2. Verwijder de twee schroeven waarmee de interfacekaart aan
de achterzijde van de printer is bevestigd.
3. Trek de interfacekaart voorzichtig uit de socket.
4. Plaats de klep van de interfacesleuf over de lege sleuf. Deze
klep hebt u verwijderd en opgeborgen bij de installatie van
de interfacekaart. Gebruik de twee schroeven om de klep te
bevestigen.
5. Bewaar de interfacekaart in de antistatische verpakking
waarin deze is geleverd.
Statusvel afdrukken
Druk via het bedieningspaneel van de printer een statusvel af om te
controleren of de optionele onderdelen correct zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan. Na ongeveer 30 seconden wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Opmerking:
Deze tijd kan enigszins afwijken, afhankelijk van de hoeveelheid
geïnstalleerd geheugen.
246
Optionele onderdelen