Download Print deze pagina
Epson AcuLaser C2600 Series Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor AcuLaser C2600 Series:

Advertenties

Kleurenlaserprinter
Auteursrechten
Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere wijze, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. SEIKO EPSON
CORPORATION wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de
informatie in dit document. Evenmin kan SEIKO EPSON CORPORATION aansprakelijk
worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door
derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als
gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen
en reparaties, of (buiten de Verenigde Staten) als de bedienings- en onderhoudsinstructies
van Seiko Epson Corporation niet strikt worden gevolgd.
Seiko Epson Corporation en zijn filialen kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksgoederen die
niet als Original Epson Products of Epson Approved Products zijn aangemerkt door Seiko
Epson Corporation.
Met het Integrated Print System XL (IPS/XL) van Zoran Corporation voor PCLXL-emulatie.
NEST Office Kit Copyright © 1996, Novell, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken
IBM en PS/2 zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines
®
®
Corporation. Microsoft
en Windows
zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
®
®
Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Apple
en Macintosh
zijn
gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken en EPSON AcuLaser en EPSON
ESC/P 2 zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Coronet is een handelsmerk van Ludlow Industries (UK) Ltd.
1

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson AcuLaser C2600 Series

  • Pagina 1 Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als...
  • Pagina 2 Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op deze merken. Copyright © 2005 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheid Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen worden aangeduid met 'Let op' en moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer.
  • Pagina 4 Veiligheidsvoorschriften U moet deze voorzorgsmaatregelen in acht nemen om veilig en efficiënt met de printer te kunnen werken. ❏ U moet de printer niet alleen optillen of verplaatsen, omdat de printer met de geïnstalleerde verbruiksgoederen ongeveer 37 kg weegt. De printer moet door twee personen worden opgetild en moet worden vastgepakt op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 5 ❏ Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u het apparaat eerst 30 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 6 ❏ Haal tonercartridges niet uit elkaar en breng geen aanpassingen aan. U kunt de cartridges niet opnieuw vullen. ❏ Raak de toner niet aan. Zorg dat u geen toner in uw ogen krijgt. ❏ Verbrand een gebruikte tonercartridge, fotogeleidingseenheid, fixeereenheid of afvalbak voor toner niet.
  • Pagina 7 ❏ Voor een optimale afdrukkwaliteit kunt u de fotogeleidingseenheid beter niet bewaren in ruimten met direct zonlicht, stof, zilte lucht of bijtende gassen (bijvoorbeeld ammoniakgas). Vermijd ruimtes die onderhevig zijn aan plotselinge schommelingen in temperatuur en vochtigheid. ❏ Bewaar de verbruiksgoederen buiten het bereik van kinderen. ❏...
  • Pagina 8 ❏ De openingen in de behuizing dienen voor ventilatie. U mag deze openingen niet afdekken. Zet de printer niet op een bed, bank, tapijt of soortgelijke ondergrond. Zet de printer ook nooit in een kleine, afgesloten ruimte, tenzij er voldoende ventilatie rond de printer is.
  • Pagina 9 ❏ Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. ❏ Haal in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en doe een beroep op een onderhoudsmonteur: als het netsnoer of de stekker beschadigd is;...
  • Pagina 10 ❏ Raak de onderdelen in het binnenwerk van de printer nooit aan, tenzij dit wordt voorgeschreven in de documentatie van de printer. ❏ Ga steeds rustig te werk bij het plaatsen van onderdelen. Hoewel de printer tegen een stootje kan, kunnen onderdelen door onnodig gebruik van kracht beschadigd worden.
  • Pagina 11 ® ENERGY STAR ® Als ENERGY STAR -partner heeft Epson bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het ® ENERGY STAR -programma inzake doeltreffend energieverbruik. ® Het internationale ENERGY STAR Office Equipment Program is een vrijwillige overeenkomst tussen fabrikanten van computer-...
  • Pagina 12 Laserbeveiliging Waarschuwing: Het uitvoeren van procedures en aanpassingen die niet in de documentatie van de printer staan beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Uw printer is een product met een laser van klasse 1 zoals vastgelegd in IEC60825. In de landen waar dit verplicht is, is het hier getoonde label achter op de printer aangebracht.
  • Pagina 13 De aanbevolen limiet voor de blootstelling aan ozon bedraagt 0,1 ppm (parts per million; gemiddelde concentratie in een periode van acht (8) uur). Laserprinters van Epson produceren minder dan 0,1 ppm in een periode van acht (8) uur onafgebroken afdrukken. Risicobeperking...
  • Pagina 14 Voorzorgsmaatregelen bij in- en uitschakelen In de volgende gevallen moet u de printer niet uitschakelen: ❏ Als u de printer hebt ingeschakeld, wacht u totdat Ready (Gereed) op het LCD-scherm verschijnt. ❏ Als het lampje knippert dat normaal aangeeft dat de printer gebruiksklaar is.
  • Pagina 15 Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Veiligheid..........3 Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen .
  • Pagina 16 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal ..... . 58 EPSON Color Laser Paper ......58 EPSON Color Laser Transparencies .
  • Pagina 17 EPSON Status Monitor 3 installeren ....116 EPSON Status Monitor 3 openen ..... . .120 Informatie over de printerstatus weergeven .
  • Pagina 18 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3... . . 199 EPSON Status Monitor 3 openen ..... . 199 Informatie over de printerstatus weergeven.
  • Pagina 19 De PostScript-printerdriver gebruiken onder Windows ..222 PostScript-printerdriver installeren voor de parallelle interface ......... .222 PostScript-printerdriver installeren voor de USB-interface .
  • Pagina 20 Menu PS3 ......... . 272 Menu ESC/P2 .
  • Pagina 21 Geheugenmodule ........329 Geheugenmodule installeren .
  • Pagina 22 Hoofdstuk 11 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen ....... . 374 Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen .
  • Pagina 23 Afbeeldingen zijn niet volledig afgedrukt ....412 Er worden lege pagina's uitgevoerd ....412 De afdruk is licht of vaag .
  • Pagina 24 De printerlettertypen kunnen niet worden geïnstalleerd . . 431 Tekst en afbeeldingen hebben geen strakke randen ..431 De printer drukt niet normaal af via de parallelle interface (alleen Windows 98) ....... 431 De printer drukt niet normaal af via de USB-interface .
  • Pagina 25 Emulatiemodus I239X ....... .491 Modus EPSON GL/2 ....... . .491 In de modus P5C .
  • Pagina 26 Hoofdstuk 1 Printeronderdelen en -functies Informatiebronnen Installatiehandleiding Hierin vindt u informatie over het monteren van de printer en het installeren van de printerdriver. Gebruikershandleiding (deze handleiding) Hierin vindt u gedetailleerde informatie over printerfuncties, optionele producten, onderhoud, probleemoplossing en technische specificaties. Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat informatie voor netwerkbeheerders over de printerdriver en de netwerkinstellingen.
  • Pagina 27 Printeronderdelen Vooraanzicht a. uitvoerlade b. klep B c. vergrendeling klep A d. klep A e. MP-lade (MP staat voor universeel (Multi-Purpose)) f. uitbreidingslade 2 g. uitbreidingslade 1 h. onderste standaardpapierlade i. klep D j. bedieningspaneel Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 28 Achteraanzicht a. Ethernet-interface b. parallelle interface c. USB-interface d. ruimte voor inbouw van interfacekaart e. aan-uitschakelaar f. netaansluiting Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 29 Binnenzijde a. fixeereenheid b. fotogeleidingseenheid c. afvalbak voor toner d. tonercartridge e. filter Printeronderdelen en -functies...
  • Pagina 30 Bedieningspaneel a. LCD-scherm Hierop worden de statusberichten van de printer en de menu-instellingen van het bedieningspaneel weergegeven. Terug Met deze knoppen kunt u de menu's van Omhoog het bedieningspaneel openen. Hierin Enter kunt u printerinstellingen opgeven en Omlaag de status van verbruiksgoederen controleren.
  • Pagina 31 h. Start/Stop Het afdrukken wordt onderbroken als u op deze knop drukt. Wanneer het foutlampje knippert, drukt u op deze knop om de fout te verwijderen en de printer weer gebruiksklaar te maken. i. Data Dit lampje brandt wanneer in de (oranje lampje) afdrukbuffer (het gedeelte van het printergeheugen voor het ontvangen...
  • Pagina 32 Optionele onderdelen en verbruiksgoederen Optionele onderdelen U kunt een van de volgende optionele onderdelen installeren om de functionaliteit van de printer uit te breiden. ❏ Optionele papierlade (C12C802211) Hiermee verhoogt u de capaciteit van de papierinvoer met maximaal 500 vellen. ❏...
  • Pagina 33 Opmerking: Zorg ervoor dat u een geheugenmodule (type DIMM) gebruikt die compatibel is met de producten van EPSON. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van deze printer of een officiële EPSON-onderhoudsmonteur. Verbruiksgoederen De printer houdt de levensduur van de volgende verbruiksgoederen voor u bij.
  • Pagina 34 (op A4-papier en in zwart-wit). U zult de professionele afdrukkwaliteit en de hoge snelheid van de printer zeker op prijs stellen. * Epson AcuLaser Resolution Improvement Technology. Voorgedefinieerde kleurinstellingen in de printerdriver De printerdriver bevat een groot aantal voorgedefinieerde afdrukinstellingen, waardoor u de afdrukkwaliteit voor verschillende typen kleurendocumenten kunt optimaliseren.
  • Pagina 35 Resolution Improvement Technology en Enhanced MicroGray Technology RITech (Resolution Improvement Technology) is een originele printertechnologie van Epson, waarmee haarscherpe diagonale en kromme lijnen worden afgedrukt in zowel tekst als afbeeldingen. Enhanced MicroGray Technology zorgt ervoor dat de halftonen van afbeeldingen beter worden afgedrukt. De...
  • Pagina 36 Adobe PostScript 3 De printer heeft een modus voor Adobe PostScript 3, die het mogelijk maakt om documenten af te drukken die zijn opgemaakt voor een PostScript-printer. Zeventien schaalbare lettertypen zijn bijgeleverd. Ondersteuning voor IES (Intelligent Emulation Switch) en SPL (Shared Printer Language) zorgt ervoor dat de printer zelf, bij het ontvangen van gegevens, omschakelt van PostScript naar andere emulaties (en omgekeerd).
  • Pagina 37 Verschillende afdrukopties De printer beschikt over verschillende afdrukopties. U kunt in verschillende indelingen afdrukken of verschillende papiersoorten gebruiken voor het afdrukken. Hieronder worden de procedures voor de verschillende afdruktypen beschreven. Kies het geschikte afdruktype. Dubbelzijdig afdrukken "Duplexer" op pagina 320 "Dubbelzijdig afdrukken"...
  • Pagina 38 Fit to page printing (Aanpassen aan pagina voor afdrukken) "Afdrukformaat aanpassen" op pagina 77 (Windows) "Afdrukformaat aanpassen" op pagina 174 (Macintosh) Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X. Hiermee wordt het formaat van een document automatisch vergroot of verkleind om op het geselecteerde papierformaat te passen.
  • Pagina 39 Pagina's per vel afdrukken "Afdruklay-out aanpassen" op pagina 80 (Windows) "Afdruklay-out aanpassen" op pagina 176 (Macintosh) Hiermee kunt u twee of vier pagina's op een enkel vel afdrukken. Watermerken afdrukken "Watermerken gebruiken" op pagina 82 (Windows) "Watermerken gebruiken" op pagina 179 (Macintosh) Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor Mac OS X.
  • Pagina 40 Hiermee kunt u tekst of afbeeldingen als watermerk afdrukken. U kunt bijvoorbeeld “Vertrouwelijk” op een belangrijk document zetten. Overlays afdrukken "Overlays gebruiken" op pagina 85 (Windows) Hiermee kunt u op de afdruk standaardformulieren of sjablonen maken die u als overlays kunt gebruiken wanneer u andere documenten afdrukt.
  • Pagina 41 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken "Vaste schijf" op pagina 324 "De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken" op pagina 106 (Windows) "De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken" op pagina 189 (Macintosh) Hiermee kunt u afdruktaken die al eerder op de vaste schijf zijn opgeslagen, rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken.
  • Pagina 42 Hoofdstuk 3 Papierverwerking Papierbronnen In dit gedeelte wordt beschreven welke papiersoorten met welke papierbronnen kunnen worden gebruikt. MP-lade Papiersoort* Papierformaat* Capaciteit Gewoon papier A4, A5, B5, Letter (LT), Maximaal 150 vellen Gewicht: 64 tot Half-Letter (HLT), (maximale 90 g/m² Executive (EXE), stapeldikte: Government Letter (GLT) 16,5 mm)
  • Pagina 43 EPSON Color Maximaal 150 vellen Laser Paper (maximale stapeldikte: 16,5 mm) EPSON Color A4, Letter (LT) Maximaal 60 vellen Laser Transparencies * Als het papier hierboven staat vermeld, kunt u ook de achterzijde van eerder in deze printer bedrukt papier bedrukken.
  • Pagina 44 Papierbron selecteren U kunt een papierbron handmatig instellen of de printer zo instellen dat de papierbron automatisch wordt geselecteerd. Handmatig selecteren U kunt een papierbron handmatig selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. Meer informatie over het openen van de printerdriver vindt u (voor Windows) in "De printerdriver openen"...
  • Pagina 45 Automatisch selecteren U kunt automatisch een papierbron met het juiste papierformaat laten selecteren via de printerdriver of het bedieningspaneel van de printer. Meer informatie over het openen van de printerdriver vindt u (voor Windows) in "De printerdriver openen" op pagina 68 en (voor Macintosh) in "De printerdriver openen"...
  • Pagina 46 Opmerking: ❏ Als u in de toepassing instellingen voor papierformaat en -bron opgeeft, kunnen deze de instellingen van de printerdriver overschrijven. ❏ Wanneer u bij Paper Size (Papierformaat) de instelling voor enveloppen opgeeft, kunnen deze alleen via de MP-lade worden ingevoerd, ongeacht de instelling bij Paper Source (Papierbak).
  • Pagina 47 Papier plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier in de printer plaatst. Zie "Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 58 als u speciaal afdrukmateriaal zoals transparanten of enveloppen gebruikt. MP-lade Volg de onderstaande instructies om papier in de printer te plaatsen.
  • Pagina 48 2. Trek de uitbreidingslade van de MP-lade ver genoeg uit voor het papierformaat dat u wilt gebruiken. Opmerking: Wanneer u papier van het formaat A4, Letter of groter gebruikt, moet u uitbreidingslade 2 openen door dit deel omhoog te klappen. Papierverwerking...
  • Pagina 49 3. Knijp het uitstekende deel en de papiergeleider samen en schuif de papiergeleider aan de rechterzijde naar buiten. 4. Plaats een stapel van het gewenste afdrukmateriaal in het midden van de papierlade. De afdrukzijde van het papier moet naar beneden gekeerd zijn. Opmerking: ❏...
  • Pagina 50 ❏ Papier dat al eerder is bedrukt, moet u goed recht maken voordat u het in de printer plaatst. 5. Knijp het uitstekende deel en de papiergeleider samen en schuif de zijgeleider goed tegen de rechterzijde van het papier. Opmerking: Wanneer het papier is geplaatst stelt u bij MP Tray Size (Std Papierbak) op het bedieningspaneel van de printer het geplaatste papierformaat in.
  • Pagina 51 1. Zet de printer aan en trek de papierlade uit. 2. Druk het plateau in de lade omlaag. Papierverwerking...
  • Pagina 52 3. Leg een stapel papier in de papierlade. De afdrukzijde van het papier moet naar boven gekeerd zijn. Opmerking: ❏ Maak altijd een rechte stapel voordat u het papier in de printer plaatst. ❏ Let erop dat de stapel papier niet boven de maximale stapelhoogte komt.
  • Pagina 53 4. Schuif de papierlade terug in de printer. Opmerking: Wanneer het papier is geplaatst stelt u bij LC Size (Form. Opt-bak) op het bedieningspaneel van de printer het geplaatste papierformaat Papierformaat wijzigen Volg de onderstaande instructies als u een ander formaat papier in de papierlade wilt plaatsen.
  • Pagina 54 2. Druk het plateau in de lade omlaag. 3. Verwijder de drie schroeven waarmee het plateau in de papierlade is vastgezet. Papierverwerking...
  • Pagina 55 4. Stel de drie papiergeleiders af op het formaat van het papier dat u wilt gebruiken. 5. Zet de drie papiergeleiders weer vast met de drie schroeven. Papierverwerking...
  • Pagina 56 6. Leg het papier in de lade en schuif de lade weer in de printer. Opmerking: Wanneer het papier is geplaatst stelt u bij LC Size (Form. Opt-bak) op het bedieningspaneel van de printer het geplaatste papierformaat Papierverwerking...
  • Pagina 57 Uitvoerlade De uitvoerlade bevindt zich aan de bovenkant van de printer. Aangezien de afdrukken met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade terechtkomen, wordt deze lade ook wel de afdruk-benedenlade genoemd. De maximale capaciteit van deze lade is 250 vellen. Als de afdrukken niet netjes op elkaar komen te liggen, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade omhoog klappen.
  • Pagina 58 Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type afdrukmateriaal op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkel type afdrukmateriaal garanderen. Probeer het afdrukmateriaal altijd uit voordat u een grote voorraad aanschaft of een omvangrijk bestand afdrukt.
  • Pagina 59 EPSON Color Laser Transparencies Epson beveelt het gebruik van EPSON Color Laser Transparencies aan. Opmerking: U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op transparanten. Transparanten kunnen alleen in de MP-lade worden geplaatst. Als u transparanten gebruikt, dient u de volgende papierinstellingen te gebruiken: ❏...
  • Pagina 60 ❏ Als u transparanten in de MP-lade plaatst, moet u de transparanten met de korte zijde naar voren plaatsen, zoals hieronder wordt weergegeven. ❏ Als u wilt afdrukken op transparanten, plaatst u de transparanten in de MP-lade en stelt u in de printerdriver de papiersoort in op Transparency (Transparant).
  • Pagina 61 Enveloppen De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn omdat enveloppen niet overal even dik zijn. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren. Let op: Gebruik geen vensterenveloppen. Van de meeste venstertjes smelt het plastic wanneer het in contact komt met de fixeereenheid. Opmerking: ❏...
  • Pagina 62 ❏ Bij het bedrukken van enveloppen moet u de hendel op de fixeereenheid in de speciale stand voor enveloppen zetten voordat u de enveloppen in de printer plaatst. Zet de hendel weer terug wanneer u klaar bent met het bedrukken van enveloppen.
  • Pagina 63 ❏ Plaats enveloppen met de korte zijde naar voren, zoals hieronder wordt weergegeven. ❏ Gebruik geen enveloppen met lijm of plakstrips. Let op: Zorg dat de enveloppen minimaal de volgende afmetingen hebben: Hoogte: 162 mm Breedte: 98,43 mm 1. 98,43 mm 2.
  • Pagina 64 Labels (Etiketten) U kunt een stapel etiketten van maximaal 16,5 mm in de MP-lade plaatsen. Bepaalde etiketten moet u echter vel voor vel invoeren of handmatig plaatsen. Opmerking: ❏ U kunt niet dubbelzijdig afdrukken op etiketten. ❏ Afhankelijk van de kwaliteit van de etiketten, de afdrukomgeving en de afdrukprocedure kunnen de etiketten gekreukeld zijn.
  • Pagina 65 ❏ Druk een vel papier op elk vel met etiketten. Als het papier aan het vel met etiketten plakt, moet u de etiketten niet gebruiken in de printer. ❏ Misschien moet u de instelling Thick (Zwaar) opgeven bij Paper Type (Pap soort) in het Setup Menu (Menu Setup). ❏...
  • Pagina 66 ❏ Bij gebruik van EPSON Color Laser Coated Paper moet u instellen dat u zwaar papier gebruikt. ❏ Afdrukken op zwaar (dik) papier kan erg lang duren. Papier met aangepast formaat plaatsen U kunt papier met een niet-standaardformaat (98 × 148 mm tot 216 ×...
  • Pagina 67 ❏ In Macintosh moet u de printerdriver openen. Klik op Custom Size (Aangepast formaat) in het dialoogvenster Paper Setting (Papierinstelling). Klik vervolgens op New (Nieuw) en selecteer de instellingen voor papierbreedte en -lengte en marges die overeenkomen met het aangepaste papierformaat. Geef de naam voor de instelling op en klik op OK om het aangepaste papierformaat op te slaan.
