteerd als kleurinstelling. De kleurinstelling in de Geef in de toepassing een instelling voor gebruikte toepassing is niet afdrukken in kleur op.
  • Pagina 302 Kleuren op de afdrukken wijken af van de kleuren op het beeldscherm Oorzaak Oplossing Kleuren op afdrukken komen Hoewel het doorgaans moeilijk is niet exact overeen met de kleuren exact op elkaar af te stemmen, kleuren op het beeldscherm. kunt u de kleurovereenkomst tussen Dit komt doordat voor verschillende apparaten verbeteren.
  • Pagina 303 Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 347 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 304 De toner cartridge kan leeg Zie “Vervangen van een toner zijn. cartridge” op pagina 245 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is. Vervang de photoconductor unit . Zie Er is mogelijk een probleem met de photoconductor unit .
  • Pagina 305 Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. U gebruikt mogelijk een Gebruik speciaal papier van EPSON of papiersoort die niet geschikt is effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor de printer. voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten”...
  • Pagina 306 Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie “Beschikbare papiersoorten” op pagina 347 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 307 Oorzaak Oplossing Mogelijk ligt het probleem bij Druk een statusvel af. Zie “Statusvel de toepassing of de afdrukken” op pagina 294 voor meer interfacekabel. informatie. Als een lege pagina wordt uitgevoerd, is er mogelijk iets mis met de printer. Schakel de printer uit en neem contact op met de leverancier.
  • Pagina 308 De toner cartridge kan leeg Zie “Vervangen van een toner zijn. cartridge” op pagina 245 als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is. Vervang de photoconductor unit . Zie Er is mogelijk een probleem met de photoconductor unit .
  • Pagina 309 De onbedrukte zijde van de pagina is vuil Oorzaak Oplossing Er zit mogelijk tonerpoeder in Maak de interne printeronderdelen het papierpad. schoon door drie afzonderlijke pagina's met slechts één teken af te drukken. Geheugenproblemen Verminderde afdrukkwaliteit Oorzaak Oplossing Er kan niet worden afgedrukt Controleer of de afdrukkwaliteit met het gewenste acceptabel is.
  • Pagina 310 Onvoldoende geheugen om alle exemplaren af te drukken Oorzaak Oplossing De printer heeft niet Er wordt slechts één set exemplaren voldoende geheugen om afgedrukt. Maak de afdruktaken kleiner afdruktaken te verzamelen. of voeg meer geheugen toe. Zie “Geheugenmodule” op pagina 231 voor informatie over het installeren van meer geheugen.
  • Pagina 311 Oorzaak Oplossing Er zijn wellicht te veel vellen in Controleer of de lade niet te veel papier de MP-lade of de papierladen bevat. Zie “MP-lade” op pagina 32 voor geplaatst. meer informatie over de maximale hoeveelheid papier voor elke papierbron. Wanneer er geen papier wordt Zie “Optionele papierlade”...
  • Pagina 312 Het papier wordt niet vanuit de juiste papierlade ingevoerd Oorzaak Oplossing De optionele papierlade is Zie “Optionele papierlade” op pagina wellicht niet correct 209 voor instructies over het installeren geïnstalleerd. van een optionele papierlade. De instelling voor de Controleer of u in de toepassing de juiste papierbron is mogelijk papierbron hebt geselecteerd.
  • Pagina 313 Invoerprobleem bij gebruik van de optionele papierlade Oorzaak Oplossing Het papier is vastgelopen bij Zie “Papierstoringen verhelpen” op de optionele papierlade. pagina 274 om de papierstoring te verhelpen. Een geïnstalleerd onderdeel kan niet worden gebruikt Oorzaak Oplossing Het geïnstalleerde onderdeel Zie “Optionele instellingen opgeven”...
  • Pagina 314 ❏ Voor optimale resultaten sluit u de printer rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer. Als u meerdere USB-hubs moet gebruiken, kunt u het beste de printer aansluiten op de eerste hub in de reeks. Besturingssysteem Windows Gebruik een computer met Windows XP, Me, 98, 2000 of Server 2003, een Windows 98-computer die is bijgewerkt naar Windows Me of een computer met Windows Me, 98, 2000 of Server 2003 die is bijgewerkt naar Windows XP.
  • Pagina 315 1. Open de map Printers en klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer. 2. Klik op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) in het snelmenu dat wordt weergegeven en klik met de rechtermuisknop in de driver. Klik op About (Info) in het snelmenu dat verschijnt. Als een berichtvenster met de mededeling "Unidrv Printer Driver"...
  • Pagina 316 1. Open de printerdriver, zie “De printerdriver openen” op pagina 56 en klik vervolgens op het tabblad Details. Probleemoplossing...
  • Pagina 317 Als EPUSBX: (EPSON AL-C9100) wordt weergegeven in de lijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort), zijn de USB-printerdriver en de printersoftware correct geïnstalleerd. Als de juiste poort niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap.
  • Pagina 318 Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, moet EPSON USB Printer Devices (USB-afdrukapparaten van EPSON) worden weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer). Probleemoplossing...
  • Pagina 319 Other devices (Overige apparaten), is de printersoftware niet correct geïnstalleerd. Ga verder met stap 5. Als USB Printer (USB-printer) of EPSON AcuLaser C9100 niet wordt weergegeven bij Other devices (Overige apparaten), klikt u op Refresh (Vernieuwen) of maakt u de USB-kabel los van de printer en sluit u deze vervolgens opnieuw aan op de printer.
  • Pagina 320 4. Selecteer bij Other devices (Overige apparaten) USB Printer (USB-printer) of EPSON AcuLaser C9100 en klik op Remove (Verwijderen). Klik vervolgens op OK. Als het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK en nogmaals op OK om het dialoogvenster System Properties (Systeemeigenschappen) te sluiten.
  • Pagina 321 5. Verwijder de printersoftware zoals wordt uitgelegd bij “Installatie van de printersoftware ongedaan maken” op pagina 125. Schakel de printer uit, start de computer opnieuw op en installeer de printersoftware opnieuw zoals wordt aangegeven in de Installatiehandleiding. Status- en foutberichten Dit gedeelte bevat een lijst met foutberichten die op het LCD-scherm verschijnen.
  • Pagina 322 Can't Print (Kan niet printen) De afdrukgegevens zijn verwijderd omdat deze onjuist zijn. Controleer of het juiste papierformaat is ingesteld en de juiste printerdriver wordt gebruikt. Can't Print Duplex (Duplex niet mogelijk) Er hebben zich problemen voorgedaan tijdens het dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 323 Check Paper Type (Contr. papiersoort) Het materiaal in de printer komt niet overeen met de ingestelde papiersoort in de printerdriver. Alleen materiaal dat overeenkomt met de ingestelde papiersoort wordt voor afdrukken gebruikt. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 324 Duplex Mem Overflow (Duplexgeheugen vol) Er is onvoldoende geheugen beschikbaar voor dubbelzijdig afdrukken. Er wordt op één zijde van de pagina afgedrukt. Volg de onderstaande instructies om dit probleem op te lossen. Als de instelling Off (Uit) is geselecteerd bij Auto Cont in het menu Setup (Instellen) op het bedieningspaneel, drukt u op N Start/Stop om op de achterzijde van de volgende pagina af te drukken.
  • Pagina 325 Format Error ROM A/Format Error ROM B (Formatteerfout ROM A/Formatteerfout ROM B) Er is een niet-geformatteerde ROM-module geplaatst. Druk op N Start/Stop om het bericht te wissen of schakel de printer uit en verwijder de ROM-module en installeer de ROM-module opnieuw. Als hiermee de fout niet wordt opgelost, neemt u contact op met de leverancier.
