Printerinstellingen wijzigen
Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven
De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen
in de printerdriver. U kunt in de printerdriver de instellingen
automatisch opgeven, instellingen selecteren in een lijst met
voorgedefinieerde instellingen of eigen instellingen opgeven.
Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic
U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of
gedetailleerder kunt afdrukken. Als u wilt afdrukken met een
hogere kwaliteit, kiest u een hoger getal. Hierdoor wordt de
afdruksnelheid verminderd.
Als u het keuzerondje Automatic in het dialoogvenster Basic Settings
hebt geselecteerd, wordt de printer ingesteld op basis van de
kleurinstellingen die u selecteert. U hoeft alleen de kleur en resolutie
in te stellen. U kunt andere instellingen, zoals het papierformaat of
de afdrukstand, wijzigen in de meeste toepassingen.
Opmerking:
Raadpleeg de Help voor meer informatie over de beschikbare instellingen
in de printerdriver.
Er zijn drie afdrukniveaus: 300 dpi, 600 dpi en 1200 dpi. Met
1200 dpi krijgt u zeer nauwkeurige afdrukken met hoge
kwaliteit. Er is echter meer geheugen nodig en de
afdruksnelheid wordt verminderd.
Opmerking:
U kunt alleen afdrukken met 1200 dpi als de emulatiemodus
ESC/Page, ESC/Page Color of PS3 is ingeschakeld.
Als u wilt afdrukken met 1200 dpi, moet u de afdrukkwaliteit
instellen op 1200 dpi in het dialoogvenster More Setting.
130
Printersoftware gebruiken in Macintosh