  • Pagina 68 Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor optimale printerprestaties. De printerdriver bevat het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3, dat u kunt openen via het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen). Met EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren.
  • Pagina 69 Gebruikers van Windows XP of Server 2003 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start gevolgd door Printers and Faxes (Printers en faxapparaten) en Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
  • Pagina 70 Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen opgeven door een keuze te maken uit een lijst met voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen. Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic (Automatisch) U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of...
  • Pagina 71 2. Klik op Automatic (Automatisch) en kies de gewenste afdrukkwaliteit. 3. Klik op OK om de instellingen toe te passen. De printerdriver biedt de volgende kwaliteitsmodi: Kleur Draft (Concept), Text (Tekst), Text&Image (Tekst en afbeelding), Web en Photo (Foto) Monochroom Draft (Concept), Text&Image (Tekst en afbeelding) en Photo (Foto) Opmerking: Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout...
  • Pagina 72 Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera of digitale camera. Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde instellingen te activeren. 1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen). 2.
  • Pagina 73 3. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken. Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere instellingen, zoals Printing Mode (Modus), Resolution (Resolutie), Screen (Scherm) en Color Management (Kleurenmanagement), automatisch ingesteld. Wijzigingen worden weergegeven in de lijst met huidige instellingen in het dialoogvenster Setting Information (Instellingen), dat verschijnt wanneer u op het tabblad Optional Settings (Optionele...
  • Pagina 74 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen en grafieken. PhotoEnhance Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
  • Pagina 75 Advanced Photo (Geavanceerd Foto) Geschikt voor het afdrukken van gescande foto's en digitale beelden met hoge kwaliteit. Afdrukinstellingen aanpassen Als u de instellingen wilt wijzigen, moet u dit handmatig doen. Volg de onderstaande instructies om de afdrukinstellingen aan te passen. 1.
  • Pagina 76 ❏ Raadpleeg de Help voor meer informatie over alle instellingen wanneer u andere instellingen opgeeft. ❏ Het selectievakje Web Smoothing (Webverbetering) kan niet worden gebruikt wanneer PhotoEnhance is geselecteerd. Deze instelling is nuttig voor schermen met afbeeldingen in 24- of 36-bits kleur. Deze instelling heeft geen zin voor schermen met alleen illustraties, grafieken en tekst, zonder foto’s.
  • Pagina 77 Opmerking: ❏ Voor de aangepaste instellingen kunt u niet de naam van een voorgedefinieerde instelling gebruiken. ❏ Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, klikt u op Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar instellingen) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). Vervolgens selecteert u de gewenste instelling in het dialoogvenster Custom Settings (Aangepaste instellingen) en klikt u op Delete (Verwijder).
  • Pagina 78 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in en selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier). De pagina wordt aangepast zodat deze kan worden afgedrukt op het geselecteerde papier. 3. Selecteer bij de instelling Location (Locatie) het keuzerondje Upper Left (Boven links) als u de afbeelding verkleind wilt afdrukken in de linkerbovenhoek van het papier of het keuzerondje Center (Midden) als u de afbeelding verkleind...
  • Pagina 79 Pagina's aanpassen volgens een opgegeven percentage 1. Klik op het tabblad Advanced Layout (Geavanceerde lay-out). 2. Schakel het selectievakje Zoom Options (Zoomopties) in. 3. Schakel het selectievakje Zoom To (Zoomen naar) in en geef vervolgens het vergrotingspercentage op in het daarvoor bestemde vak.
  • Pagina 80 Afdruklay-out aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. De pagina's worden automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. 1. Klik op het tabblad Advanced Layout (Geavanceerde lay-out).
  • Pagina 81 3. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. 4. Schakel het selectievakje Print the Frame (Print kader) in als u de pagina's wilt afdrukken met een kader. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de afdrukstand (Portrait (Staand) of Landscape (Liggend)) die op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen) is geselecteerd.
  • Pagina 82 Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. Op het tabblad Advanced Layout (Geavanceerde lay-out) of in het dialoogvenster Watermark (Watermerk) kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken of zelf een watermerk maken met tekst of een bitmap.
  • Pagina 83 3. Selecteer de kleur in de vervolgkeuzelijst Color (Kleur) en pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity (Intensiteit). 4. Selecteer bij Position (Positie) het keuzerondje Front (Voor) als u het watermerk in de voorgrond van het document wilt afdrukken of het keuzerondje Back (Achter) als u het watermerk in de achtergrond van het document wilt afdrukken.
  • Pagina 84 Nieuwe watermerken maken U kunt als volgt een nieuw watermerk maken: 1. Klik op het tabblad Advanced Layout (Geavanceerde lay-out). 2. Klik op New/Delete (Nieuw/Verwijder). Het dialoogvenster User Defined Watermarks (Gebruikersgedefinieerde watermerken) verschijnt. Opmerking: Het dialoogvenster User Defined Watermarks (Gebruikersgedefinieerde watermerken) verschijnt ook wanneer u in het dialoogvenster Watermark (Watermerk) op New/Delete (Nieuw/Verwijder) klikt.
  • Pagina 85 4. Als u Text (Tekst) selecteert, typt u de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst). Selecteert u BMP, dan klikt u op Browse (Blader) en selecteert u het gewenste BMP-bestand. Klik hierna op OK. 5. Klik op Save (Bewaar). Het watermerk wordt weergegeven in het vak List (Lijst).
  • Pagina 86 2. Als u het bestand wilt opslaan als overlay, kiest u Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling) in het menu File (Bestand) van de toepassing. Klik vervolgens op Printer, Setup, Options (Opties), Properties (Eigenschappen) of een combinatie van deze knoppen, afhankelijk van de toepassing. 3.
  • Pagina 87 5. Selecteer Create Overlay Data (Overdrukgegevens aanmaken) en klik op Settings (Instellingen). Het dialoogvenster Form Settings (Formulierinstellingen) verschijnt. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 88 6. Schakel het selectievakje Use Form Name (Gebruiker formuliernaam) in en klik op Add Form Name (Formuliernaam toevoegen). Het dialoogvenster Add Form (Formulier toevoegen) verschijnt. Opmerking: Als het selectievakje Assign to Paper Source (Toewijzen aan papierbron) is ingeschakeld, wordt de formuliernaam weergegeven in de vervolgkeuzelijst Paper Source (Papierbron) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen).
  • Pagina 89 7. Typ de formuliernaam in het vak Form Name (Bestandsnaam) en de beschrijving in het vak Description (Beschrijving). 8. Selecteer To Front (Naar voren) of To Back (Naar achteren) om aan te geven of de overlay wordt afgedrukt in de achtergrond of in de voorgrond van het document.
  • Pagina 90 Afdrukken met overlays Volg de onderstaande instructies om een document met een overlay af te drukken. 1. Open het bestand dat u met een overlay wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver vanuit de toepassing. Open het menu File (Bestand) en kies Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling).
  • Pagina 91 Opmerking: Als het selectievakje Assign to Paper Source (Toewijzen aan papierbron) is ingeschakeld, wordt de formuliernaam weergegeven in de vervolgkeuzelijst Paper Source (Papierbron) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). U kunt het formulier ook selecteren zonder het bovenstaande dialoogvenster te openen. 6.
  • Pagina 92 Windows XP of Server 2003: klik op Start, wijs naar Control Panel (Configuratiescherm) en dubbelklik op het pictogram Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C2600 Advanced (EPSON AL-C2600 Geavanceerd) of EPSON AL-2600 Advanced (EPSON AL-2600 Geavanceerd) en klik vervolgens op Properties (Eigenschappen).
  • Pagina 93 5. Klik op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen). 6. Klik op Register (Registreer). Het dialoogvenster Register to HDD (Registreren op HDD) verschijnt. 7. Selecteer de formuliernaam in de lijst Form Names (Formuliernamen) en klik op Register (Registreer). Opmerking: In de lijst Form Names (Formuliernamen) worden alleen namen weergegeven die kunnen worden geregistreerd.
  • Pagina 94 1. Klik op het tabblad Advanced Layout (Geavanceerde lay-out). 2. Schakel het selectievakje Form Overlay (Formulieroverdruk) in en klik op Overlay Settings (Overdrukinstellingen). Het dialoogvenster Overlay Settings (Overdrukinstellingen) verschijnt. 3. Selecteer No Form Name (Geen formuliernaam) in de vervolgkeuzelijst Form (Formulier) en klik op Details. Het dialoogvenster Form Selection (Formulierselectie) verschijnt.
  • Pagina 95 Opmerking: ❏ Als u de lijst met geregistreerde formulieren nodig hebt, klikt u op Print List (Afdruklijst) om de lijst af te drukken en de formuliernaam te controleren. Als u bovendien een voorbeeldafdruk van het formulier wilt, typt u de naam van het formulier en klikt u op Print Sample (Afdrukvoorbeeld).
  • Pagina 96 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram EPSON AL-C2600 Advanced (EPSON AL-C2600 Geavanceerd) of EPSON AL-2600 Advanced (EPSON AL-2600 Geavanceerd) en klik vervolgens op Properties (Eigenschappen). 4. Klik op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen). 5. Klik op Delete (Verwijderen). Het dialoogvenster Delete from HDD (Verwijderen van HDD) verschijnt.
  • Pagina 97 Als u pagina's afdrukt om deze in te binden, kunt u de vereiste inbindrand opgeven voor de gewenste paginavolgorde. ® Als ENERGY STAR -partner beveelt Epson het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de ENERGY ® STAR -normen voor meer informatie over het ENERGY ®...
  • Pagina 98 2. Schakel het selectievakje Duplex in en selecteer het keuzerondje Left (Links), Top (Boven) of Right (Rechts) voor de inbindpositie. 3. Klik op Duplex Settings (Duplexinstellingen) om het dialoogvenster Duplex Settings (Duplexinstellingen) te openen. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 99 4. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. Geef vervolgens bij Start Page (Startpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 5. Wanneer u de pagina's wilt inbinden als brochure, schakelt u het selectievakje Binding Method (Bindingmethode) in en geeft u de gewenste instellingen op.
  • Pagina 100 Geavanceerde instellingen opgeven U kunt verschillende instellingen opgeven in het dialoogvenster Extended Setting (Geavanceerde instellingen). Klik op Extended Settings (Geavanceerde instellingen) op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) om het dialoogvenster te openen. Printing mode High Quality (PC) (Hoge kwaliteit (PC)): (Afdrukmodus): Selecteer deze modus als u een computer gebruikt met hogere specificaties om de...
  • Pagina 101 Print True Type fonts with Schakel dit selectievakje in om de substitution TrueType-lettertypen in het document af te (TrueType-lettertypen met drukken als apparaatlettertypen. Deze vervanging afdrukken): functie is niet beschikbaar als Printing Mode (Afdrukmodus) is ingesteld op High Quality (PC) (Hoge kwaliteit (PC)). Settings (Instellingen): Klik op deze knop om het dialoogvenster Font Substitution (Lettertypevervanging) te...
  • Pagina 102 High Speed Graphics Schakel dit selectievakje in om Output (Snel afbeeldingen afbeeldingen die bestaan uit afdrukken): lijntekeningen, zoals ronde en vierkante overlays, af te drukken met optimale snelheid. Schakel het selectievakje uit als de afbeeldingen niet goed worden afgedrukt. Uses the collate settings Schakel dit selectievakje in om de specified in the application verzamelinstellingen te gebruiken die in de...
  • Pagina 103 Optionele instellingen opgeven U kunt de gegevens over geïnstalleerde onderdelen handmatig bijwerken als u onderdelen op de printer hebt geïnstalleerd. 1. Klik op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) en klik op Update the Printer Option Information Manually (Informatie over de printeroptie handmatig bijwerken).
  • Pagina 104 Verbruiksgoederen bestellen U kunt via internet verbruiksgoederen bestellen door te klikken op de knop Order Online (Bestel on line) op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). Zie "On line bestellen" op pagina 124 voor meer informatie. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 105 Opmerking: Wanneer EPSON Status Monitor 3 is geïnstalleerd, worden de resterende hoeveelheid toner en de verwachte levensduur van de fotogeleidingseenheid weergegeven op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen). In het dialoogvenster Consumables Info Settings (Verbruiksmaterialen) kunt u het interval instellen waarmee de gegevens van de resterende verbruiksgoederen worden vernieuwd.
  • Pagina 106 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u afdruktaken opslaan op de vaste schijf van de printer en deze later rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Volg de instructies in dit gedeelte om de functie Reserve Job (Reserveertaak) te activeren.
  • Pagina 107 Optie voor Maximumaantal Maximumaantal Vaste schijf is Reserve Job taken taken (Reserveer- overschreden taak) Re-Print Job Oudste taak Oudste taak (Afdruktaak (gecombineerd wordt wordt herafdrukken) totaal) automatisch automatisch + Verify Job vervangen door vervangen (Afdruktaak meest recente door meest verifiëren) taak recente taak Stored Job...
  • Pagina 108 Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) Met de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) kunt u de taak die u momenteel afdrukt opslaan, zodat u deze later opnieuw kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel. Volg de onderstaande instructies om de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) te gebruiken. 1.
  • Pagina 109 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 110 4. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Verify Job (Afdruktaak verifiëren). 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in.
  • Pagina 111 Als u de afdruk hebt gecontroleerd, kunt u de resterende exemplaren afdrukken of de gegevens verwijderen met het bedieningspaneel van de printer. Zie "Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen" op pagina 303 voor meer informatie. Stored Job (Opgeslagen afdruktaak) De optie Stored Job (Opgeslagen afdruktaak) is handig voor het opslaan van documenten die u regelmatig afdrukt, zoals facturen.
  • Pagina 112 4. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Stored Job (Opgeslagen afdruktaak). 5. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in.
  • Pagina 113 Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) Met de optie Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) kunt u wachtwoorden instellen voor het afdrukken van taken die op de vaste schijf zijn opgeslagen. Volg de onderstaande instructies om afdrukgegevens op te slaan met de optie Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak). 1.
  • Pagina 114 4. Typ een gebruikersnaam en een taaknaam in de bijbehorende tekstvakken. 5. Stel het wachtwoord voor de taak in door een getal van vier cijfers in te voeren in het invoervak voor het wachtwoord. Opmerking: ❏ Wachtwoorden moeten uit vier cijfers bestaan. ❏...
  • Pagina 115 Windows-clients waarvoor gedeelde LPR-verbindingen en gedeelde standaard-TCP/IP-verbindingen in Windows XP worden gebruikt. ❏ EPSON Status Monitor 3 is niet beschikbaar als u afdrukt via een verbinding met een externe desktop. Gebruikers van Netware: Voor het beheer van NetWare-printers moet u een Novell-client gebruiken die overeenstemt met uw besturingssysteem.
  • Pagina 116 EPSON Status Monitor 3 installeren Volg de onderstaande instructies om EPSON Status Monitor 3 te installeren. 1. Zet de printer uit en controleer of Windows wordt uitgevoerd op de computer. 2. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation. Opmerking: ❏...
  • Pagina 117 5. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). Opmerking: Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over de installatie van EPSON Status Monitor 3 in een netwerk. 6. Klik op Custom (Aangepast). De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 118 7. Schakel het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in en klik op Install (Installeer). 8. Controleer in het dialoogvenster of het pictogram van de printer is geselecteerd en klik op OK. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 119 9. Selecteer uw land of regio in het dialoogvenster dat verschijnt. Selecteer ook de URL van de website van EPSON voor dat land of die regio. Klik vervolgens op OK. Opmerking: ❏ In dit dialoogvenster kunt u de URL opgeven voor de site waar u verbruiksgoederen kunt bestellen.
  • Pagina 120 EPSON Status Monitor 3 openen Volg de onderstaande instructies om EPSON Status Monitor 3 te openen. 1. Open de printerdriver en klik op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen). 2. Klik op EPSON Status Monitor 3. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 121 Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem. Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer.
  • Pagina 122 Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven. Close (Sluiten): Klik op deze knop om het dialoogvenster te sluiten. Consumables Toont informatie over de (Verbruiksgoederen): papierladen en verbruiksgoederen.
  • Pagina 123 Order Online Klik op deze knop wanneer u (Bestel on line): verbruiksgoederen wilt bestellen via internet. Zie "On line bestellen" op pagina 124 voor meer informatie. Waste toner collector Dit pictogram knippert wanneer de (Tonerafvalreservoir): resterende levensduur van de tonerafvalbak bijna is verstreken of wanneer er een fout is opgetreden.
  • Pagina 124 On line bestellen U kunt via internet verbruiksgoederen bestellen door te klikken op de knop Order Online (Bestel on line) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Het dialoogvenster Order Online (Bestel on line) verschijnt. Opmerking Het dialoogvenster Order Online (Bestel on line) verschijnt ook wanneer u op de knop Order Online (Bestel on line) klikt op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen) van de printerdriver.
  • Pagina 125 Order Now/Find Hiermee gaat u naar de URL waar u een Dealer order kunt plaatsen en de dichtstbijzijnde (Bestel nu/Vind een leverancier kunt zoeken. verdeler): Wanneer u op deze knop klikt, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de desbetreffende website. Wilt u deze bevestigingsstap overslaan, schakel dan in het bevestigingsvenster het selectievakje Do not display the...
  • Pagina 126 Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, klikt u op Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) in de printerdriver. Het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) verschijnt. In het dialoogvenster worden de volgende instellingen en knoppen weergegeven: De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 127 Als het pictogram van de snelkoppeling in de taakbalk wordt weergegeven, kunt u hierop dubbelklikken om het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 te openen. U kunt ook met de rechtermuisknop op het pictogram van de snelkoppeling klikken en Monitoring Preferences...
  • Pagina 128 Schakel het selectievakje Show job (Taakbeheer): information (Toon taakinformatie) in om het tabblad Job Information (Taakinformatie) weer te geven in het venster van EPSON Status Monitor 3. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt tijdens het afdrukken het pictogram Job management (Taakbeheer) weergegeven op de taakbalk.
  • Pagina 129 Met Job Management (Taakbeheer) kunt u informatie over de afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. U kunt er ook voor kiezen om een bericht op het scherm te laten weergeven wanneer het afdrukken is afgelopen.
  • Pagina 130 Omgevingen met server en clients: ❏ Gedeelde LPR-verbinding van Windows 2000, Server 2003 of NT 4.0 met Windows XP-, Me-, 98-, 2000- of NT 4.0-clients. ❏ Gedeelde standaard-TCP/IP-verbinding van Windows 2000 of Server 2003 met Windows XP-, Me-, 98-, 2000- of NT 4.0-clients.
  • Pagina 131 Opmerking over het verwijderen van afdruktaken: U kunt geen afdrukwachtrijen verwijderen op clientcomputers met Windows Me of 98 en EPSON Status Monitor 3 wanneer de volgende verbindingen worden gebruikt: ❏ Gedeelde LPR-verbinding van Windows 2000, Server 2003 of NT 4.0.
  • Pagina 132 Status: Waiting De afdruktaak staat in de (Wachten): afdrukwachtrij. Spooling De afdruktaak die in de (Bezig met wachtrij wordt geplaatst op spoolen): uw computer. Deleting De afdruktaak die wordt (Bezig met verwijderd. verwijderen): Printing De afdruktaak die wordt (Bezig met afgedrukt.
  • Pagina 133 (Vernieuw): te vernieuwen. De afdruktaak opnieuw afdrukken Als u op Print (Afdrukken) klikt in het scherm van EPSON Status Monitor 3, kunt u een taak in de wachtrij afdrukken. Voer de onderstaande instructies uit om een afdruktaak opnieuw af te drukken.
  • Pagina 134 (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) in Windows XP, 2000 of Server 2003. ❏ U kunt de huidige printerstatus bekijken door op het pictogram EPSON Status Monitor 3 op het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) in de printerdriver te klikken. De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 135 Instellingen voor gecontroleerde printers Met het hulpprogramma Monitored Printers (Gecontroleerde printers) kunt u de soort printers wijzigen die door EPSON Status Monitor 3 worden gecontroleerd. Als u EPSON Status Monitor 3 installeert, wordt dit hulpprogramma ook geïnstalleerd. Meestal hoeft u de instellingen niet te wijzigen.
  • Pagina 136 USB-aansluiting instellen De USB-interface die bij de printer wordt geleverd, voldoet aan de USB-specificaties van Microsoft Plug and Play (PnP). Opmerking: ❏ Alleen computers met een USB-connector en Windows XP, Me, 98, 2000 en Server 2003 ondersteunen de USB-interface. ❏ Uw computer moet USB 2.0 ondersteunen om uw computer met USB 2.0 als interface te kunnen aansluiten op de printer.