  • Pagina 326 Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel. Zie “Menu's van het bedieningspaneel openen” op pagina 366 voor meer informatie. Schakel de instelling bij Image Optimum (Optimale afb.) in het menu Printing (Afdruk) op het bedieningspaneel uit als u de afdrukkwaliteit niet automatisch wilt verminderen om door te gaan met afdrukken.
  • Pagina 327 Install Waste T Box (Tonerafvalbak installeren) De afvalbak voor toner is niet of verkeerd geïnstalleerd. Installeer een tonerafvalbak in de printer, mocht dat nog niet gebeurd zijn. Als er wel een tonerafvalbak is geïnstalleerd, moet u de afvalbak verwijderen en vervolgens opnieuw installeren. Zie “Tonerafvalbak vervangen”...
  • Pagina 328 Invalid ROM A/Invalid ROM B (Verkeerde ROM A/Verkeerde ROM B) De printer kan de geïnstalleerde optionele ROM-module niet lezen. Schakel de printer uit en verwijder de ROM-module. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 329 Manual Feed sss (Handmatige invoer sss) De modus voor handmatige invoer is ingeschakeld voor de huidige afdruktaak. Zorg ervoor dat de printer papier bevat met het formaat dat wordt aangegeven met sss en druk op N Start/Stop . Mem Overflow (Geheugenoverloop) Er is onvoldoende geheugen beschikbaar voor het uitvoeren van de huidige taak.
  • Pagina 330 NonGenuine Toner uuu (Geen orig. toner uuuu) De geïnstalleerde toner is geen originele toner cartridge van Epson. Het gebruik van een niet originele toner cartridge kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Epson is niet verantwoordelijk voor enige schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van verbruiksgoederen die niet gemaakt of goedgekeurd zijn door Epson.
  • Pagina 331 Outbin Select Error (Foute selectie uitvoerlade) Het opgegeven papierformaat of papiertype kan niet worden uitgevoerd naar de afdruk-bovenlade. Wijzig het papierformaat of papiertype of selecteer de afdruk-benedenlade voor de uitvoer. Paper Out sssss tttt (Papier op sssss tttt) De opgegeven papierbron (sssss) bevat geen papier. Plaats papier met het juiste formaat (tttt) in de papierbron.
  • Pagina 332 PS3 Hard Disk full (PS3 Vaste schijf vol) Het geheugen voor het schrijven van PostScript 3-opdrachten op de optionele vaste schijf is vol. Wilt u dit probleem oplossen, dan selecteert u Clear Warning (Waarschuwingen wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel of verwijdert u de gedownloade PS-lettertypen om ruimte vrij te maken op de vaste schijf.
  • Pagina 333 Replace Waste T Box (Tonerafvalbak vervangen) De afvalbak voor toner is vol. Vervang de afvalbak. Zie “Tonerafvalbak vervangen” op pagina 259 voor meer informatie. Reserve Job Canceled (Reserveren geannul.) De gegevens van de afdruktaak kunnen niet worden opgeslagen met de functie Reserve Job (Reserveertaak). Het maximumaantal opgeslagen afdruktaken voor de vaste schijf is bereikt of er is geen geheugen meer beschikbaar om een nieuwe taak op te slaan.
  • Pagina 334 Reset to Save (Reset om op te slaan) Tijdens het afdrukken is een instelling in een menu op het bedieningspaneel gewijzigd. Druk op N Start/Stop om dit bericht te wissen. De instelling wordt geactiveerd nadat het afdrukken is voltooid. U kunt dit bericht ook wissen met Reset of Reset All (Reset alles) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 335 Unable Clear Error (Verhelpt fout niet) Het foutbericht kan niet worden gewist omdat het probleem niet is opgelost. Probeer nogmaals het probleem op te lossen. uuuu Toner Low (uuuu Weinig toner) Dit bericht geeft aan dat de toner cartridge voor de aangegeven kleur bijna is versleten.
  • Pagina 336 Worn Transfer Unit (Transfereenh. Versl.) Dit bericht geeft aan dat de transfereenheid is versleten. U kunt doorgaan met afdrukken tot het foutbericht Replace TransferUnit (Transfereenh. Verv.) verschijnt, maar voor optimale afdrukkwaliteit kunt u de eenheid het beste vervangen. Neem contact op met uw leverancier. Wilt u dit foutbericht wissen en verdergaan met afdrukken, selecteert u Clear All Warning (Wis waarschuwingen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 337 Writing ROM P (Schrijven naar ROM P) De printer schrijft gegevens weg naar de ROM-module in ROM-sleuf P. Wrong Photoconductor (Verk. fotoconductor) De verkeerde photoconductor unit is geïnstalleerd. Gebruik alleen de photoconductor unit die wordt vermeld in “Verbruiksgoederen” op pagina 26. Zie “Fotogeleidingseenheid”...
  • Pagina 338 Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken vanaf de computer annuleren met de printerdriver. Zie “Afdrukken annuleren” op pagina 124 als een afdruktaak wilt annuleren voordat deze naar de computer verzendt. Afdrukken annuleren met de knop Cancel Job (Taak annuleren) De knop + Cancel Job (Taak annuleren) op de printer biedt de snelste en eenvoudigste manier om het afdrukken te annuleren.
  • Pagina 339 3. Druk een aantal keren op Omlaag totdat Reset wordt weergegeven. 4. Druk op Enter. Het afdrukken wordt geannuleerd. De printer is gereed om een nieuwe afdruktaak te ontvangen. Probleemoplossing...
  • Pagina 340 Contact opnemen met de klantenservice Wanneer uw Epson-product niet goed functioneert en het niet lukt het probleem te verhelpen aan de hand van de probleemoplossing in de bijgeleverde documentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Als uw land hierna niet wordt vermeld, neem dan contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
  • Pagina 342 Appendix A Technische specificaties Printerkenmerken De printer bevat een groot aantal kenmerken voor een optimaal gebruikersgemak en kwalitatief hoogstaande afdrukken. De belangrijkste kenmerken worden hieronder beschreven: Tandemprinter met hoge afdruksnelheid Door de geavanceerde tandemtechnologie beschikt u over een printer met een beeldverwerkingssnelheid van 400 MHz. In combinatie met de single-pass-technologie stelt dit u in staat zowel kleuren- als zwartwitafdrukken te maken met een afdruksnelheid van 24 ppm (pagina's per minuut) bij een resolutie...
  • Pagina 343 Gebruik deze functie voor elke afdruktaak om kosten te drukken en bronnen te besparen. ® NERGY -partner beveelt Epson het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Neem de NERGY ® -normen door als u meer wilt weten over het programma ®...
  • Pagina 344 Functie Reserve Job (Reserveertaak) Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u een afdruktaak opslaan op de vaste schijf van de printer en kunt u deze taak op elk moment via het bedieningspaneel afdrukken zonder dat u hiervoor de computer hoeft te gebruiken. U kunt ook één exemplaar afdrukken om de inhoud te controleren voordat u meerdere exemplaren afdrukt.
  • Pagina 345 Voorgedefinieerde kleurinstellingen in de printerdriver De printerdriver bevat een groot aantal voorgedefinieerde instellingen voor afdrukken in kleur, waardoor u de afdrukkwaliteit voor verschillende typen kleurendocumenten kunt optimaliseren. Voor Windows: zie “Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven” op pagina 58 voor meer informatie. Voor Macintosh: zie “Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven”...