  • Pagina 137 3. Selecteer in Windows Me of 98 EPUSBX:(uw printer) als USB-poort in de vervolgkeuzelijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort). In Windows XP, 2000 of Server 2003 selecteert u USBXXX als USB-poort in de lijst op het tabblad Ports (Poorten). Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem.
  • Pagina 138 Afdrukken annuleren Als de kwaliteit van de afdrukken niet naar behoren is en de tekens of afbeeldingen onjuist of vervormd worden weergegeven, moet u het afdrukken wellicht annuleren. Volg de onderstaande instructies om het afdrukken te annuleren als het printerpictogram wordt weergegeven in de taakbalk. Dubbelklik op het pictogram van uw printer in de taakbalk.
  • Pagina 139 Opmerking: Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen uit een Windows XP-, 2000-, NT 4.0- en Server 2003-omgeving voor meerdere gebruikers, moet u eerst het snelkoppelingspictogram uit alle clients verwijderen voordat u de software verwijdert.
  • Pagina 140 4. Selecteer EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klik op Add/Remove (Toevoegen/Verwijderen). In Windows XP, 2000 en Server 2003 selecteert u EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klikt u op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen). 5. Klik op het tabblad Printer Model (Printermodel) en selecteer het pictogram van uw printer.
  • Pagina 141 Opmerking: Als u alleen EPSON Status Monitor 3 wilt verwijderen, schakelt u het selectievakje EPSON Status Monitor 3 in. 7. Klik op OK om de software te verwijderen.
  • Pagina 142 ❏ U moet de printerdriver verwijderen voordat u de USB-apparaatdriver verwijdert. ❏ Als u de USB-apparaatdriver hebt verwijderd, hebt u geen toegang meer tot andere Epson-printers die zijn aangesloten via een USB-interfacekabel. 1. Voer stap 1 tot en met 3 uit van "Installatie van de printerdriver ongedaan maken"...
  • Pagina 143 Opmerking: ❏ EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printerapparaten) wordt alleen weergegeven als de printer op een computer met Windows Me of 98 is aangesloten via een USB-interfacekabel. ❏ Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-printerapparaten) wellicht niet weergegeven.
  • Pagina 144 De printer delen in een netwerk Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk. De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
  • Pagina 145 Opmerking: ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 126 voor meer informatie. ❏ Als u in Windows Me of 98 een gedeelde printer gebruikt,...
  • Pagina 146 ❏ Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. ❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 126 voor meer informatie.
  • Pagina 147 U moet de clientcomputers instellen zodat ze de printer in een netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer informatie: ❏ "Windows Me of 98" op pagina 154 ❏ "Windows XP of 2000" op pagina 156 ❏ "Windows NT 4.0" op pagina 161 Extra driver gebruiken Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows XP, 2000, NT 4.0 of Server 2003 is, kunt u extra drivers installeren op...
  • Pagina 148 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Sharing (Delen) in het menu dat verschijnt. Als het volgende menu verschijnt in Windows XP of Server 2003, klikt u op Network Setup Wizard (Wizard Netwerk instellen) of If you understand the security risks but want to share printers without running the wizard click here (Klik hier als u het beveiligingsrisico kent en printers zonder...
  • Pagina 149 In Windows XP of Server 2003 selecteert u Share this printer (Deze printer delen) en typt u de naam in het vak Share name (Share-naam). Opmerking: Gebruik geen spaties of koppeltekens voor de sharenaam, anders kan er een fout optreden. 4.
  • Pagina 150 Opmerking: ❏ U hoeft Windows NT 4.0 x86 niet te selecteren, omdat deze driver al is geïnstalleerd. ❏ Selecteer geen andere extra drivers dan Windows 95. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar. ❏ In Windows XP, 2000 en Server 2003 kunt u geen printerdrivers installeren als extra driver.
  • Pagina 151 Clients met Windows Me of 98 Selecteer Intel Windows 95 of 98 (Windows 2000), Selecteer Intel Windows 95, 98 en Me (Windows XP), Selecteer x86 Windows 95, Windows 98 en Windows Millennium Edition (Windows Server 2003) Clients met Windows NT 4.0 Selecteer Intel Windows NT4.0 of 2000 (Windows 2000), Selecteer Intel Windows NT4.0 of...
  • Pagina 152 Opmerking: ❏ U hoeft de hierna genoemde extra drivers niet te installeren, omdat deze drivers vooraf zijn geïnstalleerd. Intel Windows 2000 (voor Windows 2000) Intel Windows 2000 of XP (voor Windows XP) x86 Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 (voor Windows Server 2003) ❏...
  • Pagina 153 NT 4.0 installeert. Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld: ❏ U moet EPSON Status Monitor 3 instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 126 voor meer informatie.
  • Pagina 154 ❏ U kunt de extra driver niet gebruiken voor het besturingssysteem van het serversysteem. ❏ Wanneer u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken voor clients, moet u de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 vanaf de cd-rom installeren op elke client.
  • Pagina 155 2. Dubbelklik op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen) en klik op Next (Volgende). 3. Selecteer Network printer (Netwerkprinter) en klik op Next (Volgende). 4. Klik op Browse (Bladeren). Het dialoogvenster Browse for Printer (Zoeken naar printer) verschijnt. Opmerking: U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of de wachtrijnaam.
  • Pagina 156 6. Klik op Next (Volgende). Opmerking: ❏ Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren. Wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de betreffende printerdriver. ❏ Ga verder met de volgende stap als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me of 98 is of de extra driver voor Windows Me of 98 is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000, NT 4.0 of Server 2003.
  • Pagina 157 ❏ Op de afdrukserver met Windows NT 4.0 is Windows NT 4.0 x86 de extra driver voor clients met Windows XP of 2000. Deze driver is vooraf geïnstalleerd als printerdriver voor Windows NT 4.0. Wanneer u de printerdriver installeert op clients met Windows XP of 2000 vanaf de afdrukserver met Windows NT 4.0, wordt de driver voor Windows NT 4.0 geïnstalleerd.
  • Pagina 158 3. In Windows 2000 selecteert u Network printer (Netwerkprinter) en klikt u op Next (Volgende). In Windows XP selecteert u A network printer, or a printer attached to another computer (Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden) en klikt u op Next (Volgende).
  • Pagina 159 In Windows XP selecteert u Browse for a printer (Een printer zoeken). 5. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op Next (Volgende). De printersoftware gebruiken met Windows...
  • Pagina 160 Opmerking: ❏ De naam van de gedeelde printer kan worden gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de netwerkbeheerder over de naam van de gedeelde printer. ❏ Als de printerdriver vooraf is geïnstalleerd op de clientcomputer, moet u de nieuwe printerdriver of de huidige printerdriver selecteren.
  • Pagina 161 7. Controleer de instellingen en klik op Finish (Voltooien). Windows NT 4.0 Volg de onderstaande instructies om de clients met Windows NT 4.0 in te stellen. U kunt de printerdriver van de gedeelde printer installeren als u hoofdgebruikersrechten of hogere toegangsrechten hebt, zelfs als u geen beheerder bent.
  • Pagina 162 4. Klik op het pictogram van de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: ❏ U kunt ook \\(naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(naam van de gedeelde printer) typen voor het netwerkpad of de wachtrijnaam.
  • Pagina 163 ❏ Ga naar "Printerdriver installeren vanaf de cd-rom" op pagina 163 als de extra driver voor Windows NT 4.0 niet is geïnstalleerd op de afdrukserver met Windows XP, 2000 of Server 2003 of het besturingssysteem van de afdrukserver Windows Me of 98 is. 5.
  • Pagina 164 2. Plaats de cd-rom en geef de naam op van het station en de map waar de printerdriver voor clients zich bevindt en klik op OK. Wanneer de drivers in Windows XP, 2000 of Server 2003 worden geïnstalleerd, kan het bericht Digital Signature not found (Kan digitale handtekening niet vinden) worden weergegeven.
  • Pagina 165 Printer Settings (Printerinstellingen) selecteren in de vervolgkeuzelijst. Klik vervolgens op het pictogram van uw printer op het tabblad Utility (Hulpprogramma). Gebruikers van Mac OS 9 moeten het alias voor EPSON Status Monitor 3 selecteren in het Apple-menu. Klik vervolgens op het pictogram van uw printer.
  • Pagina 166 Mac OS X Als u de printerdriver wilt openen, registreert u de printer in Printer Setup Utility (Printerconfiguratie, Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer, Mac OS X 10.2 en lager) en klikt u op Print in het menu File (Archief) van uw toepassing. Vervolgens selecteert u de printer.
  • Pagina 167 Printerinstellingen wijzigen Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen opgeven door een keuze te maken uit een lijst met voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen. Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic (Automatisch) U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of...
  • Pagina 168 3. Klik op Automatic (Automatisch) en kies de resolutie in de vervolgkeuzelijst Resolution (Resolutie). Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Klik op Automatic (Automatisch) bij Print Quality (Afdrukkwaliteit) en stel met de schuifbalk de afdrukresolutie Fast (Snel) of Fine (Fijn) in.
  • Pagina 169 Voorgedefinieerde instellingen gebruiken De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten, zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera of digitale camera. Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde instellingen te activeren. Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 170 4. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort document of afbeelding die u wilt afdrukken. Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). 2. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van Automatic (Automatisch).
  • Pagina 171 Geschikt voor het afdrukken van foto's. PhotoEnhance4 Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken met levendigere kleuren.
  • Pagina 172 Advanced Photo (Geavanceerd Foto) Geschikt voor het afdrukken van gescande foto's en digitale beelden met hoge kwaliteit. Afdrukinstellingen aanpassen U kunt zelf de afdrukinstellingen aanpassen als u het resultaat van de afdrukken wilt aanpassen aan uw wensen, de meest geavanceerde instellingen wilt gebruiken of iets wilt uitproberen. Volg de onderstaande instructies om de afdrukinstellingen aan te passen.
  • Pagina 173 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te gaan naar het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Opmerking: Raadpleeg de online-Help voor informatie over de instellingen. Instellingen opslaan Voor gebruikers van Mac OS X Volg de onderstaande instructies om de aangepaste instellingen op te slaan.
  • Pagina 174 Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak Name (Naam) en klik op Save (Bewaar). De instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van Automatic (Automatisch) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Opmerking: ❏ Als u een aangepaste instelling wilt verwijderen, selecteert u Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar instellingen) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen).
  • Pagina 175 ❏ Het aanpassings- of verkleiningspercentage dat in het dialoogvenster Paper Setting (Papierinstelling) is geselecteerd, is niet beschikbaar. 1. Klik op het pictogram Layout (Lay-out) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Het dialoogvenster Layout (Lay-out) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Fit to Page (Pas aan pagina aan) in en selecteer het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst Output Paper (Uitvoerpapier).
  • Pagina 176 Afdruklay-out aanpassen U kunt twee of vier pagina's op één pagina afdrukken en de afdrukvolgorde bepalen. Met de afdrukindeling worden pagina's automatisch aangepast aan het opgegeven papierformaat. U kunt de documenten ook met een kader afdrukken. Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 177 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Klik op het pictogram Layout (Lay-out) in het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen). Het dialoogvenster Layout (Lay-out) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Print Layout (Afdruklay-out) in en klik op Print Layout Settings (Instellen van de afdruklay-out). Het dialoogvenster Print Layout Setting (Instellen van de afdruklay-out) verschijnt.
  • Pagina 178 3. Selecteer het aantal pagina's dat u wilt afdrukken op één vel papier. 4. Geef de volgorde op waarin u de pagina's wilt afdrukken op elk vel. Opmerking: De opties voor paginavolgorde zijn afhankelijk van het aantal pagina's dat in het dialoogvenster hierboven is geselecteerd en de geselecteerde afdrukstand.
  • Pagina 179 Watermerken gebruiken Volg de onderstaande instructies om een watermerk in het document te gebruiken. In het dialoogvenster Layout (Lay-out) kunt u een watermerk selecteren uit een lijst met voorgedefinieerde watermerken. U kunt ook een eigen bitmapbestand (PICT) of tekstbestand selecteren als watermerk. In het dialoogvenster Layout (Lay-out) kunt u ook verschillende watermerkinstellingen opgeven.
  • Pagina 180 4. Pas de beeldintensiteit van het watermerk aan met de schuifbalk Intensity (Intensiteit). 5. U kunt een aangepast tekstwatermerk draaien door het aantal graden in het tekstvak Angle (Hoek) op te geven. U kunt ook het selectievakje Rotate by mouse (Roteer met muis) inschakelen en het tekstwatermerk draaien met de aanwijzer in het voorbeeldvenster.
  • Pagina 181 3. Klik op Add Text (Voeg tekst toe) in het dialoogvenster Custom Watermark (Aangepast watermerk). 4. Typ de tekst voor het watermerk in het vak Text (Tekst). Selecteer het lettertype en de stijl en klik op OK in het dialoogvenster Text Watermark (Tekstwatermerk). 5.
  • Pagina 182 Opmerking: ❏ Als u het opgeslagen tekstwatermerk wilt bewerken, selecteert u het in het vak List (Lijst) en klikt u op Edit Text (Bewerk tekst). Klik na het bewerken op OK om het dialoogvenster te sluiten. ❏ Selecteer het opgeslagen tekstwatermerk in het vak List (Lijst) en klik op Delete (Verwijder) om het te verwijderen.
  • Pagina 183 3. Klik op Add PICT (Voeg PICT toe) in het dialoogvenster Custom Watermark (Aangepast watermerk). 4. Selecteer het PICT-bestand en klik op Open. 5. Typ de bestandsnaam in het vak Name (Naam) en klik op Save (Bewaar). Opmerking: Selecteer het opgeslagen watermerk in het vak List (Lijst) en klik op Delete (Verwijder) om het te verwijderen.
  • Pagina 184 ® Als ENERGY STAR -partner beveelt Epson het gebruik van de functie voor dubbelzijdig afdrukken aan. Raadpleeg de ENERGY ® STAR -normen voor meer informatie over het ENERGY ®...
  • Pagina 185 5. Geef de inbindmarge voor de voor- en achterzijde van het papier op. 6. Geef bij Start Page (Beginpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Klik op Print om af te drukken. Voor gebruikers van Mac OS 9 Layout (Lay-out) in het 1.
  • Pagina 186 6. Geef bij Start Page (Beginpagina) aan of er eerst op de voorzijde of de achterzijde van het papier moet worden afgedrukt. 7. Klik op OK om de instellingen toe te passen en terug te keren naar het dialoogvenster Layout (Lay-out). Geavanceerde instellingen opgeven U kunt verschillende instellingen, zoals Page Protect (Paginabesch), opgeven in het dialoogvenster Extended Settings...
  • Pagina 187 Automatically change to Schakel dit selectievakje in om de monochrome mode afdrukgegevens te controleren en (Automatisch automatisch over te schakelen naar de overschakelen naar zwartwitmodus als de afdrukgegevens zwartwitmodus): zwart-wit zijn. Adjust line thickness Schakel dit selectievakje in om de breedte (Lijndikte aanpassen): van afgedrukte regels aan te passen.
  • Pagina 188 1. Klik op Chooser (Kiezer) in het Apple-menu. Klik op het pictogram van uw printer en selecteer vervolgens de USB-poort waarmee de printer is verbonden. Klik op Setup. Het dialoogvenster voor het instellen van uw EPSON-printer verschijnt. 2. Klik op Print Status (Status afdrukken). Er wordt nu een statusvel afgedrukt.
  • Pagina 189 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken Met de functie Reserve Job (Reserveertaak) kunt u afdruktaken opslaan op de vaste schijf van de printer en deze later rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Volg de instructies in dit gedeelte om de functie Reserve Job (Reserveertaak) te activeren.
  • Pagina 190 Optie voor Maximu- Maximu- Vaste schijf is Reserve Job maantal taken maantal taken (Reserveertaak) overschreden Re-Print Job Oudste taak Oudste taak (Afdruktaak (gecombi- wordt wordt herafdrukken) + neerd totaal) automatisch automatisch Verify Job vervangen vervangen (Afdruktaak door meest door meest verifiëren) recente taak recente taak...
  • Pagina 191 Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) Met de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) kunt u de taak die u momenteel afdrukt opslaan, zodat u deze later opnieuw kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel. Volg de onderstaande instructies om de optie Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken) te gebruiken. Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 192 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Geef de gewenste printerdriverinstellingen voor het document op. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen) en klik op het pictogram Reserve Jobs (Reserveer taken). Het dialoogvenster Reserve Job Settings (Instellingen Reserveer afdruktaak) verschijnt. 2. Schakel het selectievakje Reserve Job On (Reserveer afdruktaak Aan) in en selecteer Re-Print Job (Afdruktaak herafdrukken).
  • Pagina 193 Opmerking: Als u een miniatuur wilt maken van de eerste pagina van een afdruktaak, schakelt u het selectievakje Create a thumbnail (Miniatuurafbeelding aanmaken) in. U kunt miniaturen opvragen door in een webbrowser http:// op te geven, gevolgd door het IP-adres van de interne afdrukserver.
  • Pagina 194 5. Klik op OK. Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Geef het aantal af te drukken exemplaren en de overige gewenste printerdriverinstellingen op voor het document. 2.
  • Pagina 195 5. Klik op OK. Er wordt één exemplaar van het document afgedrukt en de afdrukgegevens met informatie over het aantal resterende exemplaren worden opgeslagen op de vaste schijf. Als u de afdruk hebt gecontroleerd, kunt u de resterende exemplaren afdrukken of de gegevens verwijderen met het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 196 5. Klik op OK. Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Geef de gewenste printerdriverinstellingen voor het document op. Open het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen) en klik op het pictogram Reserve Jobs (Reserveer taken).
  • Pagina 197 4. Klik op OK. De afdrukgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Zie "Quick Print Job Menu (Menu Snelafdruk) gebruiken" op pagina 303 voor meer informatie over het afdrukken of verwijderen van deze gegevens via het bedieningspaneel van de printer. Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) Met de optie Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) kunt u wachtwoorden instellen voor het afdrukken van taken die op...
  • Pagina 198 ❏ U kunt alleen de cijfers 1 tot en met 4 gebruiken voor het wachtwoord. ❏ Bewaar het wachtwoord op een veilige plaats. U moet het juiste wachtwoord invoeren als u een vertrouwelijke taak wilt afdrukken. 6. Klik op OK. Het document wordt afgedrukt en de afdruktaakgegevens worden opgeslagen op de vaste schijf.
  • Pagina 199 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 controleert de printer en informeert u over de huidige status van de printer. EPSON Status Monitor 3 openen Voor gebruikers van Mac OS X 1.
  • Pagina 200 Utilities (Hulpprogramma’s). 3. Klik op het pictogram van de printer. Voor gebruikers van Mac OS 9 U kunt EPSON Status Monitor 3 openen door in het Apple-menu het alias voor EPSON Status Monitor 3 te kiezen. Opmerking: ❏...
  • Pagina 201 ❏ De status van de printer of de verbruiksgoederen wordt alleen in het statusvenster weergegeven als de Chooser (Kiezer) de status op normale wijze kan verkrijgen. Informatie over de printerstatus weergeven In het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3 kunt u de printerstatus controleren en informatie weergeven over verbruiksgoederen. Opmerking: Het precieze scherm hangt af van de versie van uw besturingssysteem.
  • Pagina 202 Pictogram/bericht: Het pictogram en het bericht geven de printerstatus weer. Printerafbeelding: De afbeelding in de linkerbovenhoek geeft de printerstatus weer. Tekstvak: In het tekstvak naast de printerafbeelding wordt de huidige status van de printer weergegeven. Wanneer een fout optreedt, wordt de meest waarschijnlijke oplossing weergegeven.
  • Pagina 203 Paper (Papier): Toont het papierformaat, de papiersoort en een schatting van de hoeveelheid papier die in de papierbron overblijft. Informatie over de optionele papierladen wordt alleen weergegeven als deze zijn geïnstalleerd. Controlevoorkeuren instellen Als u bepaalde controle-instellingen wilt opgeven, kiest u Monitor Setup (Monitorinstelling) in het menu File (Archief).
  • Pagina 204 Schakel het selectievakje Show job (Taakbeheer) information (Toon taakinformatie) in om het tabblad Job Information (Taakinformatie) weer te geven in het venster van EPSON Status Monitor 3. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt tijdens het afdrukken het pictogram Job management (Taakbeheer) weergegeven op de taakbalk.