  • Pagina 346 Resolution Improvement Technology en Enhanced MicroGray Technology RITech (Resolution Improvement Technology) is een originele printertechnologie van Epson, waarmee haarscherpe diagonale en kromme lijnen worden afgedrukt in zowel tekst als afbeeldingen. Enhanced MicroGray Technology zorgt ervoor dat de halftonen van afbeeldingen beter worden afgedrukt. De bijgeleverde driver zorgt ervoor dat de resolutie van de printer (600 dpi) wordt verbeterd met RITech en Enhanced MicroGray Technology.
  • Pagina 347 Papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 348 Ongeschikt papier Het volgende papier mag niet in deze printer worden gebruikt. Het kan schade aan de printer, papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. ❏ Afdrukmaterialen die zijn bestemd voor andere kleurenlaserprinters, zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten of inkjetprinters ❏ Papier waarop eerder is afgedrukt met andere kleurenlaserprinters, zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten, inkjetprinters of thermische transferprinters...
  • Pagina 349 ❏ Papier met een verschillende voor- en achterzijde ❏ Gevouwen, gekreukeld, golvend of gescheurd papier ❏ Papier met een onregelmatige vorm, of papier waarvan de hoeken niet recht zijn Afdrukgebied Minimale marge van 5 mm aan elke zijde. Opmerking: Het afdrukgebied is afhankelijk van de gebruikte emulatiemodus. Printer Algemeen Afdrukmethode:...
  • Pagina 350 Snelheid eerste Kleur (enkelzijdig): 12 seconden of afdruk*: minder voor A4-papier Kleur (dubbelzijdig): 20,5 seconde of minder voor A4-papier Zwartwit (enkelzijdig): 10,5 seconde of minder voor Letter-papier Zwartwit (dubbelzijdig): 19 seconden of minder voor Letter-papier * De precieze afdruksnelheid hangt af van de papierbron en andere omstandigheden.
  • Pagina 351 Printertaal: PCL5e-emulatie (LJ4-modus) Emulatie van HP-GL/2 (GL2-modus) ECP/Page-printertaal Emulatie van 24-pins ESC/P2-printer (modus ESC/P 2) Emulatie van 9-pins ESC/P-printer (modus FX) Emulatie van IBM Pro-printer (modus I239X) Beschikbare 84 schaalbare lettertypen en 7 lettertypen: bitmaplettertypen RAM: 128 MB, uitbreidbaar tot 1.024 MB Omgevingsspecificaties Temperatuur Vochtigheid...
  • Pagina 352 Technische specificaties Gewicht: Ca. 55 kg (ca. 121 lb), zonder toner cartridge en optionele onderdelen Levensduur 5 jaar of 600.000 pagina’s, afhankelijk van wat er als eerste van toepassing is (gebruikmakend van papier op A4-formaat, horizontaal gewoon papier) Technische specificaties...
  • Pagina 353 Elektrische specificaties 110 V tot 120 V 220 V tot 240 V (model KCA-1) (model KCB-1) Voltage 110 V tot 120 V ± 220 V tot 240 V ± Nominale frequentie 50 Hz / 60 Hz ± 3 Hz 50 Hz / 60 Hz ± 3 Hz Stroomsterkte Maximaal 12 A Maximaal 5 A...
  • Pagina 354 Europees model: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG: EN 60950 EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 55022 klasse B EN 55024 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Australisch model: AS/NZS CISPR22 klasse B Laserbeveiliging Deze printer is een laserproduct van klasse 1 dat voldoet aan de normen die zijn opgelegd door het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services), overeenkomstig de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968.
  • Pagina 355 CDRH-voorschriften Het CDRH (Center for Devices and Radiological Health) van het Ministerie voor voedsel en geneesmiddelen van de VS heeft op 2 augustus 1976 voorschriften voor laserproducten in gebruik genomen. Alle producten die in de VS op de markt komen, dienen hieraan te voldoen.
  • Pagina 356 USB-interface 2.0 High Speedmodus Opmerking: ❏ Alleen computers met een USB-connector en Mac OS 9 en X of Windows XP, Me, 98, 2000 en Server 2003 ondersteunen de USB-interface. ❏ USB 2.0 wordt gebruikt voor Windows XP en 2000. Ethernet-interface U kunt een rechtstreekse, afgeschermde IEEE 802.3 100BASE-TX/10 BASE-T-interfacekabel (twisted-pair) met een RJ45-connector gebruiken.
  • Pagina 357 Optionele onderdelen en verbruiksgoederen 500-sheet Paper Cassette Unit A3 Productcode: C12C802142* Papierformaat: A3, B4, A4, B5, Legal (LGL), Government Legal (GLG), Letter (LT), Ledger (B) Papiergewicht: 60 tot 105 g/m² Papierinvoer: Eén geïnstalleerde papierlade Automatische papierinvoer Papiercapaciteit tot 500 vellen Papiersoorten: Gewoon papier, halfzwaar papier, papier met briefhoofd,...
  • Pagina 358 papiereenheid voor 1500 vellen A3 Productcode: C12C802152* Papierformaat: A3, B4, A4, B5, Legal (LGL), Government Legal (GLG), Letter (LT), Ledger (B) Papiergewicht: 60 tot 105 g/m² Papierinvoer: Drie geïnstalleerde papierladen Automatische papierinvoer Papiercapaciteit tot 500 vellen (per papierlade) Papiersoorten: Gewoon papier, halfzwaar papier, papier met briefhoofd, kringlooppapier of gekleurd papier Voeding:...
  • Pagina 359 Duplexer Productcode: C12C802132 Papierformaat: A3, B4, A4, B5, A5, Legal (LGL), Government Legal (GLG), Letter (LT), Ledger (B), Half Letter (HLT), Executive (EXE), Government Letter (GLT), F4 Papiergewicht: 60 tot 105 g/m² Papierinvoer: Automatische papierinvoer Papiersoorten: Gewoon papier, halfzwaar papier, papier met briefhoofd, kringlooppapier, gekleurd papier of gecoat papier...
  • Pagina 360 Afdruk-bovenlade Productcode: C12C802162 Model: KCA-5 (C12C802162) Voeding: 24 V/0,85 A vanuit de printervoeding Afmetingen en gewicht: Hoogte: 140 mm Breedte: 510 mm Diepte: 310 mm Gewicht: 1,4 kg Geheugenmodules Geheugengrootte: 128 MB, 256 MB, 384 MB, 512 MB, 640 MB, 768 MB of 1024 MB Type: DDR Synchronous Dynamic RAM (SDRAM)
  • Pagina 361 Vaste schijf Productcode: C12C824172* Capaciteit: 37,2 GB * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEC. Tonercartridge Productcode: Geel: 0195* Magenta: 0196* Cyaan: 0197* Zwart: 0198* Opslagtemperatuur: 0 tot 35°C Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Levensduur van Zwart: Maximaal cartridges die in...
  • Pagina 362 Levensduur van Zwart: Maximaal nieuwe cartridges**: 15.000 afbeeldingen Geel, magenta, Maximaal cyaan: 12.000 afbeeldingen * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEC. ** Gemiddeld bij gebruik van A4-papier, continu afdrukken en een dekking van 5%. Zelfs bij gebruik van A4-papier, continu afdrukken en een dekking van minder dan 5% kan de levensduur korter zijn.
  • Pagina 363 Fotogeleidingseenheid Productcode: 1105* Opslagtemperatuur: 0 tot 35 °C Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Levensduur**: 30.000 pagina's bij continu afdrukken * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEC. ** Gemiddeld bij gebruik van A4-papier, continu afdrukken en een dekking van 5%.