  • Pagina 205 Venster Status Alert (Foutmeldingen) Het venster voor foutmeldingen geeft aan welk type fout zich heeft voorgedaan en biedt een mogelijke oplossing. Het venster wordt automatisch gesloten als het probleem is opgelost. Het venster wordt weergegeven op basis van de instelling die u in het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) hebt geselecteerd (wanneer het selectievakje Monitor the Printer (Printer controleren) is...
  • Pagina 206 De functie Job Management (Taakbeheer) gebruiken U kunt informatie over de afdruktaken weergeven op het tabblad Job Information (Taakinformatie) in het dialoogvenster EPSON Status Monitor 3. Als u het tabblad Job Information (Taakinformatie) wilt weergeven, schakelt u in het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) het selectievakje Show job information (Taakinformatie weergeven) in.
  • Pagina 207 Status: Waiting De afdruktaak staat in de (Wachten): afdrukwachtrij. Spooling De afdruktaak die in de (Bezig met wachtrij wordt geplaatst op spoolen): uw computer. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar bij Mac OS 9. Deleting De afdruktaak die wordt (Bezig met verwijderd.
  • Pagina 208 Cancel Job Selecteer een afdruktaak en klik op deze knop om (Annuleer de geselecteerde afdruktaak te annuleren. taak): Print Geeft het dialoogvenster weer voor het afdrukken (Afdrukken): van taken in de wachtrij en met de status Held (Uitgesteld). Refresh Klik op deze knop om de informatie op het tabblad (Vernieuw): te vernieuwen.
  • Pagina 209 Print Center (Afdrukbeheer, Mac OS X 10.2 en lager). 2. Klik op Add Printer (Voeg printer toe) in het dialoogvenster Printer List (Printers). 3. Selecteer EPSON USB in het venstermenu. Selecteer het pictogram van uw printer in de lijst met producten en klik op Add (Voeg toe).
  • Pagina 210 Opmerking: ❏ Afdrukken in de achtergrond moet zijn ingeschakeld om afdruktaken te beheren met EPSON Status Monitor 3. ❏ Als u afdrukken in de achtergrond inschakelt, kunt u de Macintosh blijven gebruiken terwijl een document wordt voorbereid voor afdrukken.
  • Pagina 211 Volg de instructies in het bericht. ❏ Open EPSON Status Monitor 3 vanuit de toepassing tijdens het afdrukken in de achtergrond. Vervolgens kunt u het afdrukken annuleren in EPSON Status Monitor 3 of het bestand in de rustmodus verwijderen.
  • Pagina 212 Voor gebruikers van Mac OS X 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Mac OS X. 4. Dubbelklik op de map Printer Driver (Printerdriver) 5.
  • Pagina 213 Voor gebruikers van Mac OS 9 1. Sluit alle toepassingen en start de computer opnieuw op. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in het cd-romstation. 3. Dubbelklik op de map Nederlands en dubbelklik op de map Disk 1 (Schijf 1) in de map Printer Driver (Printerdriver).
  • Pagina 214 De printer delen in een netwerk Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een printer kunt delen in een AppleTalk-netwerk. De computers in een netwerk kunnen de printer delen die rechtstreeks op een van de computers is aangesloten. De computer die rechtstreeks is aangesloten op de printer, is de afdrukserver.
  • Pagina 215 Voor gebruikers van Mac OS 9 De printer als een gedeelde printer configureren Volg de onderstaande procedure om de printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten te delen met andere computers in een AppleTalk-netwerk. 1. Zet de printer aan. 2.
  • Pagina 216 4. Het dialoogvenster Printer Sharing (Printer delen) verschijnt. Schakel het selectievakje Share this Printer (Deze printer delen) in en typ vervolgens zo nodig de naam van de printer en de wachtwoordgegevens. 5. Klik op OK om de instellingen toe te passen. 6.
  • Pagina 217 3. Klik op Setup (Instellen), typ het wachtwoord voor de printer en klik op OK. Het dialoogvenster Printer Setup (Printerinstelling)verschijnt. Klik bij Printer Sharing Set Up (Instelling voor printer delen) op Shared Printer Information (Gedeelde printergegevens). 4. Als op de client lettertypen zijn geïnstalleerd die niet beschikbaar zijn op de afdrukserver, verschijnt het volgende bericht.
  • Pagina 218 ❏ Ondersteuning voor IES (Intelligent Emulation Switch) en SPL (Shared Printer Language), wat inhoudt dat de printer zelf, bij het ontvangen van gegevens, omschakelt van PostScript naar andere emulaties (en omgekeerd). ❏ De kwaliteit, de betrouwbaarheid en het gebruiksgemak van EPSON. De PostScript-printerdriver gebruiken...
  • Pagina 219 Hardwarevereisten Om de PostScript 3-printerdriver te kunnen gebruiken moet uw printer aan de volgende vereisten voldoen. De geheugenvereisten voor het gebruik van de PostScript 3-printerdriver staan hieronder. Installeer extra geheugenmodules in uw printer als de geïnstalleerde hoeveelheid ontoereikend blijkt. Minimumgeheugen Aanbevolen hoeveelheid geheugen 64 MB*...
  • Pagina 220 Windows Me of 98 Minimaal Aanbevolen Computer i386, i486 of Pentium i486 of Pentium (processor) (processor) Vaste schijf 6 MB vrije ruimte 8 MB vrije ruimte (voor installatie van driver) (voor installatie van driver) Geheugen 8 MB 16 MB Windows NT 4.0 Minimaal Aanbevolen Computer...
  • Pagina 221 Mac OS 9 Minimaal Aanbevolen Computer Power PC Vaste schijf 3,1 MB vrije ruimte 4 MB vrije ruimte (voor installatie van driver) (voor installatie van driver) Geheugen 4 MB 32 MB Let op: ❏ De Adobe PostScript 3-printerdriver kan niet worden gebruikt op computers met System 9.0.x of lager.
  • Pagina 222 Let op: Wanneer de printer is aangesloten via een parallelle poort, mag u EPSON Status Monitor 3 en de PostScript 3-driver nooit tegelijk gebruiken. Hierdoor kan uw systeem schade oplopen. Opmerking: ❏ Voor de installatie van de printersoftware voor Windows XP, 2000 of NT 4.0 kunnen beheerdersrechten noodzakelijk zijn.
  • Pagina 223 3. De Add Printer Wizard (De wizard Printer toevoegen) verschijnt. Klik nu op Next (Volgende). 4. In Windows Me of 98 gaat u nu naar stap 6. In Windows XP, 2000 of NT 4.0 selecteert u Local printer (Lokale printer) en klikt u op Next (Volgende). Opmerking: In Windows XP of 2000 mag u het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en...
  • Pagina 224 USB-interface. Let op: Wanneer de printer is aangesloten via een USB-poort, mag u EPSON Status Monitor 3 en de PostScript 3-driver nooit tegelijk gebruiken. Hierdoor kan uw systeem schade oplopen. Opmerking: ❏ Bij gebruik van Windows NT 4.0 is afdrukken via de USB-interface niet mogelijk.
  • Pagina 225 2. Sluit uw computer met een USB-kabel aan op de printer en zet de printer vervolgens aan. 3. Installeer de USB-apparaatdriver. Windows Me: selecteer Automatic search for a better driver (Recommended) (Automatisch zoeken naar een beter stuurprogramma (aanbevolen)), klik op Next (Volgende) en ga naar stap 6.
  • Pagina 226 7. Installeer de printerdriver aan de hand van de instructies op het scherm. Zie "PostScript-printerdriver installeren voor de parallelle interface" op pagina 222 voor meer informatie. PostScript-printerdriver installeren voor de netwerkinterface Zie het desbetreffende gedeelte hierna voor uw besturingssysteem en volg de instructies om de PostScript-printerdriver te installeren voor de netwerkinterface.
  • Pagina 227 Opmerking: U mag het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren) niet inschakelen. 5. Selecteer Create a new port (Een nieuwe poort maken) en selecteer Standard TCP/IP Port in de vervolgkeuzelijst. Klik op Next (Volgende).
  • Pagina 228 3. Zet de printerpoort op EpsonNet Print Port (EpsonNet Print-poort). Raadpleeg “De Printerpoort configureren” in de Netwerkhandleiding voor instructies. Voor gebruikers van Windows NT 4.0 1. Zet de printer aan. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation. 2. Klik op Start en kies Settings (Instellingen) en Printers. Dubbelklik op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen).
  • Pagina 229 De PostScrip-printerdriver openen U kunt de PostScript-printerdriver rechtstreeks openen vanuit een toepassing of vanuit Windows. Doorgaans krijgen de printerinstellingen die worden opgegeven vanuit Windows-toepassingen de voorkeur boven instellingen die worden opgegeven wanneer de printerdriver is geopend vanuit het besturingssysteem. Voor optimale resultaten kunt u de printerdriver dus het beste openen vanuit de toepassing.
  • Pagina 230 Voor gebruikers van Windows 2000 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start, wijst u naar Settings (Instellingen) en klikt u op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken). Voor gebruikers van Windows NT 4.0 Als u de printerdriver wilt openen, klikt u op Start, wijst u naar Settings (Instellingen) en klikt u op Printers.
  • Pagina 231 Voor gebruikers van Windows Me of 98 Het afdrukken verloopt misschien niet helemaal normaal als de computer via de parallelle interface op de printer is aangesloten en ECP is geactiveerd. Als dit het geval is, moet u de bidirectionele ondersteuning uitschakelen in de printerdriver. Daartoe opent u het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) van de printer en klikt u achtereenvolgens op Details en Spool Settings (Wachtrij-instellingen).
  • Pagina 232 Volg de onderstaande instructies om de functie Reserve Job (Reserveertaak) te gebruiken wanneer u wilt afdrukken (vanuit een willekeurige toepassing). 1. Klik op Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand) van de toepassing waarmee u werkt. 2. Klik op Properties (Eigenschappen) en klik op het tabblad Job Settings (Taakinstellingen).
  • Pagina 233 ❏ TBCP (Tagged Binary Communications Protocol) kan niet worden gebruikt als instelling bij Output Protocol (Uitvoerprotocol). ❏ Op het tabblad Job Settings (Taakinstellingen) van het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) van de printer moet u er ook voor zorgen dat het selectievakje Job Management On (Taakbeheer aan) is uitgeschakeld.
  • Pagina 234 (Installeren). 6. Als de installatie is voltooid, klikt u op Quit (Stoppen). Opmerking: Als u twee of meer EPSON-printers van hetzelfde model aansluit met behulp van AppleTalk en u wilt de printer een andere naam geven, raadpleeg dan de Netwerkhandleiding.
  • Pagina 235 Printer selecteren Na de installatie van de PostScript 3-printerdriver moet u de printer selecteren. Printer selecteren indien aangesloten via USB (Mac OS 9) Als de printer via een USB-poort op uw computer is aangesloten, is het niet mogelijk om de printer te selecteren in de Chooser (Kiezer).
  • Pagina 236 Volg de onderstaande instructies om de printer te selecteren. Opmerking: ❏ In de PostScript 3-modus kan FireWire niet worden gebruikt voor aansluiting van de printer. EPSON FireWire wordt weliswaar weergegeven in het interfacemenu, maar gebruik ervan in combinatie met de PostScript 3-printerdriver is niet mogelijk.
  • Pagina 237 IP-adres van de printer in. Schakel vervolgens ook het selectievakje Use default queue on server (Gebruik standaardwachtrij op server) in. Gebruikers van USB: Zorg ervoor dat u USB selecteert. Selecteer niet EPSON USB. Deze optie is namelijk niet geschikt voor gebruik met de PostScript 3-printerdriver. De PostScript-printerdriver gebruiken...
  • Pagina 238 Select (Automatische selectie) in de lijst met printermodellen. IP Printing (Afdrukken via IP) Selecteer Epson in de lijst met namen en selecteer uw printer in de lijst met printermodellen. Selecteer uw printer in de lijst met namen en selecteer vervolgens uw printer in de lijst met printermodellen.
  • Pagina 239 6. Controleer of de naam van uw printer is toegevoegd aan het venster Printer List (Printers). Sluit Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) (Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer) (Mac OS X 10.2). Voor gebruikers van Mac OS 9 Volg de onderstaande instructies om de printer te selecteren. 1.
  • Pagina 240 De PostScrip-printerdriver openen Met de printerdriver kunt u de printer beheren en printerinstellingen wijzigen. In de printerdriver kunt u eenvoudig de printerinstellingen opgeven, bijvoorbeeld voor de papierbron, het papierformaat en de afdrukstand. Voor gebruikers van Mac OS X Als u de PostScript-printerdriver wilt openen, registreert u de printer in Printer Setup Utility (Printerconfiguratie, Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer, Mac OS X 10.2) en klikt u op Print in het menu File (Archief) van uw toepassing.
  • Pagina 241 Printerinstellingen wijzigen U kunt de printerinstellingen wijzigen wanneer andere opties worden geïnstalleerd in uw printer. Voor gebruikers van Mac OS X Volg de onderstaande instructies om de instellingen te wijzigen. 1. Open de printerdriver. Het venster Printer List (Printers) verschijnt. 2.
  • Pagina 242 Hoofdstuk 7 Bedieningspaneel gebruiken Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Met het bedieningspaneel van de printer kunt u verschillende menu's openen waarmee u de status van verbruiksgoederen controleert, statusvellen afdrukt en printerinstellingen opgeeft. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de menu's van het bedieningspaneel kunt gebruiken en wanneer u het beste de printerinstellingen kunt opgeven via het bedieningspaneel.
  • Pagina 243 Menu's van het bedieningspaneel openen Zie "Menu's van het bedieningspaneel" op pagina 244 voor een volledige beschrijving van de items en instellingen die beschikbaar zijn in de menu's van het bedieningspaneel. 1. Als het lampje brandt dat aangeeft dat de printer gereed is, drukt u op de knop Enter om de menu's van het bedieningspaneel te openen.
  • Pagina 244 Gebruik u Omhoog en d Omlaag om door de beschikbare Enter om een instelling te items te bladeren en druk op selecteren. Druk op l Terug om terug te keren naar het vorige niveau zonder de instelling te wijzigen. Opmerking: U moet de printer uit- en weer inschakelen om bepaalde instellingen te activeren.
  • Pagina 245 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Status Sheet (Statusvel) Toner Check Sheet (Controlevel toner) Reserve Job List (Lijst reserveertaak) Form Overlay List (Lijst Docum. Overdr.) Network Status Sheet (Netwerkstatusvel) AUX Status Sheet (AUX-statusvel) USB EXT I/F Status Sht (USB ExtI/Fstatusvel) PS3 Status Sheet (PS3-statusvel) PS3 Font Sample (Fontvoorbeeld)
  • Pagina 246 Color Pages 0 to 99999999 (1 tot 999) (Kleurenpag.) B/W Pages 0 to 99999999 (1 tot 999) (Z/W-pag.) Alleen beschikbaar in de kleurmodus of de modus voor vier zwarte catridges. Alleen beschikbaar als de taken met behulp van de functie Quick Print Job (Snelafdruk) worden opgeslagen.
  • Pagina 247 Network Status Sheet (Netwerkstatusvel) Hiermee drukt u een overzicht van de netwerkstatus af. USB ExtI/FstatusSht (USB ExtI/Fstatusvel) Hiermee drukt u een overzicht van de status van de USB-interface PS3 Font List (PS3 Fontvoorbeeld), LJ4 Font Sample (LJ4 Fontvoorbeeld), ESCP2 Font Sample (ESCP2 Fontvoorbeeld), FX Font Sample (FX Fontvoorbeeld), I239X Font Sample (I239X Fontvoorbeeld) Hiermee drukt u een lijst met lettertypen af die beschikbaar zijn...
  • Pagina 248 Toner Ave. (Tonergem.) Dit menu is alleen beschikbaar wanneer de modus voor vier zwarte cartridges is ingeschakeld. Aangegeven wordt hoeveel toner gemiddeld nog aanwezig is in de vier zwarte tonercartridges. Total Pages (Afgedrukt) Hiermee wordt het totaalaantal pagina's weergegeven dat is afgedrukt op de printer.
  • Pagina 249 Item Instellingen (standaardinstelling is vet) MP Tray Size , A5, B5, LT , HLT, GLT, EXE, MON, C10, DL, (Std Papierbak) C6, C5, IB5 LC1 Size A4, LT (Form. Opt-bak 1)/ LC2 Size (Form. Opt-bak 2) MP Type (STD-Type) Plain (Wit), Letterhead (Briefhfd), Recycled, Color (Kleur), Transprncy (Transparant), Labels (Etiketten) LC1 Type (Opt1-type)/...
  • Pagina 250 Emulation Menu (Menu Emulatie) Met dit menu kunt u de emulatiemodus van de printer selecteren. U kunt verschillende emulaties opgeven voor elke interface, dus voor elke computer waarop u de printer aansluit. Aangezien elke emulatiemodus specifieke opties heeft, moet u de gewenste instellingen opgeven in het menu LJ4, ESC P2, FX, GL2 of I239X.
  • Pagina 251 Menu Printing (Afdruk) Met dit menu kunt u standaardafdrukinstellingen opgeven, zoals het formaat en de afdrukstand van de pagina, wanneer u wilt afdrukken vanuit een toepassing of besturingssysteem waarin de printerdriver niet wordt ondersteund. Gebruik waar mogelijk de printerdriver om deze instellingen op te geven, omdat instellingen op de computer altijd de voorkeur krijgen boven deze instellingen.
  • Pagina 252 Wide A4 (Breed A4) Als u On (Aan) selecteert, worden de linker- en rechtermarges verkleind van 4 mm naar 3,4 mm. Orientation (Oriëntatie) Hier wordt aangegeven of de pagina staand of liggend wordt afgedrukt. Resolution (Resolutie) Hier wordt de afdrukresolutie aangegeven. RITech Als u RITech inschakelt, krijgt u vloeiendere en scherpere regels, tekst en afbeeldingen.
  • Pagina 253 Top Offset (B Marge) Hiermee kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de verticale afdrukpositie van de pagina. Let op: Zorg ervoor dat de afgedrukte afbeelding niet groter is dan het papier. Anders beschadigt u de printer wellicht. Left Offset (L Marge) Hiermee kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de horizontale afdrukpositie van de pagina.
  • Pagina 254 Setup Menu (Menu Setup) In dit menu kunt u verschillende algemene configuratie-instellingen opgeven voor papierbakken, invoermodi en foutverwerking. U kunt in dit menu ook een taal kiezen voor het LCD-scherm. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Lang English, Français, Deutsch, Italiano, ESPAÑOL, SVENSKA, Dansk, Nederlands., SUOMI, Português, Time Out (Timeout)
  • Pagina 255 LCD Contrast 0 tot 7 tot 15 (LCD-contrast) Alleen beschikbaar wanneer de bijbehorende optie is geïnstalleerd. Alleen beschikbaar voor de modi PCL5e, ESC/Page, ESC/P2, FX en I239X. Lang Hier wordt aangegeven welke taal op het LCD-scherm wordt weergegeven en op het statusvel wordt afgedrukt. Time Out (Timeout) Hiermee wordt bepaald na hoeveel seconden een time-out optreedt bij het automatisch omschakelen naar een andere...
  • Pagina 256 MP Mode (MP MODE) Met deze instelling wordt bepaald of de MP-lade de hoogste of laagste prioriteit heeft wanneer Auto is geselecteerd als papierbron in de printerdriver. Wanneer Normal (Normaal) is geselecteerd bij MP Mode (MP MODE), heeft de MP-lade de hoogste prioriteit als papierbron.
  • Pagina 257 Page Side (Paginazijde) Selecteer Front (Voor) als u de voorkant van zwaar papier (Thick (Zwaar)) wilt bedrukken. Selecteer Back (Achter) als u de achterkant van zwaar papier (Thick (Zwaar)) wilt bedrukken. Skip Blank Page (Geen lege pag.) Hiermee kunt u lege pagina's overslaan tijdens het afdrukken. Deze instelling is beschikbaar wanneer u afdrukt in de modi PCL5e, ESC/Page, ESCP2, FX of I239X.
  • Pagina 258 Page Protect (Paginabesch) Hier kunt u extra printergeheugen toewijzen aan het afdrukken van gegevens in plaats van aan het ontvangen van gegevens. U moet deze optie wellicht inschakelen als u een zeer complexe pagina afdrukt. Als het foutbericht Print Overrun (Afdrukoverloop) wordt weergegeven op het LCD-scherm tijdens het afdrukken, schakelt u deze optie in en drukt u de gegevens opnieuw af.
  • Pagina 259 Mode Config. Menu (Menu Modusconfig.) In dit menu kunt u de afdrukmodus aanpassen. Via dit menu kunt u ook het gebruik van een van de zwarte tonercartridges stopzetten (bij gebruik van de modus voor vier zwarte cartridges). Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Remove All Toner (Verwijd.
  • Pagina 260 Change Mode Color (Wijzig modus Kleur) Hiermee activeert u het afdrukken in kleur met de tonercartridges voor de kleuren cyaan (C), magenta (M) en geel (Y). KC/KM/KY/KK Toner (Toner KC/KM/KY/KK) Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de modus voor vier zwarte cartridges is ingeschakeld.
  • Pagina 261 Reset All (Reset alles) Hiermee wordt het afdrukken onderbroken en het printergeheugen gewist. De printerinstellingen worden opnieuw ingesteld op de standaardwaarden. De afdruktaken die uit interfaces zijn ontvangen, worden verwijderd. Opmerking: Als u deze optie uitvoert, worden de afdruktaken verwijderd die uit interfaces zijn ontvangen.
  • Pagina 262 Menu Vertrouwelijk Met dit menu kunt u taken afdrukken of verwijderen die met de optie Confidential Job (Vertrouwelijk) van de functie Reserve Job (Reserveertaak) in de printerdriver zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer. U moet het juiste wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot deze gegevens.
  • Pagina 263 Speed (Snelheid) Hiermee wordt de pulsbreedte van het ACKNLG-signaal aangegeven wanneer gegevens worden ontvangen in de modus Compatibility (Compatibiliteit) of Nibble (Nib.). Wanneer Fast (Snel) is geselecteerd, is de pulsbreedte ongeveer 1 µs. Wanneer Normal (Normaal) is geselecteerd, is de pulsbreedte ongeveer 10 µs.
  • Pagina 264 Menu USB Met deze instellingen wordt de communicatie tussen de printer en de computer beheerd wanneer u de USB-interface gebruikt. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) USB I/F On (Aan), Off (Uit) USB Speed (USB-snelheid) HS, FS USB ExtI/F Confg No (Nee), Yes (Ja) Get IPAddress Panel (Paneel), Auto, PING (IP-adres ophalen)
  • Pagina 265 Alleen beschikbaar wanneer Get IPAddress (IP-adres opvragen) op Auto staat. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Wanneer Get IPAddress (IP-adres opvragen) van Panel (Paneel) of PING wordt gewijzigd in Auto, worden de ingestelde paneelwaarden opgeslagen. Wanneer Auto wordt gewijzigd in Panel (Paneel) of PING, worden de opgeslagen waarden weergegeven.
  • Pagina 266 Menu Network (Netwerk) Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Menu AUX Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. Menu LJ4 Met deze instellingen beheert u de lettertypen en tekensets die beschikbaar zijn in de modus LJ4. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Bron fonts Resident, Download, ROM A Font Number...
  • Pagina 267 Form (Pagina) 5 ... 60/64 ... 128 regels Source SymSet 0 ... 277 ... 3199 (Bron Symset) Dest SymSet 0 ... 277 ... 3199 (Doel Symset) CR Function CR, CR + LF (CR-functie) LF Function LF, CR + LF (LF-functie) Tray Assign 4, 4K, 5S (Vakaanduid.)
  • Pagina 268 Height (Hoogte) Hier geeft u de standaardpuntgrootte voor het lettertype op als het lettertype schaalbaar en proportioneel is. U kunt een waarde selecteren van 4,00 tot 999,75 punten in stappen van 0,25 punt. Dit item wordt wellicht niet weergegeven, afhankelijk van de instellingen bij Font Source (Bron fonts) of Font Number (Font Nr).
  • Pagina 269 Tray Assign (Vakaanduid.) Hiermee kunt u de toewijzing wijzigen voor de opdracht om een papierbron te selecteren. Wanneer 4 is geselecteerd, zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4. Is 4K geselecteerd, dan zijn de ingestelde opdrachten compatibel met de HP LaserJet 4000, 5000 en 8000.
  • Pagina 270 Voordat u kunt afdrukken in de modus GL/2 U moet wellicht de volgende afdrukopties wijzigen in de toepassing, afhankelijk van de gewenste uitvoer. Controleer of deze instellingen overeenkomen met de gegevens die u wilt afdrukken. Print Options Instellingen (Afdrukopties) Paper Size De instelling voor papierformaat van de printer.
  • Pagina 271 Scale (Schalen) Hier wordt aangegeven of de uitvoer van de software geschaald is. De schaalfactor is gebaseerd op het opgegeven papierformaat in de toepassing. Origin (Oorsprong) Hier geeft u aan of de logische oorsprong van de plotter de hoek of het midden van het papier is. Hiermee kunt u een pen selecteren waarmee u de dikte kunt instellen bij Pen0 tot en met Pen6.
  • Pagina 272 Menu PS3 Deze instellingen zijn beschikbaar in de modus PS3. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Error Sheet (Foutrapport) Off (Uit), On (Aan) Coloration (Kleurinstel)* Color (Kleur), Mono Image Protect Off (Uit), On (Aan) (Behoud afb.) * Alleen beschikbaar in de kleurmodus. Error Sheet (Foutrapport) Als u On (Aan) selecteert, drukt de printer een foutrapport af.
  • Pagina 273 Menu ESC/P2 In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus ESC/P 2 is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font Courier, Prestige, Roman, Sans Serif, Roman T, Orator S, Sans H, Script, OCR A, OCR B Pitch 10, 12, 15 cpi, Prop.
  • Pagina 274 Font Hier selecteert u het lettertype. Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Condensed (Versmald) Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. T.
  • Pagina 275 Country (Land) Met deze optie kunt u een van de vijftien internationale tekensets selecteren. Zie "Internationale tekensets" op pagina 490 voor voorbeelden van de tekens in de tekenset voor elk land. Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 276 ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken. Menu FX In dit menu kunt u instellingen opgeven die van invloed zijn op de printer wanneer de emulatiemodus FX is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font...
  • Pagina 277 Font Hier selecteert u het lettertype. Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Condensed (Versmald) Hiermee schakelt u versmald afdrukken in of uit. T.
  • Pagina 278 Country (Land) Met deze optie kunt u een van de vijftien internationale tekensets selecteren. Zie "Internationale tekensets" op pagina 490 voor voorbeelden van de tekens in de tekenset voor elk land. Auto CR (Autom. CR) Hier wordt aangegeven of de printer een bewerking voor een regelterugloop/regelinvoer (CR-LF) uitvoert wanneer de afdrukpositie de rechtermarge overschrijdt.
  • Pagina 279 ZeroChar (Vorm 0 (nul)) Hier geeft u aan of de printer een nul met of zonder deelteken moet afdrukken. Menu I239X ® De modus I239X emuleert IBM 2390/2391 Plus-opdrachten. Deze instellingen zijn alleen beschikbaar wanneer de modus I239X is ingeschakeld. Item Instellingen (standaardinstelling is vet) Font...
  • Pagina 280 Pitch Hier selecteert u de tekenbreedte (de horizontale afstand) van het lettertype met een vaste tekenbreedte, gemeten in cpi (tekens per inch). U kunt ook proportionele afstand selecteren. Code Page Hier selecteert u de karaktertabellen. Karaktertabellen bevatten de karakters en tekens die in verschillende talen worden gebruikt. De printer drukt tekst af op basis van de geselecteerde karaktertabel.
  • Pagina 281 Auto LF (Autom. LF) Als u Off (Uit) selecteert, verzendt de printer geen opdracht voor een automatische regelinvoer (LF) voor elke regelterugloop (CR). Is On (Aan) geselecteerd, dan wordt een opdracht voor een regelinvoer verzonden voor elke regelterugloop. Selecteer On (Aan) als de tekstregels elkaar overlappen.
  • Pagina 282 Menu Support (Ondersteuning) Activeer de ondersteuningsmodus door de printer in te schakelen terwijl u d Omlaag ingedrukt houdt. Het Support Menu (Menu Support) verschijnt. HDD format (Vaste-schijfformaat) Hiermee formatteert u de vaste schijf in de printer (indien geïnstalleerd). PS3 HDD Init (PS3 schijf init.) Hiermee initialiseert u het deel van de vaste schijf waar PostScript-gegevens worden opgeslagen, als er een vaste schijf is geïnstalleerd.
  • Pagina 283 Printer Adjust Menu (Menu Printer Aanp.) Activeer de ondersteuningsmodus door de printer in te schakelen terwijl u d Omlaag ingedrukt houdt. Het Printer Adjust Menu (Menu Printer Aanp.) verschijnt. Opmerking: Dit menu is voor een speciale functie. Bij normaal gebruik hoeft u hier niets aan te wijzigen.
  • Pagina 284 Thick (Zwaar) Hiermee past u de dichtheid voor zwaar papier aan. Een hogere waarde is donkerder. Trnsprnc Hiermee past u de dichtheid voor transparanten aan. Een hogere waarde is donkerder. Envelope Hiermee past u de dichtheid voor enveloppen aan. Een hogere waarde is donkerder.
  • Pagina 285 Feed Offset2 Hiermee wijzigt u de verticale positie waar met afdrukken wordt begonnen. Een hogere waarde betekent een lagere positie op het vel. Deze instelling wordt gebruikt voor het bedrukken van de achterkant van het papier tijdens het dubbelzijdig afdrukken. Scan Offset2 Hiermee wijzigt u de horizontale positie waar met afdrukken wordt begonnen.
  • Pagina 286 Cancel All Print Job (Alle afdruktaken annuleren) Alle afdruktaken in het printergeheugen worden geannuleerd, waaronder de taken die momenteel worden ontvangen of afgedrukt. Dit bericht verschijnt als u + Taak annuleren langer dan twee seconden indrukt. Cancel Print job (Afdruktaak annuleren) De huidige afdruktaak wordt geannuleerd.
  • Pagina 287 Check Paper Size (Controleer formaat) Het ingestelde papierformaat verschilt van het formaat van het papier in de printer. Controleer of de opgegeven papierbron papier van het juiste formaat bevat. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 288 Collate Disabled (Verzamel uitgesch.) U kunt niet langer afdrukken door het aantal exemplaren op te geven omdat er te weinig geheugen (RAM) beschikbaar is of omdat de optionele vaste schijf onvoldoende vrije schuifruimte bevat. Druk één exemplaar per keer af als deze fout optreedt. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 289 Formatting HDD (Formatteer HDD) De vaste schijf wordt geformatteerd. Form Data Canceled (Docum. Geg. Afgebr.) Formulieroverlays kunnen niet worden opgeslagen op de optionele vaste schijf van de printer. De schijf is vol of het maximale aantal bestanden met formulieroverlays is bereikt. Verwijder de bestanden met overlays die u niet meer nodig hebt en probeer opnieuw de nieuwe overlay op te slaan.
  • Pagina 290 Hard Disk Full (Harde schijf vol) De optionele vaste schijf is vol en u kunt geen gegevens opslaan. Verwijder onnodige gegevens van de vaste schijf. Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel.
  • Pagina 291 Install Fuser (Plaats fixeereenheid) Er is geen fixeereenheid geïnstalleerd of de fixeereenheid is niet goed geïnstalleerd. Zet de printer uit en plaats de fixeereenheid als die niet is geïnstalleerd. Als er al een fixeereenheid is geïnstalleerd, moet u de printer uitzetten en de eenheid opnieuw installeren (nadat u de printer 30 minuten hebt laten afkoelen).
  • Pagina 292 Install Waste T Box (Tonerafvalbak installeren) De afvalbak voor toner is niet of verkeerd geïnstalleerd. Installeer een tonerafvalbak in de printer, mocht dat nog niet gebeurd zijn. Als er wel een tonerafvalbak is geïnstalleerd, moet u de afvalbak verwijderen en vervolgens opnieuw installeren. Zie "Tonerafvalbak"...
  • Pagina 293 Invalid PS3 (Verkeerde PS3) De PostScript3 ROM-module is defect. Schakel de printer uit en neem contact op met de leverancier. Invalid ROM A (Verkeerde ROM A) De printer kan de geïnstalleerde optionele ROM-module niet lezen. Schakel de printer uit en verwijder de ROM-module. Jam-Paper Size Error (Vast-Papierform.fout) Het papier is vastgelopen doordat het verkeerde papierformaat is geladen.
  • Pagina 294 NonGenuine Toner uuu (Geen orig. toner uuuu) De geïnstalleerde tonercartridge is geen originele tonercartridge van Epson. Het gebruik van een niet-originele cartridge kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Epson is niet verantwoordelijk voor enige schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van verbruiksgoederen die niet gemaakt of goedgekeurd zijn door Epson.
  • Pagina 295 Offline De printer is niet gereed voor afdrukken. Druk op N Start/Stop. Optional RAM Error (Fout optionele RAM) De optionele geheugenmodule is beschadigd of u gebruikt een verkeerde module. Vervang de geheugenmodule. Paper Jam WWWW (Vast WWWW) Met WWWWW wordt aangegeven waar de papierstoring is opgetreden.
  • Pagina 296 Paper Out tttt sssss (Papier op tttt sssss) De opgegeven papierbron (tttt) bevat geen papier. Plaats papier met het juiste formaat (sssss) in de papierbron. Paper Set tttt sssss (Papierfmt tttt sssss) Het formaat van het papier in de opgegeven papierbron (tttt) komt niet overeen met het vereiste papierformaat (sssss).
  • Pagina 297 Als u dit bericht blijft ontvangen wanneer u een bepaalde pagina afdrukt, kunt u proberen de pagina te vereenvoudigen door het aantal afbeeldingen te beperken of het aantal en de grootte van lettertypen te verminderen. U kunt deze fout voorkomen door Page Protect (Paginabesch) op On (Aan) te zetten en extra geheugen in de printer te installeren.
  • Pagina 298 Replace Photoconductor (Vervang fotocondctr) De fotogeleidingseenheid is versleten. Schakel de printer uit en vervang de fotogeleidingseenheid door een nieuwe. Zie "Fotogeleidingseenheid" op pagina 346 voor meer informatie. Het probleem wordt automatisch opgelost nadat u de eenheid hebt vervangen en alle printerkleppen hebt gesloten. De teller van de fotogeleidingseenheid wordt automatisch opnieuw ingesteld.
  • Pagina 299 Als u dit foutbericht wilt wissen, selecteert u Clear Warning (Waarschuwing wissen) in het menu Reset op het bedieningspaneel. Zie "Menu's van het bedieningspaneel openen" op pagina 243 voor meer informatie over de menu's op het bedieningspaneel. Reset De huidige interface van de printer is opnieuw ingesteld en de buffer is leeggemaakt.
  • Pagina 300 Service Req Cffff/Service Req Eggg (Serviceverzoek Cffff/Eggg) Er is een controllerfout of een printerfout gevonden. Schakel de printer uit. Wacht ten minste vijf seconden en schakel de printer weer in. Als het bericht blijft verschijnen, noteert u het foutnummer dat wordt weergegeven op het LCD-scherm (Cffff/Eggg) en schakelt u de printer uit.
  • Pagina 301 Unable Clear Error (Verhelpt fout niet) Het foutbericht kan niet worden gewist omdat het probleem niet is opgelost. Probeer nogmaals het probleem op te lossen. uuuu Toner Low (uuuu Weinig toner) Dit bericht geeft aan dat de tonercartridge voor de aangegeven kleur bijna is versleten.
  • Pagina 302 Worn Transfer Unit (Transfereenh. Versl.) Dit bericht geeft aan dat de transfereenheid is versleten. Neem contact op met uw leverancier. Wilt u dit foutbericht wissen en verdergaan met afdrukken, selecteert u Clear All Warning (Wis waarschuwingen) in het menu Reset op het bedieningspaneel. Zie "Menu's van het bedieningspaneel openen"...
  • Pagina 303 Gegevens voor reserveertaken afdrukken en verwijderen Afdruktaken die met de opties Re-Print Job (Taak opnieuw afdrukken), Verify Job (Taak verifiëren) en Stored Job (Opgeslagen taak) van de functie Reserve Job (Reserveertaak) zijn opgeslagen op de optionele vaste schijf van de printer, kunnen worden afgedrukt en verwijderd met het menu Quick Print Job (Snelafdruk) van het bedieningspaneel.
  • Pagina 304 5. Als u het aantal exemplaren wilt opgeven dat u wilt Enter en op d Omlaag of afdrukken, drukt u op u Omhoog om het aantal exemplaren te selecteren. Als u afdruktaken wilt verwijderen zonder exemplaren af te drukken, drukt u op d Omlaag om Delete (Verwijderen) op het LCD-scherm weer te geven.
  • Pagina 305 4. Voer het wachtwoord van vier cijfers in met de bijbehorende knoppen, zoals hieronder wordt weergegeven. Opmerking: ❏ Wachtwoorden bestaan altijd uit vier cijfers. ❏ Voor wachtwoorden kunt u de cijfers 1 tot en met 4 gebruiken. ❏ Als er geen afdruktaken zijn opgeslagen met het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, wordt Password Error (Fout codewoord) kort weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 306 Statusvel afdrukken Druk via het bedieningspaneel van de printer een statusvel af om de huidige status van de printer te controleren en om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd. Volg de onderstaande instructies om een statusvel af te drukken. 1.
  • Pagina 307 ❏ Als u de printerdriver voor Windows gebruikt, kunt u de gegevens over geïnstalleerde opties handmatig bijwerken. Zie "Optionele instellingen opgeven" op pagina 103 voor meer informatie. Afdrukken annuleren U kunt het afdrukken vanaf de computer annuleren met de printerdriver. Zie "Afdrukken annuleren"...
  • Pagina 308 2. Druk herhaaldelijk op d Omlaag totdat Reset Menu (Menu Reset) wordt weergegeven op het LCD-scherm. Druk vervolgens op Enter. 3. Druk een aantal keren op d Omlaag totdat Reset wordt weergegeven. 4. Druk op Enter. Het afdrukken wordt geannuleerd. De printer is gereed om een nieuwe afdruktaak te ontvangen.
  • Pagina 309 5. Wanneer alle kleurencartridges uit de printer zijn verwijderd, wordt automatisch de zwart-witmodus geactiveerd. Gebruikers van Windows: Als EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Color Toner Cartridges (Kleurentoner) in het dialoogvenster Optional Settings (Optionele instellingen) niet is ingeschakeld.
  • Pagina 310 Gebruikers van Windows: Als EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Color Toner Cartridges (Kleurentoner) in het dialoogvenster Optional Settings (Optionele instellingen) niet is ingeschakeld. U opent het dialoogvenster...
  • Pagina 311 5. Wanneer alle kleurencartridges zijn geïnstalleerd, wordt automatisch de kleurmodus geactiveerd. Gebruikers van Windows: Als EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Color Toner Cartridges (Kleurentoner) in het dialoogvenster Optional Settings (Optionele instellingen) is ingeschakeld. U opent het dialoogvenster Optional...
  • Pagina 312 Gebruikers van Mac OS X: Na een aanpassing van de modus moet u alle programma's sluiten en de printer verwijderen met Print Setup Utility (Printerconfiguratie, Mac OS X 10.3) of Print Center (Afdrukbeheer, Mac OS X 10.2 en lager). Vervolgens moet u de printer opnieuw registreren.
  • Pagina 313 Van zwart-wit met vier zwarte cartridges naar gewoon zwart-wit Volg de onderstaande instructies om van zwart-wit met vier zwarte cartridges om te schakelen naar de gewone zwart-witmodus. 1. Controleer of Ready (Gereed) of Sleep (Rustmodus) wordt weergegeven op de printer en druk op Enter om de menu's op het bedieningspaneel te openen.
  • Pagina 314 Gebruikers van Windows: Als EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Color Toner Cartridges (Kleurentoner) in het dialoogvenster Optional Settings (Optionele instellingen) is ingeschakeld. U opent het dialoogvenster Optional...
  • Pagina 315 Hoofdstuk 8 Optionele onderdelen installeren Optionele papierlade Zie "Optionele papierlade" op pagina 43 voor informatie over de papiersoorten en -formaten die u in de optionele papierlade kunt gebruiken. Zie "Optionele papierlade" op pagina 447 voor specificaties. Voorzorgsmaatregelen Neem altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u het optionele onderdeel installeert: De printer weegt ongeveer 37 kg.
  • Pagina 316 * De printer niet hier optillen. Waarschuwing: Als u de printer niet op de juiste wijze optilt, laat u deze wellicht vallen. Dit kan letsel tot gevolg hebben. De optionele papierlade installeren Volg de onderstaande instructies om de optionele papierlade te installeren.