  • Pagina 364 Afvalbak voor toner Productcode: 0194 Opslagtemperatuur: 0 tot 35 °C Vochtigheid opslag: 15 tot 80% RV Levensduur*: 24.000 pagina's bij continu afdrukken * Gemiddeld bij gebruik van A4-papier, continu afdrukken en een dekking van 5%. De precieze levensduur hangt af van de volgende omstandigheden: ❏...
  • Pagina 365 Appendix B Functies van het bedieningspaneel Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Met het bedieningspaneel van de printer kunt u verschillende menu's openen waarmee u de status van verbruiksgoederen controleert, statusvellen afdrukt en printerinstellingen opgeeft. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de menu's van het bedieningspaneel kunt gebruiken en wanneer u het beste de printerinstellingen kunt opgeven via het bedieningspaneel.
  • Pagina 366 Menu's van het bedieningspaneel openen Zie “Menu's van het bedieningspaneel” op pagina 370 voor een volledige beschrijving van de items en instellingen die beschikbaar zijn in de menu's van het bedieningspaneel. 1. Als het lampje Klaar brandt, kunt u op een van de onderstaande knoppen drukken om de menu's van het bedieningspaneel te openen.
  • Pagina 367 Gebruik Omhoog en Omlaag om door de beschikbare items te bladeren en druk op Enter om een instelling te selecteren en terug te keren naar het vorige niveau. Druk op l Terug om terug te keren naar het vorige niveau zonder de instelling te wijzigen. Opmerking: U moet de printer uit- en weer inschakelen om bepaalde instellingen te activeren.
  • Pagina 368 1. Controleer of Ready (Gereed) of Sleep (Rustmodus) wordt weergegeven op de printer en druk op Enter om de menu's op het bedieningspaneel te openen. 2. Druk herhaaldelijk op Omlaag totdat Quick Print Job Menu (Snelafdruk) wordt weergegeven op het LCD-scherm. Druk vervolgens op Enter.
  • Pagina 369 3. Gebruik Omlaag of Omhoog om naar de gewenste gebruikersnaam te bladeren. Druk vervolgens op Enter. 4. Voer het wachtwoord van vier cijfers in met de bijbehorende knoppen, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: ❏ Wachtwoorden bestaan altijd uit vier cijfers. ❏...
  • Pagina 370 Menu's van het bedieningspaneel Druk op Omhoog en Omlaag om door de menu's te bladeren. De menu's en menu-items verschijnen in de onderstaande volgorde. Opmerking: Sommige menu’s en items worden alleen weergegeven wanneer een bepaald optioneel onderdeel is geïnstalleerd of wanneer een bepaalde andere instelling is opgegeven.
  • Pagina 371 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) PS3 Status Sheet (PS3-statusvel) PS3 Font Sample (Fontvoorbeeld) USB ExtI/FStatusSht (USB ExtI/FStatusvel) ESC/Page Font Sample (ESC/Page Fontvoorbeeld) LJ4 Font Sample (LJ4 Fontvoorbeeld) ESPC2 Font Sample (ESCP2 Fontvoorbeeld) FX Font Sample (FX Fontvoorbeeld) I239X Font Sample (I239X Fontvoorbeeld) C/M/Y/K Toner E******F...
  • Pagina 372 *4 Alleen beschikbaar wanneer een optionele interfacekaart is geïnstalleerd. *5 Alleen beschikbaar wanneer de optionele ROM-module met Adobe PostScript 3 is geïnstalleerd. Statusvel, AUX-statusvel, PS3-statusvel Hiermee drukt u een vel af met de huidige printerinstellingen en geïnstalleerde opties. U kunt deze vellen gebruiken om te controleren of opties correct zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 373 USB ExtI/FStatusSht (USB ExtI/FStatusvel) PS3 Font List (PS3 Fontvoorbeeld), LJ4 Font Sample (LJ4 Fontvoorbeeld), ESCP2 Font Sample (ESCP2 Fontvoorbeeld), FX Font Sample (FX Fontvoorbeeld), I239X Font Sample (I239X Fontvoorbeeld) Hiermee drukt u een voorbeeld van de lettertypen af die beschikbaar zijn voor de geselecteerde printeremulatie. C Toner/M Toner/Y Toner/K Toner/Photoconductr (C-Toner/M-Toner/Y-Toner/K-Toner/Fotogeleiding) Hiermee wordt de hoeveelheid toner in de toner cartridges...
  • Pagina 374 Color Pages (Kleurenpag.) Hiermee wordt het totaalaantal kleurenpagina's weergegeven dat is afgedrukt op de printer. B/W Pages (Z/W-pag.) Hiermee wordt het totaalaantal zwartwitpagina's weergegeven dat is afgedrukt op de printer. Menu Status Dit menu wordt alleen weergegeven wanneer er waarschuwingen zijn. U kunt de fouten zien met SelecType. Als er meerdere waarschuwingen zijn, wordt weergegeven aan het eind van het waarschuwingsbericht.
  • Pagina 375 De instellingen van de papiersoort in dit menu kunt u ook vanuit de printerdriver wijzigen. Instellingen via de printerdriver hebben prioriteit boven deze instellingen. Gebruik zo mogelijk dus altijd de printerdriver. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) MP Tray Size A4*, A3, B4, B5, A5, LT*, HLT, LGL, GLT, GLG, B, EXE, (Std Papierbak) F4, MON, C10, DL, C6, IB5 LC1-formaat...
  • Pagina 376 LC1 Size (Form. Opt-bak 1)/LC2 Size (Form. Opt-bak 2)/LC3 Size (Form. Opt-bak 3)/LC4 Size (Form. Opt-bak 4) Hier wordt het papierformaat weergegeven dat in de standaardpapierlade en optionele onderste papierladen is geplaatst. MP Type (STD-Type) Hier kunt u de papiersoort instellen die in de MP-lade is geplaatst. LC1 Type (Opt1-type)/LC2 Type (Opt2-type)/LC3 Type (Opt3-type)/LC4Type (Opt4-type) Hier kunt u de papiersoort selecteren die in de standaardpapierlade...
  • Pagina 377 Menu Printing (Afdruk) Met dit menu kunt u standaardafdrukinstellingen opgeven, zoals het formaat en de afdrukstand van de pagina, wanneer u wilt afdrukken vanuit een toepassing of besturingssysteem waarin de printerdriver niet wordt ondersteund. Gebruik waar mogelijk de printerdriver om deze instellingen op te geven, omdat instellingen op de computer altijd de voorkeur krijgen boven deze instellingen.
  • Pagina 378 Page Size (Paginaformaat) Hier wordt het papierformaat weergegeven. Wide A4 (Breed A4) Als u On (Aan) selecteert, worden de linker- en rechtermarges verkleind van 4 mm naar 3,4 mm. Orientation (Oriëntatie) Hier wordt aangegeven of de pagina staand of liggend wordt afgedrukt.
  • Pagina 379 Top Offset (B Marge) Hiermee kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de verticale afdrukpositie van de pagina. Let op: Zorg ervoor dat de afgedrukte afbeelding niet groter is dan het papier. Anders beschadigt u de printer wellicht. Left Offset (L Marge) Hiermee kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de horizontale afdrukpositie van de pagina.
  • Pagina 380 Menu Setup In dit menu kunt u verschillende algemene configuratie-instellingen opgeven voor papierbakken, invoermodi en foutverwerking. U kunt in dit menu ook een taal kiezen voor het LCD-scherm. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Lang English, Français, Deutsch, ITALIANO, ESPAÑOL, SVENSKA, Dansk, Nederl., SUOMI, Português Time Out (Timeout) 0,5 tot 60 tot 300 in stappen van 1 Papierbron...