  • Pagina 317 3. Zet de optionele papierlade op de plaats waar u de printer wilt installeren. Zet de printer vervolgens op de optionele papierlade. Breng de hoeken van de printer boven die van de lade. Laat de printer vervolgens zakken. De printer moet stevig op de lade staan.
  • Pagina 318 4. Open klep E. 5. Zet de optionele papierlade vast aan de printer met behulp van de bijgeleverde plaatjes en schroeven. 6. Sluit klep E. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 319 Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 400 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie "Optionele instellingen opgeven" op pagina 103 voor meer informatie.
  • Pagina 320 De optionele papierlade verwijderen Schakel de printer uit en voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde. Duplexer Zie "Duplexer" op pagina 448 voor de papiersoorten en -formaten die u in de duplexer kunt gebruiken. Duplexer installeren Volg de onderstaande instructies om de optionele duplexer te installeren.
  • Pagina 321 3. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep. 4. Verwijder de twee schroeven waarmee de klep van de MP-lade is bevestigd. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 322 5. Verwijder de klep van de MP-lade van klep A. 6. Haal de duplexer uit de verpakking. 7. Laat de haken van klep A in de daarvoor bestemde uitsparingen van de duplexer vallen. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 323 Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 400 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie "Optionele instellingen opgeven" op pagina 103 voor meer informatie.
  • Pagina 324 Voor Windows: zie "Afdrukken met de duplexer" op pagina 97 voor meer informatie. Voor Macintosh: zie "Afdrukken met de duplexer" op pagina 184 voor meer informatie. Duplexer verwijderen Schakel de printer uit en voer de installatieprocedure uit in omgekeerde volgorde. Vaste schijf Met de optionele vaste schijf breidt u de invoerbuffer van de printer uit voor gebruik met de Ethernet-interface.
  • Pagina 325 1. Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de vier schroeven van de klep aan de achterzijde van de printer. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 326 3. Trek de klep met beide handen naar u toe. Waarschuwing: Wees voorzichtig bij het aanraken van de printplaat achter de klep aan de achterzijde. Sommige delen kunnen erg warm zijn. 4. Bepaal de locatie van de aansluiting voor de vaste schijf. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 327 5. Zet de vaste schijf vast met de vier bijgeleverde schroeven. Let op U mag geen modules van de printplaat verwijderen. Anders werkt de printer niet. 6. Steek de aansluitkabel in de aansluiting op de vaste schijf en die op de printplaat, zoals hieronder wordt weergegeven. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 328 Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 400 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie "Optionele instellingen opgeven" op pagina 103 voor meer informatie.
  • Pagina 329 Vaste schijf verwijderen Let op: Voordat u de vaste schijf verwijdert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Waarschuwing: Wees voorzichtig wanneer u onderdelen in de printer plaatst of vervangt.
  • Pagina 330 Geheugenmodule installeren Volg de onderstaande instructies om een optionele geheugenmodule te installeren. Let op: Voordat u een geheugenmodule installeert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken. Anders beschadigt u mogelijk onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit.
  • Pagina 331 3. Trek de klep met beide handen naar u toe. Waarschuwing: Wees voorzichtig bij het aanraken van de printplaat achter de klep aan de achterzijde. Sommige delen kunnen erg warm zijn. 4. Bepaal de locatie van de RAM-sleuf. Optionele onderdelen installeren...
  • Pagina 332 5. Steek de geheugenmodule verticaal in de sleuf tot het klemmetje naar buiten springt. De linkersleuf moet altijd een module bevatten. Let op: ❏ Forceer de geheugenmodule niet. ❏ De module moet in de juiste richting in de sleuf worden geplaatst.
  • Pagina 333 Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 400 voor meer informatie. Gebruikers van Windows: Wanneer EPSON Status Monitor 3 niet is geïnstalleerd, moet u de instellingen handmatig opgeven in de printerdriver. Zie "Optionele instellingen opgeven" op pagina 103 voor meer informatie.
  • Pagina 334 Interfacekaart Uw printer wordt standaard geleverd met een interfacesleuf type B. Uw printer kan worden uitgebreid met diverse apart verkrijgbare interfacekaarten. Interfacekaart installeren Volg de onderstaande instructies om een optionele interfacekaart te installeren. Let op: Voordat u de interfacekaart installeert, moet u zich van alle statische elektriciteit ontdoen door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 335 3. Schuif de interfacekaart stevig naar binnen en zet de kaart vervolgens vast met behulp van de schroef, zoals hieronder wordt weergegeven. 4. Sluit de interfacekabel en het netsnoer opnieuw aan en schakel de printer in. Druk een statusvel af om te controleren of het optionele onderdeel correct is geïnstalleerd.
  • Pagina 336 P5C-emulatiekit Voor deze printer is een aparte P5C-emulatiekit verkrijgbaar. Met deze module kunt u documenten afdrukken in de printertaal PCL5c. P5C ROM-module installeren Volg de onderstaande instructies om de ROM-module voor Adobe PostScript 3 te installeren. Let op: Voordat u de ROM-module installeert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 337 3. Trek de klep met beide handen naar u toe. Waarschuwing: Wees voorzichtig bij het aanraken van de printplaat achter de klep aan de achterzijde. Sommige delen kunnen erg warm zijn. 4. Bepaal de locatie van de ROM-sleuven. Opmerking: Er zijn twee ROM-sleuven. Beide zijn geschikt voor plaatsing van de ROM-module.
  • Pagina 338 5. Steek de ROM-module horizontaal in de sleuf tot het klemmetje naar buiten springt. Let op: ❏ Forceer de ROM-module niet. ❏ De ROM-module moet in de juiste richting in de sleuf worden geplaatst. ❏ Verwijder nooit de ROM-module die in de standaard-ROM-sleuf (P) is geplaatst.
  • Pagina 339 Installeer de module opnieuw als P5C niet op het statusvel wordt vermeld als geïnstalleerde emulatie. Controleer of de module goed in de ROM-sleuf van de printplaat vastzit. P5C ROM-module verwijderen Let op: Voordat u de ROM-module verwijdert, ontlaadt u statische elektriciteit door een geaard metalen voorwerp aan te raken.
  • Pagina 340 Als een verbruiksgoed het einde van de levensduur heeft bereikt, stopt de printer met afdrukken en worden de volgende berichten op het LCD-scherm of in het venster van de EPSON Status Monitor 3 weergegeven. Als dit gebeurt, kan de printer niet doorgaan met afdrukken, voordat het aangegeven product is vervangen.
  • Pagina 341 Bericht op Beschrijving LCD-scherm Replace Toner uuuu* De aangegeven tonercartridges zijn leeg. (Vervang toner uuuu) Replace Het afdrukken is stopgezet om schade aan het Photoconductor apparaat te voorkomen. (Vervang fotocondctr) Replace Waste T Box De afvalbak voor toner is vol. (Tonerafvalbak vervangen) * Met de letters C, M, Y en K wordt hier aangegeven welke tonerkleur moet...
  • Pagina 342 ❏ Het wordt aanbevolen alleen originele tonercartridges te installeren. Het gebruik van een niet-originele cartridge kan de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Epson is niet verantwoordelijk voor enige schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van verbruiksgoederen die niet gemaakt of goedgekeurd zijn door Epson.
  • Pagina 343 Tonercartridge vervangen Volg de onderstaande instructies om een tonercartridge te vervangen. 1. Maak een nieuwe cartridge klaar (de kleur (K, C, M of Y) die op het LCD-scherm wordt aangegeven. 2. Open klep D. 3. Pak het uitstekende deel van de tonercartridge vast en kantel de cartridge naar u toe.
  • Pagina 344 4. Trek de lege tonercartridge uit de printer. 5. Verwijder het beschermmateriaal van de nieuwe cartridge en schud de cartridge enkele malen voorzichtig. 6. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en verwijder de beschermende plastic kap van de cartridge. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 345 7. Schuif de nieuwe cartridge in de printer. 8. Sluit de tonercartridgeklep. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 346 9. Sluit klep D. Fotogeleidingseenheid Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van verbruiksgoederen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen: ❏ De fotogeleidingseenheid weegt ongeveer 1,3 kg. Houd het handvat van de eenheid stevig vast wanneer u deze verplaatst. ❏ Zorg er bij het vervangen van de fotogeleidingseenheid voor dat de eenheid niet langer dan drie minuten aan het licht wordt blootgesteld.
  • Pagina 347 ❏ Voor een optimale afdrukkwaliteit kunt u de fotogeleidingseenheid beter niet bewaren in ruimten met direct zonlicht, stof, zilte lucht of bijtende gassen (bijvoorbeeld ammoniakgas). Vermijd ruimtes die onderhevig zijn aan plotselinge schommelingen in temperatuur en vochtigheid. ❏ Wanneer u de fotogeleidingseenheid opbergt, moet u de beschermende klep op de eenheid aanbrengen.
  • Pagina 348 Fotogeleidingseenheid vervangen Volg de onderstaande instructies om de fotogeleidingseenheid, de tonerafvalbak en het filter te vervangen. 1. Open klep D. 2. Trek het filter uit de printer. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 349 3. Haal het nieuwe filter uit de verpakking. Schuif het nieuwe filter in de printer. 4. Verwijder de tonerafvalbak. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 350 5. Verwijder de dop en plaats deze op de opening waardoor het tonerafval wordt verzameld. Opmerking: Leg de volle tonerafvalbak altijd rechtop op een vlakke ondergrond, met de dop omhoog. Zo voorkomt u dat u toner morst. 6. Draai de blauwe knop aan de voorzijde van de fotogeleidingseenheid in de aangegeven richting.
  • Pagina 351 7. Houd de fotogeleidingseenheid aan de greep vast en trek hem uit de printer. 8. Haal de nieuwe fotogeleidingseenheid uit de verpakking en verwijder de beschermende plastic kap. Let op: Raak de riem aan de bovenzijde van de eenheid of het groene lichtgevoelige deel niet aan.
  • Pagina 352 9. Houd de fotogeleidingseenheid aan de greep vast en steek hem in de printer. 10. Zet de blauwe knop in de oorspronkelijke stand. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 353 11. Pak reinigingsknop [a] en schuif de reinigingsstaaf enkele keren langzaam heen en weer. 12. Plaats de nieuwe afvalbak in de printer. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 354 13. Sluit klep D. Fuser Unit (Fixeereenheid) Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van verbruiksgoederen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Raak de kwetsbare delen niet aan. Daardoor kan de afdrukkwaliteit afnemen. Waarschuwing: ❏ Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden.
  • Pagina 355 Fixeereenheid vervangen Volg de onderstaande instructies om de fixeereenheid te vervangen. 1. Schakel de printer uit en laat hem 30 minuten afkoelen. 2. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep. 3. Open klep B. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 356 4. Zet de hendels aan weerszijden van de fixeereenheid in de ontgrendelde stand. 5. Til de fixeereenheid uit de printer, zoals hieronder wordt weergegeven. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 357 6. Haal de nieuwe fixeereenheid uit de verpakking en verwijder de beschermende plastic kap. 7. Laat de nieuwe fixeereenheid aan de grepen in de printer zakken. Let erop dat de geleiders in de openingen onder in de eenheid schuiven. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 358 8. Zet de hendels aan weerszijden van de fixeereenheid in de vergrendelde stand. Opmerking: Controleer of de knoppen volledig in de vergrendelde stand staan. 9. Sluit klep B en A. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 359 Tonerafvalbak Voorzorgsmaatregelen Houd u bij het vervangen van verbruiksgoederen altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen. U mag de toner uit de tonerafvalbak niet opnieuw gebruiken. Waarschuwing: ❏ Verbrand gebruikte verbruiksgoederen niet. Ze kunnen exploderen en letsel veroorzaken. Neem bij het weggooien de geldende milieuvoorschriften in acht.
  • Pagina 360 2. Verwijder de tonerafvalbak. 3. Verwijder de dop en plaats deze op de opening waardoor het tonerafval wordt verzameld. Opmerking: Leg de verwijderde tonerafvalbak altijd rechtop op een vlakke ondergrond, met de dop omhoog. Zo voorkomt u dat u toner morst. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 361 4. Plaats de nieuwe afvalbak in de printer. 5. Trek het filter uit de printer. 6. Haal het nieuwe filter uit de verpakking. Schuif het nieuwe filter in de printer. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 362 7. Sluit klep D. Verbruiksgoederen vervangen...
  • Pagina 363 Hoofdstuk 10 Printer reinigen en vervoeren Printer reinigen U hoeft de printer niet vaak te reinigen. Als de behuizing van de printer vuil of stoffig is, schakelt u de printer uit en reinigt u de behuizing met een schone en pluisvrije doek met een neutraal reinigingsmiddel.
  • Pagina 364 Uitvoerlade reinigen 1. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade open. 2. Veeg het zichtbare deel van de papierbaan uit met een goed uitgewrongen doek. Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 365 3. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade weer dicht. Papierinvoerrol reinigen 1. Zet de printer uit en open de MP-lade. Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 366 2. Veeg de rubberen delen van de papierinvoerrol in de MP-lade voorzichtig schoon met een licht vochtige doek (goed uitgewrongen). 3. Sluit de MP-lade. Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 367 Fotogeleidingsdraad reinigen (knop [a]) 1. Open klep D en verwijder de tonerafvalbak. Opmerking: Zet de verwijderde tonerafvalbak altijd rechtop op een vlakke ondergrond, tegen iets anders aanleunend. 2. Pak reinigingsknop [a] en schuif de reinigingsstaaf enkele keren langzaam heen en weer. Opmerking: Schuif de staaf volledig naar binnen en buiten.
  • Pagina 368 2. Pak knop [b] en schuif de reinigingsstaaf enkele keren langzaam heen en weer. Opmerking: Schuif de staaf volledig naar binnen en buiten. Anders wordt de printer misschien niet goed gereinigd. 3. Sluit klep D. Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 369 Printer vervoeren Grote afstanden Als u de printer over een grotere afstand moet vervoeren, verpakt u het apparaat in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal. Volg de onderstaande instructies om de printer in te pakken. 1. Schakel de printer uit en verwijder de volgende onderdelen: ❏...
  • Pagina 370 Kleine afstanden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u de printer over een kleine afstand vervoert. De printer dient altijd door twee personen te worden opgetild en verplaatst. Volg de onderstaande instructies om de printer over een korte afstand te vervoeren. 1.
  • Pagina 371 2. De printer moet worden opgetild op de juiste posities, zoals hieronder wordt weergegeven. * De printer niet hier optillen. 3. Houd de printer altijd horizontaal wanneer u deze verplaatst. Printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 372 Plaats voor de printer bepalen Als u de printer wilt verplaatsen, kunt u het beste een locatie kiezen waar de printer goed bediend en onderhouden kan worden. Bepaal de benodigde ruimte voor een goede bediening van de printer aan de hand van de volgende afbeelding. De afmetingen in onderstaande afbeelding worden in centimeters weergegeven.
  • Pagina 373 ❏ Plaats de printer zo dat u de stekker makkelijk uit het stopcontact kunt trekken. ❏ Plaats computer en printer niet in de buurt van mogelijke bronnen van elektromagnetische storingen, zoals luidsprekers en basisstations van draadloze telefoons. ❏ Gebruik geen stopcontact met een schakelaar of een automatische tijdschakelklok.
  • Pagina 374 Hoofdstuk 11 Probleemoplossing Papierstoringen verhelpen Wanneer er papier is vastgelopen in de printer, worden op het LCD-scherm van de printer en in EPSON Status Monitor 3 waarschuwingsberichten weergegeven. Voorzorgsmaatregelen voor het verhelpen van papierstoringen Houd rekening met de volgende punten als u een papierstoring wilt verhelpen.
  • Pagina 375 Waarschuwing: ❏ Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. ❏ Steek uw hand niet te ver in de fixeereenheid. Sommige onderdelen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
  • Pagina 376 2. Sluit de MP-lade. Opmerking: Sluit de uitbreidingsladen, indien nodig, voordat u de MP-lade sluit. 3. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep zo ver mogelijk. Probleemoplossing...
  • Pagina 377 4. Trek het papier voorzichtig naar buiten als de optionele duplexer niet is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Als de optionele duplexer is geïnstalleerd, moet u die eerst optillen. Houd de duplexer omhoog en trek het papier naar buiten.
  • Pagina 378 Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u klep A en B openen en het apparaat 30 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 379 2. Sluit de MP-lade. Opmerking: Sluit de uitbreidingsladen, indien nodig, voordat u de MP-lade sluit. 3. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep zo ver mogelijk. Probleemoplossing...
  • Pagina 380 4. Trek het papier voorzichtig naar buiten als de optionele duplexer niet is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Als de optionele duplexer is geïnstalleerd, moet u die eerst optillen. Houd de duplexer omhoog en trek het papier naar buiten.
  • Pagina 381 Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u klep A en B openen en het apparaat 30 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 382 6. Houd de geleider omhoog aan de groene tab en trek het papier naar buiten. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR).
  • Pagina 383 7. Zet de hendels aan weerszijden van de fixeereenheid in de ontgrendelde stand. Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden.
  • Pagina 384 8. Til de fixeereenheid uit de printer. 9. Verwijder het papier. Als u het papier niet uit de fixeereenheid krijgt, moet u de groene knop achter op de fixeereenheid verdraaien om verwijderen mogelijk te maken. Probleemoplossing...
  • Pagina 385 10. Laat de fixeereenheid in de printer zakken. Let erop dat de geleiders in de openingen onder in de eenheid schuiven. 11. Zet de hendels aan weerszijden van de fixeereenheid in de vergrendelde stand. Probleemoplossing...
  • Pagina 386 12. Sluit klep B en A. 13. Open de MP-lade en leg het papier er opnieuw in. Probleemoplossing...
  • Pagina 387 Jam MP, A (Vast MP, A) (MP-lade en klep A) Volg de onderstaande instructies om papier te verwijderen dat is vastgelopen bij de MP-lade en klep A. 1. Verwijder al het papier uit de MP-lade. 2. Trek al het papier dat half in de printer zit voorzichtig naar buiten.
  • Pagina 388 3. Sluit de MP-lade. Opmerking: Sluit de uitbreidingsladen, indien nodig, voordat u de MP-lade sluit. 4. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep zo ver mogelijk. Probleemoplossing...
  • Pagina 389 5. Trek het papier voorzichtig naar buiten als de optionele duplexer niet is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Als de optionele duplexer is geïnstalleerd, moet u die eerst optillen. Houd de duplexer omhoog en trek het papier naar buiten.
  • Pagina 390 Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u klep A en B openen en het apparaat 30 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 391 2. Sluit de MP-lade. Opmerking: Sluit de uitbreidingsladen, indien nodig, voordat u de MP-lade sluit. 3. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep zo ver mogelijk. Probleemoplossing...
  • Pagina 392 4. Trek het papier voorzichtig naar buiten als de optionele duplexer niet is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Als de optionele duplexer is geïnstalleerd, moet u die eerst optillen. Houd de duplexer omhoog en trek het papier naar buiten.
  • Pagina 393 Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan. De fixeereenheid is gemarkeerd met het etiket CAUTION HIGH TEMPERATURE (LET OP: HOGE TEMPERATUUR). Wanneer de printer in gebruik is, kan de fixeereenheid zeer warm worden. Als u een van deze delen moet aanraken, moet u klep A en B openen en het apparaat 30 minuten laten afkoelen.
  • Pagina 394 7. Trek al het papier dat half in de printer zit voorzichtig naar buiten. 8. Schuif de papierlade terug in de printer. 9. Open de MP-lade en leg het papier er opnieuw in. Probleemoplossing...
  • Pagina 395 Jam A, E, C2 (Vast A, E, C2) (klep A, E optionele papierlade) Volg de onderstaande instructies om papier te verwijderen dat is vastgelopen bij klep A, C en de optionele papierlade. 1. Verwijder al het papier uit de MP-lade. 2.
  • Pagina 396 Opmerking: Sluit de uitbreidingsladen, indien nodig, voordat u de MP-lade sluit. 3. Schuif de vergrendeling van klep A naar links en open de klep zo ver mogelijk. 4. Trek het papier voorzichtig naar buiten als de optionele duplexer niet is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt.
  • Pagina 397 Als de optionele duplexer is geïnstalleerd, moet u die eerst optillen. Houd de duplexer omhoog en trek het papier naar buiten. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. Waarschuwing: Raak nooit de fixeereenheid of de omgeving van de eenheid aan.