  • Pagina 381 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Auto Cont Off (Uit), On (Aan) Page Protect Auto, On (Aan) (Paginabesch) LCD Contrast 0 tot 8 tot 15 (LCD-contrast) * Alleen beschikbaar wanneer de bijbehorende optie is geïnstalleerd. ** Alleen beschikbaar wanneer de optionele afdruk-bovenlade is geïnstalleerd.
  • Pagina 382 Is een envelopformaat (MON, C10, DL, C6, COM-10) geselecteerd als papierformaat, dan wordt het papier altijd ingevoerd uit de MP-lade. Als u Thick (Zwaar), ExtraThk) (Ext zwaar) of Trnsprnc (Transp.) selecteert als papiersoort, wordt het papier altijd ingevoerd vanuit de MP-lade. MP Mode (MP MODE) Met deze instelling wordt bepaald of de MP-lade de hoogste of laagste prioriteit heeft wanneer Auto is geselecteerd als...
  • Pagina 383 Paper Type (Pap soort) Hier geeft u de papiersoort op waarmee u wilt afdrukken. De afdruksnelheid van de printer wordt automatisch aangepast aan deze instelling. Er wordt langzamer afgedrukt wanneer Thick (Zwaar), ExtraThk (Ext zwaar) of Trnsprnc (Transparant) is geselecteerd. Page Side (Paginazijde) Selecteer Front (Voorkant) als u de voorkant van zwaar papier (Thick) of extra zwaar papier (ExtraThk) wilt bedrukken.
  • Pagina 384 Auto Cont Als u deze optie inschakelt, gaat de printer na een bepaalde periode automatisch door met afdrukken wanneer een van de volgende fouten is opgetreden: Paper Set (Papierfmt), Print Overrun (Afdrukoverloop) of Mem Overflow (Geheugenoverloop). Als deze optie is uitgeschakeld, moet u op N Start/Stop drukken om door te gaan met afdrukken.
  • Pagina 385 Menu Quick Print Job (Snelafdruk) Met dit menu kunt u taken afdrukken of verwijderen die met de optie Quick Print Job (Snelafdruk) (Re-Print Job, (Taak opnieuw afdrukken) Verify Job (Taak verifiëren), Stored Job (Opgeslagen taak)) van de functie Reserve Job (Reserveertaak) in de printerdriver zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer.
  • Pagina 386 Cyan Regist (Cyaanregistr) Hiermee stelt u de uitlijningspositie van de kleur cyaan ten opzichte van zwart in. Selecteer Color Regist Sheet (Kleurenregistrvel) in het menu Information (Informatie) van het bedieningspaneel als u een overzicht van de kleuruitlijningsposities wilt afdrukken. Gebruik de instelling Cyan Regist (Cyaanregistr) om de waarde te selecteren waarbij de lijnsegmenten van cyaan en zwart het beste zijn uitgelijnd.
  • Pagina 387 Menu Reset In dit menu kunt u afdrukken annuleren en printerinstellingen opnieuw instellen. Clear Warning (Waarschuwing wissen) Hiermee wist u de waarschuwingen voor fouten, behalve voor fouten van verbruiksgoederen of onderdelen die verplicht moeten worden vervangen. Clear All Warnings (Alle waarschuwingen wissen) Hiermee wist u alle waarschuwingen die worden weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 388 Menu Parallel Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer en de computer beheerd wanneer u de parallelle interface gebruikt. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Parallel I/F On (Aan), Off (Uit) Speed (Snelheid) Fast (Snel), Normal (Normaal) Bi-D (Bidirectioneel) Nibble (Nib.), ECP, Off (Uit) Buffer Size Normal (Normaal), Maximum (Maximaal),...
  • Pagina 389 Buffer Size (Databuffer) Hier bepaalt u hoeveel geheugen moet worden gebruikt voor het ontvangen en afdrukken van gegevens. Als Maximum (Maximaal) is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het ontvangen van gegevens. Wanneer Minimum (Minimaal) is geselecteerd, is er meer geheugen gereserveerd voor het afdrukken van gegevens.
  • Pagina 390 Menu USB Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer en de computer beheerd wanneer u de USB-interface gebruikt. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) USB I/F On (Aan), Off (Uit) USB Speed HS, FS (USB-snelheid) USB ExtI/F Confg No (Nee), Yes (Ja) Get IPAddress Panel (Paneel), Auto, PING (IP-adres ophalen)
  • Pagina 391 *3 Alleen weergegeven wanneer een extern USB-apparaat met D4-ondersteuning is aangesloten en USB Config (USB-config) op Yes (Ja) staat. De inhoud van de instellingen hangt af van de instellingen van het externe USB-apparaat. *4 Alleen beschikbaar wanneer Get IPAddress (IP-adres ophalen) op Auto staat. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
  • Pagina 392 Menu Network (Netwerk) Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Menu AUX Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Menu LJ4 Met deze instellingen beheert u de lettertypen en tekensets die beschikbaar zijn in de modus LJ4. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Bron fonts Resident, Download, ROM A* Font Number (Font Nr)
  • Pagina 393 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) SymSet (SymbSet) IBM-US, Roman-8, Roman-9, ECM94-1, 8859-2 ISO, 8859-9 ISO, 8859-10ISO, 8859-15ISO, PcBlt775, IBM-DN, PcMultiling, PcE.Europe, PcTk437, PcEur858, Pc1004, WiAnsi, WiE.Europe, WiTurkish, WiBALT, DeskTop, PsText, VeInternati, VeUS, MsPublishin, Math-8, PsMath, VeMath, PiFont, Legal, UK, ANSI ASCII, Swedis2, Italian, Spanish, German, Norweg1, French2, Windows, McText, PcIcelandic, PcLt774, PcTurk1, PcPortugues, PcEt850, PcTurk2, PcCanFrench, PcSI437,...
  • Pagina 394 Opmerking: Als u meestal de HP LaserJet 4-printerdriver gebruikt om af te drukken, moet u waar mogelijk de instellingen wijzigen met deze driver. Instellingen in de printerdriver krijgen altijd de voorkeur boven de opties van het Menu LJ4. FontSource (Bron fonts) Hiermee stelt u de standaardlettertypebron in.
  • Pagina 395 SymSet (SymbSet) Hier selecteert u de standaardtekenset. Als het lettertype dat u bij Font Source (Bron fonts) en Font Number (Font Nr) hebt geselecteerd, niet beschikbaar is in de nieuwe instelling bij SymSet (SymbSet), worden de instellingen bij Font Source (Bron fonts) en Font Number (Font Nr) automatisch vervangen door de standaardwaardeIBM-US.
  • Pagina 396 Menu GL2 Met dit menu kunt u de printer instellen om een plotter te emuleren. Zo kunt u software gebruiken waarvoor u voor de uitvoer een plotter nodig hebt. De modus LJ4GL2 is vergelijkbaar met de modus GL/2 die wordt ondersteund in de modus HP LaserJet 4.
  • Pagina 397 Voordat u kunt afdrukken in de modus GL/2 U moet wellicht de volgende afdrukopties wijzigen in de toepassing, afhankelijk van de gewenste uitvoer. Controleer of deze instellingen overeenkomen met de gegevens die u wilt afdrukken. Print Options Instellingen (Afdrukopties) Paper Size De instelling voor papierformaat van de printer.
  • Pagina 398 Scale (Schalen) Hier wordt aangegeven of de uitvoer van de software geschaald is. De schaalfactor is gebaseerd op het opgegeven papierformaat in de toepassing. Origin (Oorsprong) Hier geeft u aan of de logische oorsprong van de plotter de hoek of het midden van het papier is. Hiermee kunt u een pen selecteren waarmee u de dikte kunt instellen bij Pen0 tot en met Pen6.
  • Pagina 399 Menu PS3 Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de optionele ROM-module met Adobe PostScript 3 is geïnstalleerd. Raadpleeg de documentatie bij Adobe PostScript 3 Kit voor instructies over de installatie. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Error Sheet Off (Uit), On (Aan) (Foutrapport) Coloration Kleur, Mono, WareKlr...
  • Pagina 400 Menu ESC/P2 In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus ESC/P 2 is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Roman, Sans serif, Roman T, Orator S, Sans H, Script, OCR A, OCR B Pitch 10, 12, 15 cpi, Prop.
  • Pagina 401 Font Hier selecteert u het lettertype. Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Condensed (Versmald) Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. T.
  • Pagina 402 Country (Land) Met deze optie kunt u een van de vijftien internationale tekensets selecteren. Zie “Internationale tekensets” op pagina 448 voor voorbeelden van de tekens in de tekenset voor elk land. Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 403 ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken. Menu FX In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus FX is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font...
  • Pagina 404 Font Hier selecteert u het lettertype. Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Condensed (Versmald) Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. T.
  • Pagina 405 Country (Land) Met deze optie kunt u een van de vijftien internationale tekensets selecteren. Zie “Internationale tekensets” op pagina 448 voor voorbeelden van de tekens in de tekenset voor elk land. Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 406 ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken. Menu I239X ® De modus I239X emuleert IBM 2390/2391 Plus-opdrachten. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de modus I239X is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font...
  • Pagina 407 Font Hier selecteert u het lettertype. Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Code Page Hier selecteert u de karaktertabellen. Karaktertabellen bevatten de karakters en tekens die in verschillende talen worden gebruikt.
  • Pagina 408 Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt. Als deze instelling is uitgeschakeld, drukt de printer tekens die de rechtermarge overschrijden niet af en wordt er geen regelterugloop uitgevoerd tot een teken voor een regelterugloop wordt ontvangen.
  • Pagina 409 CharacterSet (Karakterset) Hier selecteert u karaktertabel 1 of 2. Menu Support (Ondersteuning) Activeer de ondersteuningsmodus door de printer in te schakelen terwijl u Omlaag ingedrukt houdt. Het menu Support (Ondersteuning) verschijnt. HDD format (Vaste schijf formatteren) Hiermee formatteert u de vaste schijf in de printer (indien geïnstalleerd).
  • Pagina 410 Startbalk, Stopbalk en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
  • Pagina 411 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved EPSON ITF U kunt afdrukken 2 of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF (Interleaved controlecijfers 2 van 5 (ITF)) opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF CD Num...
  • Pagina 412 Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows XP, Me, 98, 95, 2000, NT 4.0 of Server 2003 Vaste schijf:...
  • Pagina 413 3. Klik op Continue (Doorgaan). Als het venster met de licentieovereenkomst verschijnt, leest u de overeenkomst en klikt u op Agree (Akkoord). 4. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). 5. Klik op Custom (Aangepast). Werken met lettertypen...
  • Pagina 414 6. Schakel het selectievakje EPSON BarCode Font in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. EPSON BarCode Fonts zijn nu op de computer geïnstalleerd. Afdrukken met EPSON BarCode Fonts Volg de onderstaande instructies om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts.
  • Pagina 415 1. Open een document in de toepassing en typ de tekens die u in een streepjescode wilt omzetten. 2. Selecteer de getypte tekens en klik op Font in het menu Format (Opmaak). Werken met lettertypen...
  • Pagina 416 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK. Opmerking: In Windows XP, 2000, NT 4.0 en Server 2003 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 417 5. Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Properties (Eigenschappen). Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. EPSON AcuLaser C9100 is een kleurenprinter. Zie het gedeelte over kleurenprinterdrivers in de onderstaande tabel.
  • Pagina 418 ❏ Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals Startbalk en Stopbalk worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Werken met lettertypen...
  • Pagina 419 ❏ Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in “Specificaties BarCode Fonts” op pagina 419. Streepjescodes van een ander formaat worden mogelijk niet door alle streepjescodelezers gelezen.
  • Pagina 420 ❏ Controlecijfer ❏ OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-8 EPSON EAN-13 ❏ EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. ❏ Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 12 tekens...
  • Pagina 421 Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-13 EPSON UPC-A ❏ UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). ❏ Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9)
  • Pagina 422 Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-A EPSON UPC-E ❏ UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 6 tekens Lettertypegrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/NT 4.0/Server 2003).
  • Pagina 423 Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-E EPSON Code39 ❏ Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
  • Pagina 424 Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num EPSON Code128 ❏ Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd.
  • Pagina 425 ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code128-standaard. Daarom is het belangrijk ten minste één spatie tussen de streepjescode en de omringende tekst in te voegen om overlapping te voorkomen. ❏...
  • Pagina 426 Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 EPSON ITF ❏ De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-van-5-standaard. ❏ Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Interleaved 2-van-5-standaard.
  • Pagina 427 De volgende codes worden automatisch ingevoegd: ❏ Onbedrukte linker-/rechterzone ❏ Start-/stopteken ❏ Controlecijfer ❏ Het getal "0" (waar nodig aan het begin van tekenreeksen toegevoegd) Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num Werken met lettertypen...
  • Pagina 428 EPSON Codabar ❏ Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 429 Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. De namen van alle lettertypen worden weergegeven in de lettertypenlijst van de toepassing als u de driver gebruikt die bij de printer wordt geleverd.
  • Pagina 430 Modus LJ4/GL2 Lettertype Familie HP-equivalent Courier Medium, Bold, Italic, Bold Italic Courier ITC Zapf Dingbats ITC Zapf Dingbats CG Times Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Times CG Omega Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Omega Coronet Coronet Clarendon Clarendon Condensed Condensed Univers...
  • Pagina 431 Lettertype Familie HP-equivalent ITC Avant Garde Book, Demi, Book Oblique, ITC Avant Demi Oblique Garde Gothic ITC Bookman Light, Demi, Light Italic, Demi ITC Bookman Italic New Century Roman, Bold, Italic, Bold Italic New Century Schoolbook Schoolbook Times Roman, Bold, Italic, Bold Italic Times ITC Zapf Chancery ITC Zapf...
  • Pagina 432 Druk een voorbeeld af en controleer of de lettertypen leesbaar zijn voordat u grote hoeveelheden afdrukt. Modi ESC/P 2- en FX Lettertype Familie Courier Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Arial Medium, Bold Letter Gothic Medium, Bold Times New Roman Medium, Bold EPSON Script OCR A OCR B * Uitsluitend beschikbaar in de modus ESC/P 2.
  • Pagina 433 EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 434 Modus P5C Schaalbaar lettertype Lettertype Letter- Lettertype Classifi- type-cl catie assifi- catie Courier Arial Bold Courier Bold Arial Italic Courier Italic Arial Bold Italic Courier Bold Italic Times New Roman Letter Gothic Times New Roman Bold Letter Gothic Bold Times New Roman Italic Letter Gothic Italic Times New Roman Bold Italic...
  • Pagina 435 Lettertype Letter- Lettertype Classifi- type-cl catie assifi- catie Coronet ITC Avant Garde Gothic Book Clarendon ITC Avant Garde Gothic Condensed Demi Univers Medium ITC Avant Garde Gothic Book Oblique Univers Bold ITC Avant Garde Demi Oblique Univers Medium Italic ITC Bookman Light Univers Bold Italic ITC Bookman Demi Univers Medium...