  • Pagina 398 6. Open klep E. 7. Trek al het papier dat half in de printer zit voorzichtig naar buiten. 8. Sluit klep E. Probleemoplossing...
  • Pagina 399 9. Trek de optionele papierlade naar buiten. Til de lade vervolgens iets omhoog. U kunt de lade dan volledig verwijderen. 10. Trek al het papier dat half in de printer zit voorzichtig naar buiten. Probleemoplossing...
  • Pagina 400 11. Schuif de papierlade opnieuw in de eenheid. 12. Open de MP-lade en leg het papier er opnieuw in. Statusvel afdrukken Druk via het bedieningspaneel van de printer of via de printerdriver een statusvel af om de huidige status van de printer te controleren en om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 401 Printer functioneert niet optimaal Het lampje Ready (Gereed) gaat niet branden Oorzaak Oplossing De stekker van het netsnoer zit Schakel de printer uit en controleer of het wellicht niet goed in het netsnoer goed is aangesloten op de printer stopcontact. en het stopcontact.
  • Pagina 402 Het lampje Klaar brandt, maar er wordt niet afgedrukt Oorzaak Oplossing De computer is wellicht niet goed Voer de procedure uit die in de aangesloten op de printer. Installatiehandleiding staat beschreven. De interfacekabel is mogelijk niet Controleer of de interfacekabel goed is goed aangesloten.
  • Pagina 403 Oorzaak Oplossing Windows: EPSON Status Monitor 3 is Windows: niet geïnstalleerd. U moet EPSON Status Monitor 3 installeren Macintosh: u hebt de printer niet of de instellingen handmatig opgeven in opnieuw geregistreerd. de printerdriver. Zie "EPSON Status Monitor 3 installeren" op pagina 116 of "Optionele instellingen opgeven"...
  • Pagina 404 Het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) wordt niet, of pas na lange tijd, geopend. (Alleen voor gebruikers van Windows) Oorzaak Oplossing De bidirectionele communicatie is Zorg ervoor dat de printer aanstaat en is uitgeschakeld. aangesloten met de juiste kabel. Schakel het selectievakje Enable bidirectional support (Ondersteuning in twee richtingen inschakelen) in op het tabblad Ports (Poorten) van het dialoogvenster...
  • Pagina 405 Tekens zijn verkeerd afgedrukt Oorzaak Oplossing De interfacekabel is mogelijk niet Zorg ervoor dat beide uiteinden van de goed aangesloten. interfacekabel stevig zijn aangesloten. U gebruikt wellicht een verkeerde De parallelle kabel moet een S/STP-kabel interfacekabel. met een maximale lengte van 1,8 meter zijn.
  • Pagina 406 Afbeeldingen worden niet goed afgedrukt Oorzaak Oplossing De instelling voor de printeremulatie Controleer of de toepassing is ingesteld in de toepassing is mogelijk voor de gebruikte printeremulatie. Als u verkeerd. bijvoorbeeld de LJ4-emulatiemodus gebruikt moet, u zorgen dat de toepassing is ingesteld voor een LaserJet 4-printer.
  • Pagina 407 Problemen met afdrukken in kleur Er kan niet in kleur worden afgedrukt Oorzaak Oplossing Er zijn geen kleurencartridges Installeer kleurencartridges. Zie geïnstalleerd. "Afdrukmodus aanpassen" op pagina 308 voor meer informatie. Het selectievakje Color Toner Schakel het selectievakje Color Toner Cartridges (Kleurentoner) is niet Cartridges (Kleurentoner) in.
  • Pagina 408 Kleuren op de afdrukken wijken af van de kleuren op het beeldscherm Oorzaak Oplossing Kleuren op afdrukken komen niet Hoewel het doorgaans moeilijk is kleuren exact overeen met de kleuren op exact op elkaar af te stemmen, kunt u de het beeldscherm.
  • Pagina 409 Als het oppervlak van het papier te ruw is, die niet geschikt is voor de printer. worden tekens vervormd of slechts gedeeltelijk afgedrukt. Gebruik speciaal papier van EPSON of effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie "Beschikbare papiersoorten" op pagina 437 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 410 Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. De tonercartridge kan leeg zijn. Als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is, moet u de tonercartridge vervangen. Zie "Tonercartridge" op pagina 342 voor meer informatie.
  • Pagina 411 Het papier is wellicht klam of Bewaar het papier in een droge vochtig. omgeving. U gebruikt mogelijk een papiersoort Gebruik speciaal papier van EPSON of die niet geschikt is voor de printer. effen kopieerpapier van goede kwaliteit voor optimale resultaten. Zie "Beschikbare papiersoorten" op pagina 437 voor informatie over geschikte papiersoorten.
  • Pagina 412 Plaats het papier weer in de printer. De tonercartridge kan leeg zijn. Als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is, moet u de tonercartridge vervangen. Zie "Tonercartridge"...
  • Pagina 413 Mogelijk ligt het probleem bij de Druk een statusvel af. Zie "Statusvel toepassing of de interfacekabel. afdrukken" op pagina 306 voor meer informatie. Als een lege pagina wordt uitgevoerd, is er mogelijk iets mis met de printer. Schakel de printer uit en neem contact op met de leverancier.
  • Pagina 414 De tonercartridge kan leeg zijn. Als op het LCD-scherm of in EPSON Status Monitor 3 wordt aangegeven dat de toner bijna op is, moet u de tonercartridge vervangen. Zie "Tonercartridge" op pagina 342 voor meer informatie. Er is mogelijk een probleem met de Vervang de fotogeleidingseenheid.
  • Pagina 415 Onvoldoende geheugen voor de huidige taak Oorzaak Oplossing Er is onvoldoende geheugen Als dit niet het geval is, voegt u voor een beschikbaar voor het uitvoeren van definitieve oplossing meer geheugen toe. de huidige taak. Als tijdelijke oplossing kunt u een lagere afdrukkwaliteit opgeven in de printerdriver.
  • Pagina 416 Problemen met de papierverwerking Het papier wordt niet op de juiste wijze ingevoerd Oorzaak Oplossing De papiergeleiders zijn niet correct Controleer of de papiergeleiders in de ingesteld. papierladen zijn ingesteld op de juiste papierformaten. De instelling voor de papierbron is Controleer of u in de toepassing de juiste mogelijk verkeerd.
  • Pagina 417 Problemen bij het gebruik van de onderdelen Druk een statusvel af om te controleren of de onderdelen correct zijn geïnstalleerd. Zie "Statusvel afdrukken" op pagina 306 voor meer informatie. Het bericht Invalid AUX/IF Card (Verkeerd opt. int.) wordt op het LCD-scherm weergegeven Oorzaak Oplossing De printer kan de geïnstalleerde...
  • Pagina 418 Het papierformaat is niet correct Controleer of het juiste papierformaat is ingesteld. ingesteld in het Tray Menu (Menu Papierbak) op het bedieningspaneel. Invoerprobleem bij gebruik van de optionele papierlade Oorzaak Oplossing Het papier is vastgelopen bij de Zie "Papierstoringen verhelpen" op optionele papierlade.
  • Pagina 419 USB-problemen oplossen Als u problemen hebt met een printer met een USB-aansluiting, kijkt u of uw probleem hieronder wordt aangegeven en voert u de aanbevolen handelingen uit. USB-aansluitingen Soms worden de USB-problemen veroorzaakt door de USB-kabels of -aansluitingen. Probeer een of beide oplossingen. ❏...
  • Pagina 420 De installatie van de printersoftware controleren onder Windows 2000, XP en Server 2003 Als u Windows XP, 2000 of Server 2003 gebruikt, voert u de installatieprocedure voor de printersoftware uit die staat beschreven in de Installatiehandleiding bij de printer. Anders wordt de algemene driver van Microsoft geïnstalleerd.
  • Pagina 421 Printersoftware controleren onder Windows Me en 98 Als u de Plug en Play-installatie van de driver onder Windows Me of 98 hebt geannuleerd voordat de procedure is voltooid, wordt de installatie van de USB-printerdriver of de printersoftware wellicht niet correct uitgevoerd. Voer de onderstaande aanwijzingen uit om te controleren of de driver en de printersoftware correct zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 422 Als EPUSBX: (uw printer) wordt weergegeven in de lijst Print to the following port (Afdrukken naar de volgende poort), zijn de USB-printerdriver en de printersoftware correct geïnstalleerd. Als de juiste poort niet wordt weergegeven, gaat u verder met de volgende stap. 2.
  • Pagina 423 3. Ga naar het tabblad Device Manager (Apparaatbeheer). Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, moet EPSON USB Printer Devices (USB-afdrukapparaten van EPSON) worden weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer). Probleemoplossing...
  • Pagina 424 Als EPSON USB Printer Devices (USB-afdrukapparaten van EPSON) niet wordt weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer), klikt u op het plusteken (+) bij Other devices (Overige apparaten) om alle geïnstalleerde apparaten weer te geven. Als USB Printer (USB-printer) of de naam van uw printer wordt weergegeven bij Other devices (Overige apparaten), is de printersoftware niet correct geïnstalleerd.
  • Pagina 425 4. Selecteer bij Other devices (Overige apparaten) USB Printer (USB-printer) of de naam van uw printer en klik op Remove (Verwijderen). Klik vervolgens op OK. Als het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK en nogmaals op OK om het dialoogvenster System Properties (Systeemeigenschappen) te sluiten.
  • Pagina 426 5. Verwijder de printersoftware zoals wordt uitgelegd bij "Installatie van de printersoftware ongedaan maken" op pagina 139. Schakel de printer uit, start de computer opnieuw op en installeer de printersoftware opnieuw zoals wordt aangegeven in de Installatiehandleiding. Status- en foutberichten De printerstatus en foutberichten worden weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
  • Pagina 427 Problemen bij het afdrukken met PostScript 3 De hier beschreven problemen kunnen zich voordoen wanneer u afdrukt met de PostScript-driver. Alle hier gegeven instructies hebben betrekking op de PostScript-printerdriver. De printer drukt niet goed af in PostScript-modus Oorzaak Oplossing De emulatiemodus van de printer is De printer staat standaard op Auto, zodat niet goed ingesteld.
  • Pagina 428 De printer drukt niet af Oorzaak Oplossing In de printerdriver is het Schakel het selectievakje Black (Zwart) in selectievakje Color (Kleur) de printerdriver in. ingeschakeld, terwijl de printer zelf in de zwart-witmodus staat (al dan niet met vier zwarte cartridges) en het foutbericht Color Data Received (Kleurgeg.
  • Pagina 429 De afdrukken zijn zwart-wit, terwijl Color (Kleur) is ingesteld bij Resolution (Resolutie) in de printerdriver. (Alleen voor gebruikers van Mac OS X en alleen wanneer wordt afgedrukt met een AL-2600 die op kleurmodus staat) Oorzaak Oplossing Color Conversion (Kleurconversie) Selecteer In Printer (In printer) in de staat op Standard (Standaard).
  • Pagina 430 Het lettertype op de afdruk is anders dan het lettertype op het scherm Oorzaak Oplossing De PostScript-schermlettertypen De PostScript-schermlettertypen moeten zijn niet geïnstalleerd. worden geïnstalleerd op de computer die u gebruikt. Anders wordt het geselecteerde lettertype op het scherm vervangen door een ander lettertype.
  • Pagina 431 De printerlettertypen kunnen niet worden geïnstalleerd Oorzaak Oplossing Via het bedieningspaneel van de Wijzig de emulatiemodus voor de gebruikte printer is een andere interface in PS3 en installeer de emulatiemodus ingesteld dan printerlettertypen opnieuw. PS3 voor de gebruikte interface. Tekst en afbeeldingen hebben geen strakke randen Oorzaak Oplossing...
  • Pagina 432 De printer drukt niet normaal af via de USB-interface Oorzaak Oplossing Alleen voor gebruikers van Als de printer via de USB-interface op de Windows computer is aangesloten, kunnen geen binaire gegevens worden afgedrukt. Zorg In de printereigenschappen is de ervoor dat de gegevensindeling op ASCII of gegevensindeling niet op ASCII of TBCP wordt ingesteld.
  • Pagina 433 Voor de netwerkverbinding wordt Als u voor de netwerkverbinding geen geen AppleTalk gebruikt en de AppleTalk gebruikt, moet de gegevensstructuur staat niet op gegevensindeling (gegevensstructuur) ASCII. op ASCII of TBCP (Tagged Binary Communications Protocol, Windows) of ASCII (Macintosh) worden gezet. Allen voor gebruikers van Windows Wanneer AppleTalk actief is en Job 2000 of NT 4.0...
  • Pagina 434 Er is een niet nader gespecificeerde fout opgetreden (alleen Macintosh) Oorzaak Oplossing U gebruikt een versie van Mac OS De driver van deze printer kan alleen die niet wordt ondersteund. worden gebruikt op Macintosh-computers met versie 9.1 of hoger van Mac OS 9 of versie 10.2.4 of hoger van Mac OS X.
  • Pagina 435 Appendix A Klantenservice Contact opnemen met de klantenservice Wanneer uw Epson-product niet goed functioneert en het niet lukt het probleem te verhelpen aan de hand van de probleemoplossing in de bijgeleverde documentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
  • Pagina 436 Ga via http://www.epson.com naar uw lokale Epson-website voor de nieuwste drivers, vragen en antwoorden, handleidingen en ander materiaal om te downloaden. Deze website van Epson biedt u technische ondersteuning bij problemen die u niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie.
  • Pagina 437 Papier Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment door de fabrikant kan worden gewijzigd, kan Epson de kwaliteit van geen enkele papiersoort garanderen. Test enkele vellen papier voordat u een grote hoeveelheid aanschaft of afdrukt.
  • Pagina 438 Ongeschikt papier Het volgende papier mag niet in deze printer worden gebruikt. Het kan schade aan de printer, papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. ❏ Afdrukmaterialen die zijn bestemd voor andere kleurenlaserprinters, zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten of inkjetprinters ❏ Papier waarop eerder is afgedrukt met andere kleurenlaserprinters, zwartwitlaserprinters, kleurenkopieerapparaten, zwartwitkopieerapparaten, inkjetprinters of thermische transferprinters...
  • Pagina 439 ❏ Papier met een verschillende voor- en achterzijde ❏ Gevouwen, gekreukeld, golvend of gescheurd papier ❏ Papier met een onregelmatige vorm, of papier waarvan de hoeken niet recht zijn Afdrukgebied Minimale marge van 4 mm aan elke zijde. Opmerking: Het afdrukgebied is afhankelijk van de gebruikte emulatiemodus. Technische specificaties...
  • Pagina 440 Papierinvoer: Automatische of handmatige invoer Uitlijning papierinvoer: Centreren voor alle papierformaten Duplex Beschikbare papiersoorten zijn A4, A5, LT, B5 en Executive (gewoon papier) en EPSON Color Laser Paper Laadvermogen papierladen: MP-lade: Maximaal 150 vellen gewoon papier (64 tot 90 g/m²)
  • Pagina 441 Emulatie van IBM Pro-printer (modus I239X) Beschikbare lettertypen: 84 schaalbare lettertypen en 7 bitmaplettertypen RAM: 64 MB, uitbreidbaar tot 512 MB Epson AcuLaser Resolution Improvement Technology. De precieze afdruksnelheid hangt af van de papierbron en andere omstandigheden. Omgevingsspecificaties Temperatuur: In gebruik: 10 tot 35 °C (50 tot 90 °F)
  • Pagina 442 Technische specificaties 425 mm 518 mm 431 mm Gewicht: Ca. 37 kg, zonder tonercartridges en optionele onderdelen Technische specificaties...
  • Pagina 443 Elektrische specificaties 110 V, 120 V 230 V (model L481A) (model L481A) Voltage 110 V tot 120 V 220 V tot 240 V ± 10% ± 10% Nominale frequentie 50 Hz / 50 Hz / 60 Hz ± 3 Hz 60 Hz ±...
  • Pagina 444 Europees model: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG EN 60950 EMC-richtlijn 89/336/EEC EN 55022 klasse B EN 55024 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Australisch model: AS/NZS 3548 CISPR22 klasse B Laserbeveiliging Deze printer is een laserproduct van klasse 1 dat voldoet aan de normen die zijn opgelegd door het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services), overeenkomstig de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968.
  • Pagina 445 CDRH-voorschriften Het CDRH (Center for Devices and Radiological Health) van het Ministerie voor voedsel en geneesmiddelen van de VS heeft op 2 augustus 1976 voorschriften voor laserproducten in gebruik genomen. Alle producten die in de VS op de markt komen, dienen hieraan te voldoen.
  • Pagina 446 Interfaces Parallelle interface Gebruik de parallelle connector die voldoet aan de IEEE 1284-I-norm. ECP mode/Nibble mode (modus ECP/modus Nib.) USB-interface USB 2.0 High Speed-modus Opmerking: ❏ Alleen computers met een USB-connector en Mac OS 9.x en X of Windows XP, Me, 98, 2000 en Server 2003 ondersteunen de USB-interface.
  • Pagina 447 A4 en Letter (LT) Papiergewicht: 64 tot 90 g/m² Papierinvoer: Eén geïnstalleerde papierlade Automatische papierinvoer Papiercapaciteit tot 500 vellen Papiersoorten: Gewoon papier, EPSON Color Laser Paper Voeding: 5 V/0,3 A en 24 V/0,35 A vanuit de printervoeding Model: EU-114* Afmetingen en gewicht: Hoogte:...
  • Pagina 448 * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEG. Geheugenmodules Type DRAM: Synchronous Dynamic RAM Double In-line Memory Module (SDRAM DIMM)* Geheugengrootte: 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB of 256 MB * Alleen speciaal voor EPSON-apparaten gemaakte DIMM’s zijn compatibel. Technische specificaties...
  • Pagina 449 Vaste schijf Productcode: C12C824172* Capaciteit: 40 GB * Dit product voldoet aan de CE-markeringsvereisten in overeenstemming met EG-richtlijn 89/336/EEG. Tonercartridge Productcode: Geel 0226/0230 (High Capacity/ Standard Capacity): Magenta 0227/0231 (High Capacity/ Standard Capacity): Cyaan 0228/0232 (High Capacity/ Standard Capacity): Zwart 0229 (High Capacity): Opslagtemperatuur:...
  • Pagina 450 Fotogeleidingseenheid Productcode: 1107 Opslagtemperatuur: 0 tot 35 °C (32 tot 95 °F) Vochtigheid opslag: 15 tot 85 % RV ❏ Bij aanschaf van een fotogeleidingseenheid worden een filter en afvalbak voor toner meegeleverd. Fixeereenheid 120/220 Productcode: 3019/3018 Opslagtemperatuur: 0 tot 35 °C (32 tot 95 °F) Vochtigheid opslag: 15 tot 85 % RV Model:...
  • Pagina 451 Startbalk, Stopbalk en OCR-B. Met EPSON BarCode Fonts kunt u de codes echter automatisch toevoegen, zodat u eenvoudig streepjescodes kunt afdrukken die voldoen aan uiteenlopende standaarden voor streepjescodes.
  • Pagina 452 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Code128 EPSON Maakt Code128- Code128 streepjescodes. Interleaved EPSON ITF U kunt afdrukken 2 of 5 (ITF) van OCR-B en EPSON ITF (Interleaved controlecijfers 2 van 5 (ITF)) opgeven met de lettertypenaam. EPSON ITF CD Num...
  • Pagina 453 Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON BarCode Fonts moet de computer aan de volgende vereisten voldoen. Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een i386SX-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows XP, Me, 98, 2000, NT 4.0 of Server 2003 Vaste schijf: 15 tot 30 KB vrije ruimte, afhankelijk van het...
  • Pagina 454 3. Klik op Continue (Doorgaan). Als het venster met de licentieovereenkomst verschijnt, leest u de overeenkomst en klikt u op Agree (Akkoord). 4. Selecteer User Installation (Installatie voor gebruiker) en selecteer vervolgens uw printer. 5. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). Lettertypen...
  • Pagina 455 6. Klik op Custom (Aangepast). 7. Schakel het selectievakje EPSON BarCode Font in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. 8. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. EPSON BarCode Fonts zijn nu op de computer geïnstalleerd.
  • Pagina 456 Afdrukken met EPSON BarCode Fonts Volg de onderstaande instructies om streepjescodes te maken en af te drukken met EPSON BarCode Fonts. In deze instructies wordt uitgegaan van de toepassing Microsoft WordPad. Bij andere programma's is mogelijk een andere procedure van toepassing.
  • Pagina 457 3. Selecteer het gewenste lettertype van EPSON BarCode Font en stel de lettertypegrootte in. Klik op OK. Opmerking: In Windows XP, 2000, NT 4.0 en Server 2003 kunt u voor het afdrukken van streepjescodes geen lettertypen gebruiken die groter zijn dan 96 punten.
  • Pagina 458 5. Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). Klik met de rechtermuisknop op de EPSON-printer en kies Properties (Eigenschappen). Geef de volgende instellingen op voor de printerdriver. Zie het gedeelte over kleurenprinterdrivers in de onderstaande tabel, zowel voor de EPSON AcuLaser C2600 als voor de EPSON AcuLaser 2600.
  • Pagina 459 Modus High (niet be- (niet be- (niet be- Graphic Quality schikbaar) schikbaar) schikbaar) (Grafisch) in (Printer) het dialoog- (Hoge venster kwaliteit Extended (printer)) Settings (Geavan- ceerde instellingen) dat u opent via het tab- blad Optio- nal Settings (Optionele instellin- gen). Printing (niet be- High...
  • Pagina 460 ❏ Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals Startbalk en Stopbalk worden toegevoegd als u EPSON BarCode Font selecteert. Lettertypen...
  • Pagina 461 ❏ Voor een optimaal resultaat gebruikt u voor het geselecteerde lettertype van EPSON BarCode Font alleen de lettertypegrootten die worden aanbevolen in "Specificaties BarCode Fonts" op pagina 461. Streepjescodes van een ander formaat worden mogelijk niet door alle streepjescodelezers gelezen.
  • Pagina 462 ❏ Middenbalk ❏ Controlecijfer ❏ OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-8 EPSON EAN-13 ❏ EAN-13 is een streepjescode van dertien cijfers. ❏ Omdat het controlecijfer automatisch wordt toegevoegd, kunt u maar 12 tekens invoeren. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens...
  • Pagina 463 ❏ Middenbalk ❏ Controlecijfer ❏ OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON EAN-13 EPSON UPC-A ❏ UPC-A is de streepjescode die is vastgelegd in de American Universal Product Code (UPC Symbol Specification Manual). ❏ Alleen gangbare UPC-codes worden ondersteund. Aanvullende codes worden niet ondersteund.
  • Pagina 464 ❏ Middenbalk ❏ Controlecijfer ❏ OCR-B Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-A EPSON UPC-E ❏ UPC-E komt overeen met de streepjescode UPC-A. Bij UPC-E worden extra nullen echter verwijderd. Soort tekens Cijfers (0 t/m 9) Aantal tekens 6 tekens Lettertypegrootte 60 pt tot 150 pt (maximaal 96 pt in Windows XP/2000/NT 4.0/Server 2003).
  • Pagina 465 ❏ OCR-B ❏ Het getal "0" Afdrukvoorbeeld EPSON UPC-E EPSON Code39 ❏ Er zijn vier Code39-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code39-standaard.
  • Pagina 466 4.0/Server 2003). Aanbevolen grootten zijn 36 pt, 72 pt, 108 pt en 144 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: ❏ Onbedrukte linker-/rechterzone ❏ Controlecijfer ❏ Start-/stopteken Afdrukvoorbeeld EPSON Code39 EPSON Code39 CD EPSON Code39 Num EPSON Code39 CD Num Lettertypen...
  • Pagina 467 EPSON Code128 ❏ Code128-lettertypen bieden ondersteuning voor de codesets A, B en C. Wanneer de codeset van een regel met tekens halverwege de regel wordt gewijzigd, wordt er automatisch een conversiecode ingevoegd. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Code128-standaard.
  • Pagina 468 ❏ Teken voor wijzigen codeset Afdrukvoorbeeld EPSON Code128 EPSON ITF ❏ De EPSON ITF-lettertypen voldoen aan de Amerikaanse USS Interleaved 2-van-5-standaard. ❏ Er zijn vier EPSON ITF-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen.
  • Pagina 469 36 pt, 72 pt, 108 pt en 144 pt. De volgende codes worden automatisch ingevoegd: ❏ Onbedrukte linker-/rechterzone ❏ Start-/stopteken ❏ Controlecijfer ❏ Het getal "0" (waar nodig aan het begin van tekenreeksen toegevoegd) Afdrukvoorbeeld EPSON ITF EPSON ITF CD EPSON ITF Num EPSON ITF CD Num Lettertypen...
  • Pagina 470 EPSON Codabar ❏ Er zijn vier Codabar-lettertypen beschikbaar waarmee u het automatisch invoegen van controlecijfers en OCR-B kunt in- of uitschakelen. ❏ De hoogte van de streepjescode wordt automatisch ingesteld op minimaal 15% van de totale lengte van de code, conform de Codabar-standaard.
  • Pagina 471 Afdrukvoorbeeld EPSON Codabar EPSON Codabar CD EPSON Codabar Num EPSON Codabar CD Num Beschikbare lettertypen In de onderstaande tabel vindt u de lettertypen die op de printer zijn geïnstalleerd. De namen van alle lettertypen worden weergegeven in de lettertypenlijst van de toepassing als u de driver gebruikt die bij de printer wordt geleverd.
  • Pagina 472 Modus LJ4/GL2 Lettertype Familie HP-equivalent Courier Medium, Bold, Italic, Courier Bold Italic ITC Zapf Dingbats ITC Zapf Dingbats CG Times Medium, Bold, Italic, CG Times Bold Italic CG Omega Medium, Bold, Italic, CG Omega Bold Italic Coronet Coronet Clarendon Clarendon Condensed Condensed Univers...
  • Pagina 473 Helvetica Medium, Bold, Helvetica Oblique, Bold Oblique Helvetica Narrow Medium, Bold, Helvetica Narrow Oblique, Bold Oblique Palatino Roman, Bold, Italic, Palatino Bold Italic ITC Avant Garde Book, Demi, Book ITC Avant Garde Oblique, Demi Gothic Oblique ITC Bookman Light, Demi, Light ITC Bookman Italic, Demi Italic New Century...
  • Pagina 474 Druk een voorbeeld af en controleer of de lettertypen leesbaar zijn voordat u grote hoeveelheden afdrukt. Modi ESC/P 2- en FX Lettertype Familie Courier Medium, Bold EPSON Prestige EPSON Roman EPSON Sans serif Arial Medium, Bold Letter Gothic Medium, Bold Times New Roman Medium, Bold EPSON Script OCR A OCR B * Uitsluitend beschikbaar in de modus ESC/P 2.
  • Pagina 475 EPSON Prestige EPSON Gothic EPSON Orator EPSON Script EPSON Presentor EPSON Sans serif OCR B Opmerking: Afhankelijk van de afdrukdichtheid of papierkwaliteit of -kleur is het lettertype OCR B mogelijk niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of het lettertype leesbaar is voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
  • Pagina 476 Modus P5C Schaalbaar lettertype Lettertype Classi- Lettertype Classifi- ficatie catie Courier Arial Bold Courier Bold Arial Italic Courier Italic Arial Bold Italic Courier Bold Italic Times New Roman Letter Gothic Times New Roman Bold Letter Gothic Bold Times New Roman Italic Letter Gothic Italic Times New Roman Bold Italic...
  • Pagina 477 Clarendon Condensed ITC Avant Garde Gothic Demi Univers Medium ITC Avant Garde Gothic Book Oblique Univers Bold ITC Avant Garde Demi Oblique Univers Medium Italic ITC Bookman Light Univers Bold Italic ITC Bookman Demi Univers Medium ITC Bookman Light Italic Condensed Univers Bold Condensed ITC Bookman Demi Italic...
  • Pagina 478 Bitmaplettertype Lettertype Tekenset Line Printer Voorbeelden van lettertypen afdrukken Met het Information Menu (Menu Informatie) op het bedieningspaneel van de printer kunt u voorbeelden afdrukken van de beschikbare lettertypen in elke modus. Volg de onderstaande instructies om voorbeelden van lettertypen af te drukken.
  • Pagina 479 Lettertypen selecteren Selecteer zo mogelijk lettertypen in de toepassing. Raadpleeg de handleiding bij de software voor meer informatie. Als u niet-opgemaakte tekst rechtstreeks vanuit DOS naar de printer stuurt of als u werkt met een eenvoudige toepassing die geen keuze van lettertypen ondersteunt, kunt u lettertypen kiezen met de menu's van het bedieningspaneel in de emulatiemodi LJ4, ESC/P 2, FX, of I239X.
  • Pagina 480 EPSON Font Manager (alleen Windows) EPSON Font Manager biedt 131 lettertypen. Systeemvereisten Voor gebruik van EPSON Font Manager moet de computer aan de volgende vereisten voldoen: Computer: IBM-computer of vergelijkbare computer met een 486-processor of hoger Besturingssysteem: Microsoft Windows Me, 98, XP, 2000, NT 4.0 of Server 2003...
  • Pagina 481 3. Klik op Continue (Doorgaan). Als het venster met de licentieovereenkomst verschijnt, leest u de overeenkomst en klikt u op Agree (Akkoord). 4. Selecteer User Installation (Installatie voor gebruiker) en selecteer vervolgens uw printer. 5. In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Local (Lokaal). Lettertypen...
  • Pagina 482 6. Klik op Custom (Aangepast). 7. Schakel het selectievakje EPSON Font Manager in en klik op Install (Installeer). Volg de instructies op het scherm. 8. Als de installatie is voltooid, klikt u op OK. EPSON Font Manager is nu op de computer geïnstalleerd.
  • Pagina 483 Tekensets Inleiding op tekensets Via de printer hebt u toegang tot verschillende tekensets. Veel van deze tekensets bevatten taalspecifieke tekens. Opmerking: Lettertypen en tekens worden door de meeste programma's automatisch verwerkt, u hoeft de printerinstellingen waarschijnlijk nooit aan te passen. Als u echter zelf de beheerprogramma's voor de printer schrijft of oudere software gebruikt waarmee u lettertypen niet kunt beheren, vindt u in het volgende gedeelte relevante informatie over tekensets.
  • Pagina 484 Emulatiemodus LJ4 De volgende tekensets zijn beschikbaar in de emulatiemodus LJ4. Beschikbare Naam tekenset: lettertypen 19 lettertypen IBM-US (10U) Roman-8 (8U) Courier ECM94-1 (0N) 8859-2 ISO (2N) CG Times Universe 8859-9 ISO (5N) 8859-10ISO (6N) Letter Gothic Line Printer IBM-DN (11U) PcMultilingual (12U) PcE.Europe (17U) PcTk437 (9T)
  • Pagina 485 19 lettertypen PsMath (5M) Math-8(8M) Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh 19 lettertypen ANSI ASCII (0U), Courier CG Times Universe Letter Gothic Dorit Malka Naamit Naskh Koufi Ryadh Line Printer Courier Pc866Cyr (3R) Pc866Ukr (14R) CG Times WinCyr (9R) ISOCyr (10N)
  • Pagina 486 De 19 lettertypen verwijzen naar de lettertypen in de onderstaande lijst: CG Omega Coronet Clarendon Condensed Univers Condensed Antique Olive Garamond Marigold Albertus Arial Times New Helvetica Helvetica Narrow Palatino ITC Avant Garde Gothic ITC Bookman New Century Schoolbook Times ITC Zapf Chancery Medium Italic CourierPS Internationale tekensets voor ISO...
  • Pagina 487 In de modi ESC/P 2 of FX Tekentabel: Beschikbare lettertypen OCR B Courier EPSON Letter Gothic Roman Arial Times EPSON Sans serif EPSON Prestige EPSON Script PcUSA beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcMultilingual niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcPortuguese niet beschikbaar...
  • Pagina 488 8859-15ISO niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcSl437* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcTurk1* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar 8859-9 ISO* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar Mazowia* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar CodeMJK* niet beschikbaar niet...
  • Pagina 489 PcAr864* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcLit771* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcLit774* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar Estonia* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar ISO Latin 2* niet beschikbaar niet niet beschikbaar beschikbaar beschikbaar PcLat866*...
  • Pagina 490 Internationale tekensets U kunt een van onderstaande internationale tekensets selecteren met de opdracht ESC R: Tekensets: USA (VS), France (Frankrijk), Germany (Duitsland), UK (Engeland), Japan, Denmark (Denemarken-1), Denmark 2 (Denemarken-2), Sweden (Zweden), Italy (Italië), Spain1 (Spanje-1), Spain2 (Spanje-2), Norway (Noorwegen), Latin America (Latijns Am.), Korea*, Legal* * Uitsluitend beschikbaar voor ESC/P 2-emulatie Beschikbare tekens met de opdracht ESC (^...
  • Pagina 491 Prestige, EPSON Gothic, EPSON Presentor, EPSON Orator en EPSON Script. Modus EPSON GL/2 In de modus EPSON GL/2 zijn dezelfde tekensets beschikbaar als in de emulatiemodus LaserJet4. Zie "Emulatiemodus LJ4" op pagina 484 voor meer informatie. In de modus P5C...
  • Pagina 492 ISO 8859/2 Latijn 2 ISO 17: Spaans Roman-9 PS Math ISO 8859/5 Latijn 5 Windows 3.1 Latin5 Microsoft Publishing Venture Math DeskTop Math-8 Roman-8 Windows 3.1 Latijn 2 Pc1004 ISO 8859/ 15 Latijn 9 PC-8 Turks Windows 3,0 Latijn 1 PSText PC-8, codepagina 437 PC8, D/N, Deens/Noors...
  • Pagina 493 Windows 3.1 Latijn/Arabisch PC-755 Symbol Wingdings 579L ZapfDigbats ISO 8859/10 Latijn 6 Lettertypen...
  • Pagina 494 Woordenlijst ASCII American Standard Code for Information Interchange. Een verzameling standaardcodes die worden toegekend aan tekens en besturingscodes. Dit systeem wordt veel gebruikt door fabrikanten van computers, printers en software. beschikbaar lettertype Een lettertype dat definitief in het printergeheugen is opgeslagen. bitmapfont De uit puntjes bestaande voorstelling van een lettertype.
  • Pagina 495 emulatie Zie "printeremulatie" op pagina 496 voor meer informatie. FF (form feed) Een besturingscode voor een nieuwe pagina. fotogeleidingseenheid Een onderdeel van de printer met een lichtgevoelige afdrukrol. gedownload lettertype Een lettertype dat vanuit een externe bron, bijvoorbeeld een computer, in het printergeheugen wordt geladen.
  • Pagina 496 oriëntatie Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden afgedrukt. Met de oriëntatie staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt, met liggend in de lengte. ® ® De printerbesturingstaal van de Hewlett-Packard LaserJet -printers. ppm (pagina's per minuut) Het aantal pagina's dat in een minuut kan worden afgedrukt.
  • Pagina 497 resolutie Een aanduiding voor de scherpte en helderheid van de afbeeldingen die de printer produceert of die op het scherm worden weergegeven. De printerresolutie wordt weergegeven in dots per inch. De monitorresolutie wordt weergegeven in pixels. RITech Resolution Improvement Technology. Een functie om de rafelige randen van lijnen of vormen bij te werken.
  • Pagina 498 tekenbreedte Hiermee wordt het aantal tekens per inch (cpi) weergegeven voor lettertypen met een vaste breedte. tekenreeks Een verzameling letters, cijfers en symbolen die in een bepaalde taal worden gebruikt. tekenset Een verzameling symbolen en speciale tekens. Bepaalde codes in tekentabellen worden weergegeven met symbolen.
  • Pagina 499 Statusvel afdrukken, 306 Beschikbare lettertypen Modi ESC/P2 en FX, 474 Modus I239X, 475 Modus LJ4/GL2, 472 Modus P5C, 476 Modus PS 3, 475 Voorbeelden van lettertypen afdrukken, 478 Contact opnemen met Epson, 435 Duplexer Duplexer installeren, 320 Duplexer verwijderen, 324 Index...
  • Pagina 500 Job Management (Taakbeheer) (Windows), 129 Melding wanneer het afdrukken is voltooid (Windows), 134 On line bestellen, 124 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 (Macintosh), 199 Printer controleren met EPSON Status Monitor 3 (Windows), 115 Venster Status Alert (Foutmeldingen) (Macintosh), 205...
  • Pagina 501 gebruiken (Windows), 91 registreren (Windows), 92 verwijderen (Windows), 95 Fotogeleidingseenheid Specificaties, 450 Fuser Unit (Fixeereenheid) Specificaties, 450 Geheugenmodule Geheugenmodule installeren, 330 Geheugenmodule verwijderen, 333 Specificaties, 448 Handleidingen Gebruikershandleiding, 26 Handleiding bij papierstoringen, 26 Installatiehandleiding, 26 Netwerkhandleiding, 26 Online-Help, 26 Interfacekaart Interfacekaart installeren, 334 Interfacekaart verwijderen, 335 Interfaces...
  • Pagina 502 Klantenservice, 435 Labels (Etiketten) printerinstellingen, 64 Lettertypen Beschikbare lettertypen, 471 EPSON BarCode Fonts (Windows), 451 EPSON Font Manager (Windows), 480 lettertypen downloaden, 479 lettertypen selecteren, 479 lettertypen toevoegen, 478 Tekensets, 483 Menu's van bedieningspaneel 1239X Menu (Menu I239X), 279 Instellingen via het bedieningspaneel opgeven, 242...
  • Pagina 503 Onderhoud Belichtingsvenster reinigen (knop b), 367 Fotogeleidingsdraad reinigen (knop a), 367 Fotogeleidingseenheid, 346 Fuser Unit (Fixeereenheid), 354 Papierinvoerrol reinigen, 365 Plaats voor de printer bepalen, 372 Printer reinigen, 363 Tonerafvalbak, 359 Tonercartridge, 342 Transport van de printer (grote afstanden), 369 Transport van de printer (kleine afstanden), 370 Uitvoerlade reinigen, 364 Vervangingsberichten, 340...
  • Pagina 504 Pagina's automatisch aanpassen aan het afdrukmateriaal (Windows), 77 Papier Afdrukgebied, 439 Beschikbare papiersoorten, 437 enveloppen, 61 Epson Color Laser Paper, 58 Epson Color Laser Paper Transparencies, 59 etiketten, 64 Ongeschikt papier, 438 papier met aangepast formaat, 66 zwaar papier, 65 Papierbronnen...
  • Pagina 505 Printer selecteren in een netwerkomgeving (Mac OS 9), 239 Printer selecteren in een netwerkomgeving (Mac OS X), 236 systeemvereisten (Macintosh), 220 systeemvereisten (Windows), 219 PostScript-printerdriver (instellingen) AppleTalk gebruiken onder Windows 2000 of NT, 232 De functie Reserve Job (Reserveertaak) gebruiken (Windows), 231 PostScript-printerinstellingen wijzigen (Macintosh), 240 PostScript-printerinstellingen wijzigen (Windows), 230 PostScript-printerdriver installeren voor de netwerkinterface (Windows), 226...
  • Pagina 506 afdrukindeling (Macintosh), 176 afdrukinstellingen (Macintosh), 169 afdrukinstellingen (Windows), 72 afdrukinstellingen aanpassen (Macintosh), 172 afdrukinstellingen aanpassen (Windows), 75 Afdrukken annuleren (Macintosh), 211 Afdrukken annuleren (Windows), 138 Afdrukken met de duplexer (Macintosh), 184 Afdrukken met de duplexer (Windows), 97 afdrukken met een formulieroverlay op de vaste schijf (Windows), 93 Afdrukken met overlays (Windows), 90 afdrukkwaliteit (Macintosh), 167 afdrukkwaliteit (Windows), 70...
  • Pagina 507 Gebrekkige afdrukkwaliteit, 409 Geheugenproblemen, 414 Papierstoringen verhelpen, 374 Printer functioneert niet optimaal, 401 Problemen bij het afdrukken met PostScript 3, 427 Problemen bij het gebruik van de onderdelen, 417 Problemen met afdrukken in kleur, 407 Problemen met afgedrukte documenten, 404 Problemen met de papierverwerking, 416 Status- en foutberichten, 426 Statusvel afdrukken, 400...
  • Pagina 508 Technische ondersteuning, 435 Tekensets Emulatiemodus I239X, 491 Emulatiemodus LJ4, 484 Modus EPSON GL/2, 491 Modus ESC/P 2 of FX, 487 Modus P5C, 491 Tonerafvalbak Specificaties, 450 Tonercartridge Specificaties, 449 Transport Grote afstanden, 369 Kleine afstanden, 370 Plaats voor de printer bepalen, 372...
  • Pagina 509 maken, 84 Zwaar papier printerinstellingen, 65 Index...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Aculaser 2600 series