  • Pagina 436 Lettertype Letter- Lettertype Classifi- type-cl catie assifi- catie Albertus Medium Wingdings Albertus Extra Bold ITC Zapf Dingbats Arial SymbolPS Bitmaplettertype Lettertype Tekenset Line Printer Voorbeelden van lettertypen afdrukken Met het menu Information (Informatie) op het bedieningspaneel van de printer kunt u voorbeelden afdrukken van de beschikbare lettertypen in elke modus.
  • Pagina 437 Nieuwe lettertypen toevoegen U kunt talloze lettertypen installeren op de computer. De meeste pakketten met lettertypen bevatten een installatieprogramma. Raadpleeg de handleiding van de computer voor meer informatie over het installeren van lettertypen. Lettertypen selecteren Selecteer zo mogelijk lettertypen in de toepassing. Raadpleeg de handleiding bij de software voor meer informatie.
  • Pagina 438 EPSON Font Manager (alleen Windows) EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON Font Manager moet de computer aan de volgende vereisten voldoen: Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een 486-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows Me, 98, 95, XP, 2000, NT 4.0 of Server 2003...
  • Pagina 439 3. Klik op Continue (Doorgaan). Als het venster met de licentieovereenkomst verschijnt, leest u de overeenkomst en klikt u op Agree (Akkoord). 4. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). 5. Klik op Custom (Aangepast). Werken met lettertypen...
  • Pagina 440 6. Schakel het selectievakje EPSON Font Manager in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. 7. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. EPSON Font Manager is nu op de computer geïnstalleerd. Werken met lettertypen...
  • Pagina 441 Appendix D Tekensets Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Lettertypen en tekens worden door de meeste programma's automatisch verwerkt, u hoeft de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen.
  • Pagina 442 Emulatiemodus LJ4 De volgende tekensets zijn beschikbaar in de emulatiemodus LJ4. Beschikbare Naam tekenset: lettertypen 19 lettertypen IBM-US (10U) Roman-8 (8U) Courier ECM94-1 (0N) 8859-2 ISO (2N) CG Times Universe 8859-9 ISO (5N) 8859-10ISO (6N) Letter Gothic Line Printer IBM-DN (11U) PcMultilingual (12U) PcE.Europe (17U) PcTk437 (9T)
  • Pagina 443 Beschikbare Naam tekenset: lettertypen 19 lettertypen PsMath (5M) Math-8(8M) Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh 19 lettertypen ANSI ASCII (0U), Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh Line Printer Courier Pc866Cyr (3R) Pc866Ukr (14R)
  • Pagina 444 De 19 lettertypen verwijzen naar de lettertypen in de onderstaande lijst: CG Omega Coronet Clarendon Condensed Univers Condensed Antique Olive Garamond Marigold Albertus Arial Times New Helvetica Helvetica Narrow Palatino ITC Avant Garde Gothic ITC Bookman New Century Schoolbook Times ITC Zapf Chancery Medium Italic CourierPS Internationale tekensets voor ISO...
  • Pagina 445 In de modi ESC/P 2 of FX Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Roman Letter EPSON Sans serif Gothic EPSON Prestige Arial EPSON Script Times New PcUSA beschik- beschik- beschikbaar beschikbaar baar baar PcMultilingual niet be- beschik- beschikbaar beschikbaar...
  • Pagina 446 Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Roman Letter EPSON Sans serif Gothic EPSON Prestige Arial EPSON Script Times New 8859-15ISO niet be- beschik- beschikbaar beschikbaar schikbaar baar PcSl437* niet be- beschik- niet beschikbaar niet schikbaar baar beschikbaar PcTurk1* niet be-...
  • Pagina 447 Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Roman Letter EPSON Sans serif Gothic EPSON Prestige Arial EPSON Script Times New Hebrew8* niet be- beschik- niet beschikbaar niet schikbaar baar beschikbaar PcHe862* niet be- beschik- niet beschikbaar niet schikbaar baar beschikbaar...
  • Pagina 448 Internationale tekensets U kunt een van onderstaande internationale tekensets selecteren met de opdracht ESC R: Tekensets: USA (VS), France (Frankrijk), Germany (Duitsland), UK (Engeland), Japan, Denmark (Denemarken-1), Denmark 2 (Denemarken-2), Sweden (Zweden), Italy (Italië), Spain1 (Spanje-1), Spain2 (Spanje-2), Norway (Noorwegen), Latin America (Latijns Am.), Korea*, Legal* * Uitsluitend beschikbaar voor ESC/P 2-emulatie Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^...
  • Pagina 449 Beschikbare lettertypen zijn EPSON Sans Serif, Courier, EPSON Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script. Modus EPSON GL/2 In de modus EPSON zijn dezelfde tekensets beschikbaar als in de emulatiemodus LaserJet4. Zie “Emulatiemodus LJ4” op pagina 442 voor meer informatie. Tekensets...
  • Pagina 450 In de modus P5C Naam tekenset Code Classificatie PCL-te- kenset ISO 60: Deens/Noors ISO 15: Italiaans ISO 8859/1 Latijn 1 ISO 11: Zweeds ISO 6: ASCII ISO 4: Verenigd Koninkrijk ISO 69: Frans ISO 29: Duits Legal ISO 8859/2 Latijn 2 ISO 17: Spaans Roman-9 Ps Math...
  • Pagina 451 Naam tekenset Code Classificatie PCL-te- kenset PC-8 Turks Windows 3,0 Latijn 1 PSText PC-8, codepagina 437 PC-8, D/N, Deens/Noors MC Text PC-850, Meertalig Ventura International PcEur858 Ventura US Pi Font PC852, Latijn 2 Windows Baltisch Windows 3.1 Latijn/Arabisch PC-755 Symbol Wingdings 579L ZapfDigbats...
  • Pagina 452 Hoe meer uitzonderingen en geopende poorten, des te gemakkelijker uw computer ten prooi kan vallen aan onbekende indringers of virussen. Epson kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit het opgeven van uitzonderingen in Windows Firewall. A. De netwerkinterface configureren met EpsonNet...
  • Pagina 453 2. Klik op Start, wijs naar Configuratiescherm en selecteer Beveiligingscentrum. Klik op Windows Firewall. 3. Klik op het tabblad Uitzonderingen en klik vervolgens op de knop Programma toevoegen. 4. Klik op de knop Bladeren. 5. Selecteer de cd-romlezer in de keuzelijst Zoeken in. 6.
  • Pagina 454 C. Voor gebruikers van een laserprinter Als u laserprinters deelt op een computer met Windows XP Service Pack 2, is het voor de volgende clientcomputers niet mogelijk om de printers te laten bewaken door EPSON Status Monitor 3: ❏ clientcomputers met Windows Me/98/95;...
  • Pagina 455 ❏ Pas de stationsletter eventueel aan. ❏ Als u een upgrade hebt geïnstalleerd van EPSON Status Monitor 2 naar EPSON Status Monitor 3, moet u de map selecteren waarin EPSON Status Monitor 2 is geïnstalleerd. 5. Controleer of EEBAgent.exe nu voorkomt in de lijst onder Programma's en klik vervolgens op OK.
  • Pagina 456 Woordenlijst ASCII American Standard Code for Information Interchange. Een verzameling standaardcodes die worden toegekend aan tekens en besturingscodes. Dit systeem wordt veel gebruikt door fabrikanten van computers, printers en software. beschikbaar lettertype Een lettertype dat definitief in het printergeheugen is opgeslagen. bitmapfont De uit puntjes bestaande voorstelling van een lettertype.
  • Pagina 457 emulatie Zie printeremulatie voor meer informatie. FF (form feed) Een besturingscode voor een nieuwe pagina. gedownload lettertype Een lettertype dat vanuit een externe bron, bijvoorbeeld een computer, in het printergeheugen wordt geladen. Wordt ook wel laadbaar lettertype genoemd. geheugen Het deel van het elektronische systeem van de printer waarin informatie wordt opgeslagen.
  • Pagina 458 oriëntatie Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. Met de oriëntatie staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt, met liggend in de lengte. ® ® De printerbesturingstaal van de Hewlett-Packard LaserJet -printers. photoconductor unit Een onderdeel van de printer met een lichtgevoelige afdrukrol.
  • Pagina 459 reset Het geheugen van de printer vrijmaken en de bestaande afdruktaken wissen. resolutie Een aanduiding voor de scherpte en helderheid van de afbeeldingen die de printer produceert of die op het scherm worden weergegeven. De printerresolutie wordt weergegeven in dots per inch. De monitorresolutie wordt weergegeven in pixels.
  • Pagina 460 statusvel Een rapport met een overzicht van printerinstellingen en andere printergegevens. tekenbreedte Hiermee wordt het aantal tekens per inch (cpi) weergegeven voor lettertypen met een vaste breedte. tekenreeks Een verzameling letters, cijfers en symbolen die in een bepaalde taal worden gebruikt.
  • Pagina 461 Beschikbaar papier, 347 Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^, 448 Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) (Windows), 97 Confidential Job (Vertrouwelijke taak) (Macintosh), 166 Contact opnemen met Epson, 340 Controle (Macintosh), 173 Controle (Windows), 110, 121 Controleren uitschakelen (Windows), 121 Index...
  • Pagina 462 Enveloppen printerinstellingen, 50 EPSON BarCode Fonts afdrukken, 414 info, 410 installeren, 412 specificaties, 419 systeemvereisten, 412 Epson Color Laser Coated Paper printerinstellingen, 49 Epson Color Laser Paper printerinstellingen, 46 Epson Color Laser Transparencies printerinstellingen, 47 EPSON Font Manager info, 438...
  • Pagina 463 Job management/Re-print (Taakbeheer/Opnieuw afdrukken) (Windows), 119 openen (Macintosh), 170 openen (Windows), 104 printerstatus (Macintosh), 171 printerstatus (Windows), 105 Taakbeheer gebruiken (Windows), 117 Venster Status Alert (Foutmeldingen) (Macintosh), 175 Venster Status Alert (Foutmeldingen) (Windows), 114 Ethernet-interface, 21, 356 Extra driver gebruiken, 187 formulieroverlay op vaste schijf (Windows), 80 afdrukken, 81 registreren, 81...
  • Pagina 464 Kenmerken Adobe PostScript 3, 346 Afdrukken met hoge kwaliteit, 342 Dubbelzijdig afdrukken, 343 EPSON Quick Fuser Technology, 343 Formulieroverlays opslaan naar vaste schijf, 344 Functie Reserve Job (Reserveertaak), 344 Grote verscheidenheid aan lettertypen, 345 Resolution Improvement Technology en Enhanced MicroGray Technology, 346...
  • Pagina 465 Labels (Etiketten) printerinstellingen, 52 Lettertypen beschikbare lettertypen, 429 EPSON BarCode Fonts (afdrukken), 414 EPSON BarCode Fonts (info), 410 EPSON BarCode Fonts (installeren), 412 EPSON BarCode Fonts (specificaties), 419 EPSON BarCode Fonts (systeemeisen), 412 EPSON Font Manager (info), 438 EPSON Font Manager (installeren), 438...
  • Pagina 466 Menu Tray (Papierbak), 374 Menu USB, 390 Menu Vertrouwelijk, 368, 385 Modi ESC/P 2 en FX, 445 Modi ESC/P 2 of FX, 432 Modus EPSON GL/2, 449 Modus I239X, 433 modus LJ4/GL2 mode, 430 Modus P5C, 434, 450 Modus PS 3, 433...
  • Pagina 467 Onderhoud printer, 263 printer (papierinvoerrol), 263 verbruiksgoederen, 242, 244, 249, 258 Onderste standaardpapierlade, 20 beschikbaar papier, 34 papier plaatsen, 42 Ongeschikt papier, 348 Optionele onderdelen specificaties (duplexer), 359 specificaties (geheugenmodule), 360 specificaties (optionele papierlade), 357 specificaties (vaste schijf), 361 Optionele onderdelen installeren Adobe PostScript 3-kit installeren, 237 De ROM-module met Adobe PostScript 3, 237 duplexer installeren, 216...
  • Pagina 468 Pagina’s aanpassen (Windows), 67 Pagina’s automatisch aanpassen (Windows), 65 Papier afdrukgebied, 349 beschikbaar papier, 347 enveloppen, 50 Epson Color Laser Coated Paper, 49 Epson Color Laser Paper, 46 etiketten, 52 ongeschikt papier, 348 papier met aangepast formaat, 54 transparanten, 47...
  • Pagina 469 Parallelle interface, 21 Printer algemeen, 349 elektrische specificaties, 353 mechanische specificaties, 352 omgevingsspecificaties, 351 onderdelen (achteraanzicht), 21 onderdelen (binnenzijde), 22 onderdelen (vooraanzicht), 20 optionele producten, 24 reinigen, 263 reinigen (papierinvoerrol), 263 standaard en goedkeuringen, 353 transport, 267 transport (grote afstanden), 264 transport (kleine afstanden), 265 verbruiksgoederen, 26 Printer delen...
  • Pagina 470 afdrukinstellingen (Windows), 60 afdrukken met een formulieroverlay op de vaste schijf (Windows), 81 afdrukken met overlays (Windows), 79 afdrukkwaliteit (Macintosh), 133 afdrukkwaliteit (Windows), 58 dubbelzijdig afdrukken (Macintosh), 153 dubbelzijdig afdrukken (Windows), 83 formulieroverlay op vaste schijf (Windows), 80 formulieroverlays registreren op vaste schijf (Windows), 81 formulieroverlays verwijderen van vaste schijf (Windows), 83 geavanceerde instellingen (Macintosh), 155 geavanceerde instellingen (Windows), 85...
  • Pagina 471 geheugenproblemen, 309 optionele onderdelen, 311 printer functioneert niet optimaal, 296 problemen bij het delen, 298 problemen met afdrukken in kleur, 301 problemen met afgedrukte documenten, 299 problemen met de papierverwerking, 310 USB-problemen, 313 Re-print Job (Afdruktaak herafdrukken) (Windows), 92 Re-Print Job (Taak opnieuw afdrukken) (Macintosh), 160 Reserve Job (Reserveertaak) (Macintosh), 157 Confidential Job (Vertrouwelijke taak), 166 Re-Print (Opnieuw afdrukken), 160...
  • Pagina 472 441 Internationale tekensets, 448 Internationale tekensets voor ISO, 444 Modi ESC/P 2 en FX, 445 Modus EPSON GL/2, 449 modus P5C, 450 Toner specificaties, 361 Transparanten printerinstellingen, 47 Transport van de printer (grote afstanden), 264 Transport van de printer (kleine afstanden), 265...
  • Pagina 473 voorgedefinieerde afdrukinstellingen (Windows), 60 Watermerk gebruiken (Windows), 70 maken (Windows), 72 Watermerk (Macintosh) gebruiken, 146 maken, 148 Zwaar en extra zwaar papier printerinstellingen, 53 Index...